lukkig het land, waar zulke onderwij
zers zijn. Vooruit met hem naar wat
voor ons ligt!"
Tot slot van de feestviering werd nog
door de kweekelingen een feestlied ge
zongen, gecomponeerd door den heer
Schmölling, gedirigeerd door een der
kweekelingen en begeleid door viool en
piano.
Daarop sloot de heer Werdes de bij
eenkomst tot zes uur. Dat aan het diner
de ernstige tonen in wat luchtiger klan
ken overgingen, behoeft niet gezegd te
worden. Tot laat in den avond bleef
men in de grootste epgewektheid bijeen,
Dank zij eeue zeer gewaardeerde attentie
van de diréetie van Haarlem's Dagblad werd
aan alle feestvierenden een nummer van
dit blad ter hand gesteld, waarin het
feest van den middag alreeds besproken
was.
De réunie van '»0 zal den oud-Haar
lemmers nog lang in't geheugen blijven.
Letteren en Kunst.
De reeks der ga^voorstellingen van
de Münehener werd Vrijdagavond te
Rotterdam met de opvoering van „Der
Herrgotschnitzer vom Ammergau" ge
opend, waarmede een schitterend succe9
werd behaald. Fritz Weïnmneller als
Anton Hoefloiayer" en Ella Jenk als
zijn pleegdochter „Loui", moeten in het
bizonder geroemd worden.
Men meldt, dat de toestand van
mevr. Sophie de Vries zoo goed als
hopeloos is.
De heer Willem Van Zuylen is op
nieuw ongesteld gewordenZondagavond
op een uitvoering van de vereenigin;
tot veredeling van volksvermaken te
Rotterdam, kon hij sleehts een gedeelte
van zijn taak afwerken, een rondreis met
het gezelschap van den Kleinen Schouw
burg moest wegens zyne ziekte vervallen.
Inhoud: Sempervirens No 18. Ques-
nelia rosea-marginata. Livistona chi-
nensis, met een afbeelding. Billbergia
Saundersii. Cattleya citrina als kamer
plant. Geen berookingen meer.
Rosa laxa als onderlaag. Ingezonden.
Vervalschingen. Zaadwinning van
afgesneden stengels. Kieming der noot
van Lodoicea. Wijzigingen die de
planten ondergaan, als zij op dekoogere
breedten groeien. Boekaankondiging.
Internationale Tuinbouw-Tentoonstel-
ÜDg te Berlijn van 25 April tot 5 Mei
1890. Verschillende meriedeeüngen.
Vraagbord.
BI ij kens een Zaterdag bij
het departement van Koloniën ontvan
gen telegram van den goeverneur-gene-
raal van Nederlandsch-Indië, is op 29
April jl. eene vijandige bende, 200 man
sterk, nabij Edi (Atjeh) na een vuur-
ve/dreven. Onzerzijds werden
gewond de officier van gezondheid dr.
J. van der Wal, en acht mindere mili
tairen de vijand had zeven dooden en
veertig gewonden.
De 1 s t e 1 u i t. J. C. J. B. A. d e
Jo-iselin do Jong, van het korps mari
niers, is aangewezen om met I S&ptem-
bcr a s. op te treden als leeraar aan het
Kon. Instituut voor de marine te Wil
lemsoord.
Van de 10 opgekomen ad s-
piranten voor het examen van machinist!
leering 2e kl. bij de marine zijn 7 ge
neeskundig afgekenrd en 1 wegens te
geringe lengte. Dat teekent
De Studenten -V élocipède-
clubs zullen, evenals het vorig jaar, een
universiteits-wedstrijd op de baan, waar
schijnlijk te Scheveningen, houden
wei tegen het eind van Augustus. Dit
maal zal de race niet uitgaan van eene
Wieier wedstrijd-vereen iging, maar van
de Stud.-vél.-clubs gezamenlijk.
Eene commissie uit do besturen der
Stud.-vél-cinbs zal met de Schevening-
sche wielerwedstriidvereeniging ia onder
handeling treden over de voorwaarden.
In Recht voor Allen werd
een bericht tegengesproken, dat Croll
wegens verschil van gevoelen met Do-
mela Nieuweahuis als redacteur van R.
v. A. ontslagen was, en beweerd dat
Croll zijne betrekking van mede redacteur
reeds in December heeft neergelegd,
Thans bevat het blad een schrijven
Croll zelf, waarin hij o. a. zegt:
L ,1
I),
De Regeering heeft aan d
Tweede Kamer een memorie van beant
woording ingezonden naar aanleiding van
het voorloopig verslag over de verlenging
van den militie-diensttijd.
