INNEN LA N ih
POLITIEK OVERZICHT.
werd
weekblad, orgaan van de Algem. Ver.
voor B. C.
Dit voorstel vond, hoewel
reglement geen definitief besluit
genomen, blijkbaar veel bijval.
Verder werd o. a. medegedeeld dat de
afd. Hillegom het voorstel om aan de
Regeering te verzoeken uitvoerrecht te
heffen op afgesneden bloemenheeft
ingetrokken. Verderdat de onlang9
gehouden tentoonstelling met behulp van
een gedeelte van het waarbargfonds,
zichzelve zal kunnen bedruipen dat hot
aantal leden sedert December van het
vorige jaar met 107 is toegenomen, dat
de afdeeling Limmen en het bestuur van
de afd. OverveenBloemendaal zich
hebben gereconstrueerd en dat op de
volgende algem. verg. ook de afd.
Noordwijk weer zal vertegenwooiv
digd zijn.
(Het uitvoerig verslag zal in ons vol
gend nummer worden opgenomen.)
In de jongste, vergadering van den
Raad der gemeente Haarlemmerliede en
Spaarnwoude werd de gemeentebelasting
vastgesteld op f 2000, of 900 minder
dan in 't vorige jaar.
Men schrijft ons uit Houtrijk en Po-
lanen:
De torpedo schietoefeningen aan zijka
naal F. zijn heden (Maandag) weder
aangevangen. Do kannoneerboot no. 7
is reeds aangekomen om als logement
schip te dienen voor de bij de oef'enin
gen gedetacheerde manschappen.
Letteren en Kunst.
Wij vinden in de JDebitant, vakblad
voor Boekhandelaars en Leesbibliotheken,
het navolgende bericht, dat wij letterlijk
overnemen.
Het luidt als volgt:
„Er is niets nieuw onder de zon" zei
„eens een geleerd man. De zaken doen
„zich alleen maar aan ons voor in an-
„dere vormen."
„Zoo dacht zeker ook de firma L003-
„jes te Haarlem, die de roman van
Braddon „onder den titel Henry Dun-
„bar" verschenen in 1865, thaus heeft
„uitgegeven onder den sensatietitel „Va
gebonden."
„Wanneer het navolging mocht vin-
eden H. H. Uitgevers, zegt het dan bij
„de aanbieding e. v. p.? 't is maar om
„de lezers niet te misleiden, weet U."
Thans kan bericht worden, dat mevr.
S. de Vries, na het doorstaan vao eene
levensgevaarlijke operatie, herstellende
is en misschien nog deze week de zie
kenverpleging kan verlaten. Haar oude
opgewektheid en veerkracht heeft zij
behouden.
De Portefeuille zal met 1 April,
zijnde de aanvang van den nieuwen
jaargang, weder in haar vorig formaat
verschijnen en haar inhoud zal zich uit
sluitend bepalen tot kunst en letteren,
waarvoor haar ruime medewerking is
toegezegd.
-Inhoud: „S e m p e r v irens" No. 13.
Het ingezondene te Amsterdam, bij ge-
legenheid van de Vergadering der Vaste
Commissies op 18 Maart 1890.
Anthurium Scherzerianum atrosangui-
neum, met een afbeelding. De num
mering van uw catalogus ia om dol te
worden. De Secateur of Snoeïschaar.
Een proeftuin. De Maqui-vruchten
als wijnkleursel. De Haarlemsche
Tentoonstelling. Intern. Tuinbouw
tentoonstelling van 26 April tot 5 Mei.
Boekaankondiging. Verschillende me-
dedeelingen. Vraagbord.
De leden van de Eerste Ka
mer der Staten-Generaal worden tot
hervatting der werkzaamheden opgeroe
pen tegen Dinsdag 8 April, des avonds
8| ure.
Het Kamerlid m r. L. W. C.
Kenchenius heeft zich Vrijdag voor
eenige dagen naar Engeland begeven.
