NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIE*:
Dit Hunner''Instaat uit twee Mei
„B R I N I 0."
IN DEN VREEMDE.
Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers-0.03.
Dit blad verschijn! dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bnrean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'JFeSefoonnuotiizieE'
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cents!
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren, postkantoren en courantier?.
Directeurem-XJitgevers J. C. PSEREBOOÏ2 en J. B. AVIS.
voor het Buitenland: Compagnie Generale de EublicUt E Ir an girt O. LJDAUBE Co., JOHN E, JONES, Succ., F ar ij t 31Zi* Eattbourg Montmartre.
EERSTE EH AD.
S T A S N I E U W s.
Haarlem, 15 Maart 1890.
Het Museum van Kunstnijverheid
alhier is op het oogenblik voor de be
zoekers bizonder aantrekkelijk gemaakt;
de tentoonstelling van oude waaiers mag
bizonder goed geslaagd heeten. Onder de
fraaie verzameling, ongeveer honderd
stuks, worden zeer fraaie exemplaren
aangetroffen; de eigenaardige en kleuri
ge verzameling door de directie van het
Museum in de Alvazaal te Arnhem ter
opluistering ingezonden, draagt geheel het
spaansche karakter.
Door den heer Visser van Hazers-
woude werden met de meeste welwil
lendheid fraaie planten in bruikleen af
gestaan, die deze interessante tentoon
stelling den noodigen luister bijzetten.
In de rotonde van het Museum zijn
tevens studiën op allerlei gebied van de
leerlingen der Teekenschool tentoonge
steld.
Zondag is de toegang vrij.
Naar men verneemt heeft de heer
J. H. Droste tegen 1 Juli e k. zijn eer
vol ontslag gevraagd uit zijue betrek
king van commies ter provinciale griffie
(3de afd.) financiën.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot van mr. G. Heshuysen zal
Maandagmiddag 12 uur plaats hebben op
de begraafplaats te Santpoort.
Benoemd tot onderwijzer te Spaarn-
woude de heer W. A. Kwantes alhier.
Van Lennep's historisch-romantisch
verhaal „Brinio," een schakel uit den
cyclus a de Voorouders," heeft den dich
ter Fiore della Neve (Mr. M. G. L.
van Logchem) en den musicus S. van
Milligen, naar de pen doen grijpen en
den eerste het libretto dosn schrijven,
hetwelk de laatste op muziek heeft ge
bracht. Deze opera noemden zij naar de
bron waaruit de dichter putte, Brinio
Beiden, dichter en componist, schreven
maar niet zoo in het wilde weg. Hun ar
beid had eene bepaalde bedoeling: voor
onze Hollandse/ie opera iets bij te dragen
tot de vorming van een hollandsch re
pertoire. Zij volgden daarin het loffelijk
voorbeeld van den kapelmeester dier
opera, die het werk „Catharina en Lam
bert" componeerde; maar zonder nog tus
schen de muziek eeae vergelijking te ma
ken, stellen wij „Brinio" hooger, omdat deze
opera een zuiver nederlandsche historie
behelst. Men weet, dat Brinio de held
is, die zich aan het hoofd der Kanine-
faten stelde en de heerschappij der Ro
meinen onverwierp, zoodat dezen een
verbond met zijn volk sloten, waarbij
hun veel meer vrijheden werden toege
staan en zij niet meer als slaven, maar
als geallieerden werden behandeld.
De dichter van het libretto heeft zich
niet geheel aan het verhaal van VaD
Lennep gehouden. Terwijl in het laatste
Brinio wel al zijn have en goed, maar
niet zichzelf, verspeelt in het dobbelen
met den romeinschen landvoogd, zet, in
de opera, Brinio ook zyn eigen vrijheid
op het spel. Deze en andere afwijkingen
hebben evenwel klaarblijkelijk ten doel
gehad het scheppen van tooneel-effecten,
welke ook aan den componist ten goede
moeten komen. Zóo kon men ook gera
ken tot den dood van Brinio, een grootsch
en aangrijpend tafereel.
Wij zullen ons hier niet wagen aan
eene uitvoerige bespreking van de com
positie als zoodanigdaartoe moet men
een opera meermalen hebben gehoord.
Wel mogen wij zeggen, dat ons het
meeat hebben getroffen Brinio's aria
„Ginds op den burcht" en daarvan vooral
het refrein „Maar de dag komt snel,"
verder het dobbelen van den landvoogd
Massa met Brinio, en vooral de derde
acte, waarin het motief van den „marsch
der Druïden" op zoo schoone wijze is
heengewerkt.
Uitvoeriger bespreking blijve tot eene
volgende opvoering bewaard. Wij hopen
„Brinio" nog wel eens wêar te zien
binnen de muren van onzen Schouwburg.
