NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. No. 2120. AD7BRIE1TTIÊ*: FEUILLETON. De Familie Causson. 7 e Jaargang-. Vrijdag 13 Juni 18ïH>. 83& MTS Diracseorea-Ultgevers 3. O. FEEïlSSOOiS. «11 3. B. AVIS. AB9IIÏIM11TSPRIJS: Voor Haarlem per 8 maanden/1.20. franco door het geheele Kijk, per 3 maanden. -1.85. Afzonderlijke nummers- 0.05. Tan 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 ccnta Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. 'ö'efleffcw'öBsoaüaame^ 3sü©$. Abonnementen en Advertentie» worden aangesomea door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkan tores en couranf/iörs» lioofdocenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de JPublicite Eèrangère G. L. BAJJB3 Co>t JOBft F. JONES, &uccFaryt Slbit Faubourg MonCmarire. S T A 0 S Pfl E U U S. Haarlem, 12 Juni 1890. Daar zich een geval vas hondsdolheid in de gemeente Bennebroek heeft voor gedaan, is door den Commissaris des Konings in dit gewest bepaald, dat ook in de gemeente Haarlem de honden ge durende vier maanden moeten voorzien zijn van een muilkorf. Heden zond ons de heer Mr. R. H. J. Gallandat Huet een ex. van zijn tweede geschriftje, getiteld: „Tweede Brief aan Z. M. den Koning, met een inwijding en een Toe-tje". Den brief kennen onze lezers, daar wij dien in een vorig nummer hebben gepu bliceerd. Wat de schrijver /,eene inwij ding" noemt, is een brief door een anonymus met een vrouwenhand, uit Rotterdam, aan hem geschreven. De brief schrijver (of schrijfster) brengt den heer Huet daarin een woord van hulde voor zijn optreden en wekt hem op, vol te houden. Aan het slot der missive vindt men het volgende, merkwaardige „vers" Ei Gallandat Is dat Gallant dat gij Uw Gal Spat over 't land? Kom Gallandat Grijp Jordens hand, Zorg immer dat Gy blijft Gallant, Men zou zoo zeggen, dat dit extem pore weinig verband houdt met den aan hef van den brief. Wie zulk een missive voor ernstig gemeend houdt, mag het zeggen De heer Huet laat hierop volgen een variant op vader Cats. Om den inhoud daarvan te kenschetsen, volgen hier de eerste regels: Hier komt een nieuwe Swaen met on- gemeene pennen, Hier komt een hoog/ter gheest door onsé landen rennen en de twee laatste regels: Maer dan noch bovenal, too denktO weerde vrient Bat niemant op H stathuys met open schotels dient. Zou de heer Huet met die nieuwe Swaen en die hoogher gheest niet zichzel- ven, en met dat stathuys niet het Stad huis van Haarlem bedoelen? Ten slotte: //het Toe-tje". Daarin wordt ons verhaald, hoe de Burgemeester van Haarlem indertijd bij de uitbreiding der begraafplaats van een stuk lands dat raen noodig had en dat aan den heer mr. F. Th. Westerwoudt toebehoorde, gezegd had, dat het niet te koop was; terwijl den heer Huet bij onderzoek bleek, dat de heer W. geene aanvrage om te koopen had ontvangen. Indien dit waar is en de heer Huet zegt het, wij mogen er dus niet aan twijfelen dan zeker is de toedracht vreemd te noemen. Maar wat wij niet begrijpen is, dat de heer Huet met nieuwe beschuldigingen komt, vóórdat de oude bewezen zijn. Waar blijft het bewijs van de aantij ging, //dat deze Burgemeesterv an Haar lem, 's Rijks schatkist en de Gemeente een nadeel van vele tonnen gouds heeft berokkend Dit zeide en schreef de heer Huet reeds in de eerste dagen van Mei. Reeds zes weken lang wachten wij op nadere verklaring, wachten wij op bewijzen. Heden gewerd ons de voor zyne fami lie en bekenden treurige tijding, dat onze vroegere stadgenoot, de heer W. M. V. Boekhout, op 25jarigen leeftijd, terwijl hij op de huisreis was van de Oostkust van Afrika (Senna Zambesi), te Kaap stad in het Sommerset-Hospitaal, aan de gevolgen van eene lover-operatie is be zweken, op den 14en Mei j.l. Deze veelbelovende jonge man, die ge durende eea vijftal jaren in Afrika met ijver werkzaam was, is dus door een