NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Donderdag 20 Februari 181)0, No* 203-% Hst m BEN VREEMDE. 7e Jaargang. ABQMIMEI'TSFUIJS: Voor Haarlem per 3 maanden ƒ1.20. Franco door het geheele Mijkj per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers-0-03. Dit blad verschynt dagelyks, behalve op Zen- en Feestd Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. VèBefooiBABaraBaev 1SS. ADTBRTEÏTTIÉÏ: van 1—5 regele 50 Cents; iedere regel meer 10 cents Groote letters nani plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Aboa nemen ten en Ad verton tiria worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en couraniierfs. Directeiarea-Uitgoveris J. O. FEEREEOOM en J. B. AVIS. 'Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale dt Ftihliciie Mrangère G. L. IA (JBM Co., JOHN F. JONESSneeFarijs BVns Faubourg Montmwtre* 's Sonings Verjaardag, Wanneer de 19e Februari in aantocht is, slaan de harten van ons, Nederlanders met feller slagen, want wij allen weten, dat deze dag een gewichtige dag is voor ons bemind Vorstenhuis. En ook ditmaal is dezo dag weder een gelukkige voor ons gansche volk, want onze grijze Vorst viert zijn 73es ver jaardag in het genot van eene vrij goede gezondheid, na een tijd waarin men me nigmaal met vreeze vervuld was voor zijn dierbaar leven. Veel is er in dit jaar gebeurd dat ons stof geeft tot nadonken en voorzeker met dankbaarheid stemt. We mochten her denken het 40-jarig regeeringsjubileum van Z. M. Willem III, dat alom in den lande feestelijk werd gevierd en waarbij ieder mocht getuigen, dat dit tijdperk van zijne regeering voor Land en Volk gezegend wa3. Trouw aan Volk en instelliagea toonde hij de waardige afstammeling te zijn van zijne doorluchtige VadereD, die steeds één waren met de door hen zoo innig beminde onderdanen. En zoo nog zien wij onzen Koning aan 't hoofd der Natie, gelukkig door de trouwe liefde van eene gade, die niet alleen als zoodanig getoond heeft op de rechte plaats te zijn, maar ook de hooge waardigheid weet te handhaven, waarc door zij zich tot een door ons allen hoog geëerde en beminde figuur heeft gemaakt. Naast dit edele paar zien wij oas Prin sesje, van wie wy d© beste verwachtin gen mogen koesteren. Ook voor dit lief koningskind moet het eene innige vreugde zijn dat zij kaar koninklijken Vader na zooveel angst en zorgen voor zijn be houd, nog mag bezitten. Inderdaad, wanneer wy dit alles be denken en daarbij inzien dat Staat en Volk, zoo harmonisch tezaam gevlochten, in vrede en voorspoed voortgaan op den weg van ontwikkeling en welvaart dan mogen we herhalendat ook het vervlogen jaar voor Vorst en Volk een gelukkig tijdperk waszéé gelukkig als de omstandigheden en onvermijdelijke teleurstellingen konden toelaten. En daarom brengen wij met allen, die met ons instemmen, op dezen dag aan onzen Koning met warmen eerbied den feestgroet. uBlijf lang nog gespaard, o, beminde Vorst, voor de Uwen en voor Ons, wier welzijn U steeds aan 't harte lag; houd nog lang de herinnering aan 't doorluch tige Oranjehuis by Uw U liefhebbend Volk in stand!" In het jaar 1888 hebben wij door eenige hoofdartikelen in ons blad de wen- schelijkheid geuit, om de onderhande lingen met de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij over de afdoende verbetering van liet spoorwegstation alhier, en van de verkeerswegen met het Bolwerk en de aangrenzende straten, onderhandelingen die tengevolge van een misverstand waren afgesprongen, weder om op te vatten. Wij achtten het toen gewenscht, om door een adres aan den Gemeenteraad kracht aan ons vertoog- bij te zetten en het mocht ons gelukken dit adres te doen teekenen door een groot aantal van onze meest bekende ingezetenen. Wellicht niet alleen daardoor, maar naar wij meenen te mogen zeggen, toch voor een deel daardoor, is bij besluit van 10 October 1888 door den Baad eene Commissie benoemd, wier opdracht was om pogingen aan te wenden om de afgebroken onderhandelingen met den Raad van Administratie der Holl. IJze ren Spoorw.