De Revue Internationale dé
Stekograj)7i,ie van Parijs deelt in haar
laatst verschenen nummer de benoeming
tot ridder in den Nederlandschen Leeuw
mede van den directeur der Stenogra-
phische Inrichting aan de Staten-Gene-
raal en laat daarop volgen
„Deze onderscheiding, zoozeer ver
diend door de langdurige en uitstekende
dieLSten van den heer Steger, is eene
eer voor de Stenographische Inrichting
te 's Hage en voor de Stenographic in
het algemeen. Wij bieden onze geluk-
wenschen aan onzen waardigen ambts
broeder aan, en wij hopen, dat hij nog
lang aan allen het voorbeeld zal geven
van zulk een welbeloonden arbeid, en
aan de Nederl. Kamers zijn zoo terecht
gewaardeerde medewerking."
Van de hand van den Neder
landschen consul-generaal te Buenos-
Ayres, den heer L. van Riet, die vroe
ger in het algemeen gunstig adviseerde
ten opzichte van emigratie naar Argen
tinië, is thans in de Staatscourant eene
waarschuwing opgenomen, waarin gezegd
wordt, dat de goede kansen voor land
verhuizers in genoemde republiek in den
laatsten tijd aanmerkelijk zijn verminderd.
In de eerste plaats is dit een gevolg van
de buitensporige afmetingen, welke de
immigratie aangenomen heeft, ea in de
tweede plaats van de finaucieele crisis,
waarin Argentinië met een goudagio van
ver over 200 pet. zich sedert eenigen
tijd bevindt.
De afd. Rotterdam der „La
bourer's Union" spreekt het bericht te
gen, dat zij uiteengespat is. De zaak is
dat aan Van der Kolk, pres., en Sas
secretaris, door de Vereeuiging het
mandaat als zoodanig is ontnomen.
Beide vacante plaatsen zijn wederom
door anderen vervuld.
Ter beurze te Rotterdamligt
thans een adres aan den minister van
Binnenlandsche Zaken ter teekening,
waarin Z.Exc. door inwoners der ge
meente Rotterdam, eerbiediglijk verzoeht
wortit dusdanige stappen te doen, welko
zouden kunnen leiden tot eene oplos
sing der bestaande geschillen inzake de
schutterij.
Aan d r. II. W. van Rijn, den
nestor der medici te Zutfen, is bij ge
legenheid der viering van zijn gouden
doctors-jubileum aangeboden een sierlijk
beeld in zilver, voorstellende Esculapus,
op een voetstuk waarop het wapen van
Zutfen met toepasselijk inschrift.
Ook de officieren der dd.
schutterij te Gouda hebben aan den mi
nister van Binnenl. Zaken een adres ge
richt, waarin zij verklaren, met leed
wezen kennis te hebben genomen van
het door den Minister, op een tot hem
gericht adres van den kapitein F. Koch
Jr. en 14 andere officieren der dd.
schutterij te Rotterdamgegeven ant
woord. Zij spreken bescheiden de wen-
schelijkheid uit, dat over de daarbij be
handelde zaak meer licht worde ver
spreid. Het belang to.h der schutterijen
in het algemeen en van de officieren in
het bizonder vordert, dat, waar de Mi
nister het noodig oordeelt eene derge
lijke scherpe afkeuring over het gedrag
van door Z. M. den Koning benoemde
officieren uit te spreken, ook de gron
den van dat oordeel niet onbekend blij
ven. Mitsdien verzoeken adressanten, dat
door den Minister aan de commandan
ten der dd. schutterijen uitvoeriger worde
medegedeeld, wat tot die afkeuring
heeft geleid, en zij uitgenoodigd worden,
die mededeeling ter kennis van de onder
hen dienende oificieren te brengen,
Aan het verslag omtrent de
werkzaamheden van het „pare vaccino-
gène" te 's Hertogenbosch over 1889, is
het volgende ontleend:
Aan het bureau voor koepokinenting
te 's Hertogenbosch, wordt eiken Zater
dag van half twee tot half drie ure des
namiddags gelegenheid gegeven tot kos-
telooze inenting met animale pokstof.
Daartoe wordt eiken Maandag een kalf
ingeënt, na door een rijksveearts te zijn
gekeurd. Na 6 maal 25 uren wordt de
lymphe met pokweefsel tusschen glaasjes
verzameld en ter verzending gereed ge
maakt.
Gedurende het jaar 1889 werden er
n het „pare vaceinogène" verricht: 503
vaccinatiëa en 42 revaccinatiën.
