Letteren en Kunst.
I wijze herdacht. Jhr. Van der Hoeven,
J onze gezant, presideerde en bracht, na
In verband met ons bericht, dat de eeQ dronk ©p den dnitschen keizer,
Vereeniging //Het Ned. Tooneel" aaa al cea hartelijken toast uit op koning
haar artisten, die door den brand schade j ^yj]jem III. Een portret van den Ko-
leden, een maand gage als voorschot had J niDg y/erd aan de vereeniging door een
aangeboden, waardoor de pogingen, door i ie(jen geschonken, waarna de heer
Schorer, de bekende uitgever, hulde
bracht aan de hollandsche schilderschool.
Een telegram aan den koning verzon
den en door Z. M. beantwoord, wekte
veel geestdrift en eveneens 't bericht
dat Jhr. Van der Hoeven tot komman-
deur van den Nederlandsehen Leeuw
is benoemd.
Een reeks van toasten
enkelen reeds gedaan, om te hunnen
voordeele een voorstelling te doen geven,
vervallen waren", doet men ons opmer
ken, dat een voorschot geen geschenk is
en terugbetaald moet worden. Ook leden
de artisten veel meer schade dan door
een maand tractement zou zijn goed te
maken.
Deze kwestie is ook reeds in een bui
tengewone vergadering van het bestuur
der afd. Amsterdam van het TooneeLer-
boud besproken en, naar wij vernemen,
heeft dientengevolge het hoofdbestuur van
dat verbond besloten die zaak te behar
tigen. Spoedig zal zeker worden verno
men langs welken weg het een beroep
denkt te doen op de offervaardigheid va»
de velen, die ongetwijfeld bereid zullen
worden bevonden mee te werken tot het
verschaffen vaa eeuige schadeloosstelling
aan alle benadeelden. {Vad.)
Op bet XVIIIe Ned. Nat. Zan
gersfeest, dat van 8 tot 11 Aug. a. s.
te Arnhem wordt gehouden, zullen als
solisten optreden mej. Wia Dikema,
Leiden, en de heeren J. Rogmans, Amster
dam, en J. M. Orelio, Amsterdam.
Ook de medewerkende muziekkorpsen
zijn nederlandsch.
Het kwartet-Kes zal binnenkort
optreden te 's-Hage, te Nijmegen en te
Dordrecht.
Johan Schmier treedt met 1 Mei
a. s. uit het Ned. Opera-gezelschap. Hij
heeft een verbintenis buitenslands.
Met grooten lof mag zeker wel
gemeld worden, dat het gezelschap van
het Nederl. tooneel na de ramp te Am
sterdam geen enkelen avond werkeloos
is gebleven. Den avond van den onge
luksdag speelde het te Arnhem, Vrij Gag
in den Haag, en Zaterdagavond weder te
Amsterdam, in den Plantage-schouwburg,
Aan de a f d e e 1 i n g s b esturen
de provinciale en plaatselijke correspon
denten van den Volksbond, vereeniging
tegen drankmisbruik, is de volgende cir
culaire verzonden
z/Het bestuur van den Volksbond, uït-
genoodigd tot deelneming aan de tentoon
stelling tot bevordering van veiligheid en
gezondheid in fabrieken en werkplaatsen,
heeft besloten aan die uitnoodiging ge
hoor te geven.
z/In de commissie tot regeling van het
geen op deze zaak betrekking heeft, zijn
benoemd de heeren: L. P. Walburgh
Smit, bestuurslid honorair der amster-
damsehe afdeeling, en oud lid van het
hoofdbestuur. A. van der Voort Az. en
dr. C. W. Janssen, leden van het hoofd
bestuur.
z/Iiet voornemen bestaat, aan het pu
bliek een overzicht te geven van hetgeen
door den Volksbond is verricht, doch te
vens van de resultaten, welke de bewe.
van de bestrijding van het drank
verplegers eenig hart heeft, die alleen
staan op de wereld en die veel zorg ver-
eisehen, ook iets genieten van het hart
des volks.
Het oude afgekeurde oor
logsschip Ajaxsedert verscheidene ja
ren liggende in bet marinedok op 's
rijkswerf te Amsterdam, is in den nacht
van Donderdag op Vrijdag jl. vol wa<er
geloopen en voor een goed deel gezon
ken. Er wordt getracht het vaartuig
met de stoomkraan van 's rijks werf
weder te lichten.
