naar Veraopn"
I).
uitgesproken, toegenomen is bij deze uit
voering.
Die uitvoering toch, van zooveel be
lang bij een werk dat voor de eerste
maal wordt opgevoerd, kan als zeer goed
worden aangeduid. Het koor heeft ge
zongen met vuur en stnaak, als bezield
door de gedachte gm dit werk van hunnen
waarden directeur zooveel als hun maar mo
gelijk was, tot zijn recut te doen komen.
De tenoren, die in Crescendo zulk een
zware taak hebben te vervullen tegen
over de bassen, wisten aan de klip die
^schreeuwen" heet, te ontkomen. De
diepe bassen hielden hunnen ge vestigden
roem op en brachten nu en dan klan
ken voortsonoor als diepe orgel
tonen, waarnaar het een genot was om
te luisteren.
De solisten waren: Mej. Joh. Brui
ning van den Bergh, sopraan uit Rotter
dam, en de heeren J. J. Rogmans en
Emile Blauwacrt.
Het doet ons leed te moeten zeggen,
dat mej. van den Bergh ons slechts
weinig heeft kunnen voldoen. Haar ge
luid is wel zuiver en heeft, in de hoogte
vooral, geen onaangenamen klank, maar
het is veel te schraal en te dun on in
afwisseling met mannenkoor solo te zin
gen in de groote zaal der Yereeniging.
Daardoor maakten hare duo's met tenor
en baryton niet zooveel indruk als men
had mogen verwachten.
Wat den heeren Rogoians en Blauw-
aert betreft, zij hebben, vooral de
eerstgenoemde, in het nieuwe werk met
veel talent gezongen.
Wij meenen hiermede te kunnen vol
staan, maar willen de bespreking van
de uitvoering van 's heeren Andriessens
nieuwste compositie niet eindigen, zon
der hem daarvoor een woord van hulde
en van dank te brengen.
Behalve dit werk waren de nummers
voor koor ,/Liederfreiheit" van Marsch-
ner, waarin de bassen een bewonderens
waardig unisono deden hooren; Braun
Maidelein en Spinn Spinn van Hugo
Jüngst, op verzoek, die keurig fijn en
smaakvol werden gezongenen ten
slotte het door den componist Henri
F. R. Brandts Buijs aan //Crescendo"
opgedragen Mannenkoor"//Kies mij,"
waarvan ons de uitvoering zeer ver
dienstelijk, maar de compositie wel iet
wat gekunsteld, meer gemaakt dau ge
dacht toescheen.
Mejuffrouw Yan den Bergh voldeed
ens in haar liederen iets beter dan in
de //Stalboef". Zoo zong zij Meilied van
L. F. Brandts Buijs met smaak en behaalde
met het dankbare Schweizor Echolied veel
suecè3. Vcrheij's Zeemanslied daarente
gen vordert meer kracht dan mej. Yan
den Bergh kan ontwikkelen. De billijk
heid vordert, dat wij mededeelen dat
deze zangeres in korten tijd tweemaal
influenza heeft gehad en ternauwernood
hersteld was
En Rogmans hij heeft weer gezon
gen zooals we hem vroeger zoo dikwijls
hoorden, krachtig zoo goed als teeder,
hei geaccentueerde fortissimo zoo schoon
als de wegsmeltende pianissimo's. Welk
een kracht in het majestaeuse //Gods
Almacht" van Schubert, welk een innig
heid in het zoo warm geschreven Hol
land van den heer N. H. Andriessen,
welk een eenvoud in //Thuis" van Ver
hulst I
Het daverend applaus was dan ook
aanleiding dat de geliefde zanger het be
kende lied //Terugkomst", van Ver
huist nog ten beste gaf.
Wat den heer Blauwaert aangaat, hij
heeft met zijn fraai geluid en zijne
vooral zoo geestdriftvolle voordracht, zyn
goeden roep hier ter stede niet weinig
versterkt. Vooral daar waar kracht te
ontwikkelen valt, electriseert hij als het
ware de toehoorders door den gloed
zijner dictie, en zingt in de hoogte op
een manier die bewonderenswaardig is
in een baryton.
