Schouwburg, Haarlem.
„Hst Nederlandsche ToGiieelverbond".
Nederl. Vereeniging tegen de
Prostitutie,
Esns enkels opvoering van:
Een nieuwe Meid.
Juffrouw Leeufjaiter, DE VRIES.
Stationsplein 2.
HAARLEM TE HUUR.
m
TE HUUR,
Terstond te Huur:
ATTENTIE!
Utrechtsche Zandkoekjes,
60 cent de 5 ons.
GEVRAAGD,
ter eere van 'o Koniogs verjaardag uit
te noodigen.
Hoogachtend,
EEN INDISCH OFFICIER.
Haarlem22 Februari 1890.
TENTOONSTELLING van Post-
duiven-pagadetten, op Zondag
23 Februari 1890, van 's mor
gens 10 tot 's namiddags 5 uur; in
de G r o o t e Zaal der Sociëteit
sDe Kroom. Leden der Sociëteit en
Ned Postduivenbond hebben vrijen
toegang met één Dame. Niet-leden
25 Cents entrée.
MAATSCHAPPIJ
Directie:
Mevrouw A. G. BLEEKER.
Groo t
VAN DE
Afdeeling „HAARLEM'!
DER
op Maandag 24 Februari,
des avonds 8 uur
in de Bovenzaal van de Sociëteit
,.VEUE ENIGING".
Sprekers:
Mevr. Douair K L E R C K,
van s-Gravenhage.
dp ttppppm
J. KLEIN, D. DE CLERCQ,.
W. L. SCHRAM e. a.
Deze bijeenkomst is belegd om
handteekeningen te verzamelen op
het adres van den Vrouwenbond
aan de Tweede Kamer der Staten
Generaal.
De Vrouwen van Haarlem wor
den in 't bizonder uitgenoodigd te
genwoordig te zijn.
Toegang voor niet-leden 10 Cent,
tujijpjnuuu AUUUUUtlUUlUluluug,
op Zondag 23 Februari.
met medewerking van de Dames
DE VRIES en MARIE BOUW
MEESTER en de Heeren JULIANO
JANZEN en C PLAS.
Op het Atelier van H. A. VAN
OLPHEN CoSteen- en Boek
drukkers, kan een
geplaatst worden. Alléén zij komen
in aanmerking-, die bewijzen kun
nen toonen, de een of andere inrich
ting voor teekenonderwijs met suc
ces te hebben bezocht.
Melo-drama in 5 tafereelen,
naar den beroemden Roman van
PONSON DU TERRAIL.
Voorafgegaan door
Klucht met Zang in één bedrijf,
door Maurits Wagenvoort.
Aanvang 7'/i uur.
Balcon /I,—le Loge /0,75;
Parterre ƒ0,50; 2e Loge f 0,35;
Gaanderij ƒ0,25.
Plaatsbespreking: Zaterdag
Zondag.
De Kegelbaan is nog één
avond disponibel.
TE HAARLEM.
Ondergeteekende bericht, dat den
eersten April, bij het begin van
den nieuwen Cursus, weder kwee-
Kelingen kunnen geplaatst worden.
Zij, die aan het toelatingsexamen
wenschen deel te nemen, moeten
vóór dien datum den leeftijd van
14 jaar bereikt hebben en knnnen
zich tot den lOen Maart aanmel
den bij den Directeur
J. DE KOCK.
Haarlem. 22 Febr. '90.
Tegen 1 Mei a s. een modern
Heerenliuis, met 6 K. en Tuin,
f 550,b h. Station gelegen. Mede
een dito Burgerh. met 5 IC. en
Tuintje, ƒ300,—. Te bevr. b d. Ar
chitect D. STORM, Haarlem.
In een drukke Galanteriezaak
te Haarlem, wordt een
ter Opleiding gevraagd.