De oorzaak van het ongeval schijnt
uitsluitend aan den verouderden toestand
van het schip te moeten worden toe
geschreven.
Vereeniging tot behandeling van op
de zeemacht betrekking heb-
bende onderwerpen
B S X N E N L A N11
De t s crt. van 24 dezer be
vat het besluit van den 21 Febr. 1890
tot regeling van den werkkring en de
bevoegdheden van de bij art. 12 der
Arbeidswet bedoelde inspecteurs.
De nieuwe ministers van
Binnenl. Zaken en Koloniën, de heeren
jhr. mr, A. F. de Savornin Lohman
en mr. E. baron Mackay, hebben Maan
dag-middag te half een don vereischten
ambtseed in handen des Konings af
gelegd. In hunne kwaliteit werden
daarop de heeren aan H. M. de Ko
ningin voorgesteld.
Wij vernemen, dat betont-
werp van wet betreffende den militai
ren dienstplicht dezer dagen do depar
tementen, die daarbij betrokken zijn,
verlaten heeft, en dat de heer Mackay
deze wet8voordraoht nog in zijne kwa
liteit van minister van Binnenlandsche
Zaken onderteekend heeft. (N. R. C.)
De lijst van aanbeveling van
zes candidaten door den Hoogen Raad
der Nederlanden aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal ingezonden, ten einde
daarop te kunnen acht slaan bij het ma
ken der nominatie voor de vacature eener
raadaheerplaats in dien raad, ontstaan
door het overlijden van den raadsheer
mr. S. J. HiDgst, is als volgt samen
gesteld
lo. mr. S. M. S. de Ranitz, raadsheer
in het gerechtshof te 's-Hage;
2o. mr. D. J. Mom Visch, raadsheer
in het gerechtshof te Arnhem;
3o. mr. P. van Bemmelen, raadsheer
in het gerechtshof te Arnhem;
4o. jhr. mr. S. Laman Trip, vice-pre
sident van de arrondissements-rechtbank
te 's-Hage;
5o. mr. A. Telders, advocaat-generaal
bij het gerechtshof te 's-Hage;
6o. mr. W. van der Kaay, kantonrech
ter te Leiden.
Ook door de vereeniging
//Nederland en Oranje" te Berlijn is de
verjaardag des konings op feestelijke
misbruik heeft gehad, door zoo moge
lijk ten toon te stellen modellen van
volkskoffiehuizeii, dronkaards-asyls; bier
en koffie wagentjes, van methoden tot
keuring van alcoholische dranken en van
bieren.
/Terwijl wij u van een en ander kennis
geven, nemen wij beleefdelijk de vrijheid,
ten dringendste op uw medewerking een
1| beroep te doen. Wij houden ons aanbe
volen voor de toezending van bovenbe
doelde modellen of aanteekeningen, als
die ter uwer beschikking mochten zijn
van graphisohe voorstellingen, betrekking
hebbende op de werking van spaarban
ken of van de consumptie in de volkskof
fiehuizen, en verder van al datgene, wat
op den bond en zijne werkkring betrek
king heeft.
Dat goede raad en voorlichting, maar
vooral ook geldelijke steun in deze
zoo onmisbaar bizonder zal worden
op prijs gesteld, behoeft gewisselijk geen
batoog.
Voor het geven van nadere inlichtin
gen betreffende deze zaak, en bet in
ontvangst nemen der gelden, welke door
u voor dit doel zullen worden aangewe
zen, zijn bovengenoemde heeren volkomen
bereid.
Terwijl wij dit optreden van den bond,
waardoor zijn heilzame werking zoo dui
delijk aan het licht kan komen, in uw
bizondere aandacht nogmaals aanbevelen,
hebben wij de eer hoogachtend te zijn
Het hoofdbestuur voornoemd
H. Goeman Borgesius, voorzitter
A. van der Voort Az., secretaris
bij wien uwe antwoorden wor
den ingewacht
Haarlem, 24 Februari 1890.
