NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Ie Jaargang. Vrijdag 25 April 1890. No. 2089. ABOHHEMEBTSPRUS: ABVERflNTIEI: EEÜILLETON. IN BEN VilEEMDE. fS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden/1.20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummer»- 0.05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Korean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 1SS. van 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 eent»' Groote letter» naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren ©n courantiere. Direotenren-Uitgeveri J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Genérale de Puhlicite Btrangère O. L. BAVBB lp Co., JOHN F. JON BS, Succ., Pary» Sllit Faubourg Montmartre. STADSNIEUWS. Haarlem, 24 April 1890. B. en W. stellen aan den Raad voor, om do Vleeschhal ook te gebruiken voor den verkoop van natuurboter omdat gebleken is, dat het gebouw alleen als Vleeschhal niet aan de verwachting voldoet. Heden is door B. en W. W. gegund de pacht van de kiosk no. 1, staande aan de Dreef, aan W. Warmerdam, voor ƒ62,50 en de kiosk no. 2, staande ten westen van ,/Trou moet Blycken"; aan denzelfde voor ƒ28.50. Wij ontvingen een gedrukt stuk, be helzende opmerkingen van den thans uitlandigen wethouder A. C. Waller, over het voorstel van B. en W., om op eenige scholen alhier het schoolgeld te verhoo- gen en leerlingen van buiten te weren. Aan den Raad der gemeente Haarlem. Haarlem8 April 1890. „Het zy mij veroorloofd eenige be denkingen en opmerkingen in het midden te brengen ten aanzien van het voorstel van Burgemeester en Wethouders dd. 11 Maart jl. (gedr. st. no. 61), die ik gemeend had bij de behandeling van dat voorstel in Uwe Vergadering mondeling ter Uwer kennis te kunnen brengen. Nu dat mij zoo goed als zeker onmogelijk zal zijn, voel ik mij gedrongen het schrif telijk te doen. Met het hoofddenkbeeld van het voorstel, dat het noodig is de schoolgel den te verhoogen en uitgaven voor nieuwen schoolbouw zoolang mogelijk te vermijden, des noode door dea zeer kras sen maatregel dien het voorstel inhoudt, kan ik mij vereenigen. Alleen ontken ik, dat de noodzakelijkheid reeds daar is om den voorgestelden maatregel in di6n om vang te nemen. In den uitersten nood alleen komt het mij voor, dat onze scholen gesloten zouden mogen worden voor leerlingen, die hier verblijf honden. Onderscheid is te maken tusschen leer lingen die dagelyks van elders komen en hen die hier bij ingezetenen verblijf houdenvoor deze laatsten zou nog een verschil te makea zijn tusschen hen, die bij vreemden of bij familieleden zijn op genomen. Onderscheid is ook te maken tusschen leerlingen der lagere en die der middelbare scholen. Want wat ten aan zien van de middelbare scholen zeer hard zou zijn, is veel minder hard voor leerlingen van elders op onze lagere scholen, Er zijn immers zoo vele bizon- dere scholen, waar lager onderwijs gelijk op de openbare gegeven wordt in deze gemeente, dat leerlingen uit naburige gemeenten hier toch de gelegenheid voor lager onderwijs kunnen vinden, al wor den de openbare scholen voor hen gesloten. Van deze algemeene opmerkingen uitgaande, zal ik het kortheidshalve laten bij enkele kantteekeningen op het voor stel van Burgemeester en Wethouders in de door hen gevolgde orde; derhalve ook met aanduiding van dezelfde letters en cijfers a. De scholen van den heer Hubregtse en den heer Graaft moeten m. i. zoo spoedig mogelijk gesloten worden voor leerlingen, die in deze gemeente geen verblijf houden. In de laatste jaren zijn die nooit anders dan „voor waar del ijk toegelaten; hunne verwijdering kan den ouders dus niet geheel onverwacht zijn. Blijkt dezo maatregel onvoldoende tegen „overbevolking" van die scholen, dan kan altijd nog een volgend jaar over wogen worden welke maatregelen van verdere strekking noodig zijn. b. Een maatregel als onder a door mij bedoeld, zou ik voor de Hoogere Burgerschool met 5jarïgen cursus wel durven aanbevelen, indien mij die niet met het oog op de Rijkssubsidie beden kelijk voorkwam. Afwachten schijnt mij voor deze school voorshands het beste toeafwachten welke gevolgen eene verhooging van schoolgeld voor deze school zal hebben en afwachten welke de toevloed van leerlingen in 1890 zal zijn. Met het oog op de voorstellen der commissie van toezicht behoeft m. i. nu reeds geen besluit genomen te worden, want de uitgaven, door die commissie aanbevolen, acht ik meerendeels toch on vermijdelijk in elk geval. c. Voor deze school (Hoogere Burger school ter opleiding voor Handel en Nij verheid) zou ik het voorshands willen laten bij een gelijken maatregel als onder a door mij bedoeld. d en e. Geene opmerking. