hadden verloren, werden Dinsdag door
den huurder der woning, den heer Reij-
nierse, in de gelegenheid gesteld, zich
van nieuwe te voorzien.
Letteren en Kunst.
Het jongst verschenen nummer van
de Nederlandsche Illustratiebevat eene
levensbeschrijving van den nieuwen
rijkskanselier Gaprivi von Caprara von
Montecuculli, met portret; eene levens
beschrijving van Saint-Saens eveneens
met portret; noveilen als: Hoe oom Flip
op het kind dasteen: De wissel wachter.
Verder verscheidenheden en kleinere illu
straties.
De premie voor de meeste en be8te
auecdoten, gedurende de maaud Maart
aan de redactie gezonden, is toegekend
aan den heer W. J. M. Plate, te Lei
den.
De heer Conrad Behrens doet ous
weten, dat hij voor den volgenden win
ter bij de Duitsche Opera te New-York
(in het //Metropolitan Opera House") is
geëngageerd, ilct duitsehe gezelschap gaat
thans, met Emil Fischer en Conrad
Bohrens als eerste bassisten, tot einde
Mei opvoeringen geven te Boston, Chi
cago en San Francisco. N.RC.)
Iuhoud SempervirensNo 14. De kleur
der bladeren. IV. Lycaste Skinneri,
met een afbeelding. Taxodium.
Ricinus. Ingezonden. De Haar-
lemsehe Tentoonstelling, vervolg van
bladz. 155. Boekaankondiging.
Verschillende mededeelingen. Blad
vulling. Verbetering. Antwoorden
op het Vraagbord.
II i N t
Z. M. de Kon
L A I».
heeft ƒ1 000
geschonken voor den bouw eener nieuwe
hervormde kerk te Apeldoorn.
Door H. K. H. mevr. de Groot
hertogin van Saksen is aan 's Rijks
Prentenkabinet te Amsterdam geschon
ken eene belangrijke verzameling gra
vuren in aquatinte, alsmede een ütho-
graphie door Madon, te zamen 14 stuks
in zeer groot folio.
Deze prenten stellen voorvier ge
zichten te Brussel en te Antwerpen de
veldslagen te Quafcre-Bras en te Water
loo den intocht van Z. M. Willem I,
koning der Nederlanden, te Brussel enz.
Door dit zeer belangrijke geschenk is
in de verzameling historieprenten in ge
meld kabinet aanwezig, eene leemte ver
dwenen, die wegens de buitengewone
zeldzaamheid der prenten zeer moeilijk
aan te vullen was.
Aan H. K. H. de Groothertogin van
Saksen Weimar Eisenach is voor dit
geschenk de dankbetuiging der regee
ring aangeboden.
Naar het Rb l. verneemt,
hebben onderscheidene hoofdofficieren en
kapiteius der infanterie van boven de 55
jaren vanwege den minister van Oorlog
eene //vingerwijzing" ontvangen, in den
loop van dit jaar hun pensioen aan te
vragen.
De luit. ter zee 2e k 1. j h r.
W. F. van Spongier is, volgens hier te
lande outvangen bericht, aan zijne te
Atjeh bekomen wonden overleden.
De londensche correspon
dent van de N. R. Ct. schrijft
De hollandsche kievitseieren, die hier
nu weldra bij honderden zuilen aanko
men eu ten deele reeds aangekomen zijn,
loopen gevaar hunne oude faam te ver
liezen, ook alweer door de schuld der
Hollanders zelf. Kievitseieren zijn, naar
diegenen weten, die zich dat weelde
artikel veroorloven kunnen, alleen sma
kelijk en eetbaar als zij volkomen versch
zijn. In dit opzicht toonen de engelsche
smuller8 zich meer en meer ontevreden
over de kievitseieren van hollandschen
oorsprong. Deze worden met argwaan
bespied en, bij den minsten twijfel, te
ruggezonden. Zij staan ontegenzeggelijk
in eenen kwaden reuk, en fijne winke
liers der Bond-street en omstreken, die
de clubs en de deftige huizen bedienen,
weigeren hollandsche kievitseiren wil-
ens en wetens in ontvangst te nemen.
Deze worden door hen op ééne lijn ge
steld met kraaieneieren, welke wel eens
de plaats van kievitseieren in de
van onwetenden gestopt worden.