Een sprookje, p den negen
den verjaardag van H. K. H. Prinses
Wilhelmina aan de kinderen van „Tali-
tha Kumi", verteld door H. Pierson
heeft thans onder den titel ;/Het Hari
des Volks" bij den heer W. A. Beschoor
te 's-Hage het licht gezien. Op onder
houdende wijze wordt daarin verhaald,
hoe de voorspelling eener fee aan de
wieg van het koningskind vervuld wordt
,/Gij zult niet over uw volk regeeren
voordat gij het hart des volks gevonden
hebt." Door er meer van te zeggen, zou
den de verrassingen, welke de aantrek
kelijkheid van het sprookje uitmaken,
verloren gaan, en dat zou jammer wezen.
Men koope en leze het boekje liever
zelf; daardoor kan ook voldaan worden
aan den wensch van den schrijver, dat
de 160 kinderen van Talitha, onder wie
er velen voor wie niemand buiten hunne
Te Den Helder had Vrijdag jl. eene
algemeene vergadering van genoemde
vereeniging plaats, die door een aantal
officieren van zee- en landmacht werd
bijgewoond. De luit.-ter-zee le klasse D.
Stolp werd tot bestuurslid gekozen in
plaats van den luit.-ter-zee le kl. S. J.
Boom. Als spreker trad de kapitein der
mariniers J. R. J. P. Cambier op, die
tot onderwerp zijner lezing gekozen had
„De mariniers te Atjeh van 26. Dec.
1875 tot 7 Febr. 1876. Hunne deelne
ming aan de verovering der VI, IV en
IX Moekims door het indische leger,
onder aanvoering van den generaal
majoor Pel."
De spreker begon met een overzicht
te geven van den toestand in Groot-
Atjeh in December 1875. De vijand om
ringde toen het door ons bezette gebied
met versterkingen, beschoot onze posten
voortdurendbekroop deze 's nachts,
vereenigde zelfs eene vrij aanzienlijke
macht, en ging hiermede aanvallend te
werk. Onderhandelen, afwachten, het in
practijk brengen van humaniteits-begrip-
pen, zag hij voor zwakte van onze zijde
aan en maakte hem stoutmoedigaan
vallend optreden was dus door den dran^
der omstandigheden dringend noodzake
lijk geworden.
Alvorens dezen beroemden veldtocht
van 44 dagen te beschrijven, werd kort
herinnering gebracht, welk aandeel
de mariniers, die bij het indische leger
ingelijfd waren, tot toen aan den Atjeh-
oorlog hadden gehad.
Van de pl. m. 660 mariniers, die tus-
schen Juli 1873 en 10 Febr. 1876 bij
genoemd leger ingedeeld zijn geweest,
volgens schatting van den spreker
ééu derde gedeelte gesneuveld of gestor
ven tengevolge van in den oorlog be
komen ziekten of wonden.
Op den 26en Dec. werd, toen bet
terrein, dat door vele regens drassig ge
worden was, verondersteld werd vol
doende droog te zijn, met drie colonnes
uitgerukt. Met betrekkelijk geringe ver
liezen werden de kampongs Mibouw,
Aroë en Groot-Gitjiel genomen, en in
het veroverde terrein dadelijk een vier
tal bentings gebouwd. Het strategisch
succes, dat onze krijgsmacht dien dag
behaald had, was zeer grootwant nu
men de kring der versterkingen doorbroken
bad, ontstond de mogelijkheid om de
overige, ten Westen der Atjeh-rivier
gelegene, werken in den rug aan te
vallen.
Stap voor stap werd daarna de ver
overing der VI, IV en IX Moekims,
benevens van eenige kampongs der
Moekims Lamsajong en Pagcr Ajer be-
schreven. Eene der belangrijkste hande
lingen van den veldtocht was de tocht
door den bergpas van Blangkala, die
slechts 6£ KM. lang is, maar zoo
moeilijk begaanbaar, dat er twee dagen
voor noodig waren hem door te trekken,
terwijl op den tweeden dag de vijand
deD doortocht aan onze troepen ernstig
betwistte.
Veel erger dan 's vijands lood dunde
ziekte de gelederen. De cholera eischte
telkens offers; en de afmattende mar-
schen door modderige rijstvelden, terwijl
de thermometer meer dan 100 gr. in de
schaduw wees, of door dicht begroeide
kampongs, waarin men zich mee het kap
mes een weg moest banen, zoowel als
het slapen op den harden, door dauw,
soms door regen bevochtigden grond:
dit alles had alle tactische eenheden tot
op een derde harer oorspronkeijlke sterkte
teruggebracht.