-Maats. weder aan te fenoo- pen en tot eeno goede oplossing te bren gen, met dien verstande dat de gelde lijke bijdrage welke bij eene uitvoe ring van het plan van den heer J. M. Telders ten laste der gemeente zouden komen, in overeenstemming zou zijn met hare financieele draagkracht. De Raad van Administratie verklaarde zich bereid tot het hervatten der onder handelingen. Het plan was gereed, de kwestie was slechts hoeveel de gemeente in het uit voeren daarvan zou bijdragen. Aanvankelijk achtte de Raads-Com- missie, bestaande uit de heeren jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré, jhr. J. W. M. van der Poll en dr. D. de Haan eene som van 150.000 gulden als bijdrage vaa de gemeente Haarlem in de kosten, vol doende. De Holl. Spoorw. Maats, eischte aanvankelijk een bedrag van ƒ390.000, (39 percent in de kosten, die totaal een milioen gulden bedragen) maar vermin derde dat op ƒ350.000. Daarop heeft de Raads Commissie een voorstel aan den Gemeenteraad gedaan, dat wij hieronder in hoofdtrekken laten volgen. Met overlegging van de zake betreffende stukken, voegt de Raads commissie hier nog bij Wij achten het overbodig tot aanbeveling van ons ontwerp nog veel aan te voeren. Dat hei plan van den heer Telders niet voor vereenvoudiging vatbaar is, wordt thans ook door de Maatschappij erkendnadat zij daaromtrent een langdurig onderzoek had ingesteld. Dat het plan en voor de gemeente en voor de Maatschappij groote voordeelen aanbiedtis door allen erkend. Het is ongeticijfeld de beste en meest afdoende oplossing der bestaande, dagelijks in beteekenis toenemende bezwaren Dat de uitvoering van dit zoo uitste kende plan zonder financieele opofferingen niet te verkrijgen is, hebben de nu sedert 6 jaren gevoerde onderhandelingen in het helderste licht gestéld Dat de financieele offersdie wij u thans voorstéllen aan deze zaak te brengen, in juiste verhouding staan tot de draagkracht der gemeente zal uwe Raad na onderzoek van het door ons ontworpen voorstel, ons naar te ij ons vleientoestemmen. De commissie stélt daarna aan den Raad voorte nemen het navolgende be sluit De Raad der gemeente Haarlem, Gezien het plan tot verhoogiug der baan van de Hollandsche IJzeren Spoor weg-Maatschappij te Haarlem, met inbe grip der brug over het Spaanse en tot aaoleg van eene ten noorden dier baan aan te leggen, door den Kloppersingel in het Spaarno mondende spoorweghaven, zooals een en ander ten verzoeke der in de vergadering van 12 December 1883 benoemde speciale raadscommissie door den hoogleeraar en ingenieur J. M. Tel ders werd ontworpen en in hoofdzaak goedgekeurd door den Raad van Admi nistratie der Hollandsche IJzeren Spoor weg-Maatschappij, alles volgens het hier aan gehechte plan Overwegende, dat bij de uitvoering van dit plan de belangen der gemeente zullen gebaat worden; Gelet op het voorstel der speciale raadscommissie voor het haarlemsche spoorwegplan, benoemd in de vergade ring van 10 October 1888; Besluit A. In de kosten noodig tot verwezen lijking van gezegd ontwerp van den hoog leeraar en ingenieur J. M. Telders, draagt de gemeente Haarlem bij eene som van tweemaal honderd-vijf tig duizend gulden (ƒ250,000.te betalen in drie termij nen en wel een, groot ƒ50,000.eene maand na den aanvang der werkzaam heden, een van ƒ100,000.een jaar later en een van ƒ100,000,eene maand nadat alle in dit besluit nader te noemen werken voltooid en in gebruik genomen zijn; en dit onder de navolgende voor-i waarden I. De Hollandsche IJzeren Spoorweg- Maatschappij belast zich met de uitvoe ring van alle in het meergemeld ontwerp aangeduide werkenzij verhoogt a. de brug over het Spaarne in dier voege, dat by een waterstand van 0.6 M. A.P. onder do draaibrug over de geheele breedte in de beide openingen bij gesloten brug, eene vrije doorvaart- ruimte wordt verkregen, hoog minstens 3.07 M. en bij de vaste overspanningen eeno vrije doorvaartruimte van minstens 4.02 M.; bde baan tusschen de fabrieksgebouwen der Maatschappij en den overzoeg aan den Zijlweg in dier vcege, dat ter plaatse waar de spoorbaan den Jans- en den Kruisweg snijdt, de bovenkant der spoor staaf op minstens 4.4 