Wat een groot voordeel heeten mag
voor deze zoo geheel en al nederlandsche
opera, is, dat de componist haar geschreven
heeft voor de artisten. Bij het componeeren
van de partijen voor Brinio en Massa moet
hij gedacht hebben aan Albers en aan
Orelio, de rol van Rheime kaa hij aan geen
ander hebben toegedacht dan aan mej.
Van Zanten, en die van den opperprie
ster aan den eenigen bas der opera,
Johan Schmier.
Of hij bedoeld heeft, dat Van Boxem
de tenorpartij (Aquilius) zingen zou, is
een vraag.
Het beste wat de Hollandsche Opera
bezit, stond gisterenavond op de planken
van onzen schouwburg. Albers, Orelio,
Rosine de Wulf, Cornelia van Zanten,
Schmier, ziedaar een quintet dat wij
zelden bij elkander te hooren krijgen.
Den eerste vooral zien wij zelden hier.
Tot ons leedwezen, want Albers is èo
als zanger èn als acteur een figuur van
onbetwistbaar veel talent. Zijn heerlijk
orgaan, zijn mannelijke verschijning
hebben hem terecht tot een der meest
geliefde leden van het gezelschap ge
maakt.
Orelio toonde zich weder Orelio,
dat zij genoeg gezegd. En, deze twee
naast elkander ziende, zouden wij niet
weten wien de voorkeur te geven, hem
of zijn kunstbroeder Albers.
Schmier maakt veel indruk in het
uitstekende tooneel van Brinio's uit
roeping, tot aanvoerder der Batavieren.
Poons, die de rol van Vulpes vervulde,
had te weinig te zingen dan dat men
zou kunnen zeggen hoe hij gezongen
heeft.
Het doet ons leed den tenor niet te
kunnen roemen. De heer G. van Boxem
is nog slechts korten tijd aau het the
ater; dat hij zich nog niet vrij genoeg
beweegt, is hem dus niet euvel te dui-
pea en kan mettertijd beter worden.
Maar ook zijn stem kon ons niet beha
gen. Ze is niet helder, niet klankrijk
genoeg en komt meer uit de keel dan
uit de borst. Pauwels zou do partij
beter gepast hebben.
Mej. de Wulf (Ada) zij een oprecht
woord van hulde gebracht voort haren
fraaien zang, niet minder mej. van Zan
ten, wier sonore altstem uitstekend ge
schikt is voor do sombere Rheime-partij.
Eerstgenoomde zij echter gewaarschuwd
voor de kwade gewoonte van vibreeren.
Er is wel wat veel gecoupeerd in de
opvoering van gisterenavond. Misschien
had dat zijn goede reden. Het koor maakte
er zoo nu en dan maar wat van, het
koor der Batavieren in de 2e acte b. v.
was zoo zoo. Het orke3t kweet zich uit
stekend van zijn taak, decors en cos
tumes waren zeer te loven.
Van de 2500 nummers, geëxposeerd
op de tentoonstelling van pluimgedierte,
van 1 tot 3 Maart gehouden te Ant
werpen, behaalde de heer B. v. d. Berg
te Haarlemmermeer voor zijne kippen
(Wijandottes) een tweeden prya.
Door C. de Vries, te Aalsmeer, is een
etter geschoten, die de kolossale lengte
had van 1.25 M. en de zwaarte van
25 Kilo.
Men meldt on3 uit Zandvoort:
Ter benoeming van een onderwijzer
aan de nieuwe school, hoofd J. Th.
Schuhmacher, is opgemaakt de volgende
voordracht
lo. J. B. Rauwerda te Usquert2o.
G. A. van Dijk te 's Hage3o. P.
Kunst te Maastricht.
Benoemd tot ambtenaar ter secre
tarie alhier de heer A. J. van der
Meersch.
Volgens de kiezerlijsten zyn alhier
161 kiezers voor leden van de Tweede
Kamer der Staten Generaal, 161 kiezers
voor leden der Provinciale Staten en
159 kiezers voor leden van den Ge
meenteraad.
POLITIEK OVERZICHT.
In het engelsche Lagerhuis werd de
motie van Hamley betreffende de uit
rusting der troepen met 138 tegen 102
stemmen aangenomen. Hierop kwam de
oorlogsbegrooting in behandeling. De mi
nister Stanhope wenschte het effectief te
zien vastgesteld op 153,483 man, en ont
vouwde een ontwerp tot legerhervorming
volgens het plan van Wolseley. De mi
nister bejammerde het, dat er officieren
der vrijwilligers gestemd hadden voor de
motie van Hamley, in welke hij eene
betreurenswaardige partij-manoeuvre zag.
Voorts uitte hij de verwachting, dat bin
nen het volgende financieele jaar al de
troepen voorzien zouden zijn van het re-
peteer-goweer met het rookloozo kruit.