Door de regeering is aan de
Nederlandsche Heidemaatschappij opge
dragen een onderzoek in te stellen naar
de mogelijkheid om onze zeeduinea te
bebosschen. Daargelaten de verbetering
van acclimatorische toestanden, zou daar
mede eene wijze van vastleggen der
duinen verkregan kunnen worden verre
weg goedkooper dan de thans gevolgde
door het poten van helm; terwijl het
door de tengevolgd daarvan ontstaande
bescherming tegen den zeewind ook voor
de bezitters der daarachterliggende gron
den mogelijk zou worden, deze eveneens
met houtgewas te bezetten.
De Regeering stelt voor
f 3000 subsidie te geven aan de tentoon
stelling te Amsterdam tot bevorderiug
van veiligheid en gezondheid in fabrie
ken en werkplaatsen.
In verband met deartike-
len 15 tot en met 22 der herziene Rijn
vaartakte {Staatsblad no. 75) van 1869,
en met de bepalingen van het konink
lijk besluit van 29 Juni 1869 {Staatsblad no.
110), worden belanghebbenden herinnerd
aan de verplichting voor alle schippers, die
den internationalen Rijn willen bevaren, om
voorzien te zijn van een Rijnschippers-
patent en van een scheep3patent, welke
stnkken, op schriftelijk verzoek, worden
afgegeven door het ministerie van Wa
terstaat, handel en nijverheid. {Stsct.)
Inderdaad heb ik toen mijne betrekking
van verantwoordelijk mede-redacteur ne-
egd, maar bleef ik toch nog in
andere betrekking aan uw blad verbon
den. Verder deelt hij mede eenige zin
sneden, op deze zaak betrekking heb
bende uit een schrijven, den 25en April
door den Centralen Raad aan hem
gericht, en waarin het besluit van dien
Raad wordt medegedeeld, dat Croll op
grond van onvruchtbare samenwerking
tusschen hem en den redacteur van Recht
voor Allen van het redactiebureau worde
verwijderd, met dien verstande, dat zijn
salaris voorloopig hetzelfde zal blijven
en hem volkomen vrijheid wordt gelaten,
daarvoor arbeid te leveren naar eigen
verkiezing.
Het bestuur der Amster-
damsche Universiteitsvereenigïng, zooals
het nu voorgoed is samengesteld, heeft
zijne werkzaamheden aangevangen en
tot zijnen voorzitter benoemd: prof. J.
C. Matthes, tot vice-voorzitter jhr. ar,
C. H. Backer, tot secretaris jhr. ar. J.
F. Backer, tot penningmeester mr. C.
H. van Tienhoven. De andere leden van
het bestuur zijn de heeren: prof. T. M.
C. Asser, S. P. van Eeghen, mr. F. J.
M. A. Reekers, G. Rosenthal en mr.
J. E. Veltman. Eere-voorzitter is mr. G.
van Tienhoven.
Op het middag-appél is Vrij
dag te Amsterdam namens den Burge
meester voor den troep de bizondere
tevredenheid betuigd aan den milicien
Gerrit van Hauten, van het 2e regt.
vesting, voor zijn manmoedig gedrag bij
een brand op de 2e verdieping van een
perceel in de Oudebrugsteeg, bij welke
gelegenheid hij den bewoner met zijn
zieke vrouw uit de vlammen heeft gered.
DeVereenïgingvoorlevens-
verzekering hield Dinsdag 11. te Amster
dam eene bijeenkomst. In betrekking
tot de algemeeue voorwaarden van ver
zekering was in de eerste plaats aan de
orde een voorstel van den heer S. L.
Boers, waarover in de vorige bijeenkomst de
stemmen staakten. Dit voorstel strekte om
niet in de voorwaarde van verzekering op te
nemen, met welk bedrag de jaarlijksche
premie, bij splitsing daarvan in halfjaar
lij ksche, driemaandelijksche of maande-
lijksche, verhoogd zal worden ter ver
goeding van rente-verlies en de meer
dere administratiekosten.
Aangenomen met 8 tegen 3 stemmen
en 1 buiten stemming.
