POLITIEK OVERZICHT.
adres aan de Tweede Kamer gericht,"
waarin zij in het belang der nationale
nijverheid met allen nadruk het ver
zoek ondersteund, dat met de watertollen
en ongelden wegens het vervoer te
water, ook de landtollen en bruggelden
voor het vervoer te land gelijktijdig en
algemeen mogen worden afgeschaft en
daardoor aan de vrijgevige strekking der
grondwet van 1815, 1848 en 1887 ein
delijk volkomen gevolg worden gegeven.
Thans is zonneklaar geble-
kens dat er zelfs geen sprake is geweest
van een oproer aan boord van de
Tromp.
Door een der bladen {Het
Centrum) werd Woensdag medegedeeld,
dat de toestand van dr. Schaepman
weder minder gunstig zou zijn, en hij
Dinsdag eene keeloperatie heeft moeten
ondergaan.
Wij kunnen dit bericht in zooverre
tegenspreken, dat de ongesteldheid be
staat in eene lichte keelaandoening, die
door eene zeer gewone geneeskundige
behandeling en eenige dagen rust geheel
zal weggenomen zijn.
Het geval is van niet de minste be-
teekenis. {Mb.)
Examens nuttige handwer
ken geslaagd de dames A. Nalis, van
Zoetermeer; M. C. Gonggrijp, van den
Haag A. T. Meijer en M. Pistorius,
van Haarlem.
De examens zijn geëindigd.
Eene buitenge w. algem.
vergadering van aandeelhouders in de
Mij. tot expl. van Staatsspoorwegen zal
Woensdag 16 April e. k. te Amsterdam
worden gehouden, ter behandeling van
het voorstel der regeering tot wijziging
van den termijn van 1 Mei 1893, in
art. 70 der overeenkomst van 21 Jan.
1890 bepaald, voor de bekrachtiging van
de overeenkomst door de wetgevende
macht.
De Mij. tot Nut van 't Alge-
meen zal hare 104a algem. vergadering
houden op Woensdag 28 Mei 1890, des
ochtends 10 uur, in het gebouw „Strouc-
ken", te Amsterdam, onder leiding van
mr. W. H. K. Mouthaan, door het hoofd
bestuur uit zijn midden tot voorzitter
benoemd. Onder de voorstellen komt
voor dat van het hoofdbestuur tot op
richting van een schoolfonds, met het
oog op do nieuwe wet op 't lager on
derwijs.
In de Woensdag gehouden
vergadering van aandeelhouders in het
Paleis van Volksvlijt te Amsterdam is
medegedeeld, dat in het vorige ex
ploitatie-jaar 80.636,64 is verloren.
De heer G. L. van Kesteren werd met
algemeene stemmen tot directeur her
kozen.
Naar men verneemt is de
gelegenheid van aanmelding ter deelne
ming aan de dezen zomer te Leeds,
onder bescherming van onderscheiden
sommiteiten van geboorte en bedrijf, te
houden internationale tentoonstelling
van voortbrengselen op het gebied
van nijverheid, schoone kunsten, arbei
derswoningen, enz. nog tot 15 dezer
opengesteld. De onderneming beoogt in
zonderheid deelneming van nederlandsche
zijde; zij heeft daartoe nog weder een
beroep gedaan op de toetreding van onze
voornaamste industrieelen en kunstbe
oefenaars.
De gemeenteraad te Am-
sterdam heeft Woensdag met 26 tegen
10 stemmen in beginsel besloten
tot herbouw van den Stadsschouw
burg.
De stoomtram bracht Woens
dag van Hilversum een aantal werklie
den te Amsterdam, om de Prins van
Oranje van steenkolen te voorzien. On
der politietoezicht wordt gewerktde po
litie heeft het gedeelte Handelskade, waar
de boot ligt, afgezet.
Uit den Haag wordt ge
meld
Op aanwijzing van den zoon van zijn
kostbaas, in het Lang Achterom, bij
wien hij sinds eenige dagen zijn intrek
genomen had, is Woensdag door de po-
itie, op het oogenblik dat hij zich per
Holl. spoor, zoogenaamd voor zaken,
naar Rotterdam wilde begeven, gevat
Johan Godfried Barend Gerhard Brum-
mer, geb. te Amsterdam in 1865, van
beroep loopknecht. Hij had dezer dagen
te Haarlem een aantal winkeliers opge
licht, door van hen, op naam van ge
achte ingezetenen aldaar, op beziens
mede te nemen verschillende boekwer
ken, bottines, overhemden en meer an
dere ar ikelen. In de gemeenten Amster
dam en Rotterdam had hij op gelijke
wijze bedrog gepleegd.