De twee eerste hoofdstukken werden
hierop goedgekeurd. In politieke kringen
hecht men aan Hamley's motie volstrekt
geen gewicht. Vele afgevaardigden heb
ben slechts willen protesteeron tegen
eenen abnorrnalen staat van zaken, daar
niet weinige officieren der vrijwilligers
de uitrusting der manschappen bekostigen.
Lord Salisbury heeft aangekondigd dat hij
over acht dagen het Parlement verzoeken
zal eene resolutie aan te nemen, verklarende
dat het Lagerhuis, het verslag der Parnell-
commissie aangenomen hebbendedit
aan de leden der commissie terugzendt
onder dankbetuiging voor de door hen
betrachte onpartijdigheid.
Voor zoover officieel bekend is, wor
den in de conferentie over het arbeiders
vraagstuk vertegenwoordigd België
Denemarken, Duitschland, Engeland,
Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland,
Oostenrijk-Hongarije, Portugal, Zweden-
Noorwegen, Zwitserland en Spanje, te
zamen door ruim zestig gedelegeerden.
In strijd met zekere berichten uit Ber
lijn, heeft Zwitserland van Duitschland
geene voorstellen ontvangen t&t vernieu
wing van het in Mei jl. door Duitsch
land opgezegde nederzettings-tractaat.
Intusschen is de verhouding tusschen de
beide mogendheden weder even vriend
schappelijk geworden als voorheen.
Do fransche ministerraad aan het
departement van koophandel vergaderd,
heeft tot collectief ontslag besloten. De
heer Tirard ging den President der Repu
bliek dit ontslag aanbieden, maar do
heer Carnot deed al het mogelijke om
de ministers op hun besluit te doen
terugkomen. De president liet den heer
Freycinet bij zich roepen. Ook by den heer
Constans, die op het oogenblik niet te
Parijs is, zullen stappen worden gedaan.
Nader wordt gemeld dat Vrijdagmid
dag te vijf aren de President der Repu
bliek de ministers ontvangen heeft en
hun ontslag aangenomen.
In de bijeenkomst der hongaarsche libe
rale partij heeft Tisza de noodzakelijkheid
betoogd, dat de algemeene leiding der regee
ring aan de handen van slechts één persoon
wordt toevertrouwd; hij vroeg als een
voudig soldaat in de gelederen der libe
rale partij te mogen blijven. Jokaï bracht
in schitterende bewoordingen hulde aan
de groote verdiensten van Tisza, en sprak
de hoop uit dat de eendracht der liberale
partij bewaard zal blijven. Deze rede
werd met langdurige „Eijens" begroet.
Uit Pest wordt van 14 Maart ge
meld De straten, welke toegang geven
tot het pcrlement, waren Donderdag
met oene dicht saamgepakte menigte ge
vuld. De politie en militairen hand
haafden de orde. Toen Tisza mededeelde
dat hij zijn ontslag ingediend had en dit
aangenomen was, werd dit met luide
kreten van leve do Koning begroet
en verklaarde Iranyi dat dit bericht
groote voldoening in het land geven zal.
De conferenties tusschen den goever-
neur der Kaap-kolonie en president
Krüger te Bligiiants-pont aan de Vaal-
rivier zijn afgeloopen. Het vriendschap
pelijk karakter dezer onderhandelingen
doet eene bevredigende oplossing ver
wachten van de kwesties, welke tusschen
de Kaap-kolonie en de Transvaal han-
zijn.
IN G E Z 0 N I) E N.
(Foor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie
zich niet aansprakelijk.
Mijnheer de Redacteur!
Veroorloof mij, naar aanleiding van
uw laatste raadsverslag, eene kleine op -
merkiüg. Er wordt daarin gezegd, dat
het gescheiden stelsel op school B. nog
altijd bestaat „een beetje tenpleiziere van
meneer Bakker." Tenzij men in de ge
cursiveerde uitdrukking eene ongewone
afwijking van het dagelijksch spraakge
bruik te zien hebbe, gevoel ik mij zedelijk
verplicht, daartegen protest aan te tee
kenen. Het al of niet scheiden van jon
gens en meisjes op mijne school is bij mij
nooit eene kwestie van pleizier geweest,
wel van beginsel.
Dat ik het gescheiden stelsel, hetwelk
ik bij de aanvaarding mijner betrekking
op school B. vond, heb gehandhaafd, ia
geschied na rijp beraad en veelvuldige,
ernstige overwegingen. In deze is de on
dervinding, die ik gedurende ruim twaalf
jaren alhier ter stede van beide stelsels
heb opgedaan, voor mij do beste leer
meesteres geweest.
Mijn hartolijken dank, Mijnheer de
Redacteur, dat u mij in de gelegenheid
heeft gesteld, op de beginselkwestie in
deze de aandacht te vestigen, waardoor,
naar ik hoop, aan verkeerde beoordee
lingen of onderstellingen bij het publiek
de pas wordt afgesneden.