Franco brieven onder Letter N.,
aan bet Bureau van dit Blad.
ilIS
Op V r ij d a g den zevenden
Maart 1890, des namiddags te
drie uren, zal door de Architecten
A. J. A. G. VAN DER STEUR, te
Haarlem, namens hunne lastgevers,
in het lokaal Weten en Werken
bij enkele inschrijving worden aan
besteed
liet maken van een enkel
en een blok van twee Woon
huizen, op terreinenge-
legen ten zuiden van den
Zijlwegaldaar
Het bestek met de teekening
van Vrijdag den 28sten Februari
ter inzage liggen in bet lokaal van
aanbesteding; de aanwijzing zal
plaats hebben op Maandag den der
den Maart, des morgens te 11 Va nre.
Gedrukte exemplaren van het bestek
zijn op franco aanvrage ad ƒ0,50
tb verkrijgen hij de Architecten
voornoemd, Wilhelminastraat 48.
vankelijk net over dacht als ik, heeft
zich, en dat is nu verdrietig ge
noeg in 't hoofd gezet, dat Gijske
wel beter portuur kan krijgen dan
een schipper, die hard moet werken om
den mond open te houden. Ze heeft,
zegt hij.... Maar, vrouwlief!....
Neen Van Doorn! 'k heb nog niet
uitgepraat, en de Heeren moeten er nu
maar alles van weten.... Ze heeft, zegt
hij, eerder een bakkesje voor een heer
schap dan voor een werkman, en daar
om is hij nu tegen het huwelijk van
Gij8ke met Jan. Ziet ge, heeren! dat
is nu de zaak. Maar vrouw van
Doorn," dus merkte de burgemeester
op, /yik meen daareven van u gehoord te
hebben, dat de jongelui werkelijk reeds
met elkander verloofd waren"
„Ja, mijnheer dat is ook zóó, en V an
Doorn had er aanvankelijk ook niets
op tegen
„Daar z t 'm juist de knoop, Heeren,"
dus liet Jan, die tot dusver het zwijgen
had bewaard, nu hooren, //daar zit 'i
juist de knoop, en daarom geef ik G ij s k
niet op.... Messter Van Doorn heeft
z\jn woord eenmaal gegeven en dat be
hoort hij, als eerlijk man, te houden,
dunkt me en nu kunnen de feeeren
zeker wel begrijpen, hoe en waarom ik,
die anders ook veel van een vroolijke.n
avond houd, te moede was, toen Gijs-
ke's vader mij daar straks te verstaan
gaf, dat hij niet van meening was zijne
toestemming te geven tot ons huwelijk."
't Spijt me, Jan," hernam de burge
meester, «dat ge deze voor u zoo onaan
gename ervaring juist heden moest op
doen; maar toch geloof ik nog niet, dat
de zaak zoo heel veel te beteekenen
heeft: Gijske is u immers genegen, en
moeder de vrouw steunt u beiden; kom,
kom, G ij s k e8 vader zal als moeder
het zóó wil wel bijdraaien, nietwaar,
Van Doorn? Ik, althans," dus ver
volgde onze burgervader, zich tot den
hospes keerende, die zich, naar 't
scheen, niet al te wel op zijn gemak ge
voelde, doch uit eerbied voor de Heeren
tot nog toe had gezwegen," ik, al
thans, en ik ben er zeker van, dat
elk rechtschapen man er cvenzoo over
denkt, ik geloof, dat ieder in de
stad, die zulk eene lieve dochter heeft
te vrijen, als gij in uwe Gijske bezit,
zich vereerd en gelukkig zou achten,
wanneer zij, in haren stand, zulk een
flinke borst tot man kreeg, als Jan
Van O pijnen getoond heeft te zijn;
maar, bevendien, Van Doorn! ge hebt
uw woord eenmaal gegeven, en dat be
hoort ge te houden, zoo ge tenminste
prijs stelt op onze achting en op ens
vertrouwen: een man, een man: eea
woord, een woord, een woord, nietwaar?
Of hebt ge wellicht grondige, afdoende
reden voor uwe houding in dit geval?"
//Wat zal ik u zeggen, burgemeester
dus antwoordde Van Doorn, „ik heb
op Jan's persoon niets tegen, maar wel
op zijne broodwinning. Er valt in deze
zware tijden zoo luttel te verdienen en
ik wil toch, dat G ij s k e, als ze tot een
trouwdag komt, het even goed houde,
als ze 't nu heeft; ziet ge, burgemees
ter! dat is bet, wat me...."
