NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ?e Jaargang. Vrijdag 7 Maart 1890. No. 2048. asver;t;eitisi: IN DEN VREEMDE. HAARLEM'S DAGBLAD ABQIf IMEITSPRIJSf: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.30. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers-0.03. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zen- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TeBefoonnssEnmer 2321. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cent»;; Groote letter* naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en conrantier». Direotearen-Uitgevers J. C. irEEREBOOH sn J. B. AVIS. Hoofdagenten voo- het Buitenland: Compagnie Gendrale de Fuèlicite Ftrangère O. L. JDAVBE tp Co., JOHN F. JONESSue:., Faryi Blbit Faubourg Montmartre. Van Verre en van Vibij. XIX. VROUWEN-CONCURRENTIE. Er worden in den laatsten tijd, en terecht, krachtige pogingen aangewend om de ongunstige positie waarin de vrouw ook zelfs in beschaafde landen verkeert, te verbeteren en meer gelijk te maken aan die des mans. Onze wetten toch laten al hun licht schijnen op den man en stellen de vrouw geheel in de schaduw en de klacht van de vrouwen, dat de heeren der schepping uitsluitend voor zich gezorgd hébben is wel bitter, maar niet zonder grond. Het is derhalve begrijpelijk dat de vrouwen door aaneensluiting gaan tracht ten zich in betere maatschappelijke ver houding te brengen. In Amerika heeft men het r^eds zoover gebracht, dat in enkele staten ook aan de vrouwen het stemrecht is toegekend. Zonder hier te willen beoordeelen of een dergelijke ge lijkstelling wel gewonscht mag heeten, is het zeker, dat in Nederland voorshands dit deel der emancipatie nog wel ach terwege zal blijven. De voorvechters der emancipatie zien dat zeer goed in en verspillen den tijd daarom niet met op dat aanbeeld te kloppen. Wel echter leggen zij er zich op toe, om toelating der vrouwen fce verkrijgen in alle moge lijke vakken, en in korte jaren hebben tal van vrouwen zich betrekkingen ver overd, die vroeger uitsluitend doorman nen werden vervuld. Dat ziet men vooral bij het onderwijs. Normaalscholen en kweekscholen hebben in de laatste jaren een ontzaggelijk aan tal onderwijzeressen gekweekt, toen dit door de invoering van het onderwijs in handwerken op de lagere school noodig was. Vooral plaatst men haar als leer kracht gaarne in de laagste klasse der lagere scholen en men zou onbillijk we zen zoo men niet wilde erkennen, dat zij daarin beter op haar plaats zijn dan de meesten barer mannelijke vakgenoo- ten. Of zij echter tegen de inspannende bezigheid evengoed bestand zijn als dezen, is een vraag, die door vele medici ont kennend beantwoord is. Men vindt verder in ons land vrou welijke apothekersbedienden, telephonis- ten, telegrafisten en hier en daar eene enkele vrouwelijke dokter of tandarts. En men kan niet zegg«n, dat zij in die betrekkingen minder goed voldoen dan de mannen; sommigen beweren zelfs,dat zij over het algemeen hare bezigheden ernstiger opvatten en accurater werken dan de leden van het sterke geslacht. In zooverre is dus haar optreden ge rechtvaardigd door de werken. Het is echter te betreuren, dat ook in deze geen maat wordt gehouden en dat do voorstanders van emaucipatie zich heb ben laten verlokken tot eene gcnerali- seerende manier van propaganda voor de zaak der vrouwen, welke die zaak zelve in het oog van kalm nadenkende lieden wel eens belachelijk-maakt. Het weekblad de Huisvrouw vooral, dat in de ontwikkelde kringen veel gelezen wordt, draaft, eenmaal op dit chapiter geko- meD, wel eens wat door. Met ade laarsblik weet de redactie van dat blad ia couranten en tijdschriften de berichten te vinden, waarin lof wordt toegezwaaid aan eene dame, die uitblinkt in een vak, dat tot dusverre een mono polie voor de mannen wa3. Dat zij der gelijke berichten gaarne in hare kolom men opneemtligt in den aard der zaak, maar minder juist is het, wan neer zij daaraan aterostiepe en lakonieke volzinnetjes toevoegtwaarin zij op een toon die voor tegenspraak niet vat baar schijnt, te kennen geeft„dat nu gebleken is, dat ook de vrouw voor dat en dat vak zeer geschikt is te