NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
7 e Jaargang.
Vrijdag 18 April 1890.
No. 2083.
ABOïSSaEHTSPRIJS!:
ADVBRTEÏTlSar:
S T A 0 S N K II W S.
F E U 1 L L E T O JST.
1IS DEN VREEMDE.
r
Voor Huarleia pa? 3 maanden/1.S0.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers-0.05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
Bul-eenKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TeüeJöOïsiiUElABatfiy 3.3?3
•van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cent^
Groote letters n&ar plaatsruimte
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Aboimemeatee en Advertentien worden aangenomen door
onze ageman en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantjes.
Dlrsüta uren - Uitgevers J. C. FEBBSBOOSL sn J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor hei .Buitenland: Compagnie Genér&U de Fublicite Mr anger s O. L. DAVBB §r Go-» JOB. A F. JONES, Suce.JParg» 3Jóm Faubourg Montmaitrt.
Eere aan zulk een orkestmaar ook en
niet minder eer aan den leider daaraan.
Want aan zyoe artistieke opvatting
aan zijne hoogst bekwame directie, heeft
dit gezelschap van musici voor een
groot deel zijn goeden naam te danken.
Het programma, dat bet orkest uit-
voerdo, was Schuberts groeta symphonie
in c dur, Suite uit het ballet Coppelia
van Delibes, Handels Largo en Torea
dor et Andalouse van Rubinstein, en ten
slotte Roinecke's Fostouverture.
Mejuffrouw Aline Friede had zich rara
avis, eene aria uit Mozarts Titus geko-
I§ij dit si tammer is gevoegd he«
^iemcenteraadsverslag van 16
April.
Haarlem, 17 April 189Ü
De gezondheidstoestand dezer gemeente
was in de afgeloopen maand Maart we
derom zeer gunstig. Van in de wet ge
noemde besmettelijke ziekten werd ter
gemeente-secretarie slechts één geval van
mazelen aangegeven. .Het sterftecijfer was
ook wederom laag. liet totaal der over
ledenen, daaronder begrepen 5 levenloos
aangegevenen,bedraagt 87.Verhouding der j zen, en vorder een viertal „Brautlieder"
overledenen tot 1000 inwoners per jaar, van Cornelias, Sommer en Schumann,
voor deze maand berekend 19.6 Aan ge- Deze 'zangeres, verheugt zich in het be-
brekkige ontwikkeling stierven 2, aan zit van een omvangrijk orgaan, dat in de
lichaamszwakte 10, aan kanker 4, aan allerlaagste tonen zeer fraai, maar in de
hoogte vaak wat hard ia. Ook wa3 de
zuiverheid niet altijd bevredigend, als
b. v. in de Aria en in „der Liebe Lokn."
Maar dat is iets dat wij gaarne willen
wijten aan de hooge temperatuur in de
zaal, die dergelijke, tijdelijke afdwalin
gen noodzakelijk moest bevorderen, zo©
niet uitlokken.
Naar aanleiding van het handgeklap
der aanwezigen, gaf mejuffrouw Friede
nog een wiegelied van Mozart //Schlafe
mein Prinzchen, schlaf ein", ten beste.
Opgemerkt zy nog, dat de begeleiding
door het orkest van de aria uit Titus
Geboren zijn 74 jongens en 88 meisjes. hoogst verdienstelijk was.
Terwijl wij den wenach uiten, weldra
Voor het akte-examen L. O. te Am- j den heer Kes met zijn keurkorps hier te
sterdam op 16 April gehouden zijn ge- j zien terugkeeren, brengen wij tevens een
slaagd de dames Van der Linden en woord van dank aan het Bestuur van de
Metman, beiden van de kweekschool alhier. „Baehvereeniging", voor dit zoo genotvol
concert.
ZO J&. O ZE3C.
stuipen 2, aan apoplexie 5, aan hersen
ziekten 6, aan organische hartgehreken 4,
aan ziekten der ademhalingsorganen 27
(waarvan 14 aan keel- en longtering of
bloedspuwing;, aan ziekten der spijsver-
teringswerktuigen 4, aan ziekten der or
gan a urogenitalia 3, aan andere oorzaken
7, aan onbekende oorzaken 8 personen.
Naar de leeftijden was de sterfte als
volgt: beneden 1 jaar 21, van 15
jaren 8, van 514 jaren 3, van 1420
jaren 1, van 2050 jaren 10, van 50 65
jaren 10, van 65 80 jaren 24, boven
80 jaren 5.