Door de rechte r-commissa-
ris van Zutfen zijn te Apeldoorn de drie
loodgieters en een timmerman gehoord,
die Vrijdag en Zaterdag op de Herv.
kerk gewerkt hebben, Uaar men ver
moedt, dat door hun onvoorzichtigheid
de brand, waardoor dat gebouw een
prooi der vlammen werd, is ontstaan.
Naar uit goede bron vernomen wordt
was de kerk voor 100,000, het orgel
voor ƒ12,000 en het meubilair voor
ƒ20.000 verzekerd.
Woensdag namiddag ruim
drie uur ontstond er een begin van brand
in de boerdery van den heer Pronk te
Oudkarspel. Gelukkig werd het vuur met
eenige emmers water gebluscht, zoodat
de spuit geen water behoefde te geven,
liet vee was er spoedig uitgedreven. De
brand ontstond in een kast, waarin men
eene aangestoken petroleumtoestel had
geplaatst. De zolder der kast, waarop
omzettend veel hooi was, begon reeds te
branden.
Men leest in de P. Nb. e n
'sH. Ct.:
Dinsdagnamiddag zijn onder geleide
van een brigadier en vier maréchaus
sees dezer brigade acht udensche belha
mels, die de hoofddaders zijn geweest
van de rustverstoringen en de mishan
delingen, waaraan de politie heeft bloot
gestaan, geboeid naar de gevangenis
alhier overgebracht. Tegen allen is bevel
van gevangenhouding uitgevaardigd. Twee
anderen zyn voortvluchtig, doch worden
opgespoord.
's Avonds zijn hier ook de wacht
meester en de andere manschappen te
ruggekeerd, daar de rust te Uden vol
komen is hersteld.
De aangehoudenen zijn allen huis
vaders, zoodat de toestand voor vrouwen
en kinderen zeer ongelukkig is. Wel
tooneu de daders dau ook reeds nu
spijt over het voorgevallene, doch dit zal
hun weinig helpen, daar een goede les
voor het vervolg noodig is.
Vooral aan het krachtig en beleidvol
optreden van den kapitein der maré-
chaussée, jhr. Bureel de Mauregnault, uit
Grave, is het te danken, dat de rust
zoo spoedig is hersteld en de hoofdda
ders zijn aangehouden.
Aanbestedingen.
IJmuiden, 12 April. Bij de aan
besteding der verbouwing der openbare
school alhier was de minste inschrij
ver de heer J. C. van Vendeloo te
Velsen, aan wien het werk is gegund,
voor ƒ11,420.
Landbouw en Veeteelt.
Aan het hoofd van eene nieuwe groote
onderneming heeft zich de Confederatie
Nederlandsche vereeniging tot bereidin[
van melkproducten te Delftshaven, ge
plaatst, ten doel hebbende om dagelijks
belangrijke melktrausporten naar Londen
etc. te exporteeren. Bedoelde firma heeft
namelijk een middel uitgevonden om
melk, zelfs gedurende den zomer, 14 da
gen volkomen versch en zoet te houden,
en de proefnemingen hebben boven alle
verwachting goede resultaten opgeleverd.
Wij hebben eens gelegenheid gehad,
het etablissement der Confederatie met
zijne verschillende afdeelingen voor room
boter en kaas-fabricatie (zuivelbereiding)
te bezichtigen, en wij bekennen volmon
dig, dat onze verwachtingen, welke wij
van deze nu vier jaren bestaande onder
neming koesterden, ver overtroffen zijn
geworden.
Wij vonden daar de nieuwste machi
nes op het gebied der zuivelbereiding
heeft zich klaarblijkelijk alle uitvindingen
van den laatsten tijd ten nutte gemaakt.
Groote deensche centrifugen en sepa
ratoren scheiden voortdurend den room
af van de enorm groote hoeveelheden
melk, welke gedurende den dag in zui
vere kannen versch aangebracht worden,
en het gaat alles zoo bewonderenswaar
dig hand aan hand, dat b. v. de melk,
die 's morgens om 8 uur geleverd wordt,
reeds twee uren later uit den afgeschei
den zoeten room in de fijnste boter ver
anderd is.