noemen." Het eenvoudige hollandsche spreekwoord „eén zwaluw maakt nog geen zomer," is hier op zijn plaats. Men zou even goed kunnen beweren dat, aangezien de Lessepa instaat is het grootsche plan van een Panama-kanaal te ontwerpen, alle mannen dit zouden kunnen doen, omdat toch ook de Lesseps een man is; en zelfs de redactie van de Huisvrouw zal moeten toegeven, dat niet alle vrou wen geschikt zijn voor ontdekkingsrei ziger in woeste streken, omdat freule Tinne als zoodanig zoovele uitstekende eigenschappen bezat. Deze overdrijving van de Huisvrouw maakt een komisch contrast met de echt-huishoudelijke voorschriften en recepten, welke men erin vindt, en die speciaal gericht zijn tot haar, wier schoonen naam het blad als titel heeft aangenomen, tot de Huisvrouw. Er wordt veel geklaagd over de wei nige trouwlustigheid der tegenwoordige jongelingschap en menig ouderenpaar, dat onbemiddeld is, gewent zijne doch ters reeds vroeg aan de gedachte, dat zij zich een vak zullen moeten kiezen om later in haar eigen onderhoud te kunnen voorzien. Bij de tegenwoordige uitgebreidheid der school-opvoeding, moet men reed3 vroeg beslissen welken weg men uit zal gaan. Wie zal het dien ouders misduiden, wanneer zij hunne dochters in staat wil len stellen, om, wanneer deze niet hu wen, haar eigen brood te verdienen in eene fatsoenlijke en vrij onafhankelijke betrekking Maar op die manier draait men toch in een kringetje rondDat onder onze jonge mannen zoovelen vrijgezel blijven, i3 niet alleen uit voorkeur voor het celi baat, maar ook toe te schrijven aan de moeilijkheid in het verkrijgen van eene positie in de maatschappij, j Die moeilijkheid nu wordt, zooals vau zelf spreekt, nog vergroot door de con currentie die de vrouwen den mannen tegenwoordig aandoen. Bij het onder- j wijs, waarop zich onze hollandsche meisjes om verschillende redenen het liefst toeleggon, valt dit daardoor het meest in het oog, en menig jongmensch die de akte in den zak heeft, sollici teert tot in het oneindige, om eindelijk, moedeloos geworden, het land te verla ten en elders zijn fortuin te zoeken, of in ons land eene andere carrière te kie zen. In dat laatste geval is hij natuur lijk de eerste jeugd al tamelijk te boven, vóór hij zich eene levensgezellin kan kiezen wanneer hij niet door de langdurige eenzaamheid, voor het huwe lijk weinig roeping meer heeft. Men ziet het: er is een volmaakte cirkelgang. Omdat de jonge mannen zoo weinig trouwlustig zijn, kiezen de meis jes zich een vakomdat do meisjes zich een vak kiezen, kunnen de jonge mannen vaak niet huwen. Wie hieruit de conclusie wilde maken, dat wij vrouwen uit alie vakken zouden willen houden, zou verder gaan dan v/ij zelf. Wel zouden wij het betreuren, indien langzamerhand in alle beroepen en bedrijven de man van de zijde der vrouw de concurrentie moest ondervin den, die hem thans in het onderwijs wordt aangedaan. En daarom achten wy die Zfaisü/ozé^-opschroeving zoo ge vaarlijk en verkeerd. Hoe meer men daaraan toegeeft, des te m-er wordt de vrouw zelf de schuld, dat de man haar niet ten huwelijk vraagt. STADSNIEUWS. Haarlem, 6 Maart 1890. In de bruidenbus ten raadhuize is in het jaar 1889 eeae som van f 447.31J/ ontvangen. Gedurende het jaar 1889 werden door de Haarlemsche Tramwaij Maat schappij vervoard 44.79.94 personen. De opbrengt van het personenvervoer be droeg ƒ40.948 70. In het bestuur der afdeeiing „Haar lem" der Maatschappij ter bevordering van Bouwkunst is, ter vervanging van den heer A. van der Steur Jr., die be dankt had als voorzitter, de heer J. Leyh met bijna algemeene stemmen gekozen. Woensdagavond had in de groote zaal der sociëteit Vereeniging" de jaarlijksche uitvoering plaats van de jongere leer lingen der Muziekschool van de Maat schappij tot bevordering der Toonkunst, afdeeiing „Haarlem." Onder leiding der leeraren en leerares de heeren Robert, Schlegel en Appy en mejufi. Bastiaans werd een uitgebreid programma ten gehoore gebracht. Naar hetgeen wij mochten hooren komt het ons voor dat de leerlingen een uitstekende leiding by een hoogst prae- tischen leergang genieten. Op alle in strumenten bij de muziekschool in ge bruik en