Het 5de Concert (buitengewoon) van de
Haarlemsche Bachvereeniging, dat Woens
dagavond in onze bekende en geliefde
muziekzaal der „Vereeniging" plaats had,
werd gegeven door het orkest uit het
concertgebouw te Amsterdam, onder di- 16en Maart uit een open offerzak in de
rectie van den heer W. Kes en mejuffr. R. K. kerk te Haarlemmermeer, 45 cents
Asr r disse sa esa&s-S&ücs Sa tffo» n U
TE HAARLEM
Zitting van Donderdag 17 April 1890.
Terecht staat de weduwe E. K. uit
Haarlemmermeer, ter zake dat zij op den
Aline Friede.
Dat orkest van Kes wat is het toch
heerlijk mooi! Welk een kracht,welkesu
bewonderenswaardige zuiverheid, welk
een verrukkelijk ensemble! Met nauw-
lettenden zorg wordt aan elke passage
de juiste expressie gegeven, strijk- en
blaasinstrumenten .te gader vallen in en
pakken aan zóo dat men vaak éen reu-
zeninstrument waant te hooren, een nog
niet geschapen orgel van ontzaggelijke
kracht.
heeft ontvreemd. Bekl. werd daarbij ont
dekt door den kapelaan en een ander
die zich verdekt hadden opgesteld, daar
zij argwaan koesterden.
Bekl. heeft hetzelfde vroeger reeds
tweemalen gepleegd. Onder den schijn
van na afloop der godsdienstoefening nog
te blijven bidden, bestal zij de offerbus.
In aanmerking nemende de armoede
van bekl. requireert de ambtenaar van
het O. M. de veroordeeling van bekl.
(die volmondig bekent) tot 4 maanden
gevangenisstraf.
Uitspraak over 8 dagen.
Yoor H. van D., schoenmaker, voor
heen wonende te Beverwijk, wordt we
gens landlooperij eene hechtenis gevraagd
van 12 dagen. Daar beklaagde wegens
diefstal van een spaarbankboekje te Am
sterdam tot gevangenisstraf zal worden
veroordeeld, acht do officier van justitie
het onnoodig zijne opzending naar eene
Rijks-werkinrichting te requireeren.
Daarna staat terecht J. W. M., tuin
der, oud 23 jaren, geboren en wonende
te Beverwijk, ter zake dat hij in den
laten avond van den 9den Maart 1890
op de Breestraat te Beverwijk, opzette-
Metselaar vroeg Mausscn of hij nog boos Johs. Eijkiug, die op den avond van
was over laatst, waarop Maussen zeiden aanslag in de herberg was, verklaart
«ik zal je een kogel door je verddat hei den indruk op hem maakte alsof
jagen," en uit zijn borstzak een revolver j Matselaar opzettelijk dadelijk na bekl.
grijpende, loste hij op Metselaar een
schot. Metselaar evenwel had gebukt
toen hij beklaagde in den zak zag tasten
en daardoor miato de kogel het doel.
Beklaagde ontkent, dat Metselaar tot
hem gezegd heeft: „ik ben matje meisje
uit geweest." Evenmin heeft bijgezegd:
„ik zal je wel op een andere manier krij
gen," maar Schouten houdt het vol.
Ook beweert beklaagde, dat hij alleen
geschoten heeft omdat Metselaar hem
vooraf een vuistslag in het gezicht heeft
heenging. Toen deze getuige het schot
hoorde vallen, zei hij: //Nou, dat kan
wel eens op Metselaar wezen." Er zijn
er, zegt hij, wel meer in Beverwijk die
gewapend loopen.
Aan zekeren Simon Slecht heeft bekl.
op denzelfden dag de revolver laten zien,
die hij in den zak had. Hij beweert
nu, dat hij de revolver bij zieh droeg
om op de kraaien te schieten op zijn
vaders land.
De subs. off. van just, uitvoerig requi-
lijk en met het voornemen om Gijsber- j gegeven. sitoir nemende, vraagt de veroordeeling
Thans wordt Metselaar zelf gehoord,van bekl. tot een gevangenisstraf vcor
Hij ontvangt eeae strenge berisping van den tijd van 1 jaar.
den president der Rechtbank over de j Bekl. onderging reeds vroeger wegens
sarrende maniur, waarop hij de zaak j diefstallen 4 en 9 maanden gevangenis-
vaa de ruzie in Februari heeft behan-1 straf.
tus Metselaar van het leven te berooven,
althans dezen zwaar lichamelijk letsel toe
te brengen, te dien einde uit een met
drie scherpe patronen geladen revolver,
een schot heeft gelost op- en in de rich
ting van dien Mutselaar die op zeer
korten afstand omstreeks e'en meter van
hem bekl. verwijderd stond, immers zóó
danig dat de kogel aan dien aangeval
lene een doodelijk, in elk geval een
zwaar lichamelijk letsel had kuunen toe
brengen, hadde de kogel overeenkom
stig beklaagdes bedoeling, den aangeval
lene getroffen, hetwelk alleen door eene
toevallige van des beklaagdes wil onaf
hankelijke omstandigheid is verhinderd,
deld, inplaats van zooala Maussen ze niet
verder op te rakelen.
