lukkig het land, waar zulke onderwij zers zijn. Vooruit met hem naar wat voor ons ligt!" Tot slot van de feestviering werd nog door de kweekelingen een feestlied ge zongen, gecomponeerd door den heer Schmölling, gedirigeerd door een der kweekelingen en begeleid door viool en piano. Daarop sloot de heer Werdes de bij eenkomst tot zes uur. Dat aan het diner de ernstige tonen in wat luchtiger klan ken overgingen, behoeft niet gezegd te worden. Tot laat in den avond bleef men in de grootste epgewektheid bijeen, Dank zij eeue zeer gewaardeerde attentie van de diréetie van Haarlem's Dagblad werd aan alle feestvierenden een nummer van dit blad ter hand gesteld, waarin het feest van den middag alreeds besproken was. De réunie van '»0 zal den oud-Haar lemmers nog lang in't geheugen blijven. Letteren en Kunst. De reeks der ga^voorstellingen van de Münehener werd Vrijdagavond te Rotterdam met de opvoering van „Der Herrgotschnitzer vom Ammergau" ge opend, waarmede een schitterend succe9 werd behaald. Fritz Weïnmneller als Anton Hoefloiayer" en Ella Jenk als zijn pleegdochter „Loui", moeten in het bizonder geroemd worden. Men meldt, dat de toestand van mevr. Sophie de Vries zoo goed als hopeloos is. De heer Willem Van Zuylen is op nieuw ongesteld gewordenZondagavond op een uitvoering van de vereenigin; tot veredeling van volksvermaken te Rotterdam, kon hij sleehts een gedeelte van zijn taak afwerken, een rondreis met het gezelschap van den Kleinen Schouw burg moest wegens zyne ziekte vervallen. Inhoud: Sempervirens No 18. Ques- nelia rosea-marginata. Livistona chi- nensis, met een afbeelding. Billbergia Saundersii. Cattleya citrina als kamer plant. Geen berookingen meer. Rosa laxa als onderlaag. Ingezonden. Vervalschingen. Zaadwinning van afgesneden stengels. Kieming der noot van Lodoicea. Wijzigingen die de planten ondergaan, als zij op dekoogere breedten groeien. Boekaankondiging. Internationale Tuinbouw-Tentoonstel- ÜDg te Berlijn van 25 April tot 5 Mei 1890. Verschillende meriedeeüngen. Vraagbord. BI ij kens een Zaterdag bij het departement van Koloniën ontvan gen telegram van den goeverneur-gene- raal van Nederlandsch-Indië, is op 29 April jl. eene vijandige bende, 200 man sterk, nabij Edi (Atjeh) na een vuur- ve/dreven. Onzerzijds werden gewond de officier van gezondheid dr. J. van der Wal, en acht mindere mili tairen de vijand had zeven dooden en veertig gewonden. De 1 s t e 1 u i t. J. C. J. B. A. d e Jo-iselin do Jong, van het korps mari niers, is aangewezen om met I S&ptem- bcr a s. op te treden als leeraar aan het Kon. Instituut voor de marine te Wil lemsoord. Van de 10 opgekomen ad s- piranten voor het examen van machinist! leering 2e kl. bij de marine zijn 7 ge neeskundig afgekenrd en 1 wegens te geringe lengte. Dat teekent De Studenten -V élocipède- clubs zullen, evenals het vorig jaar, een universiteits-wedstrijd op de baan, waar schijnlijk te Scheveningen, houden wei tegen het eind van Augustus. Dit maal zal de race niet uitgaan van eene Wieier wedstrijd-vereen iging, maar van de Stud.-vél.-clubs gezamenlijk. Eene commissie uit do besturen der Stud.