Ook de afdeeling voor kaasbereiding
geeft veel interessants te zien, en ook
hier kan men den grootsten vooruitgang
waarnemen.
Het geheele, zeer uitgebreide etablis
sement kan met recht gelden als een
voorbeeld der zuivelbereiding en niette
genstaande de groote bedrijvigheid heerscht
overal eene zindelijkheid en accuratesse,
die wezenlijk te roemen valt.
Wij wenschen deze vaderlandsche onder
neming in den wedstrijd met hare fran-
sche en deensche concurrenten ook ver
der het beste succes.
{De Huisvrouw.)
De Hollandsche Maatschappij van
Landbouw heeft een inrichting in 't le
ven geroepen, die zeer nuttig kan wer
ken voor de zuivelbereiding. Een ver
eeniging door haar tot stand gebracht,
heeft zich met de uitvoering der plannen
belast en een „zuivelhoeve" opgericht.
Daartoe heeft zij een hofstede van ruim
veertig hectaren bij Oudshoorn aan den
Rijn gekocht, hierop de noodige lokalen
voor zuivelbereiding gebouwd en zich de
medewerking verzekerd van wetenschap
pelijke mannen. Met de maand Mei van
het vorig jaar is de eerste cursus ge
opend met 8 meisjes 6 jongens en met
1 Mei a. s. neemt de tweede cursus een
aanvang.
Het theoretisch ouderwijs wordt gege
ven van 14 uur, door de heeren D. J. H.
Wakker, plantkunde; D. A. De Jong,
ryksveearts, dierkunde; Dr. W. Storten
beker, zuivelbereiding; en S. van Dissel,
bedrijfsleer en boekhouden. Het grootste
deel der werkzaamheden is van practi-
8Chen aard en wordt behoorlijk verdeeld
en afgewisseld, 's Zomers begint men
reeds om 5 uur.
De resultaten dier leerhoeve zijn uit
stekend. Op de markt te Leiden maakt
zij den hoogsten prijs voor haar boter en
te Bodegraven voor edammer kaas. Het
is dus te verwachten, dat van deze zui-
velschool een toenemend gebruik zal wor
den
schar en door trekkers 330 tal haring
aangevoerd; tong gold 60 k 70 c., ka-
belj. 70 a 75 c., heilbot ƒ14, tarbot
ƒ9 k 10 per stuk, schelv. 45 het
honderd, kl. schol 2 a 2.25 per mandje,
schar ƒ1.25 per mand en haring 60 a
94 c. per tal.
IJ m u i d e n, 2 April. Heden kwamen
van de kordviascherij binnen de logger
V L 70, met besomming van ƒ90; de
smacks L T 140 met besomming van
ƒ115 en IJ M 18, 19, 22 met besom,
van ƒ110 tot ƒ140. Van de beugvis-
8cherij de sloepenP R 8 met 150 lev.,-
en 150 doode kabelj., 5 heilb., 500 schelv.,
20 lengen, 10 bennen vleet, 32 puntjes
rog; P R 46 met 160 lev., en 90 doode
kabelj., 1 heilbot, 1400 schelv., 60 leng.,
8 bennen vleet; M D 4 met 90 lev., en
40 doode kabelj., 1 heilb., 1500 schelv.,
25 lengen, 3 ben. vl., 2 ben. rog; M D
32 met 100 lev., en 50 doode kabelj.,
2 heilb. 300 schelv., 28 lengen 18 ben.
vl., 7 puntjes rog, 7 ben. rog; H D 30
met 120 lev., en 100 doode kabelj., 50
heilb., 700 schelv., 12 lengen, 12 ben.
vl., 1 ben rog; M A 20 met 80 lev.
kabelj., 500 schelv., 5 lengen 3 ben. vl.,
13 punt. rog; M A 53 met 120 lev., en
60 doode kabelj., 1 heilb., 1400 schelv.
M A 28 met 40 lev., en 180 doode
kabelj., 32 heilb., 800 schelv., 12 ben. vl.
De prijzen waren als volgt: tarbot 8
a ƒ12; gesorc. tongen 60 70 ct. p. st.;
schol ƒ4 a 17 p. 50 kilo; lev. kabelj.