Zijne nummers waren Huberti, //de
Minnezanger," Benoit, //Heeft het Roosje
milde geuren," //Zonnelied" van Cath.
van Rennes (van dit laatste werd het
2e couplet gebisseerd) en Nicolai //Drine,
sprak den herfst."
Wij willen deze bespreking niet
eindigen zonder een woord van waar
deering aan den heer C. Andriessen uit
Hilversum, die met veel talent het
piano-accompagnement volbracht.
Weten en Werken.
Zooals wij reeds in een vorig bericht
mededeelden, werd door den heer P. H.
van der Ley Maandagavond de spreekbeurt
in Weten en Werken" waargenomen.
De heer van der Ley begon met
er op te wijzen, dat alle menschen meer
of minder van gezelligheid houden, dat
de trek naar gezelligheid ons als 't ware
is ingeschapen. Het besto middel om ge
zelligheid te verkrijgen, i3 zeker wel de
spraak, maar men kon vroeger slechts
op korten afstand verwijderd inet
elkander gezellig praten, 't Is waar, zeide
spr., dat door oe uitvinding der druk
kunst en later door die der telegrafie,
veel daarin tegemoet is getreden, maar
toeb, beide uitvindingen brachten het
levend woord niet over. Dat nu doet do
telefoon wel; een uitvinding die ruim
tien jaar geleden in Amerika werd ge
daan en steeds is verbeterd geworden.
Spr. liet ons zien dat men door middel
van den telefoon op een afstand raet
elkander kan spreken, hij voerde daartoe
door middel van een telefoon-toestel e«a
gesprek met iemand, die zich ia een aan
grenzend vertrek bevond. Hij deelde mede
dat door de groote verbeteringen, die
in den loop der jaren deze uitvinding
heeft ondergaan, die afstand zeer veel
vergroot is geworden.
Verder bewees spr. dat het geluid
wordt veroorzaakt door een voorwerp in
trilling, en dat er lucht noodig is, om
ons dat geluid te doen hooren. Wan
neer men een bel onder een glazen klok
laat luiden, en door middel van een
luchtpomp de lucht uit de klok
wegpompt, dan zal men het geluid der
bel niet meer hooren, zoo spoedig echter
is de lucht niet weder in de klok te
ruggebracht, of het wordt weder hoor
baar. Wanueer er geluid ontstaat, brengt
dit de naastbij zijnde luehtdeeltje3 in tril
ling en deze trilling wordt weer aan de
naastbijzijnde lichtdeeltjes medegedeeld,
totdat het on» gehoororgaan bereikt en
daar een sterk gespannen vlies in bewe
ging brengt, waardoor wij het geluid
hooren. Spr. bewees, door op een
fluitje te blazen, dat door het geluid de
lucht in trillende beweging geraakt, want
een gevoelige gasvlam duikt daardoor op
neder en zaad, op een gespannen vlies,
beweegt zich sterk. Door het spreken
het uitstootcn van lucht door ons strot
tenhoofd, welks samenstelling spr. liet
zien wordt de ons omringende lucht in
zoodanige trillende beweging gebracht, en
daardoor kunnen wij elkander hooren spre
ken. Hier worden de geluidsgolven door het
spreekorgaan opgewekt.Vooral langs vaste
lichamen plant het geluid zich gemakkelijk
voort. Spr. wreef als proef drie staven
zoodanig, dat zij geluid voortbrach
ten, en door het strijken met een
strijkstok langs een vrij staanden koperen
plaat met zand bestrooid, werden al
lerlei figuren op de plaat gevormd.
Het geluid heeft 3 seconden noodig om
een afstand van 1 K.M. af to leggen,
het wordt echter door groote afstanden
verzwakt. Bij den telefoon heeft de voort
planting van het geluid niet plaats langs
de draden. De samenstelling en werking
van den telefoon wijst ons dat aan. (Zie
ons hoofdartikel.)
Hier trad spr. in uitvoerige beschou
wingen over de inrichting van den telefoon,
en de groote verbeteringen daaraan toe
gebracht, ook door de toevoeging van den
microfoon. Hij wees ons er op, hoe wij
nu met elkander konden praten, ook al
lukkig wederzien in den volgenden win-1
ter toe.