in den zang, werden daarvan bewijzen afgelegd. De talrijke aanwezigen, ouders en ge- noodigden, gaven bij vele nummers door een warm applaus blijk van hunne in genomenheid met het ten gehoore ge brachte, dat zoozeer van de vorderingen der leerlingen getuigde. Veoraracliten ia ïeyler. Woensdagavond hield Dr. E. van dor Von zijne derde voordracht, die tot on derwerp had: consonantie en dissonantie van tonen.J Als men twee tonen vereenigt, waar van de trillings verhoudingen door zeer eenvoudige cijfers worden uitgedrukt, dan is er consonantie. Zoo b.v. bij den grondtoon met den octaaf (12) enz., maar de consonantie wordt minder naar mate de cijfers grooter worden, totdat eindelijk de septiem een dissonant is. Spreker doet dit door middel van de sirene hooren. Pythagoras wist dat al, maar gaf er geen verklaring van. In het in 1865 uitgekomen boek van Eule wordt een metaphysische verkla ring gegeven, hierop gebaseerd dat do menschelijke geest alleen behagen schept in orde en regelmaat en bedroefd is, als hij die niet vindt. Eerst ongeveer 25 jaar geleden werd er eene aannemelijke verklaring gegeven door Helmholtz. Hij begon met twee tonen die geheel eensklickend (unisoon) waren, te ont stemmen. Wanneer nu (op de sirene) 2 tonen samenklinken, waarvan de een 12 stooten geeft tegen de ander 8 of 16, dan hoort men vier zoogenaamde zwe vingen van den toon. Een musicus die een viool stemt, weet wel dat het instru ment nog niet goed gestemd is, zoolang hij nog zwevingen (battementen) hoort. Deze battementen zijn vooral hoor baar bij in toon verschillende orgelpijpen. Die battementen kan men laten overgaan in volslagen dissonantie, hetgeen spreker aantoont met twee unisoon geluidgeven de stemvorken, waarvan do een van een steeds grooter stuk was wordt voorzien. De battementen nemen voortdurend in snelheid toe, tot zich eindelijk een geheel dissonant geluid doet hooren. Heeft men zingende gasvlammen in glazen buizen, die een geheel gelijken toon doen hooren, dan is het verlengen van een der buizen met een kartonnen koker, voldoende om battemeeten en ten slotte dissonantie te geven. Waaraan is het verschil te wijten,dat wij maken tusschen dissonantie en con sonantie Wat voor het oog intermitteerend licht is, dat zyn voor ons oor de batte menten, echter met een verschil, want bij lichtindrukken, die elkaar snel opvol gen, krijgt ons oog den indruk weer van een streepdat doen de snel opvolgende battementen voor ons oor niet. In de cortische vezelen in ons oor trillen die vezelen mede, welke tusschen den hoogsten en den laagsten toon van de kwint gelegen zijn. Als die trillin gen 33 in de seconde zijn worden bat- tementen naar onze hersenen geseind, het onaangename verdwijnt echter ge heel als de trillingen meer dan 130 in de seconde bedragen. Hoo grooter verschil in trillingsaantal de grondtoon vormt met den meeklin- kenden toon, des te grooter is de con sonantie. En toch is de septiem, wier trillings— cijfer het meest met don grondtoon ver schilt, dissonantWij zullen later zien waarom. De reden dat toneD, die in trillings aantal weinig van elkaar verschillen, zwevingen geven is, dat de geluidsgolven stijgen en dalen en daardoor invloed uitoefenen op ons oor. Yan een stem vork werken de beide uiteinden elkan der altijd tegen en dat geluiden elkaar geheel vernietigen kunnen, zal ik u aan- toonen. Spreker toont thans een (nieuw) in strument, bestaande uit twee gelijke buizen waarvan de eene verlengd kan worden. Brengt men nu het geluid (van een stemvork) in die buizen, dan heeft het in de eene buis juist een golflengte meer te doorloopen dan in de andere, zoodat de trillingen aan de uiteinden van de eene buis eindigen met een golf lerg, aan de andere met een golf dal. Spreker heldert dit op door voor de uiteinden der buis drie gasvlammetjes te plaatsen, waarvan de uitersten, zoodra door de buizen de geluidstrillingen ko men, in den draaienden spiegel gaan wapperen, terwijl de middelste onbe weeglijk blijft. Laat ons thans zien waarom het sep tiem een dissonant wezen en toch de theorie juist zijn kan. Onze verschil lende muziekinstrumenten hebben alle een verschillend timbre, hetgeen daaruit voortspruit, dat geen daarvan een zui- veren, eenvoudigen toon hebben. Altijd voegt zich do boventoon bij den grond- FEUILLETON. Naar het engelsch VAN EDNA LYALL. 