Aan het voortzetten der veroveringen
viel daarom niet dadelijk te denken, en
generaal Pel keerde, na 44 dagen te
velde te zijn geweest, aan het hoofd zij
ner overwinnende troepen naar Kota
Radja terug. 10 Februari 1876 verlieten
de mariniers, die geslonken waren tot
eene compagnie, sterk 5 officieren en
pl. m. 70 man, het oorlogstooneel van
Groot-Atjeh. Welk aandeel zij aan dien
veldtocht gehad hebben, blijkt uit de
volgende toespraak, door generaal Pel
bij hun vertrek gehouden.
Officieren en mariniers I Gij hebt u
als brave soldaten gedragen, en naast
het indische leger moedig gestreden te
Mibouw, Djempit, Lamhasan, nabij Pa-
kau Badak, iu den bergpas van Blang
kala, te Boekit Dawe, Lampenehan, enz.
Zware vermoeienissen en vele ontberin
gen hebt ge doorgestaan, elk oogenblik
waart ge blootgesteld aan de gevaren
des oorlog8maar doordrongen van plicht
en eergevoel, hebt ge dat alles licht ge
teld, en heeft een goede geest u steeds
bezield.
Uw verblijf in Atjeh beslaat eenige
scboone cn roemrijke bladzijden in de
geschiedenis van het korps mariniers
Weldra zult ge naar het Vaderland
torugkeeren en het voorrecht genieten,
daar uwe bloedverwanten en vrienden
weder te zien. Ik wensch u eene goede
reis toe; het ga u allen wel!"
Na eene korte discussie werd de^ ver
gadering door den voorzitter gesloten,
met eene rede waarin hij den spreker
namens alle aanwezigen dank betuigde.
De Alg. Ned. Typografen-
bond zal Zondag 6 April, Paaschdag, t©
Utrecht een congres houden, waarop
o. a. de volgende punten behandeld zul
len worden
1. De invoering der zetmachine, to
beschouwen in 't belang der werklieden.
2. Onmogelijkheid der samenwerking
tusschen patroon en gezel.
3. Oprichting eener landelijke
weerstands-kas.
4. Noodzakelijkheid voor Typografen
en aanverwante vakken, zich te vormen
tot een Bond.
5. Aanwijzing van den weg tot samen
werking der verschillende typographi-
sche Vereenigingen, typografen in Neder
land.
7. Het vaststellen van een minimum
loontarief.
8. Het tegengaan dor exploitatie van
on volwassene krachten in het Typogra-
fenv&k.
9. Het instellen eener enquête naar
den toestand der werkplaatsen, loonen,
werkuren en de algemeene maatschap
pelijke verhoudingen der typografen en
aanverwanten, welke uitsluitend hun
bestaan vinden in het vak.
10. Slechte inrichting der werkplaat
sen
11. Het oprichten van een weekblad
ter behartiging der vakbelangen en der
algemeene belangen van de
nooten.
12. Oprichting van een Nederlandsch
Typografen- Pensioen- en Weduwenfends.
13 Het instellen van een Centraal-
Comité ter behartiging der algemeen©
vakbelangen.
14. Verplicht onderwijs der kinderen
tot hun 14e jaar.
15. Een "bij de wet geregelde arbeids
dag van 8 uur.
Men meldt ons uit Amster"
dam, dat de directie van de Holl. IJz-
Spoorw.-Mij. besloten heeft, ingaande
met primo April, de buitengewoon goed-
koope retourbiljetten op hare lijnen te
vervangen door andere, die berekend
zijn naar denzelfden maatstaf,
welke op den Nederl. Rijnspoorw. is
aangenomen. Van dezen maatregel zal
het gevolg zijn, dat een reiziger per
kilometer dezelfde vracht betaalt op
den Nederl. Rijn- als op den Holl. IJz-
Spoorw., en dat de prijzen van retour
biljetten op dezen laatsten spoorweg
zullen worden verhoogd, behalve voor
d i e stations, welke over eene kortere
route te bereiken zijn.
Zoo zal de prijs van een retour
AmsterdamRotterdam over den Holl.