Daarna kwam aan de orde een mede
aangehouden voorstel, en wel van den
heer mr. H. Goeman Borgesius, om in de
voorwaarden van verzekering de vol
gende bepalingen niet op te nemen.
Bij niet-voldoening binnen respijtter-
mijn wordt de verzekeringnemer by brief
aangemaand om alsnog binneu acht dagen
te betalen.
Volgt ook dan geene betaling, zoo
wordt den verzekeringnemer bij brief
kennis gegeven, dat het contract, al
naarmate van zijnen aard en duur, ver
vallen is.
Beide brieven worden aangeteekend
verzonden.
Daar bij niet voldoening der premie
het contract niet verlengd is, en dus na
van den respijttermijn rechtens
niet meer bestaat, kan de Maatschappij
nimmer verplicht worden het bewijs te
leveren, dat hare brieven in handen van
den verzekeringnemer zijn gekomen,
noch kan haar het ontbreken eener wet
tige ingebrekestelling worden tegenge
worpen.
Aangenomen met 7 tegen 5 stemmeD.
Vervolgens werd voorgesteld de be
raadslaging over eene ontwerp-voorwaar-
de van herverzekering, volgens redactie
van den heer mr. Leonard Wolterbeek.
Na discussie werd het geheele ont
werp aangenomen met model A. (voor
stel tot herverzekering) en rnoiel C.
(acte van herverzekering).
De heer M. Henriquez Pimentel
dankte den heer mr. Wolterbeek namens
de vergadering voor de vele en buiten
gewone moeite, die hij zich te dezer zake
heeft gegeven. (Blijken van instemming
Het Ambacht der vier Noor-
der Koggen heeft de naamlooze vennoot
schap paardentram HoornEnkhuizen,
voor den aanleg van eene stoomtram
tusschen Hoorn en Schagen, f 50,000
toegezegd.
Benoemd tot hoofd der
school te Zuid-Eierland de heer T.
Engel van Zaandam.
Vier zoogenaamde//k wa r tjes-
vinders," die iemand 50 moeten heb
ben afgetroggeld, zijn te Amsterdam in
verzekerde bewaring gebracht.
Van een koloniaal, dieZa-
terdag te Rotterdam aankwam, is eene
kist met goederen cn ongeveer ƒ100
ontvreemd.
In den nacht van Woensdag
op Donderdag j.l. raakte bij Terschelling
bij het uitzeilen van het net, schipper
P. Vonk te water. Eerst na een half
uur slaagde men er in den ongelukkige,
die al dien tijd op een hem toegeworpen
boom had gedreven, te redden. De noo-
digste hulp werd hem eerst op Terschel
ling verleend, daarna heeft men hem
achter Oost op Teasel aan wal gebracht.
Vr ij dagavond had te Helle-
voetsluis" een vechtpartij plaats tusschen
bootsmansleerlingen van de Nautilus en
een ploeg mariniers van de Prins van
Oranje. Door de mariniers, die van hun
ne zakmessen gebruik maakten, werden
een 4tal leerlingen aan Aangezicht en
handen vrij ernstig gewond.
De arbeiders op de steenfa-
briek van de firma Van Zadelhof? en
Wcnsiuk op het Rhedenlaag te Rheden,
hebben, toen hun Zaterdag loonsverhoo-
ging werd geweigerd, den arbeid ge
staakt.
Te Almeloo is Zaterdag-
naeht omstreeks 12£ uur brand uitge
broken bij zekeren H. Telman, schoen
maker, wonende op het Nieuwe End.
Door de spoedige hulp van de buren
werd de brand echter spoedig gebluseht,
zoodat zelfs de spuiten, die in korten
tyd ter plaatse waren, geen water be-
hoejden te geven. De politie, die ver
moeden had dat- de oorzaak van den
brand bij den bewoner te zoeken was,
heeit onmiddelijk den man en zijne echt-
genoote in arrest genomen.
Zooals gemeld is, zal op
Donderdag 8 Mei op de algetneene be
graafplaats te Vlissin^en onthuld worden
het gedenkteekeu op het graf van wijlen
J. Hobeiu.
Bij deze plechtigheid zullen eenige
hooggeplaatste marine-autoriteiten tegen
woordig zijn.