De hollandsche kievitseiren komen
hier al te vaak bedorven of //duf" aan.
Dit is het gevolg hiervan, dat de hol
landsche boer te lang wacht, alvorens
zijne eieren te verzenden. Hij verbeidt
het oogenblik, dat één zelfde kiovit hem
vier of vijf eitjes gelegd hebbe, om ze
dan tegader op te zendenmaar hij
vergeet, dat de eerstgevonden eieren
niet beter er op worden door te blijven
liggen. Is deze methode verkeerd te allen
tijd, zij is vooral averechts in ooze
dagen, nu de concurrentie in kievits
eieren, door de hooge marktprijzen (oen
daalder per dozija voor goede eieren is
hier nu de gewone groothandelskoers)
zoo enorm toegenomen is. Men kende
vroeger geene andere kivitseieren dan
de norfolksche en de hollandsche, doch
tegenwoordig komen ze overal vandaan.
Het bijeenzamelen van kievitseieren is
eene belangrijke industrie geworden. De
puikste, d. w. z. de eieren die het
sterkst gewaardeerd worden, komen ons
thans uit Wales toe, en de schotsche
hebben ook hunne aanbidders. In de
werkelijkheid zijn deze eiereu geen haar
beter dan de normaudische of de hol
landsche. Zij hebben alleen dit voor, dat
zij vroeg, zeer vroeg ter markt komen
en zóó versch zijn als men het maar bij
mogelijkheid wenschen kan, doordien de
bijeenzamelaars zeterstond nadat zij
gevonden zijn, opzenden door bemidde
ling van agenten, welke ze ter plaatse
koopen. Waarom zou hetzelfde in Ne
derland onmogelijk wezen
Zondag vertoefde te Rot-
terdam de wielrijders-vereeniging „Ra-
pide" uit Brussel.
Te zes ureu uit Rosendaal vertrok
ken, waar de club door eenige afgevaar
digden uit Breda werd afgehaald, was
zij ongeveer te 10 uren te Dordrecht,
waar de Rolterdamsche Wielrijders ver-
eeniging haar tegemoet kwam en tot
Rotterdam begeleidde. Laatstgenoemde
vereenigiug bood aan de brusselsehe in
het hotel Leygraafï een dejeuner aan,
waar het aan hartelijke toespraken en
wenschen voor den bloei van beide ver-
eenigingen niet ontbrak.
Tot ongeveer vijf uren bleef men nog
gezellig byeen, bezichtigde eenige be
zienswaardigheden van de stad, en begaf
zich toen per wiel naar Den Haag,
B ij de d. d. s c h u 11 r ij te Rot
terdam, zijn elf sergeants tot 2en luite
nant bevorderd.
Op Donderdag 8 Mei a. s.
voorm. te half elf, wordt in het gebouw
der Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen te Amsterdam de 66e algemeene
vergadering van het Nederlandsch Ge
nootschap tot zedelijke verbetering der
gevangenen gehouden.
De navolgende punten zullen worden
behandeld
Ter vervulling van de vacature, in het
j hoofdbestuur ontstaan door het overlijden
van den heer mr. C. A. Chais van Bu
ren, en voortdurende door het bedanken
van den heer mr. 8. M. S. de Ranitz,
is het onderstaande drietal uit Amster
dam voorgedragen:
mr. D. Z. vau Duyl, substituut-grif
fier bij de arrondissements-rechtbank, mr.
J. Deking Dura, advocaat en rechter-
plaatsvervanger, en mr. J. W. Altinö
Mees, griffier bij het 4e kantongerecht!
Schutterij-officier en
In een der lokalen van „Kra3na-
polsky" te Amsterdam vergaderde Maan
dag een aantal officieren van dienstdoende
en rustende schutterijen, hiertoe uitge-
noodigd bij de bekende circulaire vau
het olficierskorps te Amersfoort.
De voorzitter dezer bijeenkomst, de
majoor A. M. Tromp van Holst, zeide
bij de opening te moeten constateeren,
dat het doel der vergadering niet strekt
tot inmenging in het rolterdamsche ge
schil, dewijl zij ten eenenmale onbevoegd
is daarover een oordeel uit te spreken.
De officieren, welke hier bijeen waren,
hadden zich uitsluitend te beschouwen
vergaderd ter bevordoring der be-
laDgen van de schutterij. Hg sprak dan
ook de hoop uit, dat de vergadering
hiertoe mocht bijdragen.