-vél-cinbs zal met de Schevening- sche wielerwedstriidvereeniging ia onder handeling treden over de voorwaarden. In Recht voor Allen werd een bericht tegengesproken, dat Croll wegens verschil van gevoelen met Do- mela Nieuweahuis als redacteur van R. v. A. ontslagen was, en beweerd dat Croll zijne betrekking van mede redacteur reeds in December heeft neergelegd, Thans bevat het blad een schrijven Croll zelf, waarin hij o. a. zegt: L ,1 I), De Regeering heeft aan d Tweede Kamer een memorie van beant woording ingezonden naar aanleiding van het voorloopig verslag over de verlenging van den militie-diensttijd. Door de regeering is aan de Nederlandsche Heidemaatschappij opge dragen een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid om onze zeeduinea te bebosschen. Daargelaten de verbetering van acclimatorische toestanden, zou daar mede eene wijze van vastleggen der duinen verkregan kunnen worden verre weg goedkooper dan de thans gevolgde door het poten van helm; terwijl het door de tengevolgd daarvan ontstaande bescherming tegen den zeewind ook voor de bezitters der daarachterliggende gron den mogelijk zou worden, deze eveneens met houtgewas te bezetten. De Regeering stelt voor f 3000 subsidie te geven aan de tentoon stelling te Amsterdam tot bevorderiug van veiligheid en gezondheid in fabrie ken en werkplaatsen. In verband met deartike- len 15 tot en met 22 der herziene Rijn vaartakte {Staatsblad no. 75) van 1869, en met de bepalingen van het konink lijk besluit van 29 Juni 1869 {Staatsblad no. 110), worden belanghebbenden herinnerd aan de verplichting voor alle schippers, die den internationalen Rijn willen bevaren, om voorzien te zijn van een Rijnschippers- patent en van een scheep3patent, welke stnkken, op schriftelijk verzoek, worden afgegeven door het ministerie van Wa terstaat, handel en nijverheid. {Stsct.) Inderdaad heb ik toen mijne betrekking van verantwoordelijk mede-redacteur ne- egd, maar bleef ik toch nog in andere betrekking aan uw blad verbon den. Verder deelt hij mede eenige zin sneden, op deze zaak betrekking heb bende uit een schrijven, den 25en April door den Centralen Raad aan hem gericht, en waarin het besluit van dien Raad wordt medegedeeld, dat Croll op grond van onvruchtbare samenwerking tusschen hem en den redacteur van Recht voor Allen van het redactiebureau worde verwijderd, met dien verstande, dat zijn salaris voorloopig hetzelfde zal blijven en hem volkomen vrijheid wordt gelaten, daarvoor arbeid te leveren naar eigen verkiezing. Het bestuur der Amster- damsche Universiteitsvereenigïng, zooals het nu voorgoed is samengesteld, heeft zijne werkzaamheden aangevangen en tot zijnen voorzitter benoemd: prof. J. C. Matthes, tot vice-voorzitter jhr. ar, C. H. Backer, tot secretaris jhr. ar. J. F. Backer, tot penningmeester mr. C. H. van Tienhoven. De andere leden van het bestuur zijn de heeren: prof. T. M. C. Asser, S. P. van Eeghen, mr. F. J. M. A. Reekers, G. Rosenthal en mr. J. E. Veltman. Eere-voorzitter is mr. G. van Tienhoven. Op het middag-appél is Vrij dag te Amsterdam namens den Burge meester voor den troep de bizondere tevredenheid betuigd aan den milicien Gerrit van Hauten, van het 2e regt. vesting, voor zijn manmoedig gedrag bij een brand op de 2e verdieping van een perceel in de Oudebrugsteeg, bij welke gelegenheid hij den bewoner met zijn zieke vrouw uit de vlammen heeft gered. DeVereenïgingvoorlevens- verzekering hield Dinsdag 11. te Amster dam eene bijeenkomst. In betrekking tot de algemeeue voorwaarden van ver zekering was in de eerste plaats aan de orde een voorstel van den heer S. L. Boers, waarover in de vorige bijeenkomst de stemmen staakten. Dit voorstel strekte om niet in de voorwaarde van verzekering op te nemen, met welk bedrag de jaarlijksche premie, bij splitsing daarvan in halfjaar lij ksche, driemaandelijksche of maande- lijksche, verhoogd zal worden ter ver goeding van rente-verlies en de meer dere administratiekosten. Aangenomen met 8 tegen 3 stemmen en 1 buiten stemming. Daarna kwam aan de orde een mede aangehouden voorstel, en wel van den heer mr. H. Goeman Borgesius, om in de voorwaarden van verzekering de vol gende bepalingen niet op