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders zal bezuiniging ten gevolge hebben, vooreerst wel niet veel, doch in latere jaren zeker niet onbelangrijk. Evenwel, ook het gehalte van het on derwijs zal in latere jaren vermoedelijk niet hetzelfde blijven, wanneer eenmaal de nu aan de Meisjesschool voor M. O. aangestelde leerares3en door veel lager bezoldigd personeel vervangen zullen zijn. En reeds dadelijk zal het onderwijs aan deze school min of meer lijden, indien hare vervorming in eene school van lager onderwijs ten gevolge heeft dat min der „spoedig" parallel-klassen gevormd worden. Verhooying van schoolgelden. lo. (Gymnasium). Geene opmerking. 2o. (Hoogere Burgerschool met 5jarigen cursus). Wordt het schoolgeld met 20 gulden verhoogd en blijft het aantal leerlingen onveranderd, dan kost deze school (bij behoud van het Rijkssubsidie en met de uitgaven door de commissie van toezicht) aanbevolen aan de gemeen te Diet meer dan 10 en veel minder dan 5 jaren geleden. 3o. (Hoogere Burgerschool ter opleiding voor Handel en Nijverheid). Worden van deze school alleen die leerlingen geweerd, welke dagelijks van elders komen, dan kan de voorgestelde ver hooging van schoolgeld eene bate ople veren, in plaats van hst nu vermelde verlies va» ƒ635. 4o. (Meisjesschool voor Middelbaar Onderwijs). Wordt doze school niet tot eene lagere school vervormd, dan zou het schoolgeld m. i. kunnen stijgen tot 80 gulden, gelijk aan dat van de jon gensschool met 5-jarigen cursus. De daardoor te verkrijgen bate zou grooter zijn dan het onmiddellijk financiëele voordeel der bedoelde vervorming. 5o. (Opleidingsschool voor meisjes). Geene opmerking. 6o. (Opleidingsschool voor jongens). De voorgestelde verhooging komt mij voldoende voor, indien het aantal leer lingen onveranderd blijft, doch niet indien ruim 50 leerlingen van deze school ver wijderd worden. Zij dekt hare kosten nog niet en, mist men 50 maal 40 gld. sehoolgeld, dan zou ik eene verhooging van het schoolgeld tot ƒ60 (ƒ50 voor jongens uit hetzelfde gezin) durven aan bevelen. Niet alleen met het oog op de gemeentekas, maar ook in de overtuiging dat de meeste ouders gaarne meer zullen betalen, indien de klassen minder talrijk dan nu bezet zijn. 7o. De voorgestelde verhooging komt mij gerechtvaardigd voor door het besluit tot verbouwing van deze school (de Bur gerschool voor jongens en meisjes), om dat ten gevolge van die verbouwing de klassen kleiner werden. Met enkele woorden zijn hierboven onder 6o en 7o de redenen opgegeven waarom ik daarbij afwijk van het advies der commissie van toezicht op het lager onderwijs, vervat in haar rapport over de verbouwing der Burgerschool. Nog een woord ten slotte om aan te duiden, waarom ik niet deel in haar ge voelen dat het billijk zou zijn eventuëele verhooging van schoolgeld alleen toe te passen op nieuwe leerlingen en niet op hen die de school reeds bezoeken. Ik acht het integendeel onbillijk de reeds toegelaten leerlingen het oude schoolgeld te laten betalen en het voor hen niet te verhoogen. Stel dat A verleden jaar een kind zond naar de school en B een kind dit jaar, (na de verhooging van school geld met b. v. 10 gulden.) Dan zou al leen door de toevallige omstandigheid, dat de verhooging niet reeds verleden jaar besloten werd, B vijfmaal 10 gulden meer schoolgeld betalen dan A in dezelfde jaren voor hetzelfde onderwijs op dezelfde school. Dat noem ik onbillijk en door niets gerechtvaardigd. De gemeente, een leerling toelatende op hare scholen, heeft jdoor niets de verplichting op zich geno men, dien leerling een zeker aantal