0.70 a ƒ1 en doode 40 a 60 ct. p. st.
leng ƒ0.80 a ƒ1.10 per st.; heilbot ƒ6
a ƒ12.50 p. st.; schelvisch (sloepen)
22| a ƒ431; rog ƒ4 a ƒ5.50 p. punt
rog ƒ6 a ƒ8.50 per ben; vleet 4.50
a ƒ7 per ben.
Nieuwediep, 2 April. Door 45
korders en beugers werden 10 tot 50
tongen, 4 tot 20 roggen, 15 kabelj., 1
heilbot, 4 tarbotten, 100 schelv., 3 tot
vertegenwoordigd, en de ijverige directie 10 mandjes kl. schol en 1 tot 3 manden
ECOLONiËM.
BATAVIA, 26 Februari.
In ons nummer van Zaterdag maakten
wij melding van eene eoncessie aan de
firma De Lange Co. verleend om op
Poele Way (Atheh) een kolenstation op
te richten en te exploiteeren. Van hoe
veel gewicht die zaak door de regeering
wordt beschouwd, blijkt daaruit, dat zij
bereid is op het eiland eene bezetting
te leggen van 75 man, zoodra met den
aanleg een begin is gehaakt. Reeds vroe
ger werd er op gewezen welk eene toe
komst voor Way met zijne schoone
haven en vruchtbaren grond kan zijn
weggelegd, wanneer eenmaal de schepan
op hunue zeis van Europa naar Oost-
Azië daar dezelfde gelegenheden voor
het innemen vau kolen en mondvoor
raad en voor reparatiën zullen vinden
als thans te Singapore. Duitschland.
Rusland en Frankrijk zullen zonder
twijfel voor hunne oorlogsschepen liever
gebruik maken van eene Hollandsche
dan van eene Engelsche haven, en er is
geen reden, waarom Way ook niet eene
stapelplaats zou worden voor den han
del, te meer indien na de ontginning
van de Ombilienvelden de kolen er tegen
lagen prijs zullen zijn te vinden. Daar
het innemen van kolen daar aan een
stijger veel gemakkelijker en vlugger kan
geschieden dan op de ree van Oleh-leh,
zal de indische regeering zeker de eerste
zijn, die van het nieuwe station na zijne
oprichting zal gebruik maken. Wie weet
of op den duur Poeloe Way, dat ook
uitstekend geschikt is voor een gezond
heidsetablissement niet de schoonste
vrucht zal blijken te zijn van onzen
oorlog met Atjeh. {Javabode
De regeering heeft last gegeven
een strafrechtelijk onderzoek in te stel
len naar de handelingen van den ge
wezen en gefailleerden opiumpachter te
SemaraDg Ho Tjia .w Ing. Tot het on
derzoeken van zijne boeken zal de tolk
voor de chineesche taal, de heer M. von
Faber, in de volgende maand naar
Semarang in commissie gaan.
Te Troesan op de Oostkust van
Sumatra, een paar uren roeiens van de
Koniuginuebaai, zal op initiatief van
een Maleier, een stoomhoutzaagmolen
verrijzen, waarvoor de machines met de
Prinses Maria verwacht worden Zooals
bekend is, levert Troesan vele soorten
deugdzaam hout op, en dit artikel vindt
te Padang nog steeds een ruim debouché,
omdat de meeste woningen van geen
ander materiaal gebouwd worden. Wan
neer een ondernemend Europeaan bij
het begin van den Atje-oorlog eon
stoomhoutzaagmolen had opgericht, dan
had hij met de levering van hout aan
Atjeh, dat tonnen gouds aan hout ver
bruikt heeft, zeer zeker goede zaken
gemaakt. Het zou dan niet noodig zijn
geweest het materieel voor den bouw
van kazernes, woningen enz. aldaar van
Penang of Singapore te halea, terwijl
ook het spoorwezen langs een veel kor
teren weg voor tal van werken zich van
hout had kunnen voorzien.
Men meldt ons, dat Zr. Ms.
stoomschip Atjeh Maandag jl. met eene
geheime zending van Batavia vertrok
ken is.
De zaak is zoo voorzichtig behandeld,
dat de commandant, eerst toen hij goed
en wel onder stoom was, den van den
commandant der zeemacht ontvangen
lastbrief mocht openen. Het schip heeft
victualie voor zestien weken in.
MILITAIR DEPARTEMENT.
Verleend: Een tweej. verl. naar Europa,
wegens vijftien jaren onafgebroken dienst
aan de opzieners bij den artillerie-con
structiewinkel te Soerabaja J. P. Hek-
king en R. Tannenbaum.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de ind. bladen van 27 tot 28 Febr.)