Door de politie alhier zijn twee jeugdige
knapen aangehouden wegens diefstal van
een zestal duiven uit den tuin van een
huis aan de Wilhelminastraat.
Bij de Vereeniging
hebben zich de volgende personen voor
werk aangemeld
Een voor koetsier. - Twee voor oppasser.
- Een voor ziekenoppasser. - Vier voor
kantoorlooper. - T wee voor portier. - Een
voor schrijfwerk. - Een voor boekbin
der. - Een voor schoenmaker. - Twee
voor schildersknecht. - Twee voor met-
eelaarakecht. - Een voor timmermans
knecht. - Een voor broodbakkerskuecht. -
Een voor koper- en metaalgieter. - Twee
voor tuinmansknecht. - Een voor opzich
ter. - Een voor loodgietersknecht. - Zes
voor aardwerkers of los werkman. - Tien
voor werkstet of schoonmaakster. - Een
voor burgerwaschvrouw. - Een voor
hulpkookster. - Drie voor burgernaai-
Ster. - Drie voor breister. - Een voor
Particulieren en werkgevers, die van
deze aanbiedingen wenschen gebruik te
makenwordt beleefd verzocht zich
schriftelijk tot het Bestuur der Vereeni
ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen).
Het bestuur der vereeniging //Welda
digheid naar Vermogen" betuigt zijnen
dank aan het vriendelijke bloemenmeisje,
voor de op het bal-masqué in de //Ver
eeniging" ingezamelde ƒ4,35, wélke gift
dankbaar wordt aanvaard.
Tot be-tuursleden van den Spiering-
horner-binnenpoider zijn herkozen de
heeren C. H. Kramstauber (hoofdinge
land) en G. van Beem Gz., (polder
meester.)
Naar ons wordt gemeld zouden de
plannen tot aanleg eener spoorlijn Am
sterdamIJmuiden ten noorden van
het Noordzeekanaal, nog dit jaar in
nadere behandeling en vermoedelijk tot
uitvoering komen.
B
L X
Naar uit vertrouwbarebron
kan worden medegedeeld, is aan het
departement van Marine tot dusver geen
bericht ontvangen, hetwelk bevestigen
zou de extra tijding vaa de Heldersche
Courant, dat een oproer is uitgebarsten
aan boord van Zr. Ms. schroefstoomsehip
Tromp te Paramaribo.
Zelfs i3 EOg geen bericht ingekomen
van de aankomst van de Tromp te Para
maribo, waarheen het schip, na op 14
Januari La Plata te hebben verlaten,
bestemd was.
Men twijfelt er ook aan, of de Tromp
reeds in de wateren van Suriname kan
zijn binnengeloopen.
De Standaard zegt dat d
berichten, die haar gewerden, overeen
stemmen met de tijding dat de heerjhr.
mr. A, F. de Savornin Lobman minis
ter van Binnenlandsche Zaken zal wor
den, ea de heer Mackay de portefeuille
van Koloniën zal overnemen.
Een beambte yan de Ban
van leening te Amsterdam en een be
woner van de Ferdinand Bolstraat hebben
ieder een rijksdaalder, die valsch schijnt
waren we uren ver van elkaar verwij-!te zijn, bij de politie ingeleverd. Ook
derd, en eindigde zijn belangrijke voor- j ecn gulden, naar allen schijn valsch, is
dracht met den wensch, dat hij de be-daar ten onderzoek bezorgd namens de
zoekers van Weten en Werken" denfirma Hirsch ês Co. aldaar.
volgenden winter weder gezellig in de
zaal zou mogen vereenigd vinden.
arbeiders noodzakelijk. Dezen weerden
zich dan oofc dapper, hetgeen evenwel
niet beletten kon, dat de treinen in de rich
ting Amersfoort vertraging ondervonden.
Eerst tegen den middag kon de gewone
dienst vervolgd worden. Autoriteiten
waren spoedig ter plaatse aanwezig.
Behalve materieele schade valt geen
ander verlies te betreuren.
In den loop van een bal
masqué te 's-Hage reikte een als aan
spreker of lijkbezorger verkleed bezoeker
aan de aanwezigen een rouwkaart met
de volgende kennisgeving.