vreeselijke ziekte ontrukt aan zijn werk kring waarin hij zich eenmaal een fliak bestaan hoopte te veroveren. Dinsdagavond hielden de haarlemsche timmerlieden weder eene bijeenkomst in z/Felix Fa vore." De volgende motie werd door het co mité voorgesteld: z/De vergadering der vereenigde tim merlieden, overwegende dat door onzen te langen arbeid èn ons lichaam wordt verwoest èn onze werkzaamheden te spoe diger zijn verdwenen, besluiten, om te voorkomen dat er in het vervolg des winters vakgenooten meer broodelooo langs de straten wandelen, aan de pa troons voor te stellen, des noods te eischen, een arbeidsdag van 10 uur tegen 20 cent» per uur. z/Bij buitengewone gevallen kunnen overuren gewerkt worden, mits tegen eene uitkeering van 80 eents per uur." Na eenige discussie werd deze motie algemeen goedgekeurd en besloten zieh in verbinding te stellen met het bestuur van de Timmerliedenvereeniging ;/Door Eendracht Verbetering", opdat de leden dier Vereeniging zoo spoedig mogelyk in eene algemeene vergadering met deze motie in kennis worden gesteld, om na aanneming eenparig don eisch aan d© patroons kenbaar te maken. Op nieuw werd de lijst van hen, die instemming betuigden mot de pogingen van het comité, door verscheidene per sonen onderteekend. Arrondlsgeni tot bank TE HAARLEM, Zifting van Donderdag 12 Juni 1890. Terecht staan twee joDgens A. D. M. en W. K. H. F., ter zake dat zij bij een bewoner van den Kinderhuissingel twee konijnen uit een hok weggenomen, die aan een poelier verkocht en den op brengst samen gedeeld hebben. De een beging het misdrijf omdat hij geld tekort had voor het koopen ran een paar nieuwe schoenen en de ander om dat hij naar huis wou. Zijne ouders n.l. wonen buiten de stad. De eisch luidt 14 dagen gev. voor elk, in aanmerking nemende het goede' ge drag van beklaagden tot heden. Thans komt voor de rechtbank zekere V., arbeider van beroep, die beschuldigd wordt van het wegnemen van 10 mandjes bokking. Die bokking had de eigenaar een oogenblik neergezet op het perron van het spoorwegstation. Beklaagde bekent, hij heeft den dag na den diefstal de waarde aan den eige naar vergoed. De eiseh luidt veroordee ling tot 3 maanden gev. Thans komen vijf jeugdige amatsur- sloopers voor de rechtbank, G. K., P. M., K. D., D. W. ea J. O., oud van 12 tot 15 jaar, en allen wonende te Ho- brede, gemeente Oosthuizen. Dit vijftal staat terecht ouder beschul diging, dat zij op den SOen Maart jl. te zamen een schuur, behoorende aan de wed. Schardam en anderen, tot den grond afgebroken en van een daarbij staand, tijdelyk onbewoond, houten huisje, vensters, deuren en het dak en goot- klampen hebben uitgebroken, pannen en glasruiten verbrijzeld en beschotten los gebroken, zoodanig, dat dit huisje geheel onbruikbaar werd. Deze vijf beklaagden zyn ieder onge veer een meter groot. Dat neemt echter niet weg, dat zij stevige handen nahou den, zooals uit hun wapenfeiten blijkt. Men zou bij kennismaking hun zulk een //geest van vernietiging" niet toedichten. Hunne blonde hoofden, heldere oogen en gebruinde, blozende gezichten spreken van niets dan van landelijken eenvoud. Ze hebben het sloopende misdrijf nog al gepleegd op een Zondag. Maar vreemde bizonderheid, terwijl ze de ruiten braken hadden ze eerbied voor de pannen en zetten die netjes op stapeltjes neer. Maar een der getuigen beweert, dat het schuurtje reeds drie weken vóór den grooten aanval, omver is gewaaid, daar het zeer zwak was en bouwvallig. De zelfde verklaart, dat ook de ruiten al lang stuk waren. z/De schooljeugd heeft veel invloed op die huizen," verklaart een andere getuige. Het schoolgebouw nl. staat er vlak bij. Het huis is de rechtskosten niet waard, vervolgt deze getuige, het was een huis van papier. Ik zou wel willen, dat ze niet gestraft werden, kinderen zijn kin deren. De eerste beklaagde