GEHUWD: Ch. Hulster en Ch. H.
In der Maur. Batavia. - A. Huber en
de javaansche vrouw Rasmisa, Padang.
GEBOORTEN: Verschooff—Vogel z.
Semarang. - N. Loggies—Punt d. Soe-
rabaia. - Linck z. Padang.
OVERLEDEN: Pasch 28 j., Boss-
hard 33 j., Desmedt 22 j., Versteeg 36
j., allen Padang. - Kindje van J. C.
Reynst 3 m., Kramat. - H. J. Bernard,
Oeloe-Limau-Manis.
De verdere demonstratiën van Dins
dag ter eere van prins Bismarck op
zijn verjaardag overtroffen nog de voor
afgegane. Io steden als Dresden, Leip
zig, Hamburg, BremeB, enz. waren
overal de vlaggen uitgestoken. Op Frie-
driehsruh zijn nog per spoortrein meer
dan 4000 personen aangekomen, om
hunne handteekening in een der vijf
jereed liggende receptie-registers te
plaatsen. Daarbij kwam een storm van
felicitatie-adressen en telegrammen. Eene
schare van 356 mannen der kunst uit
Berlijn hebben Bismarck begroet, onder
andere als grootste vakgenoot, namelijk
als bouwmeester eu beeldhouwer van
vau het Duitsche rijk. Tot de deputatie
uit studenten heeft Bismarck eene warme
ïspraak gehouden.
Toen Bismarck in den namiddag een
zijner hooge bezoekers naar het spoor
station bracht, werd hij door de jubelende
menigte zoo geducht bestormd, dat bij
een naburig huis moest vluchten,
en van daar heimelijk naar het kasteel
moest terugkeeren.
De Times meldt uit Bagamoyo dat
Emin Pacha, na lang geaarzeld te heb
ben, besloten heeft in duitschen dienst
ie treden, tegen eene jaarwedde van
1000 p. st. Hij vertrekt half April met
onderscheidene duitsche officieren en twee
honderd man om met den meesten spoed
naar net Vietoria-Meer op te rukken-
Blijkbaar is het de bedoeling veelzijdige
tractaten met de opperhoofden te sluiten.
De winkels in Zanzibar worden leegge-
kocht voor geschenken aan Emins nieuwe
duitsche volgelingen. Deze tijding maakte
te Zanzibar, en ook in de regeerings-
kringen te Berlijn, groote sensatie. Niet al
leen vernietigt Emin door deze zijne
handelwijze alle vruchten van zijn zoo
genaamd ontzet door Stanley, maar hij
werpt zich ook in de armen dergenen,
die in Afrika Engelands tegenstanders
en mededingers zyn, en hij vergeet de
erkentelijkheid jegens Engeland wegens
zijne bevrijding. Men gelooft dat Duitsch
land door deze overeenkomst met Emin,
Engeland den pas naar Midden-Afrika
en het Meren district wil afsnijden. Het
heet dat Wissmann tracht den beruch-
ten slavenhandelaar Tippo-Tib voor de
duitsche zaak te winnen. Eerstgenoemde
heeft de karavanen verboden het duitsche
grondgebied tusschen Tanga, Papani en
Kilima-Naro zonder vergunning te be
treden. Men ziet hierin eene poging om
allen engelschon handel in Midden-Afrika
te beletten.
De Duitschers trachten vrede te ma
ken met de stammen aan de kust om
hunne hoofdaandacht aan Emins nieuwe
expeditie te kunnen wijden. De Engel-
schen te Zanzibar zoeken troost in de
gedachte, dat de 6e expeditie vermoedelijk
zal mislukken, omdat Emin in het on
gunstigste jaargetijde vertrekt.
In de duitsche koloniaal-staatkundige
kringen wekt het bericht uit Zanzibar,
dat Emin-pacha voor goed in duitschen
dienst is overgegaan en zoo spoedig
mogelijk een grooten tocht in het bin
nenland van Afrika organiseert, groote
vreugde. Zooals uit vorige telegram
men bekend is, waren ten behoeve
dezer onderneming reeds sedert eenigen
tijd vertrouwelijk onderhandelingen met
Emin gevoerd. Bij zijne expeditie was
het blijkbaar ook te doen den voorraad
van ivoor te redden, die hij bij zijn
overhaasten terugtocht heeft achterge
laten.