M. boven A.P. komt te liggen. II. De Hollandsche IJzeren Spoorweg- Maatschappij maakt tot behoud der ver keerswegen in de stad a. in hare verhoogde baan ten oosten van de Spaarnebrug een doorgang, waarvan de minimum-afmetingen zijn: breedte 5 Meter, waarvan 3 Meter voor rij zo eg en ter weerszijde één Meter voor vrije hoogte boven den rijweg 3.30 M.; vrije hoogte boven het voetpad 3 M. Het peil van den rijweg mag niet lager zijn dan 0.10 M. onder A.P.. de bovenkant van den fundeeringsvloer niet hooger dan 1 M. onder A.P. b. in hare verhoogde baan een door gang ter plaatse waar die baan den Jans- weg en een doorgang ter plaatse, waar die baan den Kruisweg snijdt; de assen dezer doorgangen liggen in de assen der doorsneden wegen ieder dier doorgangen heeft over zijne geheele lengte een minimumbreedte van 10 meterwaai van minstens 5.50 M, tot rij weg en ter weerszijde daarvan minstens 1.95 M. tot voetpad zoordt ingericht de vloer van den rijweg mag in de doorgangen op geen enkel punt beneden A.P. liggen; de vloer der voetpaden op geen enkel punt beneden 1 M. boven A.P. de voetpaden worden ten genoege van B. en W., door eene balustrade van den rij wég af- de hoogte der doorgangen moet zoodanig zijn, dat een voertuig, geladen tot eene hoogte van 3.70 M., zich daarin onbelem merd kan bewegen c. overwegen: lo. ter plaatse waar de spoorbaan den Spaarnwouderweg snijdt de hoogte van dien overweg mag niet meer dan 1 M. boven A.P. bedragen 2o. ter plaatse waar de spoorbaan de Friesche Varkenmarkt snijdt; ^SOSSS^SSaamSSSSSOiSeiSSS^SSa^SS, 3o. ter plaatse, waar de baan den weg snijdt, die van het Kenaupark naar het Staten-Bolwerk leidt, te welker plaatse de hoogte van den overweg niet meer dan 3.98 M. boven A.P. mag bedragen 4o. ter plaatse, waar de baan den Kin derhuissingel snijdt, alwaar de hoogte van den overweg niet meer dan 3.90 M. boven A.P. mag bedragen. Al deze overwegen worden aangelegd op de breedte der aansluitende wegen en overeenkomstig de aanwijzingen van B. en W. zóódanig ingericht, dat voetgan gers en rijtuigen zich daarover gemak kelijk kunnen bewegen. III. De Hollandsche IJzeren Spoor weg-Maatschappij maakt volgens plan nen, goed te keuren door B. en W., al de werkendie noodig zullen blijken voor het gebruik der boven onder II omschreven doorgangen en «verwegen. Wordt de doorgang ten oosten van het Spaarne gemaakt niet in de as van den Harmenjansweg, dan maakt zij ter weêrszijde van de verhoogde spoorbaan parallelwegen, die den afgesneden weg in verbinding brengen met den door gang die parallelwegen hebben dezelfde breedte als de Harmenjansweg en wor den op dezelfde wijze bard gemaakt en bestraat als de Harmenjansweg. De weg, die thans van de meest oostelijke brug over de Papentorenvest over de spoorbaan naar het terrein der gemeente-reiniging leidt, wordt door een parallelweg in verbinding gebracht met den Harmenjansweg. IY. Het onderhoud der doorgangen, met uitzondering alleen der bestratings- en verlichtingswerkenis bij de Hol landsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij deze maakt, onderhoudt en bedient ten haren koste ook alle werken en werk tuigen, die noodig zullen blijken om die doorgangen droog te houden. Bij het onderhoud der doorgangen, gedraagt de Maatschappij zich naar de aanwijzingen van B. en W. van Haarlem. Het onderhoud van alle overwegen met bijbehoorende opritten en bestratings- werken, blijft ten laste der Maatschappij op denzelfden voet als bij vorige over eenkomsten is bepaald. Blijft de Maatschappij na gedane som matie meer dan acht dagon in gebreke, om te voorzien ia het door B. en W. noodig geachte onderhoud, dan zijn B. en W. bevoegd daarin ten koste der Maatschappij te voorzien. Y. De doorgangen onder de spoorbaan worden door de Maatschappij zóódanig aangelegd, dat er voldoende toevoer van licht en versche Izicht plaats vindt. De verlichting der doorgangen bij avond en bij nacht geschiedt door en ten koste der gemeente. De verlichting der overwegen geschiedt voor het gedeelte van den overweg, dat FEUILLETON. Naar het engelsch VAN EDNA LYALL. 