Gemiddeld ontving elk kind 10 steek
jes. Van de vactinatiën hadden er plaats:
bij kinderen beneden het jaar 65, van
15 jaar 410, van 510 jaar 87, van
10—20 jaar 1.
Het resultaat van drie vaccinatiën bleef
onbekendbij de overigen (500) kwamen
gezamenlijk 3613 pokken op, d. i. ruim
pokken per kind.
Van de revacciuatiëu werden er ver
richt: van 110 jaar 37, van 1020
jaar 5, boven 40 jaar 1van 7 gere-
vaccineerden werden de bewijzen van in
enting niet opgeëischt, en bleven dus de
resultaten onbekend; bij 6 bleven de re
vaccinatiën zonder gevolg; bij 30 kwa
men gezamenlijk 154 pokken op, d. i.
ruim 5 pokken per persoon.
Aan geneesheeren in en buiten 's Her
togenbosch werden 997 paren met animale
vaecine verzonden. Slechts van zeer en
kele medici mochten wij de resultaten
van hunne inentingen vernemen. In ver
reweg de meeste gevallen bleef ons suc
ces onbekend.
Drie dames van aanzienlijke
families is ons land zijn dezer dagen
vertrokken naar Algiers, naar de missie
van kardinaal Lavigerie, om als zuster-
ziekenverpleegsters te worden opgeleid.
(Msb.)
De minister van Handel,
Landbouw en Nijverheid in België heeft
bij rondschrijven de aandacht der goever-
neurs in de prorineiëu gevestigd op de
wenschelijkheid, dat de belgische iudus-
trieelen deelnemen aan de te Amsterdam
te houden tentoonstelling tot voorkoming
van ongelukken in fabrieken, en ver
zoeht, de deelneming te bevorderen.
B ij den Raad van Amster
dam is thans ingekomen het ontwerp-
adres waarin den Koning verzocht wordt,
dat het Z. M. behagen moge zoodanige
wijzigingen van de wet op het hooger
onderwijs aanhangig te maken, als waar
door de faculteit der godgeleerdheid
moge ophouden een noodzakelijk be
standdeel van het openbaar universitair
onderwijs te zijn.
Het was, zooals reeds kor-
telijk gemeld, voor net eerst, dat Vrijdag
in de Senaatskamer der Universiteit te
Amsterdam de plechtigheid der acade
mische bevordering van eene dame tot
doctor plaats had. Mejuffrouw M. C.
du Saar, die bare studiën aan de Uni
versiteit te Amsterdam heeft aangevan-
en voltooid, verdedigde haar proef
schrift en stellingen tegen de opm^rkin-
van vijf hoogleeraren harer facul
teit, en werd ten slotte cum laude tot
doctor in de geneeskunde bevorderd.
Bij het mededeelen van deze onder
scheiding voegde de promotorprof.
Stokvis, een hartelijk woord van gelnk-
wensching, als betuiging van de ingeno
menheid der geheele faculteit. Ook bij
heerschend verschil vau meening over
de vraag of het ambt van arts in de
praktijk voor vrouwen gewenscht kan
zijn, wees dc hoogleeraar er op, dat in
wetenschappelijke ontwikkeling ook de
vrouw het hoogste kan bereiken.
Zaterdagochtend werd te
Amsterdam naar het politiebureau in de
Ferdinand Bolstraat een 8-jarig meisje
gebracht, dat in den nacht, nagenoeg
ongekleeddoor hare ontaarde ouders
die beschonken waren, buiten de deur
hunner woning in de Jan Steenstraat
was gezet. De arme kleine belde, nadat
de dag was aangebroken, angstig aan
de ouderlijke woning, doch men liet
haar bellen. Nadat een politie-ageat
eveneens vergeefscke pogingen had aan
gewend om de bewoners wakker of ge
hoor van hen te krijgenwerd het
meisje door hem naar het politiebureau
geleid, waar de ouders, welke dien naam
onwaardig zijn, later zijn ontboden en
ongetwijfeld de berisping hebben ont
vangen, die zij zoo ten volle verdienden.
(Tijd.)
Ook de firma's Bloemendaal
en Laan en Jan Prins te Wormerveer
hebben hun geheele werkliedenpersoneel
tegen ongelukken verzekerd.