Te 1 uur 's middags stelt zich voor
het stadhuis een stoet te zamen, be
staande uit leden van het marine-, in-'
fanterie- en schutterijkorps, ,/Vlissingsch
Mannenkoor,n de leden van het neder-
landsch en die van het belgisch loods
wezen, benevens deputatiën van onder
scheiden vereenigen.
Tijdens de onthulling zal „Vlissingsch
Mannenkoor" „Op het Kerkhof" en „Bij
de Groeve" van De Vliegh ten gehoore
brengen.
By advertentie in het Nieu
Avertentieblad van Heerenveen verklaarden
eenige in Schoterland woonachtige, en in
de venen van Beets werkende arbeiders,
dat zij van plan waren op Maandag a. 8.
[heden] het appèl niet bij te wonen,
maar in plaats daarvan, zich met hunne
bazen naar het werk te begeven. Zij
roepen hunne medearbeiders op hun voor
beeld te volgen.
Zullen de socialistische drijvers nu
nog volhouden, dat de wenseh om in de
werkstaking te volharden, algemeen is
Neen zeker, honderden wenschen de
arbeid te hervatten en zullen dan ook
vermoedelijk in de volgende week ge
bruik makeri van de hun door den bur
gemeester van Opsterland toegezegde be
scherming. Het is te hopen, en te ver
wachten tevens, dat deze in alle opzich-
teu voldoende zijn moge.
Zaterdag zijn een dertigta!
huzaren in de venen van Beets aange
komen. Het doel van dien maatregel
zoo meldt men van daar is alleen de
arbeiders, die den arbeid wenschen te
hervatten, te beschermen, opdat niet lan
ger de groote meerderheid door eene
minderheid worde getiranniseerd. Dat dit
voor het oogenblik plaats heeftlijdt
geen twijfel. Verreweg de meesten ver
langen niets liever dan ru9tig aan het
werk te gaan en een einde te maken
aan hun vreeselijke ellende of deze al
thans niet grooter te doen worden. De
arme monschen hebben zich inderdaad
tot het uiterste oogenblik met schoon
klinkende beloften laten paaien en zich
laten exploiteeren door de socialistische
leiders. Thans echter gaan hun de oegen
open en met eiken dag neemt ;het aantal
too van hen, die tot het inzien komen,
dat ze op wreede wijze misleid en be
drogen zijn geworden door een handvol
volksmenners, die slechts streven naar
de verwezenlijking hunner partijbedoe
lingen en niet aarzelen daarvoor duizen
den tot den bedelstaf te brengen. Hoe
het de socialistische raddraaiers alleen te
doen is om het maken van propaganda,
blijkt uit het feit, dat voor de brooduit-
deelingen alleen zij in aanmerking ko
men, die leden waren van den Bond voor
algemeen kies- en stemrecht. De overigen
werden met leêge handen weggestuurd,
In don loop dezer week is er dan ook
eene groote, doch tegelijkertijd zeer ver
klaarbare verandering gekomen in de
waardeering van den persoon des heeren
Domela Nieuwenhuis. De afgod is van
zijn voetstuk gevallen. Men had zoo stel
lig op hem gerekend. Aan onderstand
zou het niet ontbreken. De bazen moesten
toegeven I En ten slotte, als alle3 misliep,
dan was er in Duitschland overvloed van
werk! Ja, zelfs is het den werkstakers
voorgepraat, dat zij, ter verkrijging van
het liggeld, beslag zonden kunnen leggen
op de veengronden der bazen
En thans, nu zelfs de meest begun
stigde arbeiders gebrek en hongerlijden,
blijkt het hoe hun door hunne zooge
naamde vrienden slechts steen voor brood
gegeven wordt. Waar blijven thans de
beloofde geldon? Waar blijft de toege
zegde ondersteuning?
Uit Leeuwarden wordt ge
meld
Hot trok de aandacht van de buren,
dat Zaterdagochtend twee scharenslijpers
(vader en zoon), wonende alhier aan het
Vliet, ondanks den marktdag niet als
gewoonlijk hunne woning verlieten om
hun bedrijf te gaan uitoefenen. Toen zij
op het herhaalde kloppen geen antwoord
ontvingen en de ODgesloten zijnde wo
ning daarop binnentraden, vonden zij
beide nog te bed en bespeurden al spoe
dig, dat de zoon was overleden, terwijl
hand, dat misbruik van sterken drank
niet vreemd is aan den toestand, waarin
zij gevonden werden.