De heer Ruijs lid van het bureau
voegde daaraan eveneens de verze
kering toe, dat het rotterdamsch geschil
hier geen onderwerp van discussie kon
uitmaken. De circulaire is door sommi
gen verkeerd opgevat en heeft tot mis
verstand aanleiding gegeven eu derhalve
heeft het bureau gemeend het eerste
voorstel der circulaire strekkende om
te besluiten //een verzoekschrift aan Z.
M. den Koning te richten, waarbij in
nader vast te stellen vorm eerbiedig
verzocht wordt het aangevraagd ontslag
der 29 officieren der dd. schutterij te
Rotterdam niet te willen verleenen"
te moeten iutrekkeu. Deze intrekkin,
zal vorder misverstand voorkomen.
De overige voorstellen werden thans
door den heer Ruijs toegelicht, en
legecheid werd gegeven tot debat. Hier
omtrent deelen wij mede, dat men over
het geheel doordrongen bleek van de
wenschelijkheid der instelling van ex
amen-commissies en in het algemeen
van de wettelyke regeling van benoe
ming eu bevordering bij hot korps olfi-
cieren. Van eene zyde werd er nadruk
op gelegd, dat onder eene eventueele
regeling ook de rustende schutterijen
zullen worden begrepenvan eene andere
zijde werd de vraag geopperd of de in
stelling van examens niet reeds onder
de bestaande wet bij koninklijk besluit
zou zijn te regelen.
Na oenige besprekingen betuigde een
der rotterdasascho officieren namens
zijne hier aanwezigo collega's dank voor
de sympathie, die zij van het olficiers
korps hebben mogen ontvangen, en voor
de kameraadschap, die uit het bijwonen
dezer vergadering bleek. Het beroep op
hunne vaderlandsliefde verplicht hen tot
de bekentenis, dat na de toewijding
plichtsbetrachting in schutterijzaken, door
hen steeds betoond, de aanvrage om ont
slag voor hen eene opoffering was. Nu
er evenwel niet over het geschil werd
beraadslaagd, meenden de rotterdamsche
officiereu zich buiten stemming te moe
ten houden en achtten zy hunne tegen
woordigheid daar ter plaatse niet langer
noodig.
Genoemde officieren 4 in getal
verlieten hierop de zaal, waarna de
voorstellen in stemming werden gebracht.
Het voorstel luidende: „De vergade
ring besluite aau do Hooge Regeering
het verzoek te richten om eene wette
lijk regeling te willen bevorderen, vol
gens welke benoeming tot en de bevor
dering vau officieren der dd. schutterijen
in den vervolge zal plaats hebben, met
name o. a. invoering van een verplicht
examen met scherp omschreven program
ma, dat door eene bepaalde commissie
op vaste tijden zal worden afgenomen",
werd met op één na algemeene stem
men aangenomen.
Evenzoo het voorstel: „De vergade
ring benoeme eene commissie met op
dracht het in het vorig voorstel aange
geven beginsel nader uit te werken, en
voorstellen te doeu, die den vorm van
het daar bedoeld verzoek omschrijven."
Tot leden dezer commissie werden be
noemd de heeren Van der Garden, Jo-
chems, Van Lenuep, Tromp van Holst
en Ceelen.
Het laatste voorstel, luidende„De
vergadering neme het besluit om aan de
in de circulaire bedoelde 29 olfleieren
der dd. schutterij te Rotterdam het vol
gende mede te deelen:
a. De vergadering overwegende dat
het buiten hare bevoegdheid ligt om een
oordeel te vellen in zake het gebeurde
bij het officierskorps der dd. schutterij te
Rotterdam
b. Erkenneude dat de bewuste missive
van Z. E. den minister van liinnenland-
sche Zaken voor de betrokken officieren,
bij de bestaande wet op de schutterijen,
geen anderen uitweg liet dan het ver
zoek om ontslag;
c. Overwegeode dat eene wettelijke
regeling van de benoeming tot en de
bevordering van officieren der dd. schut
terijen, ook door hen, ten zeerste ge-
wen3cht wordt
op
liet do teugels vallen, nam den brief met beide handen aan en
scheurde de enveloppe er haastig af. Deze bevatte werkelijk den
kostbaren, zoozeer verlangden inhoud, een blauwe enveloppe met
het zwierige schrift van Gaspard.