In de tesselsche haven is
met averij en in zeer lekken toestand
binnengeloopen, de blazerschuit T 60.
Zij was, volgens het zeggen der beman
ning door een helderschen botter op de
Noordzee aangezeild. De botter zelf be
kwam geen schade.
Men meldt ons uit DeCocks-
dorp van 30 Maart:
Zaterdag is aan den zeekant een
prachtige postduif gevangen. Aan den
linkervleugel R y i F v D C 7. ge
merkt en aan den poot was een rood
lint bevestigd.
Het kind van een officier
der huzaren te Leiden is door een hond
in de lip gebeten. Het beest is dol ver
klaard en het kind onder behandeling
van prof. Pasteur gesteld.
Vrijdag middag deed te
Nieuw-Terbregge, onder Hillegersberg,
de 20jarige zoon van den kruidenier C.
een ingespannen paard het hoofdstel af,
om het brood te geven; het paard ging
aan den loop, on bij de poging om het
tegen te houden, geraakte de jonge C.
ouder den wagen, met het ongelukkige
gevolg, dat hij meer dood dan levend
onder het rijtuig van daan werd
Denzelfden avond overleed hij.
Uit Apeldoorn wordt van
Zaterdagmiddag gemeld:
Heden namiddag omstreeks half twee
ontstond er brand in het kerkgebouw
der nederduitsck hervormde gemeente,
en bij het afzenden van dit bericht is
het 8choone gebouw geheel en al eene
prooi der vlammen geworden.
Op het dak waren loodgieters aan het
werk, en men vermoedt dat het ont
staan van het vuur hierin zijne oor
zaak heeft.
De kerk, in den vorm van een griekseh
kruis gebouwd, was met zijne massief
opgetrokken muren, tusschen het hooge
geboomte, een sieraad der gemeente-
Zij was voor rekening van koning Wil
lem I gebouwd, door deze aan de her
vormde gemeente alhier ten geschenke
gegeven en den 5den Juni 1842 als
zoodanig ingewijd.
Vr ij dagochtend moet door
den concierge van de fabriek der ne-
derlandsche Rijnspoorwegmaatschappij te
Utrecht een kistje nabij die fabriek zijn
opgevischt, waarin eene groote waarde
aan juweelen gevonden werd.
Men vermoedt dat deze voorwerpen
afkomstig zyu van den indertijd ge-
grootea juweelendiefstal op de
lijn „LondenBerlijn."
De 58-jarige vrouw C. te
Dinteloord is Vrijdag naar de gevange
nis te Breda overgebracht. Zij heeft be
kend, de schuur van den vrachtrijder
P. K. aldaar verleden week in brand te
hebben gestoken uit wraak, omdat hij
haar in een huwelijksplan tegenwerkte
Uit Venloo wordt van 29
Maart gemeld: Hedenochtend kwam al
hier aan de minister van Oorlog, verge
zeld van een kapiteiu van den generalen
staf, tot opneming van terreinen voor de
uitbreiding der kazerne. Het voornemen
bestaat, om het geheele 2e reg. huzaren
en artillerie hier in garnizoen te leggen.
Uit Vaals wordt gemeld:
De justitie was 11. Woensdag te Hol-
set-Vaals, waar zij een onderzoek instelde
naar den diefstal met verzwarende om
standigheden, bij den herbergier Lintzen
Ook de gearresteerde Duit-
scher was naar hier overgebracht. Naar
men verneemt, legt hij thans alle schuld
op zijne twee ontvluchte makkers. De
toestand van vrouw Lintzen, die door
de dieven levensgevaarlijk gewond werd,
js nog altoos dezelfde.
In de Eksloërmoudenento
Musselkanaal zijn, tengevolge van de
aldaar begonnen werkstaking, proclama
ties aangeplakt, waarbij elke samenscho
ling van meer dan vijf personen verboden
is. De commissarissen des Konings van
Grouingen en Drente zijn in die streken
aangekomen. Te Musselkanaal zijn 37
militairen aangekomen. Van» de verve-
ners te Eksloërveen hebben vele aan
de arbeiders hunnen eich, f
ben de verveners in eene aldaar gehou
den vergadering eene loonsregeling vast
gesteld. Er heerscht in de veenstreken
overal eene groote vraag naar turf tegen
steeds hoogere prijzen.