41) HOOFDSTUK XIX. Het weer was dien Dinsdag zoo mooi, als men maar wensehen kon; de zon, die de laatste dagen nauwelijks door de mist had kunnen heendringen, scheen helder en de geheele natuur ademde frischheid. Espérance kon hare opgewektheid niet onderdrukken en neuriede allerlei vroolijke wijsjes, waardoor zij zich weer eene berisping van mevrouw Mortlake op den hals haalde. „Welk een heerlijke dag, Christabelhet kon niet beterKijk eens naar de luchtIk geloof, dat wij nu de mistige dagen gehad hebben. Hoe vriendelijk van lady Worthington om ons uit te noo- digen! Is zij niet erg goedhartig?" „Zeker, zij is zeer goedhartig, maar, lieve Espérance, dring u niet te veel op aan mensehen, die een adellijken naam dragen, er is niets burgerlijkers dan dat.„ „Ik begrijp u niet," zeide Espérance verbaasd, hoewel bij dat laatste woord een donkere blos hare wangen bedekte. „Ik bedoel, dat niets zoo onwellevend is, als wanneer men op vriendsehappelijken voet tracht te komen met lieden, dio hooger in rang zijn, niets is verachtelijker." Nogmaals steeg het bloed Espérance naar de wangen en een gevaarlijk vuur schitterde in hare oogen, toen zij antwoordde: „ik dank u voor de waarschuwing, Christabel, hoewel deze gansch overbodig was; wij zijn ook van a-.el." Totaal verbluft keek mevrouw Mortlake haar een oogenblik aan en begrijpende, dat zij het onderspit had gedolven, sprak zij ge durende den rit geen woord meer. Espéranco was zeer verheugd over hare overwinning en van uit het raampje van het rijtuig wierp zij een blik over het vlakke landschap, terwijl zij vroolijkheid voorwendde, hoewel zij volstrekt niet opgewekt wa3, daar zij wel begreep, dat zij op geheel ver keerde wijze Christabel het stilzwijgen had opgelegd en tevens zeker wist, dat haar vader het zeer in haar zou afgekeurd hebben. Het was eene ware verlichting '.oor haar, toen zij Worthington beroikten, weldra reden zij door ;e groene lanen en het goed on derhouden park. „Wat is het hier prachtig!" zetde Espérance, eensklaps de stilte verbrekende. Een onbeduidende oprit, zeide mevrouw Mortlake, met eene kleine verandering zou men uien wel eene halve myl langer hebben kunnen maken. Het stilzwijgen werd verder nie! meer verbroken en Espérance slaakte een zucht van verlichting, toen het rijtuig het groote ruime gebouw naderde, dat van binnen meer gemakken dan van buiten schoonheid van stijl en bouwtrant opleverde. In de receptiekamer vonden zij lady Worthington met haar jongste kind. Espérance keek haastig rond naar Franees Neville, maar deze was niet hier. „Frances heeft vandaag weer veel pijn," zeide lady Worthington, zoodra de begroetingen voorbij waren; „zoudt gij er ook iets op tegen hebben, Espérance, om haar eens op hare kamer op te zoekenhet is het eenige warme vertrek hier in huis en zij is er wel wat bang voor om het te verlaten." Deze schikking beviel Espérance uitstekend, zoodat zij dan ook gretig toestemde, terwijl de kleine Kathie op het bevel van hare moeder Espérance voor ging om haar den weg te wijzen. De zitkamer van Franees was een uiterst gezellig vertrekje het boogvenster, dat op het zuiden uitzag, stond vol met varen kruid en planten met breede bladeren, het vuur scheen meer warmte te geven dan andere vuren, kleine gemakkelijke stoelen stonden overal, waar men ze noodig kon hebben en aan de wan den hingen verscheidene schilderijen. Franees lag op eene sofa dicht bij het vuur en zij zag er zeer bleek en afgemat uit. Zij stond niet op, toen Espérance binnentrad. „Ik zal u maar niet als eene bezoekster beschouwen," zeide zij in het fransch, met een bizonder innemenden glimlach. „Ik be schouw dit als een bezoek zonder plichtplegingen. Lieve Kathie, geef Espérance eens eene stoel, wilt gij?" Nadat er een dubbele kus was gewisseld, eene opmerkzaam heid van Franees betreflende de nationaliteit van Espérance, die door deze zeer ©p prijs werd gesteld ging Espérance in een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1