jaren voor hetzelfde schoolgeld onderwijs te laten genieten evenmin als de ouders de verplichting op zich genomen hebben den leerling een zeker aantal jaren op die school te laten blijven. Bij deze opmerkingen, die ik onder andere omstandigheden in den vorm van amendementen gekleed zou hebben, moet ik het laten. Wellicht vindt een uwer leden daarin aanleiding een of meer amendementen op het voorstel van bur gemeester en wethouders voor te stellen. In elk geval stelde ik er prijs op, dat mijne denkbeelden over deze zaak, hoe kort ook geformuleerd, ter kennis kwa men van uwe Vergadering:. {get.) A. C. WALLER." provinciale griffie alhier, de heer mr F. H. de Veye, thans secretaris van Zaandam. Bij koninklijk besluit zijn in hunnen rang overgeplaatst bij het regiment gre nadiers en jagers, de 2de luits. jhr. B. L. van Spengler, J. L. Menningh en W. H. C. Boellaard, allen van het 4de reg. infanterie. Vrijdag 25 dezer, zal de gepension- neerde generaal jhr. B. Van Merlen, alhier, zijn 90en verjaardag vieren. De eerwaardige grijsaard, nog jong van hart, gezond en in het volle bezit van alle zintuigen, woonde in 1815 op jeugdigen leeftijd den veldslag bij Water loo bij, alwaar zijn vader, Jan Baptist baron Van Merlen, generaal-majoor, commandant der 2e brigade lichte cava lerie, zich met roem overlaadde en door een kanonskogel sneuvelde. De eenige zoon van den gesneuvelden generaal, de jubilaris, was evenzeer een ijverig en bekwaam cavalerie-generaal. die door menig geschrift heeft getoond, hoe hij met hart en ziel de verbetering en de belangen van het door hem zoo geliefde wapen voorstond. In 1830 werd hem tot belooning van te Brussel betoonden heldenmoed de Militaire Willemsorde geschonken. Waar schijnlijk behoort hij tot de oudste in leven zijnde ridders van die orde, waarbij hij nog de zoo zeldzaam wordende Water- loo-medaille draagt. Mogen hem nog vele gelukkige jaren in zijn eervolle rust ten deel vallen. Geslaagd voor het acte examen als onderwijzeres de dames A. M. Tit en H. C. M. Stoel, alhier. Met ingang van 1 Juli e. k. is be noemd tot commies chef der 3e afd. ter Op het in Juni alhier te houden mu ziekfeest der Maatschappij ter bevorde ring van toonkunst zullen als solisten optredende dames Pia von Sicherer, uit Munchen, en Soetens uit Antwerpen benevens de heeren Emile Blauwaert van Brussel, Henry Fontaine van Antwerpen en Rogmans van Amsterdam, terwijl het orkett van het concertgebouw te Amster dam de begeleiding op zich genomen heeft. Naar men verneemt zijn zes vereeni- gingen toegetreden om deel te nemen aan de „meeting", hier ter stede te houden op 1 Mei e. k. ten gunste van een normalen werkdag van 8 uur. De „Katholieke Volksbond" heeft het ver zoek om zich aan de betooging aan te sluiten geweigerd. Woensdagavond ten 8& ure is brand uitgebroken op een boven-aehterkamer van perceel No. lrood, gelegen aan de Plantage en bewoond door F. J. Heit- veld, welke brand vermoedelijk is ont staan door het springen van een petro- leumhaDglamp. Deze kamer is geheel uitgebrand. Een kind van drie maanden, dat daar in een wieg lag te slapen be nevens twee andere kinderen, die in één bed sliepen en een vierde, dat vluchtende zijn redder in de armen liep, zijn met veel moeite en tegenwoordigheid van geest geiled door C. J. A. Albers, ser geant bij het 4e regiment infanterie, alhier in garnizoen, die toevallig in het naastgelegen huis was en door de poli tie vernemende dat er brand en gevaar voor menschenlevens was, zich onver schrokken in het brandende perceel agde, waartoe hij tot tweemalen met levensgevaar over het dak en langs de smalle goten moest klauteren om op deze wijze de kinderen, die hij in de armen hield, in veiligheid te brengen. Een vijfde kind, dat ook nog in de woning was, wist alleen te ontkomen. De brand is ook door dezen militair met behulp van dec agent van politie Brouwer, die zich wakker onderscheidde, en eenige buren gebluscht. Alles was verzekerd. Sergeant Albers heeft gelukkig bij zijne heldhaftige, welgeslaagde pogingen geen brandwonden bekomen, slechts zijne uni form werd beschadigd. Anr««dSsseeB»cnïQ-lfö©c6itbank TE HAARLEM Zitting van Donderdag 24 April 1890. H. P. veehandelaar te Venraai heeft voor het kantongerecht terecht gestaan op grond, dat hij op 2 Dec. een 40tal schapen waaronder 14 door rotkreupej Naar het engelsch VAN EDNA LYALL. 