//Bekommer u niet al te zeer over de
toekomst uwer dochter, en met dien van
uwen aanstaanden schoenzooB, Van
Doorn!" dus liet de heer Van Haef-
ten
zijn
IWP" T,
tegen 1 Mei a.s. een zeer net en
goed onderhoud en Heerenhuis met
Tuin, bevattende 6 Kamers, Bad
kamer, waarvan beneden Suite en
verder van alle gemakken voorzien,
staande op de Ged Oude Gracht 62,
te Haarlem Huurprijs 600 's j aars.
Adres: Groot Heiligland 33.
De Commissieuit de
Kunstlievende Leden der
Koninklijke Mannen-Zangvereeni-
ging tZanq en Vriendschapdie
hebben bijgedragen tot versiering
der Concertzaal op 20 Februari, be
richt, dat de rekening en ver
antwoording van het door liaar
gehouden beheer voor ieder ter visie
is gelegd aan het Kantoor van haren
Penningmeester: Boekdrukkerij
Spaarne 3.
Namens het Comité
J. H. WARNIER,
Penningmeester.
Een net vrij Huis, a/d. Bake-
nessergracht, 4 Kamers, Keuken,
Kelder, Regen- en Welwater en alle
gemakken voorzien, f 4 p. week.
BevragenSmedestraat 26rood.
J. F. LINDEMAN, Nieuwe
Groenmarkt 17, heeft van af heden
dagelijks versch voorhanden diverse
gebakjes h 2 cent per stuk.
zich hooren, „'t is zóó, de tijden
niet best, doch zoo Jan wil, kan
hij, van stondenaan, als vrij en eigen
schipper, in mijn dienst komen; ik heb,
den regel, steeds vracht genoeg en
sta u en hem er gaarne voor Id, dat
hij, zij het 's voorhands al op geen
uime, dan toch in elk geval op billijke
verdiensten staat kan maken; ge kent
me, niet waar, en weet dus ook, wat
ge aan mij hebt."
//Als dat het geval is, Heer Van
Iiaeften, dan kan ik mij niet langer
tegen het huwelijk van Gijske met
Jan verzetten. Ik maakte me misschien
wel wat al te bezorgd over hunne voor
uitzichten en ge wees het evenzeer
als ik, Heerde jongelui zijn wel eens
wat al te voortvarend en al te onbe
zorgd.... doch nu de heeren zóó praten
en de heele wereld, om zoo te zeggen,
wil, dat ze met elkander trouwen, wel
nu nu moet i k immers ook wel
willen
„Braaf zoo, Van Doorn!" sprak de
burgemeester.
„Recht zoo, Van Doorn!" voegde
de heer Van Haeften er aan toe,
„zoo mag ik 't hooren. Ge zijt een voor
zichtig en zorgzaam vader, en dat is te
prijzen.... De zaak is dus in orde, niet
waar?...."
„Daar is mijne hand, heerenen dat
zij u genoeg."
„Flink zoo, Van Doorndus onder
brak de burgemeester onzen nu geheel
verwonnen hospes, „flink zoo! Nu,
vrouw Van Doorn! me dunkt, dat we
tevreden mogen zijn'k verheug me in
dien ommekeer van je man" en zich
tot Jan en Gijske keerende, voegde
hij er aan toe:
„'k Deel hartelijk in uw beider geluk,
jongelui! Komt, nu alle zwarigheden op
zij gezet en mede naar onze vrienden,
die, ik hoor 't aan 't rumoer, dat ze
maken, hun geduld schier hebben ver
loren. En gij Gijske! en gij vrouw
Van Doorn! ook gij gaat medewe
kunnen u thans niet missen!"
Wel maakten moeder en dochter aan
vankelijk eenig bezwaar, doch ze ver
mochten niet den vriendelijken drang,
zoowel van den burgemeester als van
Van Haeften en Deenik, te weer
staan en.... gaven toe.