30) HOOFDSTUK XV. Espérance was zoo volkomen onschuldig, dat zij het eerste oogenblik ta verbaasd en ontroerd was, om op die beschuldiging te antwoorden. Zy was nog onervaren en wist weinig van de fransche of engelsehe étiquette, daar haar vader haar nooit de wetten, die daarop bestonden had geleerd en alles aan haar eigen karakter en denkwyze had overgelaten. Terwijl zij nog steeds het stilzwijgen bewaarde, zeide Cornelia op koelen, sarcastischen toon. wLet er maar niet op, Christabel, gij kent het spreekwoord: Fransche vrouwen kunnen wel netten vlechten, maar geen kooien maken." Toen verloor Espérance alle zelf beheersching en met vlammende oogen wendde zij zich tot hare nichten. „Gij moogt van de fransche vrouwen zeggen, wat gij wilt, maar ik kan u wel zeggen, dat geen harer, die gij zoozeer ver acht, ooit zooiets zou kunnen zeggeD, wat gij zooeven hebt ge zegd zij zijn niet zoo hardvochtig en ruw in haar spreken. En wat gij vertelt is valsch onwaar onrechtvaardig. Zulk eeno gedachte zou nooit bij mij zijn opgekomen, wanneer gij er niet op hadt gezinspeeld neen nooit! Cornelia, die reeds berouw gevoelde over hare harde woorden, trachtte haar tot kalmte te brengen en hield een langdurig betoog over de dwaasheid der mensehen, dat zij hun geduld zoo dikwijls verloren, maar Espérance luisterde nauwelijks naar haar, hare toorn stierf langzamerhand weg, maar toch gevoelde zy zich nog diep gegriefd door die lasterlijke aantijgingen. Terwijl Cornelia nog bezig was met hare toespraak, werd Claude aangediend en men kan zich wel voorstellen, dat Espérance zeer verlegen en in de war was voor de eerste maal van haar leven. Schaamte, verdriet en een onuitsprekelijk verlangen naar Gaspard vervulden haar hart, terwijl de vriendelijkheid van Claude en de gedachte aan zijn bezoek aan haar broeder hare zelf beheersching te zeer schokten. Toen hij de deur achter zich had gesloten, gaf zij hare tranen den vrijen loop en zij gevoelde zich te diep on gelukkig om nog eenige aandacht te wijden aan de lange toe spraak van Cornelia over den plicht der zelfbeheersehiDg. Wellicht berouwde het mevrouw Mortlake, dat zij zulk een storm had verwekt, maar zij was te zeer verblind door haar eigen waan, dat zij niet begreep, welk leed zij Espérance veroorzaakt had. Zij wilde bij iedereen voor zeer deugdzaam doorgaan en dien tengevolge vond zij het hoogst onaangenaam, dat zij eene over dreven, zoo niet geheel valsche beschuldiging tegen iemand had ingebracht, maar in plaats van ongelijk te bekennen, deed zij geen stap achteruit en ofschoon haar geweten haar zeide, dat zij Es- péranee zooveel mogelijk tot bedaren moe3t brengen, wilde zij hare woorden niet terugnemen. De breuk tusschen de nichten werd dientengevolge grooter en dat had voor Espérance noodlottige gevolgen. Zij was* er meer op uit, om in allen, die haar omringden, gebreken te ontdekken, die trek van hopelooze smart lag nu voortdurend op haar gelaat hare manieren verloren veel van hare ongedwongenheid en be valligheid en het ergste van alles was, dat de veelvuldige scherpe verwijten van mevrouw Mortlake haar achterdochtig maakten. Zy deed volstrekt geen poging meer om de liefde van hare nichten te winnen en dientengevolge vielen harer gebreken haar meer in het oog, terwijl zy daarop vroeger bijna geen acht had geslagen. Toen de liefde, die vroeger altijd haar steun en kracht was ge weest, haar begon te verlaten, kwam de zelfzucht daarvoor in de plaats; deze voerde tegelijkertijd valsche trots, ontevredenheid, argwaan en eene ziekelijke ongevoeligheid met zich mede en wat vroeger een heldhaftig geduld bij haar was, was nu in een doffe onverschilligheid veranderd. Het eenige, wat haar nog van een volkomen ondergang redde, was hare briefwisseling met Gaspardzijne brieven getuigden van onveranderde liefde en trouw ofschoon hare antwoorden hem zeer teleurstelden en dan de herinnering aan haar vader. Des alniettemm zonk zy zeer diep, hoewel deze twee bovengenoemde zaken beletten, dat haar hart geheel met een ijskorst word omringd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1