NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 7e Jaargang:. Zaterdag 15 Maart 18Ö0. No. 2055. Nabetrachting van 12 IN DEN VREEMDE. HAARLEM'S DAGBLAD ABOIKSMEKTSÏRIJS: Voor Haarlem per 3 maanden/1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers-0.03. Dit blad verechynt dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem, VelefoonnniKiKne322. ADVERTEÏTTIËM: van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 centsj Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en conrantierr. Directeuren-Uitgever» J. C. P3EREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicite Etranghre G. L. BAUBM §r Co., JOHN F. JONES, Svcc., Barya 31:';:: Taubourg héontmartre. op Even goed als er mag worden gepro feteerd over dingen die komen zullen, (en in onzen tyd doet men daar druk aan) even zoo goed mag men genomen besluiten met een kritisch oog beschou wen en er zijne meening over zeggen. Het is mijn voornemen, voortaan na elke Raadszitting eene Nabetrachting te schrijven in dit blad, eene nabetrachting waarin ik hoop mij verre te houden van alles wat zweemt naar een parti-pris en naar politieke koffiehuispraafjesmaar tevens, waarin ik niets wenseh te ver bloemen en namen zal noemen daar waar dat noodig is. Maar overal waar ik zal prijzen of afkeuren, zal ik dat doen in het belang van de gemeente die ons lief is. Aan persoonlijke sympathiën of antipathiën wensch ik geen plaats in deze Nabe trachtingen at te staan. Wat in de zitting van j.l. Woensdag het eerst onze aandacht trekt, is dat door B. en W. ingevolge de belofte, door dit college gedaan bij de laatste begrooting, een voorstel is opgemaakt, strekkende tot verbetering der gemeente-finaneiën. Zoo lang dat stuk nog niet openbaar is gemaakt, is het eenige wat men doen kan: «er naar hunkeren", en voorloopig B. en W. dankbaar zijn voor den door hen hiermede gemaakten spoed, die nu werkelijk eens den naam van «bekwa men" verdient. De dankbaarheid waarmede blijkbaar door den Raad die mededeeling ontvan gen werd, was echter niet zoo groot, dat de Raad kon besluiten een verzoek van B. en W. om een vierden Wethouder te benoemen, in te willigen. Ik moet dan ook zeggen, dat zelfs mij die maar een eenvoudigen «nabetrachter" ben, die mo tieven van dat verzoek zeer verbaasden. Hadden B. en W. gezegd«er is te veel werk gekomen, we kunnen het niet meer af", geen enkel Raadslid zou geaarzeld hebben het voorstel om een vierden wet houder te benoemen, goed te keuren en zelfs de zuinige heer de Kanter zou uit deferentie voor het college van B. en W. zijne toestemming niet hebben ont houden. Maar nu het motief was, dat er stoornis in de werkzaamheden was ge komen wegens ziekte van een hunner, en dat zooiets weer zou kunnen voorko men, nu begreep geen der leden naar het mij voorkwam, het voorstel. Te min der nog omdat de Burgemeester zelf zeide, dat het geval zich in de 24 jaar dat hij voorzitter is, nog nooit voor dezen had voorgedaan. Komaan, ik zal eens een vermoeden opperen: De Wethouders verlangden een vierden collega, de Voorzitter zou het ook wel gewild hebben, wanneer niet.... bij hem de zekerheid had bestaan, dat de nieuwbenoemde Wethouder zou we zen de heer M. Q. de Kanter. Nu be hoeft men niet eens doorkneed te wezen in de kennis van den toestand van onzen Raad, om te weten, dat de principes van den grijzen burgervader en die van den heer de Kanter, dikwijls ver uit elkan der loopen. In deze stelling nu past volkomen 's Voorzitters lauwe verdediging van het voorstel, evenals zijne mededeeling, dat in 24 jaar zich het feit niet had voor gedaan. Dat laatste vooral, moest de le den van den Raad ongunstig voor het voorstel stemmen, en de Voorzitter is veel te bekwaam om dat niet van te vo ren te kunnen berekenen. Zoo heeft (aangenomen dat mijne ver onderstelling de juiste is) het college van Burgemeester en Wethouders niet, maar de Burgemeester wel zijn zin gekregen. Een treffend besluit werd er genomen in zake het verzoek van de Hervormde Kerk te Edam, om eene bijdrage in de kosten van restauratien van een glas, dat eenige eeuwen geleden door Haar lem aan die gemeente was geschonken. De kerkvoogden