Spoorw. niet verhoogd worden, omdat
die prijs berekend wordt naar dien van
de zooveel kortere Rijnspoorw.-route.
Wij vernemen verder, dat de Ned.
Rijnspoorw.-Mij. met de Holl. IJz. is
overeengekomen, om, voor do concur
rente stations de prijzen van de Holl.
IJz. aan te nemen, zoodat voortaan de
prijzen van vervoer voor beide spoor
wegen dezelfde blijven.
De aanleiding tot den bovenvermelden
maatregel moet gezocht worden in de
buitengeworn hooge kolenprijzen, die na
1 April aastaande moeten betaald wor
den en waarvan eene stijging der
exploitatiekosten met minstens tien per
cent bet gevolg is. Nli. Ct.)
Half Maart e. k. wordt te
Amsterdam een begin gemaakt met den
aanleg van den derden kinderspeeltuin,
in het nieuwe wandelpark aan de Lin-
naeussiraat. De speeltuin aan de We
teringschans wordt verplaatst naar het
Sarphatipark.
Door de politie te Rotter-
öam H op de amsterdamsche nachtboot
aangehouden een Franschman, die zich
in Amsterdam had schuldig gemaakt
aan diefstal van eene portemonnaie met
geld.
Zekere E. K. uitMijdrecht
was tusschen zijne inschrijving en loting
voor de nat. militie naar Amerika ver
trokken. Het voor hem getrokken num
mer was dienstplichtig; toen hij zich
dezer dagen, tot het ontvangen van eenige
n, in deze gemeente ophield, her
innerde het gemeentebestuur zich zijne
onvervulde militieplichten on werd hij
voor Ged. Staten gebracht, die hem wel
voor vijf jaren zullen inlijven.
Tegen J. P. te Giethoorn is
proces opgemaakt door de maréchaus-
sées te Steenwijk wegens het op den
laatsten lotiugsdag onder de lotelingen
dier gemeente verspreiden van opruiende
en lasterende blaadjes.
Te Schoonhoven is proces
verbaal opgemaakt tegen een echtpaar
uit den vreemde, dat met bet venten
van zeer onstichtelijke en opruiende ge
schriften zich bezig hield.
De Geld. verhaalt het vol
gende:
Een bejaard vrouwtje kwam in de
vorige week bij lieden, wier zoontje te
Eist moest loten. De ouders zagen dien
dag met bange verwachting te gemoet,
te meer omdat het zoontje er erg tegen
opzag. Het vrouwtje wist echter raad
zij kende een middel, hetwelk onfeil
baar zou helpen; met dit middeltje
gewapend, moest een hoog nommer uit
de bus verschijnen. Wat moest er nu
laan worden? Een naald, waarmede
een doodshemd gemaakt was, en één
der azen uit het .kaartspel (wij meenen
klaveren-aas) moesten, zonder dat de
loteling het wist, gestoken worden tus
schen de mouw voering van dien arm,
waarmede het kereltje 't nummer zou
trekken.
De lang gevreesde dag breekt aan;
het zGontje begeeft zich op weg, zon
der te bevroeden welk een kostbaren
schat hij raedevoert; hij nadert de bus,
trekt en... een laag nommer vortoont
zicb aan zijne blikken.
Een vrachtrijder te Hooten
(Fr.), die onlang3 bij het suijuen van
beschimmeld brood voor zijne honden,
zich in de hand sneed, is tengevolge van
bloedvergiftiging overleden. De arm was
hem reeds afgezet. De mau iaat eene
weduwe met drie nog zeer jeugdige kin
deren na.
Land- en Tuinbouw.
Uit Aalsmeer wordt gemeld:
Er zijn hier tal van kweekers, die
hun hoofdbestaan moeten viBden in het
telen van aardbeziën, augurken en boo_
Lady Worthington, diep getroffen door het bleeke, pijnlijke ge
laat van hare zuster, snelde naar haar toe om hare kussens op
te schudden, terwijl zij haar met haastigen ijver hielp, die de
patiente misschien zou vermoeid hebben, wanneer er uit al bare
bewegingen niet zooveel teedere bezorgdheid en liefde had gesproken.
„Ik had daaraan moeten denken en wat vroeger moeten thuis
komen, dan zou dat alles u bespaard zijn gebleven," zeide zij.