80) HOOFDSTUK XXX. „Wat een lange brief, Bertha, en Gaspards inkomen wordt verhoogd Bertha mompelde iets van een gelukwensch en verliet daarna het vertrek, terwijl zij dien avond Espérance zooveel mogelijk trachtte te mijden, uit vrees, dat zij haar de reden van dien plot- selingen uitroep zou vragen. Nooit schenen haar de uren dien dag zoo lang toe. Bertha ver keerde in een toestand van aDgstige opgewondenheid en ruste loosheid. Nauwelijks was het negen uur geslagen, of zij verontschuldigde zich door t8 zeggen, dat zij nog wat schrijfwerk te verrichten had, en zij sloop naar de eetkamer, terwijl zij vurig wenschte, haar geweten wat meer tot zwijgen te kunnen brengen. Zy stak een kaars aan, sloot de deur, en zocht haar schrijfwerk, zonder even wel van plan te zijn, haar pen ter hand te nemen; daarna sloeg zij, zonder gerucht te maken, de luiken open en opende het ven ster, dat uitzicht had in den tuin, nu in diepe duisternis gehuld. Zij huiverde, toen do frissche wind haar tegen de gloeiende wan gen sloeg; de schrik scheen haar eensklaps om het hart te slaan, maar zij schepte weer moed, huiverende bij de gedachte, dat zij zooeven zoo doodsbang was om ontdekt te worden. Zou het nu zelfs niet vroeg genoeg zijn om van haar voornemen af te zien? Een oogenblik aarzelde zij zij hief haar hand reeds op om het venster te sluiten. Eensklaps zag zij echter eene donkere gestalte over het grasperk naderbijkomen; het was te laat! Het volgend oogenblik lag haar hand in die van haar neef vastgeklemd, en nu had zij alle macht over zichzelf verloren. In de huiskamer was de deken middelerwijl over zijn courant in slaap gevallen. Cornelia las in een boek, getiteld: Verhande lingen over de Bridgetoaterterwijl mevrouw Mortlake op bitsen toon tot Espérance sprak. Het was verbazend vervelend; Espé rance betrapte zichzelf dikwijls, dat zij geeuwde, en het speet haar niet, toen haar nicht, die zieh hierover ergerde, tot haar zeide „Wanneer gij werkelijk zoo slaperig zijt, kunt gij niet beter doen dan maar naar bed te gaan, misschien wekt het u wel wat op, wanneer gij uit de eetkamer mijn breiboekje hebt gehaald." Espérance was blij om een reden te hebben, de drukkende at mosfeer van de woonkamer een oogenblik te kunnen ontvluchten, en met langzame schreden wandelde zij de gang door; zij opende de deur der eetkamer, en een kreet van verwondering ontsnapte haar, toen zij Bertha in haar witte japon bij het open raam zag staan. Bertha ontstelde hevig en deinsde haastig tot in het midden van de kamer terug. „O, zijt gij aan het schrijven," zeide Espérance, zonder eenig kwaad vermoeden; Bertha in haar doodsangst meende evenwel, dat er sarcasme in hare woorden verborgen lag. Zij besloot echter zich goed te houden. „Ja, ik heb het zeer druk, hebt gij bijgeval iets noodig?" „Neen, niets dan het breiboekje van Christabel," zeide Espé rance, zocht zoo spoedig mogelijk het boek en verliet de kamer, daar zij het duidelijk bemerkt had, dat Bertha niet gestoord wilde worden. Zoodra de deui zich achter haar had gesloten, keerde Bertha zich weer naar het venster. „Ik geloof stellig, dat zij argwaan koestert," fluisterde zij. ),0, George, wij moesten het maar niet wagen, Espérance is zoo scherpzinnig, en zij zal de anderen dadelijk op het rechte spoor brengen „Wanneer dat het geval kan zijn, dan moet gij een middel be denken, om haar hier vandaan te krijgen. Kunt gij het niet zoover weten te brengen, dat grootmoeder haar uitnoodigt?" George sprak met zachte maar overredende stem; hetgeen Bertha fluisterend en met bevende stem antwoordde, scheen een onder werping aan zijn verlangen te zijn. Zij had zich voor zijn wil gebogen. „Wacht, ik heb een idee," zeide hij, na een oogenblik van stilte, en nu volgde een langdurig, fluisterend tweegesprek, waarbij Bertha steeds aarzelend met zijne plannen instemde. De klok der kathe.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1