te nemen. Bij niet-voldoening binnen respijtter- mijn wordt de verzekeringnemer by brief aangemaand om alsnog binneu acht dagen te betalen. Volgt ook dan geene betaling, zoo wordt den verzekeringnemer bij brief kennis gegeven, dat het contract, al naarmate van zijnen aard en duur, ver vallen is. Beide brieven worden aangeteekend verzonden. Daar bij niet voldoening der premie het contract niet verlengd is, en dus na van den respijttermijn rechtens niet meer bestaat, kan de Maatschappij nimmer verplicht worden het bewijs te leveren, dat hare brieven in handen van den verzekeringnemer zijn gekomen, noch kan haar het ontbreken eener wet tige ingebrekestelling worden tegenge worpen. Aangenomen met 7 tegen 5 stemmeD. Vervolgens werd voorgesteld de be raadslaging over eene ontwerp-voorwaar- de van herverzekering, volgens redactie van den heer mr. Leonard Wolterbeek. Na discussie werd het geheele ont werp aangenomen met model A. (voor stel tot herverzekering) en rnoiel C. (acte van herverzekering). De heer M. Henriquez Pimentel dankte den heer mr. Wolterbeek namens de vergadering voor de vele en buiten gewone moeite, die hij zich te dezer zake heeft gegeven. (Blijken van instemming Het Ambacht der vier Noor- der Koggen heeft de naamlooze vennoot schap paardentram HoornEnkhuizen, voor den aanleg van eene stoomtram tusschen Hoorn en Schagen, f 50,000 toegezegd. Benoemd tot hoofd der school te Zuid-Eierland de heer T. Engel van Zaandam. Vier zoogenaamde//k wa r tjes- vinders," die iemand 50 moeten heb ben afgetroggeld, zijn te Amsterdam in verzekerde bewaring gebracht. Van een koloniaal, dieZa- terdag te Rotterdam aankwam, is eene kist met goederen cn ongeveer ƒ100 ontvreemd. In den nacht van Woensdag op Donderdag j.l. raakte bij Terschelling bij het uitzeilen van het net, schipper P. Vonk te water. Eerst na een half uur slaagde men er in den ongelukkige, die al dien tijd op een hem toegeworpen boom had gedreven, te redden. De noo- digste hulp werd hem eerst op Terschel ling verleend, daarna heeft men hem achter Oost op Teasel aan wal gebracht. Vr ij dagavond had te Helle- voetsluis" een vechtpartij plaats tusschen bootsmansleerlingen van de Nautilus en een ploeg mariniers van de Prins van Oranje. Door de mariniers, die van hun ne zakmessen gebruik maakten, werden een 4tal leerlingen aan Aangezicht en handen vrij ernstig gewond. De arbeiders op de steenfa- briek van de firma Van Zadelhof? en Wcnsiuk op het Rhedenlaag te Rheden, hebben, toen hun Zaterdag loonsverhoo- ging werd geweigerd, den arbeid ge staakt. Te Almeloo is Zaterdag- naeht omstreeks 12£ uur brand uitge broken bij zekeren H. Telman, schoen maker, wonende op het Nieuwe End. Door de spoedige hulp van de buren werd de brand echter spoedig gebluseht, zoodat zelfs de spuiten, die in korten tyd ter plaatse waren, geen water be- hoejden te geven. De politie, die ver moeden had dat- de oorzaak van den brand bij den bewoner te zoeken was, heeit onmiddelijk den man en zijne echt- genoote in arrest genomen. Zooals gemeld is, zal op Donderdag 8 Mei op de algetneene be graafplaats te Vlissin^en onthuld worden het gedenkteekeu op het graf van wijlen J. Hobeiu. Bij deze plechtigheid zullen eenige hooggeplaatste marine-autoriteiten tegen woordig zijn. Te 1 uur 's middags stelt zich voor het stadhuis een stoet te zamen, be staande uit leden van het marine-, in-' fanterie- en schutterijkorps, ,/Vlissingsch Mannenkoor,n de leden van het neder- landsch en die van het belgisch loods wezen, benevens deputatiën van onder scheiden vereenigen. Tijdens de onthulling zal „Vlissingsch Mannenkoor" „Op het Kerkhof" en „Bij de Groeve" van De Vliegh