Overigens ia de verklaring van Met
selaar gelijkluidend met die van Schouten.
Met tranen in do oogen verklaart be
klaagde, dat Metselaar hem wel waarlijk
geslagen heeft, vóór hij schoot. Maar
Metselaar ontkent met evenveel energie.
De agent van polite de Boer heeft de
vlam van het schot gezien in de riehtini
De verdediger mr. L. C. Kronenberg,
is volstrekt niet overtuigd dat bekl. het
werkelijk op het leven van Metselaar
had gemunt. De handelende personen be
wogen zich voortdurend en veranderden
dus telkens van stelling, zoodafc niemand
zeker weien kan hoe ze precies stonden
toen het schot werd gelost.
De woorden: „ik heb een andere ma
nier," beteekenden niets dan: „als je het
van den recht uitgestrekten, niet naar weer doet, ga ik weer naar den burge-
vermoedelijk doordat de aangevallene boven opgeheven arm. Hieruit zou men meester."
die des daders opzet begreep, tijdig ge
bukt heeft of ter zijde geweken is, waar
door de kogel boven of langs hem (Met
selaar) heenging.
Als toegevoegd verdediger van beklaag
de treedt op mr. L. C. Kronenberg.
Zeven getuigen zijn in deze zaak ge
dagvaard. Het eerst komt voor de getuige
P. Schoute. Deze svas te 10 uur in de
herberg van Korsman. Beklaagde bil
jartte er toen.
Daarop kwam Metselaar binnen en
zeide tot beklaagde: „ik ben met je
meisje uitgeweest en je krijgt haar toch
niet
dus mogen opmaken dat Maussen niet
zooals hij beweert ia de lucht heeft ge
schoten.
Had Metselaar aan bekl. een vuistslag
toegebracht, dan had de Boer volgens
verklaring daarvan iets meeten hooren
of zien.
Toen do Boer bekl. vroeg of hij op
Metselaar geschoten had zeide hij eerst
ja, maar later beweerde hij in de lucht
geschoten te hebben. Maar toen hij naar
Haarlem getransporteerd werd zeide hij
tegen een der omstanders: „Houd de pa
tronen maar klaar tegen dat ik terug
kom, voor Metselaar!//
Toen verweet Metselaar aan Maus-Volgens de Boer wyzen de toestand
sen, dat deze toen hij hem half Febr. j en de plaats waar de kogel lag, volko
een slag had gegeven, geen slag terug- men aan, dat deze niet in de lucht kan
geven, maar zich bij den Burgemeester
daarover beklaagd had. Maussen zoide
toen „Ik ben met mijn handen niet
tegen je opgewassen, maar op oen andere
manier misschien wel."
Spoedig daarop verliet Maussen de
herberg. Toen daarna ook Metselaar en
Schouten heengingen, troffen zij Maus
sen aan, klaarblijkelijk op hen wachtende.
zijn afgevuurd.
Behalve de deskundige bizonderheden
is de verklaring van den gemeente-veld
wachter Snoeks gelijkluidendtaan die van
zijn makker, de Boer.
Bij beiden J was bekl. steeds zeer
goed bekend. Metselaar en Schouten
echter geven als vechtersbazen aan de
politie veel last.
Na een vrij uitvoerig pleidooi conclu
deert de verdediger tot vryspraak.
Uitspraak over 8 dagen.
Aanbestedingen.
Haarlem, 16 April. Heden werd
aan het bureau der genie alhier aanbe
steed
lo. Het eenjarig onderhoud van wer
ken, gebouwen, enz. onder het beheer
der genie alhier. Raming 6375. Laag
ste inschrijver de heer Koster alhier,
voor 5518.
2o. Eene verving van kazernegebou
wen alhier. Raming f 1825. Laagste in
schrijver Sterk, te Bodegrave, voorƒ1620.
Letteren en Kunst.
De feestelijkheden der rederijkerskamer
„Joost van den Vondel" te Amsterdam,
zullen aanvangen den 6 Mei a. 8., des
avonds ten 8 uur, in het lokaal „Odeon"
met een wedstrijd voor Noord- en Zuid-
Nederland (dames en heeren) in het voor
dragen van gedichten van Joost van den
Vondel; 8 Mei, des avonds ten 8 uur,
74)
Naar het engelsch
EDNA LYALL.