„Kom, Jandus sprak laatstgenoemde
tot dezen „ge blijft daar zoo bedaard
zitten, ge moet ook mee, hoor; en ge
zult uw hopman toch niet in den steek
laten, is 't wel?"
„Als 't dan toch moet, hopman Dee
nik!" antwoordde de aangesprokene,
dan moet het maar, 'k zou echter liever....
„Opper nu in 's Hemels naam, geen be
zwaren meer, mijn vrienddus liet V a n
Haeften zich hooren, „Deenik heeft
gelijk: ge hebt hem en mij trouw bij
gestaan in het nemen der veste; toon
u ook thans niet minder manlijk, waar
het aankomt op de bestorming van heel
het hart van uwen aanstaanden schoon
vader; heel Bommel moet van avond
weten, dat Gijske Van Doorn eer
lang haar naam verwisselen zal met die
van O pijn en."
„Vooruit dan maar," zei Jan, „'t is
alles voor Gelder en voor de geldersche
deernen
Men begaf zich naar de gel.igkamer.
De burgemeester, met Van Haef-
voor eene Dame (Weduwe) met
kinderen, waaronder slechts één jong
kind, eene geschikte Boven- of
Benedenwoning of klein Huis,
in Haarlem of even huiten de stad,
de huurprijs van 200, 250 h
f 300 niet te boven gaande. Brieven
onder lett N., bur. Ilaarl. Dagblad.
ten en Deenik voorop, opende den
stoet, gevolgd door Van Doorn en zijn
vrouwterwijl de trein door J a n en
Gijske, welke laatste vooral zich niet
op haar gemak gevoelde en dank zij
hare maagdelijke schuchterheid, welke
haar zoo goed stond, zich wel
honderd uren van daar wenschte. Hare
verlegenheid duurde evenwel niet lang,
want toen zij met haren verloofde in
de deur der gelagkamer verscheen,
barstte het met moeite bedwongen ge
voel, dat men vooral uit eerbied voor
het hoofd van don magistraat, tot
dusver had onderdrukt, in een oorver-
doovend gejubel los. En dat gaf haar
ten minste eenige kalmte.
„Leve Jan! Leve Gijske, zijn lief!"
dus klonk het uit aller mond, en inden
boezem van menige bommelsche schoone
werd in stilte de wensch gefluisterd:
„Och, kwam mij ook zoo'n jonkman vragen;
Ik zei wis ja!"....
Had de burgemeester, als hoofd van
de Magistratuur, tot Van Haeften en
Deenik openlijk een woord van dank
en hulde gericht, het teekende gewis de
h.uscheid van het menschkundig hoofd
van Bommels burgerij, dat hij thans
namens en ten aanhoore van de talrijke
schaar, ook het woord richtte tot den
eenvoudigen doch niettemin heldhaftigen
schipper, tot Jan Van O pijn en, alias
IJzeren Jan.
„De heer Van Haeften en hopman
Deenik" dus begon hij, hebben ons
daar straks reeds zóóveel kloeks van u
verteld en met zóó hooge ingenomenheid
ovpr u gesproken, dat het mij eene
dringende, ja, eene onweerstaanbare be
hoefte geworden is, ook u de hand te
drukken en ook u te danken voor het
geen ge ten onzen behoeve en voor de
onzen hebt durven bestaan. Uw held
haftig gedrag bij de Waterpoort, maar
bovenal uw manmoedig en kloek optreden
aan de Bosscherpoort dwingt bewonde
ring af en geeft ons dubbel stof tot
danken; want wie weet, hoeveel men-
schenleven8 we thans wellicht zouden te
betreuren hebben, zoo gij niet ter rech-
tertijd tusschenbeide waart gekomen.
Immers, door nw stouten aanval op den
Bourgondiër, in de Bosscherpoort, die
dreigde den brand in het buskruit te
zullen steken, hebt gij van ons en de
onzen een ramp afgewend, misschien te
groot en te vreeselijk, dan dat we tranen
genoeg zouden gehad hebben om ze te
beschreien. En nu? in plaats van
tranen, blijmoedige en dankbare harten!