ten gehoore brengen. By advertentie in het Nieu Avertentieblad van Heerenveen verklaarden eenige in Schoterland woonachtige, en in de venen van Beets werkende arbeiders, dat zij van plan waren op Maandag a. 8. [heden] het appèl niet bij te wonen, maar in plaats daarvan, zich met hunne bazen naar het werk te begeven. Zij roepen hunne medearbeiders op hun voor beeld te volgen. Zullen de socialistische drijvers nu nog volhouden, dat de wenseh om in de werkstaking te volharden, algemeen is Neen zeker, honderden wenschen de arbeid te hervatten en zullen dan ook vermoedelijk in de volgende week ge bruik makeri van de hun door den bur gemeester van Opsterland toegezegde be scherming. Het is te hopen, en te ver wachten tevens, dat deze in alle opzich- teu voldoende zijn moge. Zaterdag zijn een dertigta! huzaren in de venen van Beets aange komen. Het doel van dien maatregel zoo meldt men van daar is alleen de arbeiders, die den arbeid wenschen te hervatten, te beschermen, opdat niet lan ger de groote meerderheid door eene minderheid worde getiranniseerd. Dat dit voor het oogenblik plaats heeftlijdt geen twijfel. Verreweg de meesten ver langen niets liever dan ru9tig aan het werk te gaan en een einde te maken aan hun vreeselijke ellende of deze al thans niet grooter te doen worden. De arme monschen hebben zich inderdaad tot het uiterste oogenblik met schoon klinkende beloften laten paaien en zich laten exploiteeren door de socialistische leiders. Thans echter gaan hun de oegen open en met eiken dag neemt ;het aantal too van hen, die tot het inzien komen, dat ze op wreede wijze misleid en be drogen zijn geworden door een handvol volksmenners, die slechts streven naar de verwezenlijking hunner partijbedoe lingen en niet aarzelen daarvoor duizen den tot den bedelstaf te brengen. Hoe het de socialistische raddraaiers alleen te doen is om het maken van propaganda, blijkt uit het feit, dat voor de brooduit- deelingen alleen zij in aanmerking ko men, die leden waren van den Bond voor algemeen kies- en stemrecht. De overigen werden met leêge handen weggestuurd, In don loop dezer week is er dan ook eene groote, doch tegelijkertijd zeer ver klaarbare verandering gekomen in de waardeering van den persoon des heeren Domela Nieuwenhuis. De afgod is van zijn voetstuk gevallen. Men had zoo stel lig op hem gerekend. Aan onderstand zou het niet ontbreken. De bazen moesten toegeven I En ten slotte, als alle3 misliep, dan was er in Duitschland overvloed van werk! Ja, zelfs is het den werkstakers voorgepraat, dat zij, ter verkrijging van het liggeld, beslag zonden kunnen leggen op de veengronden der bazen En thans, nu zelfs de meest begun stigde arbeiders gebrek en hongerlijden, blijkt het hoe hun door hunne zooge naamde vrienden slechts steen voor brood gegeven wordt. Waar blijven thans de beloofde geldon? Waar blijft de toege zegde ondersteuning? Uit Leeuwarden wordt ge meld Hot trok de aandacht van de buren, dat Zaterdagochtend twee scharenslijpers (vader en zoon), wonende alhier aan het Vliet, ondanks den marktdag niet als gewoonlijk hunne woning verlieten om hun bedrijf te gaan uitoefenen. Toen zij op het herhaalde kloppen geen antwoord ontvingen en de ODgesloten zijnde wo ning daarop binnentraden, vonden zij beide nog te bed en bespeurden al spoe dig, dat de zoon was overleden, terwijl hand, dat misbruik van sterken drank niet vreemd is aan den toestand, waarin zij gevonden werden. De werklieden, die op de steenfabriek van don heer Mijnlief nabij Druten a/d Waal het werk gestaakt hadden, zijn allen weder aan den arbeid, zonder dat hun verhooging van loon is toegestaan. Over de wanordelijkheden te