//M.
Na een plotselingen aanval van vas-
tenavondpret overleed heden, in den voor
ons allen hoog genoeg zijnden leeftijd
van drie maanden,
Mevrouw Xantippe Influenza.
Bij allen, die haar gekend hebben in
haar lastig, werkzaam leven, zal deze
welkome tijding een gezonden, vroolyken
invloed teweeg brengen 1
Namens hare vyanden
J. A. N u s s.
's Gravenhage, 15 Febr. 1890.
Eenige en openbare kennisgeving.^
In Den Haag viel Maandag-
namiddag een werkman van den steiger
van een in aanbouw zynd perceel aan
den Zuid-Oost-Buitensingel.
De man die met zijn hoofd op de
straatsteenen stortte, werd door de po
litie voor dood opgenomen, en per rader-
baar naar het ziekenhuis vervoerd.
Een korporaal van de gre
nadiers heeft Zondag aan winkelwonin
gen op de Hoefkade te 's Hage moedwil
lig drie spiegelruiten stukgeslagen. Hij
werd later in de stad gearresteerd.
Een huzaar bracht met zyne sabel aan
zekeren M. een slag op hes voorhoofd
toe, waardoor eene gapende wonde werd
veroorzaakt. De gekwetste werd in het
Ziekenhuis verbonden.
Zondagochtend werd aan
den Lee weg, onder de gemeente Naald
wijk, het lijk gevonden van den idioot
Dirk van der Ven, to Honselersdijk.
De ongelukkige, die ernstig aan influen
za had geleden, was Zaterdag uitgegaan
om zijne gewone tochten in dem omtrek
te doen. Den nacht bracht hij bij een
boer door, waar hij afgemat aankwam
"s morgens zeer vioeg schijnt hij zijne
rustplaats verlaten te hebben en te wa
ter geraakt te zijn. Hij werd althans
doornat, met bebloed hoofd en bemorst
met slijk en wier, op den weg gevon
den. Dirk was een zachtaardige ongeluk
kige, die niemand leed deed en bizonder
veel van kleine kinderen hield.
In dit nommer van ons blad
komt eene advertentie voor, waarin de
gepens. kapitein ter zee baron Van Heerdt,
hulp vraagt voor een oud-strijder. Be
treffende deze oud-strijder kunnen wij
het volgende mededeelen:
De man nam in 1831 vrijwillig dienst
als infanterist, trok mede uit naar de
grenzen en ging na den veldtocht over
bij het korps mariniers. Na expiratie
van dienst in 1837 werd hij om zijne
geschiktheid geplaats als oppasser der
adelborsten aan het Kon. instituut voor
de marine te Medemblik. Toen in 1850
de adelborsten naar Breda overgingen,
werd hij eervol ontslagen, met belofte
zoo spoedig mogelijk weer geplaats te
worden. Eerst zes jaren later, 1856, werd
hij geplaatst bij de politie aan 's rijks
werf' te Willemsoord, in welke betrek
king hij tot 1882 werkzaam bleef. Die
zes jaren tusschenruimte geheel bui
ten zijne schuld waren oorzaak dat,
toen hij wegens 70-jarigen leeftijd eer
vol werd ontslagen, men hem tevens te
kennen gaf dat er geen termen beston
den om heia een pensioen toe te ken
nen. Een jaar later werd hem eene jaar-
delijk door de duisternis misleid, kei on
geluk by zijn huis in het water te Tal
len en te verdrinken.
Tusschen de stations Seppe
n Hoeven it
vrouw, die hoogstwaarschijnlijk de trek-
sluitboomen heeft geopend van een over
weg om de sporen over te gaan, door
een trein overreden en onmiddellijk
gedood.
Zaterdagmiddag is de per
sonentrein van Hengeloo, te Oldenzaal,
door verkeerden wisselstand op eene
verkeerde lijn geloopen tegen een paar
kolen- en houtwaggons, waar eenige ar
beiders bezig waren te lossende arbei
ders zagen het gevaar en wisten nog
intijds van de waggons te springenéen
is er sleehts licht gewond; de reizigers
kwamen allen met den schrik vrij. De
locomotief en tender zijn beschadigd,
en van de kolen- en houtwaggons is éen
geheel stuk en de andere zwaar bescha
digd. De loop der treinen heeft geen
noemenswaardige vertraging ondervon
den. Het is niet te verwonderen, dat
daar eens een ongeluk gebeurd is, want
voor de bediening van eenige wissels
een zeer drukken overweg is sleehts één
man aanwezig.