HOOFDSTUK XXVIII.
„Wij zullen in alle gevallen ons best doen," zeide ladyWorth-
ington hoopvol; allen zullen zieh tenminste onder hetzelfde dak
bevinden, en op dezelfde muziek dansen, ongetwijfeld zullen zij
zich daardoor wel verbroederen. Claude Magnay zal er ook aan
deelnemen; hy kent alle genoodigden en danst met iedereen; Henry
zal bovendien een paar nichten uitnoodigen. Gij ziet dus wel, dat
wij een gezellig bal zullen kunnen hebben."
„Wanneer komt Claude?"
„Den 23en, en hij heeft mij plechtig beloofd, dat hij zich niet
zou overwerken, zooals bij verleden jaar heeft gedaan, en ons juist
op het laatste oogenblik teleurstelde. Ik stel mij er veel van voor,
hem hier op het bal te zien."
z/Waar hij kan dansen met de dames Smith;" zeide Frances
lachende.
„Om ons van dienst te zijn en iedereen op te vroolijken. Het
doet mij altijd goed, Claude gade te slaan, vooral wanneer hij in
feeststemming is. Hg is de meest natuurlijke kunstenaar, dien ik
ooit heb gekend, en nog zoo jong en opgewekt."
//Ja, hij ziet er niet uit als iemand van vier en twintig jaar.
Zou Espórance dezen winter haar intrede niet maken?"
„Ik denk van wel en wij moeten haar in ieder geval voor het
bal uitnoodigen. Laten wij nu de uitnoodigingen schrijven, dan zal
ik er haar een afzondelijk sturen, om mevrouw Mortlake te be
letten, voor haar te bedanken."
„Wat zijt gy toch slim, Kathaiine! Daaraan zou ik nooit ge
dacht hebben."
„Eilieve, men moet met zulke menschen als mevrouw Mortlake
wel voorzichtig zijn ik vertrouw haar volstrekt niet."
Met groote blijdschap werden de uitnoodigingen op de pastorie
ontvangen. Mevrouw Mortlake beweerde inderdaad, dat Espórance
nog te jong was, maar bij Cornelia stond het vast, dat zij aan
het bal zou deelnemen, zoodat zy haar een toestemmend ant
woord liet schrijven en zich zelfs zoover verlaagde, om iuet Espó
rance over zulke beuzelingen als baljaponnen te spreken, alleen
om haar maar genoegen te doen.
Men scheen, zooals men dat noemt, eene ouderwetsche Kerstmis
te kunnen verwachten, want op den 23en December viel er ver
bazend veel sneeuw, en toen Claude Magnay dien dag naar Ril-
chester reisde, staarde hij met bewondering op het witte dons, dat de
anders zoo kale vlakte had bedekt.
Op den dag voor het feest moest Claude Magnay lady Worth"
ington by haar drukke werkzaamheden behulpzaam zijn. In den
namiddag veranderde het weer. Het begon zoo hevig te sneeuwen
en de wegen werden zoo slecht, dat de koetsier beweerde, dat het
onmogelijk was om te rijden.
Lady Worthington verkeerde dientengevolge in groote verle
genheid.
„Maar ik moet noodzakelijk in Rilchester zyn," zeide zij. „Ik
heb nog volstrekt niet genoeg voor den kerstboom der schoolkin
deren, hij is nog zoo kaal mogelijk, bovendien zijn er verleden
week tien nieuwe leerlingen bijgekomen en ik heb voor tien nog
niets gekocht."
ffZij zijn waarschijnlijk op school gekomen, met het oog op het
Kerstfeest."
„Daar kan ik niets aan doen, die arme kinderen moeten toch
ook wat hebben. Jenkins ziet het ongetwijfeld veel erger in, dan
het in werkelijkheid is."
„Ik wil met genoegen eene wandeling naar Rilchester maken,
wanneer gij het tenminste aan mij durft overlaten, het een en ander
uit te kiezen," zeide Claude.
„Dat is zeer vriendelijk van u aangeboden," zeide lady Worth
ington, „maar ik ben er nog niet zeker van, of ik u kan vertrou
wen. Ik geloof, dat gij mij arm zoudt maken, want gij zoudt slechts
dingen koopen, die kunstwaarde bezitten. Wanneer gij mij echter
wilt begeleiden, dan zullen wij met ons beiden tfel klaarkomen."
Aldus werd het vastgesteld, en lady Worthington en haar met
gezel begaven zich weldra op weg; zij vonden het zelfs wel aan
genaam, om door de sneeuw te moeten waden, terwijl een flinke