Nu was haar haastige drift voorbij, want nu zij wist van wien
deze brief was, was zij gerustgesteld, bovendien waren hare oogen
beneveld door tranen. Met een van vreugde kloppend hart hield
zy haar schat vast; hoe heerlijk om te kunnen denken, dat zij
voortaan iedere week zulk een brief zou ontvangen.
Frances reed snel naar huis en in de stilte van haar eigen ka
mer, opende Espérance de brief.
Hij was verrukkelijk lang en dicht in elkaar geschreven, ter
wijl hij iederen dag zoo nauwkeurig beschreef, dat zij zich geheel
in zijn toestand verplaatst zag en hare verrassing was des te groo-
ter, omdat zij zulke bizonderheden van Gaspard volstrekt niet had
verwacht, daar zijne brieven uit Londen in dit opzicht zeer
sober waren geweest; in dien tijd ademden zijne brieven een toon
van gedwongen opgewektheid, om haar te misleiden. Nu gaf hij
haar een uitgebreid verslag van iederen dag en behoefde hij niet
te veinzen, terwijl zijne hartelijke ontboezemingen hier en daar
haar de tranen in de oogen brachten.
„Ja, lieveling, wanneer gij dat eens hadt kunnen zien," of
„wanneer gij uit Engeland overkomt, dan zullen wij daarvan
Mededeeling doende van de door
haar genomen besluiten bedoeld in A.
on B.
Doet eea kameraadschappelijk be
roep op hun vaderlandsliefde, en noodigt
hen dringend uit, om in afioackling van
de gevolgen van laatstgenoemd besluit
het eerbiedig verzoek tot Z. M. den
Koning te willen richten, dat het Z. M.
moge behagen hun aanvraag om ontslag
als niet gedaan te willen beschouwen»"
Dit voorstel werd met 34 stemmen
goidgekenrd4 officieren hielden zich
buiten stemming. (Rbl.)
Zaterdag is te Amsterdam
de gratis koffie- en brooduitdeelin;
den Singel gestaakt.
In het geheel zijn dit jaar p. m.
159,000 porties uitgereikt, of gemiddeld
2000 per dag.
De stoomtimmer fabriek
„Wilhelmina" te Helder, is Maandag
middag eene prooi der vlammen gewor
den. Tegen den middag werd de brand
door de omwonenden ontdekt en twee
uur later lag het kolossale, van hout op
getrokken gebouw met alle machinerieën
eu gereedschappen reeds in de asch. Door
vuur en water werd aan de omliggende
gebouwen vrijwat schade toegebracht. De
brandweer, bijgestaan door marine en
leger en het vrijwillig gymnastenkorps,
werkte flink. Bijna alles was tegen
brandschade verzekerd.
De dienstbode to 'sHage, op
wie jl. Zaterdag door een huzaar een
moordaanslag werd gepleegd, is nog in
levea. Twee kogels zijn reeds uit het
lichaam verwijderd, zonder dat deze ope
ratie voor haar kwade gevolgen gehad
heeft. Er bestaat nog kans op haar behoud.
Een paar dagen geleden
had in Den Haag een jougen het onge
luk zoodanig te vallen, dat de stok, dien
hij in de hand droeg, hem in het oog
drong, hetgeen teu gevolge had dat hg
eenige uren later overleed.
De 47 ladingen ruw ijzer, te
Hullevoetsluis aangebracht van het stoom
schip Primateonlangs op den Hinder
gestrand, vertegenwoordigen, na aftrek
van tarra, een gewicht van 633,960 KG.
Te Beerta is een kind over-
leaeu, nadat het vier etmalen aaneen
geslapen had.
Op de Wilder t, indetilburg-
sche heide, gemeente Dongen, bezochten
op den isten Paaschdag vijf beruchte
wildstroopers uit Tilburg de herberg van
J. d. K. Er ontstond onder hen twist.
Om zijn kostbaas te bevrijden trachtte
een der stroopers, zekere v. T., de tegen
partij een slag op het hoofd toe te
brengen met de kolf van zijn geweer.
De toeleg mislukte en zijn vriend ont
ving eene belangrijke verwonding aaa
het voorhoofd. Opnieuw slaande, kwam
de kolf op den vloer terecht en terwijl
zij van het geweer afbrak, kreeg v. T.
de volle lading in het onderlijf. Hij was
bijna onmiddellijk een lijk. De versla-
gene is een 28jarig jonggezel.