vroegen ƒ2000, maar ziet: er bleek afdingen mogelijk. Terwijl geen sterveling anders dacht, dan dat de Raad met B. en W. zou meegaan om het verzoek van de hand te wijzen, kwam de heer de Haan plotseling met het voorstel om er f 150 voor toe te staan. «Net wat wij dachten," zei de Voorzitter, «een paar honderd gulden dat kan wel." «Hei, wacht eens even," aldus de heer de Kanter, «meneer de Haan sprak van honderd daalders." Nu ja, honderd daal ders.,.. tweehonderd gulden.... ronde cij fers zijn zoo gemakkelijk in het optellen. Er zou f 200 gulden gegeven worden. Nu is het waar, dat op dat glas de roemruchtige bedrijven der Haarlemmers bij het beleg van Damiate staan afge beeld maar eilieve, dat glas is toch niet de eenige herinnering aan die dappere daden onzer voorouders. Moest du onze toch al bloedarme gemeentekas, nog een aderlating ondergaan ten behoeve van een der vele herinneringen aan die lang- vervlogen periode van haarlemsehe prou- esses Zie, als mijn bet- bet-overgroot vader aan uwen bet- bet-overgrootvader, waarde lezer, zijn portret in olieverf ge schonken had en gij kwaamt tot mij, zeggende: «kijk, dat portret is gebarsten, het moot gerestaureerd worden en daarin moet gij bijdragen;" dan zou ik immers zeggen: «hoor eens, mijn waarde, het is al wel dat jou bet- bet-overgroot vader in der tijd het portret van den mijnen cadeau heeft gekregen. Als ilc zor gen moest voor de reparatie noodig aan de geschenken mijner voorvaderen, dan zou hun mildheid noodlottig kunnen wor den voor de portemonnaie vaa mij, hun nen nazaat!" Zoo denk ik ook over het geschenk aan de Hervormde kerk te Edam. Maar enfinB. en W. hebben een nieuw voorstel tot vermeerdering van de gemeen telijke inkomsten ingediend Toen kwam er eene kleine discussie over de regeling der traktementsverhoo- ging van de onderwijzers en onderwijze ressen alhier. Die is n.l. zoo ingericht: onderwijzer A. wordt benoemd in Februari 1890, heeft na een vol dienstjaar recht op ƒ25 verhooging, dus in Februari 1891. Maar die verhoogingen gaan alle tegelijk in op den 1 sten Januari. A. moet den elf maanden wachten voor hij de verhooging krijgt. Is dat billijk? «Vol strekt niet", zei de heer de Kanter en de Wethouder van onderwijs, de heer Waller zei niet dat het wél billijk was, maar beweerde dat het zoo'n klein ver schil maakte, hoogstens n/i2 van 25, dat is dus circa 23. Maar, meueer Wal ler, voor iemand die ƒ500 a ƒ600 ver dient is drie en twintig gulden een lang niet onbeduidend bedrag. Het bedraagt 4| a 4 percent. Sla ik het kohier van de gemeentebelasting op, dan vind ik U daarin voor 7200. Vier percent daar van is 288, een bedrag dat ook U toch niet onverschillig kan zijn. Aan het einde der zitting kreeg men nog even een blik in een prineipieele onderwijs-kwestie. Toen besloten werd, dat het hoofd van school B, de heer Bakker, verplaatst zoa worden naar de school aan het Molenpad, welker hoofd naar den Haag vertrekt, vroeg de heer Krol of er op zou worden gelet, dat het aan school B te benoemen hoofd, eeüs het gemengde stelsel zou invoeren. Het bleek nu, dat ©p die school tegenwoordig het gescheiden stelsel bestaat, daar de heer Bakker dat beter vindt, maar dat de schoolcommissie afkeurt. «Ik zal er met meneer Waller over spreken," zei de Voorzitter leuk. Kon hij meer zeggen Het hangt toch van het hoofd af, of hij meisjes en jongens bij elkaar of afzonderlijk zal plaatsen? En de Commissie vaa Toezicht kan daarop immers geen invloed uitoefenen? STADSNIEUWS. Haarlc-m, 14 Maart 1890. Aan het gemeentebestuur zijn de na te noemen vergunningen aangevraagd lo. door S. Cohen, tot oprichting van eene broodbakkerij door stoom gedreven, in het perceel aan de Spaarnwouder- straat No. 5 2o. door J. Edel, tot oprichting van eene slachterij en rookerij, in het perceel aan de Gravinnesteeg No. 1, en 3o. door J. N. F. Dammers, tot op richting van eene koper- en blikslagerij in het perceel aan den Kruisweg No. 29' Voor de door B. en W. Woensdag gehouden aanbesteding van eenige kei en klinkerbestratingen, benevens de leve ring van straatklinkers voor het gewoon onderhoud der bestratingen in de ge meente zijn