Winschoten ten gevolge van een twist tusschen twee „officieren" van het Leger des Heils, deelt do N. G. C. mede: In de gewone bijeenkomst van Don derdagavond openbaarde zich bij den zeer onlangs van Veendam naar herwaarts overgeplaatsten strijdlustige kapitein J. W. in werkelijkheid milicien-verlof ganger van het Ned. leger, dienende als loteling voor de gemeente Amersfoort naar allen sehijn eene groote mate van ijd en afgunst tegenover zijn vakge noot, die als luitenant bij het Heilsleger fungeert. Aan dezen laatste, wiens gar derobe er zeer pover uitzag, waren door de mildheid der geloovigen een paar on ontbeerlijke kleedingatukken verstrekt in den vorm van een pantalon ea oen hoofd deksel, en daarmede getooid nam hy aan de oefening deel; weldra was de mede aanwezige kapitein zich niet meer mees ter en te midden van de galmoade hal leluja's drong hij zijn broeder in den wijngaard van het platform en uit de vergaderzaal, waardoor groote stoornis en het vortrek van velen uit het lokaal werd veroorzaakt. Belanghebbenden en nieuwsgierigen posteerden zich voor de onmiddellyke nabijheid gelegen kapiteins woning, waarin ten slotte al de glasrui ten werden stukgeslagen. KOlöHiËN. Aan een brief uit Atjeh in den juist ontvangen Javabode van 27 Maart is het volgende ontleend: Onze doodenakker was dezer dagen ;etuige van eene eenvoudige maar in drukwekkende plechtigheid. Bij order was bekend gemaakt, dat de onthulling zou plaats hebben van het monument opgericht op do graven van hen, die op 26 Juü nabij Kota Pohama het leven lieten. Woensdag den 12en Maart des morgens om 7 uren stonden op het kerk hof geschaard het geheele 3e bataljon in fanterie, ia groot tenue en gewapend, met vaandel en muziek; verder de aan wezige cavalerie en artillerie, nagenoeg alle officieren en eene menigte burgers. Do nederlandsche driekleur onttrok het monument nog aan het oog der aanwe zigen. Even na de komst van den gene raal, trad de luitenant-kolonel De Bank Langenhorst voor en nam het woord. Hij wees er op dat hij ook bij de begrafenis van hen, die op 26 Juli op zoo waar dige wijze voor het dierbaar vaderland bet leven lieten, de eer had gehad op de2e plaats hun een vaarwel toe te roe pen, en dat hij ook thans weer geroepen v-ras, de onthulling van een monument te leiden, dat als eene bl|j venue getuige nis voor hun moed en hun trouw door i de achtergebleven kameraden was opge richt. H*t deed hem goed, daarbij te kunnen wijzen op het feit, dat zij, die op 26 Juli 1889 sneuvelden, nog heden in gedachtenis bij het tegenwoordig ge slacht leefden, terwijl hij hoopte dat uit nog lang het geval zeu zijn en dat het monument bij komende geslachten die gedachtenis zou olijven versterken. Het nam op dezen dag zijnen twijtel weg, dat iedereen even spoedig na zijn dood werd vergeten. Op een gegeven toeken viel de driekleur en zagen wij oen een voudig maar zeer net monument, omge ven door een hekwerk. De muziek speelde daarbij het nederlandsche volks lied. Nadat daarna de heer Patopulahani, amboneesch predikant, in sierlyk rnaleisch en met krachtige woorden de rode van den overste De Bank LaDgenhorst had vertolkt, voegde hij daaraan nog toe», dat bij hoopte, dat dit monument voor elk Ambonees moge zijn gelijk een magneet, w die hem trekt naar deze plaats, om, van de vader in bewusteloozen toestand ver- daar teruggekeerd, steeds met meer trouw keerde. j en met grooter moed bezield te zijn. Daar beide als groote dronkaards be-Hierna speelde de muziek het koraal kend staan, ligt het vermoeden voor de van Markus, en werd namens het esca- terwijl zij zich tegen Cornelia aanvleide. „Christabel zal u werkelyk zeer