Zaterdag ochtend is uit
Deventer een detachement huzaren naar
Nieuw-BuineD vertrokkon om de orde in
de veonstreken te handhaven.
11 et steentje, waarover
reeds vroeger is geschreven, dat door
sommigen voor een echten diamant en
door anderen voor een gewoon keisteentje
wordt gehouden, is nog in het bezit van
den grindschipper Bul te Groningen.
Evenwel is Bul nog niet geneigd het
wog te werpen en evenmin om het voor
een kleinigheid van de hand te doen.
Onderscheidene kenners, onder welke
mannen, die jarenlang als diamantslijper
gewerkt hebben, verklaren den steen
een zuiveren diamant te zijn. Een van
hen heeft o. a. geruimen tyd met een
veil op den steen geschuurd, doch kon
daarop geene verandering brengen, zoo
dat hij mot den uitroep: „Het is waar
achtig een echte diamantden steen
aan den eigenaar teruggaf. Niettegen
staande bijna alle couranten vertelden
dat de steen „valsch" was, zyn er we
der een paar amsterdamsehe heeren bij
den schipper geweest die hem er/8000
voor boden, dadelijk te betalen. De man
meent echter (zeker niet ten enrechte),
dat, als de steen voor f 8000 niet te
duur is, hij ook een veel grootera som
waard is. {Asser Ct.)
Vrijdag bracht Bismarck te Berlijn
zijn laatste afscheidsbezoek. Het gold
zijnen ouden meester, wijlen keizer
Wilhelm I. Goheel onverwachts ver
scheen de grijze kanselier in het een
zame slotpark van Charlottenburg voor
het stille mausoleum, waar het stoffelijk
overschot van den ouden keizer zaliger
rust. In zijn uiterlijk geleek hij daarbij
volmaakt op die historische afbeeldingen,
die men rait den t'ransch-duitschen oor
logstijd van hem heeft. Op zijnen witten
wapenrok droeg hij ais éénige decoratie
het zwarte IJzeren Kruis, het hoogste
eereteeken uit dien grooten tijd. Met
zijne zware ruiterlaarzea aanden
blanken stalen helm op het hoofd en
den langen pallas aan de zijde, schreed
hij met rinkelende sporen door het sche
merdonker der vorstelijke doodenhalle0
Alle dienaren terugwijzend, liet hij de
deuren sluiten en bleef eenige minuten
geheel alleen bij de tombe van den ede
len do«de. Slechts eenige voorbijgangers
hoorden toevallig van deze laatste hulde
des IJzeren Kanseliers aan zijnen doo-
den keizer.
Naar hetgeen de National Zeituny
van gewaarborgde zijde verneemt, zou
prins Bismarck voor den titel van her
tog van Lauenburg werkelijk hebben
bedankt
Het duitsche programma voor de ar-
beids-conferentie omvatte zes pusten in
den vorm van vragen. De conferentie ant-
woorde daarop in haar slotprotecol in
den vorm van weuschen, waarbij in-
tusschen op te merken is. dat bij de
vaststelling van deze wenschen de ge-
volgmachtigden der verschillends landen
het niet altijd msfc elkandcj eoos waren.
Daar echter elk antwoord ingeleid werd
met de rekbare formule: „het is wen-
schenswaard", konden ook de tegenstre
vende elementen zich eenigermate daar
mede vereenigen. En dat te eerder,
omdat bij de meeste punten uitdrukke
lijk vermeld werd, dat „uitzonderingen"
naar gelang van de behoefte des lands
toegelaten zijn.
De verkregen resultaten zullen nu
aan de regeeringen, die aan de conferentie
deelnamen, worden medegedeeld, om tot
leiddraad te dienen voor hare toekom
stige wetgeving, zonder dat zij echter
daaraan gebonden zijn.
Als vertegenwoordigers van het groot
ste kolenland kwamen de engclseke ge-
per dag- j volmachtigden op tegen de bepaling,
werk, ingewilligd. Te Valtermond heb-j dat vrouwelijk® personen bij de onder-
mogelijke in het werk moest stellen, opdat hij eene gunstige opinie
omtrent Cornelia zou laten behouden.