ingekomen 11 inschrijvingen. Laagste wed. A. Reynders Jz., voor ƒ9413, aan wie het is gegund. In het bericht in het vorig nummer betreffende den gezondheidstoestand der gemeente over Februari jl. staat abusie velijk Geboren zijn 26 jongens en 34 meisjes. Het juiste cijfer is 82 jongens en 72 meisjes. Reeds verheugde men zich in het her stel van onzen hooggeachten medeburger en Wethouder mr. G. Heshuysen, van eene langdurige ziekte, toen Donderdag plotseling de treurige tijding van zijn verscheiden bekend werd. Inderdaad wordt in hem veel verloren. Sedert 1861 was de heer Heshuysen lid van den Raaden nam hij als zoodanig een voornaam deel aan de behartiging van de algemeene belangen. In 1866 be noemd tot Wethouder, wijdde hij aan dat gewichtig ambt al zijne bekwaam heden en krachten. Volijverig en eene groote toewijding bezittende was hij een overheidspersoon die overal en altijd te vinden was, waar het gold tot den bloei der gemeente mede te werken. In hoofdzaak mogen zijne gewaardeerde be moeiingen worden genoemd in de tak- keu der gemeentelijke huishouding, zooals de reiniging, de fabricage, de Hout en de plantsoenen. Als ambtenaar van den Burgerlijken Stand, vooral om zijne vaak treffende en schoone toespraken bij het sluiten van huwelijken, stond hij bij de burgerij in hoog aanzien. De heer Heshuysen bereikte den leeftijd van bijna 63 jaren. Zijn stoffelijk overschot zal a. s. Maandag worden teraarde besteld. Met een enkel woord is reeds gewe zen op de tentoonstelling van het Kur- haua-plan bij den heer Mul, boekhande laar, alhier. De heer J. A.G. van der Steur heeft zijne gaven als bouwkundige hier weder ten volle in nedergelegd. Het fraai ontworpen voorfront is door hem keurig in teekening gebracht en de platte grond met do verklarende renvooien laat in duidelijkheid niets te wenschen over. Komt het gebouw tot stand, dan zal onze gemeente op een grootsehe stich ting te meer, hebben te bogen. Zaterdagavond a. s. zal in de groote zaal der sociëteit «de Kroon" de feeste lijke uitreiking plaats hebben van een vaandel, aangeboden door de «Dames- Commissie" aan de afdeeling Haarlem en Omstreken van den «Nederl. Bond van Oud-Onderofficieren". Blijkens achterstaande advertentie zal de «gedachtenlezer," professeur Verbeek Maandag alhier eene yoorstelling geven. Zij die van verrassende toeren houden, uit welk oogpunt dan ook bezien, zullen zich zeer zeker bij die voorstelling amu seeren. Donderdagnamiddag, omstreeks 7 ure, kwamen twee jongens met een wagen uit de Berkenrodesteeg, op het oogenblik dat het rijtuig van dokter Wijnhofi al daar langs het Spaarne reed, met welk rij tuig hun wagen in aanraking kwam. Het paard schrikte daardoor en de heer W., die uit het rijtuig wilde springen, is ach terover op straat gevallen, maar heeft zich gelukkig niet bezeerd. Het rijtuig is een weinig beschadigd. Heden morgen is in de Ridderstraat een 13 jarige knaap aangereden door een boerenwagen, bespannen met een paard, waarbij hij aan de linkerhand is verwond geraakt. In de Donderdagavond gehouden ver gadering van de vereeniging «Volksbe lang" alhier, trad de heer F. L. Tak van Amsterdam, als spreker op met het onderwerp „Beperking van den arbeids tijd", als een onderdeel van de thans alles beheersehende sociale kwestie. Terecht, zeide spreker, is deze kwestie de moei lijkste aller maatschappelijke vraagstuk ken te noemen en al zeldzamer ontmoet men hen die de nooden onzer samenle ving ontkennen. Men tracht dan ook allerlei middelen te vinden om tot oplossing te geraken en niet het minste daaronder is hetgeen onlangs nog door den predi kant Gildemeester te Zwolle werd ge zegd, dat de oplossing van den socialen nood moet komen van het christendom en dat de zonde, niet het privaat grond bezit moest worden bestreden. In onze hedendaagsche maatschappij zijn de standen afstanden geworden en wil m8n een eerste schrede zetten op den weg der toenadering, dan moet de bezittende klasse meer doen, dan zy tot heden heeft gedaan. Met betrekking daar toe zijn de individueele uitingen van onzen tijd niet gering te schatten, maar van vele goedgezinden wordt het gewe ten in slaap