Naast God, danken we u het leven en
het behoud van velendaarvoor vooral
onze hartgrondige dank! We wenschen
u geluk met- dea uitslag uwer pogingen
om on3 geliefd Bommel te helpen ver
lossen uit de klauwen van zijne onder
drukkers. Ge hebt ons, ge hebt heel
Gelder ten hoogste aan u verplicht!
Hoezee dus voor Jan V$n O pijn en!,...
Hoezee voor Gelder!.... Hoezee voor
Bommel!.... Leve Jan....!"
En als óén man, stemde de gan9che
schare in met 's burgemeesters laatste
woorden.
De burgemeester wenkte....
«'k HeB," dus sprak bij, „'k heb u
nog niet alles gezegd. Wat ge weten
moet, mijne vriendennog een oogen-
blik kalmte dus.... „Weet dan", zoo ver
in .erscli. smaken ik
i© C*S ]-ak.
Vastfie3e:-*iBJ8cer (in de plaats Fan stokjes
VanilJe te gebruiken) per pakje.
Verkrijgt), in de voorn Kruiden, en Comest.
winke's.
volgde hij, „dat onze Jan, onze Jan
Van O pijn en, die Bommel hielp ver
rassen en die, gelijk ik daarover mocht
vernemen, reeds sinds lang een oogje
heeft laten vallen op ons Gijske Van
Doorn, op dezen, voor ons allen zoo
heugelijken dag, het niet maar bij ééne
enkele overwinning heeft gelatenhij
heeft met Bommel ook deze lieve bom
melsche gewonnenHeden vieren we
dus bij ons verlossingsfeest ook zijn ver
lovingsfeest om weldra, op zijn huwe
lijksdag, wederom getuigen te zijn van
zijn en van Gijskes geluk.
Laat ons dus klinken en drinken op
het joDge paar! Ik stel er eene eere in,
U daarbij voor te mogen gaan; doch
eerst nog een enkel woord tot u, vader
en moeder Van Doorn!
We wenschen u beiden hartelijk geluk,
zoowel met de verloving als met het
aanslaand huwelijk van uwe lieve G ij s k e
met den wakkeren JanVanOpijnenl
Zij die vereeniging, wat gij ze wenscht,
zoo voor u zeiven als voor uwe kinde
ren: eene bron van waar levensgeluk
voor u allen
Dus eindigde het hoofd van Bommel's
achtbare vroedschap, en nog ruisehte de
nagalm zijner laatste woorden door het
vertrek, toen de menigte in een luid
„hoezee! voor Gijske en Jan! hoezee!
voor vader en moeder Van Doornlos
barstte. Men verdrong elkander om toch
ook een hand te reiken aan, en een
handdruk te ontvangen van denkrachti"
gebouwden en flinken, maar toch zoo
beseheiden jonkman, aan wien Bommel
zooveel had te dankenom hem en zijn
Gijske, benevens heure ouder3 geluk
te wenschen met de verloving hunner
dochter. Gevoelig voor zoovele blijken
ivan ingenomenheid en waardeering, ge
voelde vader Van Doorn zich verplicht
daarvoor dank te zeggen, en de goede
man overtrof schier zichzelven, toen hij
de aanwezigen aldus toesprak: „Acht
bare Heer burgemeester! hooggeachte
Heeren Van Haeftenen Deenik!
en de andere Heeren van de stad, en gij
allen, goede vrienden! Het voegt ons, u
allen to danken voor de bewijzen van
belangstelling en toegenegenheid, die wij
dezen avond van u mochten ontvangen;
ik dank u allen voor ons allen: voor
Gijske en voor Jan, voor mijne vrouw
en voor mijzelven. Nog eens, ont
vangt allen onzen welgemeenden, ODzen
bartel ij ken dank!"
„Voor Van Doorn en voor zijne
vrouwLeve Jan VanOpijnen! Leve
Gijske!" zoo klonk het van alle kanten
en in het hart van menig bommelsch
blommeke kon de wensch niet worden
onderdrukt: „Och, 'k wou, dat ik ook
zoo'n vrijer had!,..."