Verleden week stiet men
bij het afgraven van den bovengrond in
het veen van den vrijheer von Lands
berg, ia het op vier uren afstand van
Winterswijk gelegen pruisische dorp
Veklen, op den in den grond staanden
afgekuotten stam van eenen voorhistori-
schen eikenboom. De boom vertoonde op
het dikste gedeelte boven den grond eene
middellijn van 5 meter.
Uit Tholen wordt gemeld:
Een oppassend landbouwerszoon, W.
F. genaamd, Dinsdagavond per tram van
Bergea-op-Zoom terugkeerende, heeft, ter
wijl hij naar zijnen afwaaieaden hoed
wilde grijpen, het evenwicht verlorenen
is van de in vollen gang zijnde tram ge
vallen. Beide boenen werden hem door
den laatsten personenwagen verbryzeld.
Naar Tholen vervoerd zijnde, zijn des
nachis beide beenen benedon de knie ge
amputeerd. De toestand van den onge
lukkige is naar omstandigheden redelyk.
Zondagavond is te Jorwerd
(aan de spoorlijn Leeuwarden—Stavoren)
eene jonge vrouw bij het uitstappen on
der den trein geraakt, waardoor haarde
beide beenen zijn afgereden. Met den
zelfden trein is zy naar Sneek vervoerd,
alwaar zij oomiddellyk onder geneeskun
dige behandeling is gekomen, die de sta
tionschef inmiddels per telegraaf ontbo len
had. Zij is echter na een hevig lijden
©verleden.
YiSSCHEftÜ.
Nieuwediep, 8 April. Heden
kwam van de groote visscherij binnen
de sloep Luctor et JSmergo, schipper v.
d. Steen, met 320 levende, en 170 doode
kabelj., 77 levende, en 75 doode lengen
2 heibotten, 10 ben rog, 9 ben vleet en
660 schelv., terwijl door 6 korders en
beugers 75 roggen en 10 mandjes kl.
schol en door trekkers 25 tal haring
werden aangevoerd; lev. kabelj. gold 60
cent, doode id. 20 k 35 cent, lev. leng
1 a 1.25, doode id. 35 k 75 cent,
heilbot 9.50 per stuk, rog 12 per ben
en 70 cent per stuk, vleet ƒ8.50 perben
schelv. 14.50 het honderd, kl. schol
j 1.50 per mandje en haring 1.45 per
tal. Eeu bom, sch. Keesman, besomde aan
tong, schol en schar ƒ68.
Tossel, 7 April. Door de Noord-
zee-vi8schers van hier zijn in de afge-
loopea week elders ter markt gebracht
1000 tongen, 20 tarbotteu, 400 roggen,
400 manden kleine schol en 100 manden
schar. De prijzen waren als volgtgroote
tong 50 a 65 ct., kleine en middelsoort
dito 15 a 20 c, tarbot 6 a 8.50, rog
50 a 65, alles per stuk; kleine schol
f 1.50 a 2.20, schar f 1 per mand.
Enkhuizen, 6 April. Gisteren
werd alhier aangevoerd 34,000 Kg. schol,
prijs 3 eu 5 per 50 Kg. en 1500 tal
haring, prijs 0 10 k 0.2'.' per tal of
200 stuks.
genieten."
Zij doorleefde met hem de geheele reis, leerde den lakonieken
kapitein en de passagiers, naar hun uiterlijk beschreven, kennen,
was tegenwoordig bij de landing te Colombo, te midden van die
verwarring, drukte en hitte en kreeg een flauw begrip van wat
de handel daar beteekende; vervolgons reisde zij met hem naar
Dickoya en werd binnengeleid in zijne toekomstige woning op de
plantage van den heer Seymour en trachtte zich een begrip te
vormen van de uitgestrektheid daarvan, uitgedrukt in een verba
zend groot getal vierkante mijlen. Toeu zij den brief gelezen
had en zich weer met een schok in haar werkelijk leven terug
geworpen zag, kon zij hare tranen niet bedwingen; Frances had
dit echter wel voorzien en inplaats van Cornelia na te volgen en
haar de ondankbaarheid en dwaasheid van die handeling onder
het oog te brengen, liefkoosde en vertroostte zij haar, totdat de
glimlachjes waren teruggekeerd, terwijl Espérance gaarne brok
stukken uit zijn brief wilde voorlezen aan haar, die zij wist, dat
in hare verrukking zou deelen.