gesust door allerlei verkla ringen, die hen doen gelooven, dat het nog zoo erg niet is en dan trachten zij zich van hunne verplichtingen te ont slaan door giften, die slechts voor heden F EÜILLETO N. Naar liet engelsch 47) EDNA LYALL. HOOFDSTUK XXI. Cornelia was volstrekt niet gerustgesteld door deze op onver schilligen toon geuite antwoorden. Espérance had al hare opgewektheid en geestkracht verloren en wat haar vroeger belang inboezemde, daarvoor was zij nu on verschillig. «Gij behoeft uwe lessen voor morgen niet te leerenia plaats daarvan zullen wij tezamen lezen," zeide Cornelia, nadat zij een minuut ernstig had nagedacht; zij beschouwde het gelaat van Es pérance nauwkeurigom te zienhoe deze hare woorden zou opnemen. Uit den toon van het «dank u" straalde wel een zweem van vreugde door, maar alles was haar in die dagen on verschillig. Juist op dat oogenblik luidde de bel voor het tweede ontbijten zij begaven zich met haar beiden naar benedenCornelia gevoelde zich volstrekt niet op haar gemak met het oog op haar leerlinge. In de eetkamer vonden zij den deken en haar neef George Pal- grave, die zooeven binnengekomen was. Niet zonder nieuwsgierig heid keek Espérance hem aan en herinnerde zich nu eensklaps hunne laatste ontmoeting. In zijn uiterlijk was hij volstrekt niet veranderd, maar hy scheen niet meer zoo linksch in zijne bewe gingen, de reden daarvan meende zij te vinden in hare toenmaals volslagen onbekendheid met de manieren der Engelschen. Hij ver zekerde zich dadelijk van hare sympathie, door haar naar Gaspard te vragen, want ofschoon deze vraag moeielijk te beantwoorden was en tranen aan haar oog ontlokte, gaf' deze haar het bewijs, dat haar broeder niet door allen vergeten werd. Cornelia sloeg Espérance aandachtig gade en bemerkte, dat toen zij de vr.iag van George Palgrave beantwoordde, een donkere blos hare wangen bedekte, hoewel een dooaelijke bleekheid dien blos verving; met een driftig gebaar wees zij alle gerechten af, die haar aangeboden werden, en uiterst langzaam gebruikte zij iets van hetgeen voor haar stond. Deze handelwijze bracht Cornelia dien uitroep van Avanhoop voor den geest, die zooveel indruk op haar gemaakt. «Zou ik voor mijzelf zorgen, wanneer hij gebrek lijdt?" Het was dus deze kwelling, waaronder Espérance zoo zwaar gebukt ging zij moest dus zoo spoedig mogelijk weten dat haa7: broeder ge holpen zou worden. Yerseheidene brieven waren er reeds gewisseld tusschen mijn heer Seymour en den deken en Cornelia wist, dat Seymour van plau was Gaspard in eigen persoon op te zoeken en wanneer hij hem goed beviel, eene betrekking hoogstwaarschijnlijk aan hem gegeven zou worden. De onderhandelingen waren echter spoediger afgeloopen dan zij dacht, reeds dien morgen omving de deken zoowel een brief van den koffieplanter als van Gaspard. «Heeft mijnheer Seymonr hem werkelijk de betrekking aange boden?" vroeg Gornelia in angstige spanning. «Ja, hij schijnt nogal met hem ingenomengij kunt zijn brief wel lezen; de jonge man zelf heeft mij ook een fiinken brief ge schreven. Het doet mij genoegen, dat die zaak in orde is; die briefwisseling begon lastig te worden." «Gij zult het Espérance wel willen vertellen, nietwaar vader «Och ja, wanneer u dat goed dunkt, maar laat zij dan spoedig hier komen, want ik heb het zeer druk en George heeft my van morgen reeds zoo lang opgehouden." «Zij zal dadelijk komen. Denk er echter aan vader, dat zij er nog niets van weet en het dus een verrassend nieuws voor haar zal zijn." «Ja, ja, ik begrijp het, lief kind; laten wij echter geen tijd meer verspillen." Cornelia ging haastig Espérance opzoeken, hoewel zij niet ge heel voldaan was. Zou het niet mogelijk kunnen zijn, dat na al de moeite, die zij zich getroost had, om Gaspard te helpen, Es pérance zich niet met hare plannen zou kunnen vereenigen. Zij wensehte wel, dat Ceylon niet zoo ver af lag, of dat zij er bij haar vader op zou hebben aangedrongen, dat hij Gaspard eene betrekking in Engeland verschafte; bovendien wensehte zij van harte, meer tact en gevoel te bezitten, opdat zij pok zou kunnen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1