„Ik ben weer beter," stamelde zij, eene krachtige poging aan
wendende om hare aandoeningen te bedwingen, en eenigszins ge
rustgesteld, vroeg Gaspard haar niets meer hieromtrent en begon
hij over andere dingen te spreken.
Er was nog zeer veel te bespreken, en als uit instinct ver
wijlden beiden bij het verleden, en dolven zij herinneringen uit
vroegere gelukkige jaren op. Ongemerkt werd het laat en Gaspard
wierp niet eerder een blik op de pendule, dan nadat hij in een
kort oogenblik van stilzwijgen had bemerkt, dat Espérance in
slaap was gevallen. Het was reeds later dan twaalf uur, maar
hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om haar in haar slaap
te storen, zoodafc hij bleef zitten, terwijl het hem niet speet dat
hij nu eene verontschuldiging voor zijn langdurig bezoek zou
kunnen aanvoeren. De gedachte dat hij haar juist nu moest ver
laten, drukte hem loodzwaar. Zijns inziens paste zij volstrekt
niet in deze huishouding en hoe ziek en uitgeput zag zij er uit!
Een bittere glimlach plooide zich op zijn gelaat, toen de gedachte
bij hem opkwam, dat deze zeer onvrouwelijke nichten zijne
eenige bloedverwanten waren, en toen hij een blik wierp op hare
mei een donkeren blos bedekte wangen, en naar haar onregelmatige
ademhaling luisterde, besefte hij eerst goed, hoezeer zij het gemis
van eene moeder gevoelden.
Hij stelde zich dit beeld van teedere liefde en hartelijkheid nog
in flauwe trekken voor oogen, en het is hem dus te vergeven,
dat hij eene hartstochtelijke verwensching uitte tegen den deken,
die zijne moeder het leven tot een last had gemaakt.
De klok sloeg juist één uur, toen hij door naderende voetstappen
werd opgeschrikt en Cornelia de kamer binnentrad. Zij was na
tuurlijk hoogst verwonderd haar neef daar nog te vinden. Met
fluisterende stem gaf hij haar eene verklaring van zijne aanwe
zigheid aldaar en Cornelia, getroffen door dit ongewoon schouw
spel, was zeer hartelijk.
„Een van de dames Lowdell is flauw gevallen en nu ben ik
wat vroeger met haar thuis gekomen. Het spijt mij, dat Espérance
vanavond zoo dikwijls gestoord werd."
„Ik vrees, dat zij zich heeft overwerkt aan mijn uitzet," zeide
Gaspard op angstigen toon. Ik zou gaarne willen, dat ik haar in
betere omstandigheden kon achterlaten. Zij heeft op het oogenblik
een gloeiend voorhoofd en is koortsig. Wist ik maar, wat haar
scheelde
Niet zonder aarzeling greep Cornelia hare hand vast, met het
pijnlijke bewustzijn van haar eigen onwetendheid.
„Ik weet van zulke ziekteverschijnselen niet mee te praten,"
zeide zij, „maar zij is inderdaad zeer warm. Ik geloof ook, dat
zij zich heeft overwerkt."
Gaspards trekken werden steeds somberder, en Cornelia had er-
alles voor over gehad, wanneer zij maar wat meer vrouwelijke
tact en fijngevoeligheid had gehad, die haar, dat besefte zij dui
delijk, op dat oogenblik zeer van pas zouden zijn geweest. Door
hun gesprek was Espérance onrustig gewordenzij bewoog hare
armen heen en weer en begon in haar slaap te spreken, eerst
onverstaanbaar, maar daarna met schrille duidelijkheid hoewel
niets dan f'ransch. Hare woorden sloegen diepe wonden in de
harten van Cornelia en Gaspard. Zij betroffen Gaspards reis.
„Morgen, morgen! Hoe zal ik het nog kunnen dragen? En
toch is het goed voor u. Gaspard
Toen na eenige krampachtige snikken. „Het is zoo ver, zoo
reeselijk ver weg, en ik ben zoo alleen. Wanneer men mij hier
maar een weinig wilde liefhebben
Langzamerhand werd zij weer iets kalmer, en Gaspard wendde
zich tot Cornelia, die groote tranen in hare oogen had.
{Wordt vervolgd.)