Uit Harlingen schrijft men:
Terwyl eene tentoonstelling van reddings
middelen op handen is, en men gewaagt
van vliegers als middel om de commu
nicatie tusschen een ia nood verkeerend
schip en den wal te onderhouden, kan
ket zijn nut hebben te vermelden dat
verscheidene schepenvoor harlinger
reederijen varende, vliegers, voor zulk
een doel vervaardigd, aan boord hebben
en dat proeven er mee genomen vol
komen zijn geslaagd, zoodat het mid
del algemeen verdiende ingevoerd te
worden.
18 S H B y.
Tessel, 16 Febr. Tengevolge van
vorst konden de mosselvisschers in de
afgeloopen week niet de gewone bezen
ding naar Huil en Londen afleveren. De
Noordzeevisschers besomden van 30
tot 60 per schuit. De botvangst leverde
weinig op. De bot gold 2 3 et. per
stuk. Paling werd er n et gevangen.
Alikruiken golden f 2.50 per H L. Er
werden flinke hoeveelheden verscheept
naar de belgische markt. Door de gar
nalen vloot zijn 272 manden garnalen
voor de kokerijen aangevoerd Aan de
vi8sohers werd ƒ4 a 5 per mand be
taald. De verzending had plaats naar
Londen, Huil, Parijs en Brussel.
(Uit
15
KöLSMiËÊi,
de bataviascbe bladen van 13
de Deli Ct. tot 18 Januari.)
BATAVIA, 15 Januari.
Omtrent den volksoploop in de resi
dentie Krawang wordt aan de lavabode
het volgende bericht:
In den middag van 1 dezer waren een
kleine 100 inlanders naar den Chinees
Tjoe Asiong te Tjandjong Poera gegaan
om padie in leen te verkrijgen, wellicht
geleid door de omstandigheid dat van
hem in de Tjitaroem, in de nabijheid
van zijne woning, eene prauw met padie
geladen aanwezig was. Aangezien het
aantal den Chinees wat groot scheen, is
hy afgeschrikt en heeft hij de hulp van
de politie te Krawaog ingeroepen.
De wedana van Krawang is toen daar
heen gegaan en heeft de lieden naar
Krawang doen vertrekken, ten einde de
dorpshoofden en leden van het dessabe-
stuur te hooren.
Voor zijn vertrek naar Tandjong Poera
had de wedana den regent per draad be
richt gezonden van het door hem ont
vangen rapport, tengevolge waarvan de re
sident en do regent te Krawang waren
gekomen.
van „Woten en Werken", bedankte in Twee goederentreinen schijnen "tegen oud-militair hem weerhoudt om bij diaco- j oek^knn^n^lwT "dn'"lipitn"
hartelijke woorden, den begaafden spreker elkander opgeloopen te zijn en hebben I m0 of armbestuur eene aalmoes te vra- resideI1, „èbraeht die hun te
voor zijn belangrijke voordracht: verder eene niet onaanzienlijke schade aange-i ëen- (rV. i2. C.) j kennen „gf dat
I:
heid
de onmiddellijke n a b ij-^jksche gratificatie toegelegd van 50.
De heer J. H. Stoel Azn. Voorzitter Zondagmorgen
van het station te Hilversum had
ontsporing plaats.
Na zes jaren is de man ten einde raad
lijdt gebrek, daar zijn eergevoel als
wenschte hij, in deze laatote bijeenkomst, richt. Steenkolen, cokes, stukken hout,
den getrouwen bezoekers van //Weten en deelen van wagens lagen over den wej
den volgenden dag op de pastorie een afscheidsbezoek ging
lag die uitdrukking van verlatenheid, wanhoop en smart
weer op haar gelaat. Espérance had klaarblijkelijk weer eene be
risping moeten aunhooren, want mevrouw Mortlake en Cornelia
verkeerden in dien zenuwachtigen toestand, die meestal het ge
volg is van eene huiselijken twist en ofschoon mevrouw Mortlake
zeer hartelijk was, ontging het Claude's opmerkzaamheid niet, dat
de kalmte van hare stem gedwongen en zij inwendig zeer toornig
was. Espérance sprak bijna geen woord, maar in diep gepeins
verzonken, zat zij door het venster te staren, terwyl haar brei
werk onaangeroerd op haar schoot lag en zij de handen had
gevouwen.