missen," zaide Cornelia met overtuiging, „wat zij ook moge zeggen. Ik weet, dat het zoo zal zijn, want gij hebt zeer veel voor haar gedaan; en gij weet ook wel Espérance, hoe ik u zal missen." Cornelia kon niet verder spreken; zij was niet bij machte het Espérance te vertellen van de groote verandering, die er in haar leven had plaats gevonden gedurende het laatste jaar; hoe de koele, hardvochtige, in zichzelf gekeerde Cornelia zachter gestemd werd, doordat zij getuige was van de innige liefde, die Espérance voor Gaspard koesterde en hoe de vrouwelijke teederheid, sinds gerui- men tijd sluimerende in het diepst van haar hart, tijdens de ziekte van haar nicht was ontwaakt. In zichzelf gekeerd zou zij altijd blijven, maar die, alle teedere gevoelens doodende, argwaan van vroeger dagen, was verdwenen. Espérance verstond en begreep die weinige woorden, en in haar antwoord sprak zij met zooveel dankbaarheid van de liefde, die zij zelf had doen geboren worden, terwijl zij zooveel blijken van gehechtheid gaf, dat Cornelia diep getroffen was. Daarna spraken zij wel een half uur lang over Claude, en gedurende dien tyd herkreeg Espérance al haar bedaardheid, zoodat zij de familie Hen derson en mevrouw Lemercier met de meest mogelijke hartelijk heid bij hunne aankomst verwelkomde. De 6de Januari brak somber aan; het was een van die koude winterdagen, wanneer geen enkele zonnestraal de grauwe wolken schijnt te kunnen doordringen. De bewoners van Rilchester keken hoofdschuddend naar de lucht en brachten het spreekwoord in herinnering van het huwelijk, dat op een regenachtigen dag wordt gesloten en zelfs de bewoners van de pastorie waren niet in eene opgewekte stemming, uitgezonderd de bruid zelf. Niets kon haar dien dag hare opgewektheid doen verliezen. Frances en mevrouw Lemercier hielpen haar bij het aankleedon* Zij droeg een japon van indische mousseline, haar toegezonden door Gaspard, verder versierd met belegsels van zwanedons en kleine mirtentakjes en oranjebloesems. Het was wel wat eenvoudig naar mevrouw Lemerciers meening. „Het gelijkt te veel op de kleeding van eene première communion, chérie," zeide zij. „Ik geloof niet, dat het mooier behoeft te zijn, lieve mevrouw," zeide Espérance eenvoudig. Mevrouw Lemercier was niet van de zelfde meening, maar zij was hoogst voldaan, toen de krans en de witte sluier haar kleeding voltooiden: zij bekende dan ook, dat het ensemble verrukkelijk was, vooral toen Claudes bouquet van kerstrozen boven was ge bracht hij had het zelf gerangsehikt en wilde er geen andere bloemen voor gebruiken. Eenige minuten bleef zij geheel alleen; toen alle gasten zich naar de kathedraal hadden begeven, daalde zij laEgzaam de trap af, en ging naar de zitkamer, meenende daar haar oom te vinden. Het vertrek was echter leeg, zij wachtte totdat het rijtuig werd aangediend; de eenzaamheid kwelde haar eenigszins, zoodat zij zich naar de bibliotheek begaf en daar aanklopte. De deken zat over een met een dikke laag stof bedekt boek, „Is het reeds tijd, mijn kind?" zeide hij van zijn boek opkij kende. „Ik zal deze bladzijde nog uitlezen, misschien wilt gij dezen handschoen nog wel in dien tussehentijd nazien." Hij reikte haar een witten handschoen aan, waarvan een der knoopjes was losgebroken. Oogenblikkelijk ging zij haar werkdoos halen. Ondanks hare van zenuwachtige opgewondenheid trillende vingers, was de handschoen eerder gereed dan de deken; eindelijk stond hij op, legde zorgvuldig een vouw in het boek, trok zijne handschoenen aan en wendde zich met eene buiging tot zy'n nichtje. „Nu, lieveling, ben ik tot uw dienst." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2