P. H. F. BAKKER.
Hoofd van school B.
FEUILLETON.
Naar liet engelsch.
EDNA LYALL.
48)
HOOFDSTUK XXI.
Ten laatste viel haar oog op eene gesloten enveloppe, waarop
haar adres was geschreven haastig scheurde zij den brief open
en las temidden van hare tranen
„Lieve Espérance. Er is mij eene goede betrekking aange
boden op eene koffieplantage op Ceylon, door een vriend van
deken CollÏDSon. Ik heb er lang over nagedacht alvorens ze
aan te nemen, want de gedachte dat ik u in Engeland zou
moeten achterlaten, was mij uiterst pijnlijk; ten laatste ben ik
toch maar besloten om het te doen. Het zou zeer dwaas zijn
om zulk een aanbod af te slaan en gij begrijpt wel, lief kind,
dat hoe eerder ik in staat ben geld te verdienen, des te eerder
ik tl uit uwe ballingsehap zal bevrijden. Misschien kan ik u
over drie of vier jaar naar Ceylon laten overkomen en dan
zullen wij beiden weer onafhankelijk zijn. Heb ik ongelijk door
te denken, dat gij het met mij eens zult zijn? Hoe gaarne had
ik er met u eens over willen spreken! Zooiets kan men niet
met brieven afmaken. Het plan heeft zooveel tegen, maar ook
zooveel voor, dat ik in hevigen tweestrijd heb verkeerd. Ik zal
dankbaar zijn, wanneer ik weer zal kunnen werken, maar de
scheiding van u zal bijna onverdragelijk zijn."
OnverdragelijkJa waarlijk! Espëraoce kon niet verder lezen,
wierp den brief neer, sloeg hare handen voor haar gelaat en barstte
in tranen uit. Om van Gaspard te moeten scheiden duizenden
mijlen van hem verwijderd met de onzekere hoop om hem over
drie of vier jaar weer te zien! Dat was bijna onmogelijk! Moest
men dankbaar zijn voor het leven, wanneer het ons zooveel
smart biedt?
Gedurende deze hartstochtelijke uitbarsting had Cornelia de deur
geopend, zeer nieuwsgierig om te weten, hoe Espérance het nieuws
zou opnemen. £ij naaakte een gebaar van ongeduld, toen zij haar
voorovergeleund zag op de schrijttafel van den deken, met het
gelaat in de handen verborgen en don brief naast haar op den
grond. Waarom toch maakten die Franschen voortdurend zulke
«scènes"? Cornelia vond schreien zeer verachtelijk cn in haar oog
getuigde het van een weekhartig karakter, zoodat zij dan ook vol
strekt geen medelijden bezat voor menschen, die op die wijze aan
hunne smart lucht gaven?
„Waarom schreit gij?" vroeg zij op koelen toon. „Wees nu zoo
goed om uwe zelf beheersching te bewaren, gij laat u te veel door
uwe zenuwen beheerschen."
Espérance hief het hoofd op en deed een poging om hare tra
nen to bedwingen. Wanneer Cornelia hare armen maar om haar
had heengeslagen, en haar slechts een oogenblik had geliefkoosd
of een vriendelijk woord tot haar had gesproken dan zou Espé
rance zich volstrekt niet zoo ongelukkig gevoeld hebbende koel
heid van Cornelia maakte echter haar smart nog onverdragelijker.
Hare woorden hadden echter de gewenschte uitwerking, want
Espérance bedwong zich, ofschoon het zeer te betwijfelen is, of
hare onnatuurlijke kalmte haar nu werkelijk meer goed deed dan
hare tranen.
„Waarom zijt gij toch zoo wispelturig?" vroeg Cornelia. „Een
maand geleden schreidet gij omdat uw broeder geen werk had,
en nu hij eene goede betrekking heeft gekregen, schreit gij weer."
„De scheiding!" zeido de arme Espérance, bevreesd om weer
in tranen uittebarsten, wanneer zij nog meer zeide.
„Cnzin, zijt gij dan nu ook niet van elka&r gescheidenhet is
maar eene kwestie van eenige duizenden mijlen, in plaats van
honderd. Bovendien is het zeer zelfzuchtig om daaraan te denken,
wanneer zijn belangen dit vorderen."
Dit was ongetwijfeld zeer waar, maar Espérance was te be
droefd van hart om zich daardoor te kunnen laten troosten, bo
vendien maakte alles wat Cornelia zeide, alhoewel het goed be
doeld was, de wond nog dieper, en de gedachte, dat zij in Enge-
laud alleen moest achterblijven, daardoor verschrikkelijker.
{Wordt vervolgd.)
7 e Jaargang.
Maandag 17 Maart 1890. No, 205^,