„De meeste menschen schijnen nu veel vroeger in Londen terug
te komen dan vroeger; wat zou daarvan toch de reden zijn?"
z,Er is dit jaar veel minder gereisd," zeide sir Henry, //dat zal
wel do reden zijn. De tegenwoordige toestand van Frankrijk heeft
de menschen afgeschrikt."
Ja, nu gij van Frankrijk spreekt, herinner ik mij ietswien
denkt gij dat ik van middag ontmoet heb? een zoon van dien
mijnheer de Mabillon, die met Amy Collinson was gehuwd."
„Mijnheer de Mabillon!" riep Henry uit met een glimlach,
„mijn vroegere mededinger, dien ik echter in mijne gedachten al-
fcjjd heb gezegend, sedert ik
„Welnu Ilenry!" viel lady Worthington hem in de rede, terwijl
zij glimlachte en eon blos bare wangen bedekte.
Hij gaf' haar als antwoord een kus op het voorhoofd en nu
heerschte er een oogenblik van stilzwijgen, terwijl Frances, die
alles begreep, het niet kon nalaten om een blik te werpen op het
schoon en nog bizoader jeugdig gelaat harer zuster; slechts liefde
en geluk stonden daarop te lezen»
„Gij hebt dus den heer de Mabillon ontmoet?" vroeg sir Henry
half in gepeins verzonken.
„Neen, zijn zooa," antwoordde lady Worthington. „De arme
man is gesneuveld tijdens het beleg van Parijs. Toen ik van
middag Claude Magcay in zijn atelier ging opzoeken om afscheid
van hem te nemen, ontmoette ik daar zeer toevallig den jongen
Gaspard de Mabillon en hij kwam mij zeer bekend voor. Later
vertelde Claude mij, wie hij was en toen ben ik hem op zijn
kamer gaan opzoeken. Hij schijnt met zijne zuster Frankrijk in
het voorjaar te bobben verlaten; zij woont nu bij de familie Col
linson in Rilchester en hij zoekt hier naar eene betrekking, maar
kan daarin niet slagen."
„En gij hebt hem natuurlijk dadelijk onder uwe hoede genomen
en hem gezegd, dat ik wel eene betrekking voor hem zou vinden,"
zeide sir Henry glimlachende.
„Neen, niet precies, ik ben zeer voorzichtig geweest, mijne over
ijling in zake dien jongen advokaat heeft mij op mijn tellen doen
passen. Ik beloof nu niet meer zoo dadelijkmaar in ernst Henry,
gij moet dien jongeling op de een of andere wijze helpen."
Ik zal het in gedachten houden, maar vergeet niet, dat gij sedert
Juni reeds twee uwer beschermelingen aan mij hebt overgedragen.
„Gij bedoelt Julius Wright en dien jongen mijnheer Frankland 5
ik zou wel willen, dat wij iets voor hen zouden kunnen vinden.
Er is ongetwijfeld meer aanbod dan vraag."
„Waarom helpt deken Collinson hem niet?" vroeg sir Henry.
„Hij heeft het reeds gedaas door het meisje in zijn huis op te
nemen, maar te oordeelen naar hetgeen dis arme jongen raij van
middag vertelde, zou het zeker moeilijk gaan, om bij hem om hulp
aan te kloppen. O ja, Franoes, dat herinner ik my nuwy moeten
de pastorie bestormen, zoodra wij weer thnis zijn en dan de jonge
mademoiselle de Mabillon schaken; naar hetgeen ik van Claude
heb gehoord, moet zij zich daar zeer ongelukkig gevoelen."
„Eene [schaking tijdens een morgenbezoek!" zeide Frances
lachende. „Dan ga ik met u mee, al was het alleen voor het
genoegen, om ooggetuige van uwe krijgslisten te zijn, ofschoon
ik vrees, dat gij mevrouw Mortlake nooit om den tuin zult
kunnen leiden."
„Wij zullen zien," zeide lady Worthington met een bijna ze
gevierenden glimlach.
Het „seizoen" in Rilchester begon, toen de familie Worth
ington terugkeerde. Iedereen erkende lady Worthington als de
toongeefster in de aanzienlijkste kringen van de stad en zelfs de
bewoners van de pastorie erkenden in sommige dingen hare
meerderheid, Wordt vervolgd.)