De werklieden, die op de
steenfabriek van don heer Mijnlief nabij
Druten a/d Waal het werk gestaakt
hadden, zijn allen weder aan den arbeid,
zonder dat hun verhooging van loon is
toegestaan.
Over de wanordelijkheden
te Winschoten ten gevolge van een twist
tusschen twee „officieren" van het Leger
des Heils, deelt do N. G. C. mede:
In de gewone bijeenkomst van Don
derdagavond openbaarde zich bij den zeer
onlangs van Veendam naar herwaarts
overgeplaatsten strijdlustige kapitein J.
W. in werkelijkheid milicien-verlof
ganger van het Ned. leger, dienende als
loteling voor de gemeente Amersfoort
naar allen sehijn eene groote mate van
ijd en afgunst tegenover zijn vakge
noot, die als luitenant bij het Heilsleger
fungeert. Aan dezen laatste, wiens gar
derobe er zeer pover uitzag, waren door
de mildheid der geloovigen een paar on
ontbeerlijke kleedingatukken verstrekt in
den vorm van een pantalon ea oen hoofd
deksel, en daarmede getooid nam hy aan
de oefening deel; weldra was de mede
aanwezige kapitein zich niet meer mees
ter en te midden van de galmoade hal
leluja's drong hij zijn broeder in den
wijngaard van het platform en uit de
vergaderzaal, waardoor groote stoornis
en het vortrek van velen uit het lokaal
werd veroorzaakt. Belanghebbenden en
nieuwsgierigen posteerden zich voor de
onmiddellyke nabijheid gelegen kapiteins
woning, waarin ten slotte al de glasrui
ten werden stukgeslagen.
KOlöHiËN.
Aan een brief uit Atjeh in den juist
ontvangen Javabode van 27 Maart is het
volgende ontleend:
Onze doodenakker was dezer dagen
;etuige van eene eenvoudige maar in
drukwekkende plechtigheid. Bij order
was bekend gemaakt, dat de onthulling
zou plaats hebben van het monument
opgericht op do graven van hen, die op
26 Juü nabij Kota Pohama het leven
lieten. Woensdag den 12en Maart des
morgens om 7 uren stonden op het kerk
hof geschaard het geheele 3e bataljon in
fanterie, ia groot tenue en gewapend,
met vaandel en muziek; verder de aan
wezige cavalerie en artillerie, nagenoeg
alle officieren en eene menigte burgers.
Do nederlandsche driekleur onttrok het
monument nog aan het oog der aanwe
zigen. Even na de komst van den gene
raal, trad de luitenant-kolonel De Bank
Langenhorst voor en nam het woord. Hij
wees er op dat hij ook bij de begrafenis
van hen, die op 26 Juli op zoo waar
dige wijze voor het dierbaar vaderland
bet leven lieten, de eer had gehad op
de2e plaats hun een vaarwel toe te roe
pen, en dat hij ook thans weer geroepen
v-ras, de onthulling van een monument
te leiden, dat als eene bl|j venue getuige
nis voor hun moed en hun trouw door
i de achtergebleven kameraden was opge
richt. H*t deed hem goed, daarbij te
kunnen wijzen op het feit, dat zij, die
op 26 Juli 1889 sneuvelden, nog heden
in gedachtenis bij het tegenwoordig ge
slacht leefden, terwijl hij hoopte dat uit
nog lang het geval zeu zijn en dat het
monument bij komende geslachten die
gedachtenis zou olijven versterken. Het
nam op dezen dag zijnen twijtel weg,
dat iedereen even spoedig na zijn dood
werd vergeten. Op een gegeven toeken
viel de driekleur en zagen wij oen een
voudig maar zeer net monument, omge
ven door een hekwerk. De muziek
speelde daarbij het nederlandsche volks
lied. Nadat daarna de heer Patopulahani,
amboneesch predikant, in sierlyk rnaleisch
en met krachtige woorden de rode van
den overste De Bank LaDgenhorst had
vertolkt, voegde hij daaraan nog toe», dat
bij hoopte, dat dit monument voor elk
Ambonees moge zijn gelijk een magneet,
w die hem trekt naar deze plaats, om, van
de vader in bewusteloozen toestand ver- daar teruggekeerd, steeds met meer trouw
keerde. j en met grooter moed bezield te zijn.
Daar beide als groote dronkaards be-Hierna speelde de muziek het koraal
kend staan, ligt het vermoeden voor de van Markus, en werd namens het esca-
terwijl zij zich tegen Cornelia aanvleide.