Of de vreugde over de ontvangst van den eersten brief uit
Ceylon ook invloed had op haar herstel, is moeielijk te zeggen,
maar zeker is het, dat hare krachten van af dien dag zoowel
lichamelijk als geestelijk snel toenamen. Frances was zeer ver
heugd, toen zij haar weer met Kathie en de jongens hoorde pra-
iOLnm OïtRZICBT.
Er is misschien geen land ter wereld,
waar het militairisme dieper wortel in
de maatschappelijke samenleving heeft
gescholen dan Spanje.
Reeds in de vroegste tijden was in
dat land de soldatenstand „de siand bij
uitoemenheid" eu is dat altijd gebleven.
Het kan daarom geen verwondering
baren dat de verschillende regeeringen
den militairen steeds de hand boven het-,
hoofd hielden eu zelts groote privileges-
toestonden. Omgekeerd oefende het leger
steeds een grooten invloed uit op de re-
geering zelve en somtijds wanneer de
zaken niet dien loop namen die den
heeren militairen gewenscht voorkwam,
werden er met grooter of kleiner succes
ondernemingen op touw gezet, die men
met den welbekenden naam van promen-
ciarnienlo betitelt en -eu doel hadden den
bes taanden toestand omver to werpen en
er een andere voor in plaats te stellen,
die meer met de wenschen eu verlan
gens der ontevredenen strookte.
Intusschen hebben zich de toestanden
gewijzigd, d. w. z. er is een geest ont
staan in den boezem dor regeeriug, die
niet meer op alle punten met de opvat
ting der militairen strookt en dezer da
gen is het tot eeue vrij bedenkelijue uit
barsting gekomen, te bedenkelijker omdat
ook de publieke opinie op de band der
regeeriug is. Zeker generaal Daban was
de oorzaak van het gebeurde. Door zijne
houding had hij de ontevredenheid der
regeering gewekt en de minister van.
Oorlog nam zulke strenge maatregelen
tegen hem, dat het te voorzien is dat
deze generaal na het doorstaan van een
langdurig arrest uit de ranglijst van het
leger zal worden geschrapt.
In den spaanschen Senaat heeft het
gebeurde met den generaal aanleiding
gegeven tot een langdurig debat, dat na
Faschen werd voortgezet, terwiji de re-
geeriag de Cortes niet zal laten uiteen
gaan alvorens de Senaat eeu definitieve
uitspraak in deze aangelegenheid heeft
gedaan.
De zaak is nog verergerd, doordien een
ander hoofd-olficier, generaal Salzeao, op
zijn beurt een brief heeft openbaar gemaakt
deor middel van de pers, waarin hij zich
tot zijne wapenbroeders richt en het ge
drag van Dabau hoogelijk goedkeurt en
de regeering heftig aanvalt. Da regeering
trekt zieh dit echter niet zeer aan, om
dat zij weet dat zij do publieke opinie
voor zich heeft.
Nu Blaan de slimme generrals echter
ten
haa:
;n lachen, terwijl ieder spel, dat niet te vermoeiend voor
was, groote aantrekkelijkheden voor haar scheen te hebben.
„Het schijnt misschien wel dwaas, dat dit mij op zeventienjari
gen leeftijd nog kan boeien," zeide zy op zekeren dag, toen zij
met de kinderen met een bal speelde en hen leerde hoe dat spel
in Frankrijk werd gespeeld. „Ik hek nooit meer gespeeld, sedert
ik het klooster verlaten heb. Gy kunt u niet voorstellen, wat een
pret wy daar altijd haddenen dat springenwanneer ik maar
een springtouw had."
„Een touw! een touw!" riep Fred, terwyl hij naar huis snelde;
hij had zich tot Espérance's cavalier opgeworpen cn vloog op
hare wenkeo.
Na verloop van een paar minuten keerde hij met een niet veel
belovend stuk touw terug; met een blijden kreet nam Espérance
het in hare kleine, tengere handen, sloeg het eenige malen om
hare polsen heen en begen te Bpringen met eene vlugheid en be
valligheid, die de anderen verbaasd deden staan.
een paar minuten had zy er eehter genoeg van.
{Wordt vervolgt