Langzamerhand verlieten Bommels
burgeren „De Kroon", waar ze, na dien
veelbewogen dag zulk een genoeglijken,
zulk een opgewekten avond hadden
doorgebracht.
Ook de burgemeester en andere ma
gistraatspersonen en notabelen waren
vertrokken, gevolgd door Van Haef
ten en Deenik, die, alvorens zich ter
ruste te begeven, nog een bezoek brachten
aan de verschillende uitgezette wacht
posten. Ze vonden alles in de beste
ordo en vernamen tot hunne levendige
blijdschap, dat de Bourgondiër, die
door IJzeren Jan verhinderd was
geworden den brand in het buskruit
te steken, daar dezen wel zwaar maar
niet doodelijk gewond was geworden;
men hoopte althans hem in 't leven te
zullen behouden.
Ik ben vooral blij om Jan," zei
Deenik, want....
Ik begrijp u, Deenik", antwoordde
Van Haeften, „het zal hem zeker
groot genoegen doeD, als hij hoort, dat
de man er van opkomt
„Waakt voor de veiligheid der veste,
mannen!" dus sprak Van Haeften
tot zijne trouwe wachters," morgen is
het uwe beurt om ru*t te nemen en vrij
en frank belle chire te maken!"
En zoo liep alles gelukkig en rustig af.
Bommel was gewonnen
„En nu het einde," vraagt ge?
„Jan en Gijske, meent ge?....
Welnu, ze kregen malkaar!....
Ziedaar, liove lezeresziedaar, ge
achte lezer! u een historisch feit mede
gedeeld, dat ik in een gewaad kleedde,
mogelijk meer overeenkomstig met uwen
litterariscfeen smaak, dan dat, waarin
Gelder's verdienstelijke historieschrijver,
Arend Van Slichtenhorst, het mij
in 17de eeuwsch toilet te genieten gaf.
Oordeel zelf. Aldus verbaalt hij:
„Bommel is onder 't beleyd van D i d e-
rick, die staetige landerijen endoheer-
leijkheeden in de Boemeler-en Thieler-
weerden besat, den Burgendissen op dese
wijse af-handigh gbemaecht, Dees had
een veerschip met rijsen alsoo bevracht,
dat er een deel mannen van wtschot in
't ruym laghen verberghon, dewelcke
wanneer vroegh in den morghenstont
aon de water poort waren gelant, is hij
zelve wt-ghetreeden, in een koopman
vermomt sijnde. Wanneer de poort-
waerder bestont te vraeghea wat sijne
ladingbe was, riep hij luyder-keels
Rijsenwelck woord in on se taele een
tweevQudighe beduydenis heeft, te weeten
van eeu bundel bouts, ende eock van
opstaen. Het volok op deese loose uyt
het schip springhende, heeft den poor
tier dael (ter aarde) geworpen, de sleu
telen uyt de vuyst ghebroockea, ende
aldus onversiens in de stadt ghedron-
ghen, De burgheren dit vernemende,
waeren van vreughde niet bij feaer-sel-
ven, ende schreeuwden wt (uit) eenen
mond: Gelre, Gelre. De besettinghe op
het slot (het Huis van Maarte* van
Rossem) was, in stede van de stadt
te bewaecken, ter quader ure elders op
wt-gheloopen. Hierover is de brugghe
van 't slot, die buy ten de stadt wt-quam,
van de Geldersse door hanfc-leeninghe
van de burgherije met een vaert (zoo
spoedig mogelijk) in tweën gfeebrocken;
't welck de overige Bourgondisae, siende,
wt baDgigheyt den Burght op gaven. (J)
„Wanneer een swart gheswerm
Van Westersche gedrochten
Met swaerfc, en strop, ea vijer
Vervolghde 't vrije volck,
Doen hel? ick niet gbeswicht,
Alle'én voor all' ghevochten,
En ©p mijn borst ghestuyt,
Die donderende wolek."
Haarlem13 Febr. 1890.
Van SlichtenhorstGeldersche
schiedenissenXI. Soek. hl. 330.
Ge-