„Christabel zal u werkelyk zeer missen," zaide Cornelia met
overtuiging, „wat zij ook moge zeggen. Ik weet, dat het zoo zal
zijn, want gij hebt zeer veel voor haar gedaan; en gij weet ook
wel Espérance, hoe ik u zal missen."
Cornelia kon niet verder spreken; zij was niet bij machte het
Espérance te vertellen van de groote verandering, die er in haar
leven had plaats gevonden gedurende het laatste jaar; hoe de koele,
hardvochtige, in zichzelf gekeerde Cornelia zachter gestemd werd,
doordat zij getuige was van de innige liefde, die Espérance voor
Gaspard koesterde en hoe de vrouwelijke teederheid, sinds gerui-
men tijd sluimerende in het diepst van haar hart, tijdens de ziekte
van haar nicht was ontwaakt. In zichzelf gekeerd zou zij altijd
blijven, maar die, alle teedere gevoelens doodende, argwaan van
vroeger dagen, was verdwenen.
Espérance verstond en begreep die weinige woorden, en in haar
antwoord sprak zij met zooveel dankbaarheid van de liefde, die
zij zelf had doen geboren worden, terwijl zij zooveel blijken van
gehechtheid gaf, dat Cornelia diep getroffen was. Daarna spraken
zij wel een half uur lang over Claude, en gedurende dien tyd
herkreeg Espérance al haar bedaardheid, zoodat zij de familie Hen
derson en mevrouw Lemercier met de meest mogelijke hartelijk
heid bij hunne aankomst verwelkomde.
De 6de Januari brak somber aan; het was een van die koude
winterdagen, wanneer geen enkele zonnestraal de grauwe wolken
schijnt te kunnen doordringen. De bewoners van Rilchester keken
hoofdschuddend naar de lucht en brachten het spreekwoord in
herinnering van het huwelijk, dat op een regenachtigen dag wordt
gesloten en zelfs de bewoners van de pastorie waren niet in eene
opgewekte stemming, uitgezonderd de bruid zelf. Niets kon haar
dien dag hare opgewektheid doen verliezen.
Frances en mevrouw Lemercier hielpen haar bij het aankleedon*
Zij droeg een japon van indische mousseline, haar toegezonden
door Gaspard, verder versierd met belegsels van zwanedons en
kleine mirtentakjes en oranjebloesems. Het was wel wat eenvoudig
naar mevrouw Lemerciers meening. „Het gelijkt te veel op de
kleeding van eene première communion, chérie," zeide zij.
„Ik geloof niet, dat het mooier behoeft te zijn, lieve mevrouw,"
zeide Espérance eenvoudig.
Mevrouw Lemercier was niet van de zelfde meening, maar zij
was hoogst voldaan, toen de krans en de witte sluier haar kleeding
voltooiden: zij bekende dan ook, dat het ensemble verrukkelijk
was, vooral toen Claudes bouquet van kerstrozen boven was ge
bracht hij had het zelf gerangsehikt en wilde er geen andere
bloemen voor gebruiken.
Eenige minuten bleef zij geheel alleen; toen alle gasten zich
naar de kathedraal hadden begeven, daalde zij laEgzaam de trap
af, en ging naar de zitkamer, meenende daar haar oom te vinden.
Het vertrek was echter leeg, zij wachtte totdat het rijtuig werd
aangediend; de eenzaamheid kwelde haar eenigszins, zoodat zij
zich naar de bibliotheek begaf en daar aanklopte.
De deken zat over een met een dikke laag stof bedekt boek,
„Is het reeds tijd, mijn kind?" zeide hij van zijn boek opkij
kende. „Ik zal deze bladzijde nog uitlezen, misschien wilt gij dezen
handschoen nog wel in dien tussehentijd nazien."
Hij reikte haar een witten handschoen aan, waarvan een der
knoopjes was losgebroken. Oogenblikkelijk ging zij haar werkdoos
halen. Ondanks hare van zenuwachtige opgewondenheid trillende
vingers, was de handschoen eerder gereed dan de deken; eindelijk
stond hij op, legde zorgvuldig een vouw in het boek, trok zijne
handschoenen aan en wendde zich met eene buiging tot zy'n
nichtje.
„Nu, lieveling, ben ik tot uw dienst."
Wordt vervolgd