Het geracht houdt zich sterk staande,
dat de als dood gemelde dr. Peters zelft
het bericht omtrent zijn overlijden ver
spreid heeft, om met zijne expeditie, in
het belang van Duitschlandverder
voort te rukken, zonder door de Engel-
istond; hij gevoelde zich van een zwaren last ontheven, toen zij
uit een langdurigen slaap ontwaakte en de koorts minder was,
dan men had durven verwachten. Toen hij zijn hand dus nu weer
vrij had, begaf hij zich naar het observatorium om daar voor zijne
kwellende gedachten vergetolheid te zoeken, maar ondanks de
boeiende aantrekkelijkheden van zijn telescoop, klonken die
kreten hem den ganschen avond in de ooren.
In de ziekenkamer gingen de zaken vooruit. Espérance gebruikte
een weinig voedsel en viel toen weer in een langen, kalmen slaap,
zoodat de geneesheer den volgenden morgen haar toestand zeer
bevredigend vond en dus Cornelia weer vol hoop was. Zij sliep
dien dag bij tusschenpoozen en had nog geen aandacht voor hare
omgeving; den volgenden dag evenwel was zij weer geheel tot het
leven teruggekeerd. In den namiddag, toen de verpleegster een
poosje was gaan liggen, word Cornelia plotseling opgeschrikt door
eene vraag van Espérance, die deze met zwakke, weifelende stem
in het engelsch tot haar richtte:
„Weet Gaspard, dat ik ziek ben?7'
Cornelia begaf zich naar het ledikant.
„Neen, lief kind; maar nu gij beter zijt, zal ik hem schrijven."
„Misschien zal ik spoedig zelf weer in staat zijn om een brief
te schrijven. Welke dag is het?"
„Het is Zaterdag, de dertiende Juli. Wij zullen hem met den
eerstvolgenden maal, dat is op Vrijdag schrijven.
Espérance was te zwak om nog meer te kunnen spreken. Zij
lag over Cornelia's woorden na te denken, zeer verbaasd, dat zij
reeds zoo lang ziek was.
Deze toestand van zwakte zou echter nog lang aanhouden, want
ofschoon zij buiten gevaar was, vorderde haar herstel zeer lang
zaam. Zy was even hulpeloos als een pasgeboren kind en ofschoon
van nature opgewekt en geduldigkon zij de smartelijke ge
dachte aan hare eenzaamheid niet van zich zetten. Iedereen was
vriendelijk jegens haar, maar zij koesterde een onuitsprekelijk
verlangen naar Gaspard en iederen dag welden de tranen in hare
oogen op, die zij echter haastig wegpinkte en door een glimlach
deed vervangen, wanneer iemand tot haar sprak; zij was evenwel
nog to zwak om zich te bedwingen. Zij zag Cornelia dikwijls bij
zich, want de verpleegster legde zich des middags te rusten, na
des nachts te hebben gewaakt, maar Espérance had te veel ontzag
voor haar, en Cornelia zelf, hoewel al haar best doende om vrien
delijk te zijn, bezat niet die fijngevoeligheid en vlugheid van op
merking, die een ziekenverpleegster zoozeer noodig heeft. Zij kon
urenlang zitten voorlezen, ai haar best doende om geen gerucht
te maken, wanneer Espérance wellicht in eeno moedeloozo stem
ming verkeerde en dus behoefte had aan eenige troostende, op
wekkende woorden; een andermaal sprak zij bij de deur op fluia-
terenden toon, met eene onzichtbare dienstbode, en hinderde daar
mede de zieke meer, dan als zij overluid had gesproken. Haar
gemis aan zelfvertrouwen was ook zeer hinderlijk, want noöit
waagde zij het, iets voor Espérance te doen, zonder haar alles
eerst tot in de bizonderheden te vragen.
„Zoudt gij dat willen?" of Wil ik u dat geven?" totdat het
arme kind daardoor zoo uitgeput geraakte, dat zij een ontkennend
antwoord gaf, om aan al die vragen een einde te maken.
De haar aangeboren wellevendheid deed haar dit eehter voor
zich houden, zoodat Cornelia hiervan nooit iets bemerkte en door
hare dankbaarheid diep getroffen was; met iederen dag scheen zij
haar meer lief te krijgen.
{Wordt vervolgd