Claude zou geen betere gelegenheid hebben kunnen uitkiezen,
om hare trekken te bestudeeren, maar nu zijn verlangen was be
vredigd, was hij zoodanig met medelijden voor Espérance bewo
gen, dat bij haar gaarne met een wat vroolijker gelaat had
willen zien.
Hij deed al zijn best om haar aan het gesprek te doen deel
nemen, maar zonder gevolg, zij antwoordde zeer kortaf en hare
somberheid nam steeds toe.
Eindelijk stond hij op, nam afscheid van mevrouw Mortlake en
Cornelia en wendde zich tot Espérance, vastbesloten om haar nu
tenminste eenige woorden te ontlokken.
0~ zij met het ontgraven
De 60 jarige ïandbouwerS.; van de leiding Tjigaroengoen werk kon-
- Alberts, 10 minuten buiten Venloo den vinden, voor welke ontgraving fond-
Werken" een goeden zomer en een ge 'verspreidt en maakten de hulp van vele1 woonachtig, had Zondagavond, vermoe-1 sen zijn toegestaan.
dige opmerking van Espérance. Zij sprak over het op handen
zynde vertrek van Claude en daardoor kwam zy van zelve op de
wandeling van den vorigen dag. Mevrouw Mortiake, die er altijd
op uit was, om op haar gedrag aanmerkingen te maken, ver
klaarde, dat zij in hare handelwijze te vrij was geweest, dat zij
naast den predikant had moeten blijven loopen en zich met Claude
Magnay niet in een t#te-A-tête had moeten wikkelen.
Espérance beweerde, dat dit haar onmogelijk was geweest en
tevens, dat zij nooit gedacht zou hebben, dat men in haar
zulk eene onschuldige handelwijze zou afkeuren. Waarop mevrouw
Mortlake haar de beschuldiging naar het hoofd wierp, dat zij niet
met genoeg eerbied sprak, iets hatelijks van hare //fransche" ma
nieren zeide ea ten slotte alle voorzichtigheid en gevoel van recht
vaardigheid uit het oog verliezende, zeide, dat zij" reed3 geruimen
ijd met Claude coquetteerde.
{Wordt vervolgd.)
//Gij zult toch onze wandeling van gisteren en de schoonheden
van deze landstreek, die ik u heb getoond, niet vergeten?" zeide
hij glimlachende.
Een pijnlijke blos bedekte hare wangen en hare hand beefde,
toen zij haar in die van Claude legde.
//Welken boodschap moet ik aan uw broeder overbrengen?"
vroeg hij.
Hare gelaatskleur verdonkerde; tranen stonden haar in de oogen
en met bevende stem fluisterde zij
//Zeg hem, als 't u blieft, dat ik zeer goed ben, dat.... dat ik
spoedig zal schrijven."
Plotseling bleef zij steken, zij durfde hare stem niet langer
vertrouwen en Claude, die wel inzag, hoe pijnlijk deze kwelling
haar was, zeide haar vaarwel, trachtte mevrouw Mortlake in een
goed humeur te brengen, door haar te vragen, of zij Bella van
hem wilde groeten, terwijl hij zeide, hoe aardig hij haar had ge
vonden en verliet toen het huis, wrevelig en ongeduldig.
Espérance was diep ongelukkig. Claude had nauwelijks op een
meer ongeschikten tijd zijn bezoek kunnen maken, want hij had
goed gezien, hij was namelijk gedurende een twistgesprek binnen
gekomen, als men het tenminste een t wistgesprek wil noemen, wan
neer twee zich tegen een verbonden hebben en niet naar recht en
rede willen luisteren. De oorzaak van dat alles was eene onschul-