zegt voor het vernielingswerk permissie te hebben ge kregen van zijne tante. Maar deze, die als getuige fungeert, ontkent dat ten sterkste. Naar het schijnt hadden de ouders der knaapjes wrok tegen de eigenaren van het huisje, naar aanleiding van de omstandigheid dat do laatste een vorig jaar tegen sommigen hunner als getuige is opgetreden in een andere zaak. De eisch is 14 dagen gev. voor den eersten bekl. en 8 dagen voor do 4 anderen. De verdediger mr. S. J. T. van Walcheren, pleit ontslag van rechtsver volging op grond van een onjuistheid in de dagvaarding of vryspraak. In alle deze zaken uitspraak over 8 dagen. Woensdag is door twee veldwachters in den Haarlemmerhout onder de ge meente Heemstede een 34-jarige kleer maker, wonende te Overveen, betrapt op overtreding van artikel 247 Wetb. v. Strafr. Nabij Haarlem heeft eene vry hevige vechtpartij plaats gehad tusschentwee gemeente-veldwachters in uniform. Een der rustbewaarders, Pater, uit Haarlem mermeer, de aanleidende oorzaak zijnde, heeft zijn tegenpartij Lijnkamp,uit Schalk wijk,eenige kwetsuren toegebracht. Eerst genoemde verkeerde in kennelijken staat van dronkenschap. Van het gebeurde is door kalmere veldwachters proces-verbaal opgemaakt. Men meldt ons uit Haarlemmermeer: Woensdag jl. heeft zich alhier een geval van cholerine voorgedaan, by een werkman, en wel met doodelijken afloop. Zekere J. v. d. G., bezig zijnde zyne melk uit te venten, werd op eens ernstig ongesteld, en na met haast naar huis gebracht te zijn, is hy spoedig overleden. Onder de gemeente Bennebroek is bij een hond dolheid geconstateerdvijf kin deren zijn door het dier gebeten; het bevel tot muilkorven der honden is in deze en omliggende gemeenten onmiddel lijk afgekondigd. Van 6 Juli tot 3 Augustus zal er een schietwedstrijd, met flobertgeweor, af stand 15 meter, geouden worden by het „Hótel des Bains" te Zandvoort. De wedstrijd zal bestaan uit: lo. korps wedstrijd en 2o. vrije-baan-wed strijd. De korpswedstrijd zal plaats heb ben op Zondag 6 en Zondag 20 Juli, terwijl gedurende dezen tusschentijd eiken dag gelegenheid is voor het schie ten op de vrije baan. Voor den korpswedstrijd zijn beschik baar 1 zilv. verg., 1 zilv. en 1 bronz. med. Voor den vrijebaan-wedstrijd ver schillende kunstvoorwerpen, terwijl de burgemeester der gemeente Zandvoort mede een prijs heeft toegezegd. Z. M. torpedoboot Batok, sedert eeni- gen tijd aan de inechietplaats aan zij kanaal F gedetacheerd, ia thans onder eigen 8 toom vermogen naar Amsterdam vertrokken. Zr. Ms. torpedoboot groot model Ha- bangonder bevel van d6n luitenant ter zee Ze kl. E. F. T. Bik, verliet Woens dagochtend de haven van Nieuwediep voor een tocht naar IJmuiden over de Zuiderzee. Letteren en Kunst. Bij den heer H. A. M. lioelants te Schiedam is een feest-uitgaaf,goedkoope volksuitgaaf verschenen, van „Quatre- Bras en Waterloo", door W. J. Knoop, gepens. luit.-gen. Nu de Waterloo-dag aanstaande is komt het goedgeschreven werkje zeker niet ten onpas. B i N N E i\ L A N II. De minister van Binnen- landscho Zaken heeft aan de Gedep. Staten der provinciën de volgende aan schrijving gericht: Het heeft mijne aandacht getrokken, dat in sommige gemeenten alléén des Zondags gelegenheid bestaat tot koste- looze huwelijksvoltrekking. Dit geeft mij aanleiding U te verzoe ken in uwe provincie daarnaar een on derzoek in te stellen en voor het geval dat er gemeenten mochten zyn, alwaar deze regeling bestaat, do besturen daar van uit te nooaigen bovendien eenige uren van een anderen dag der week voor kostoloozo huwelijksvoltrekking beschik baar te stellen. "Van het aan een en ander te geven gevolg zal ik gaarne bericht ontvangen. Men meldt aan de N. R. Ct. uit 's-Hage d. d. 11 Juni: Heden viert ae Dederl. gezant in Engeland de heer C. M. E. G. graaf van Bylandt zijn 50-jarig jubilé als diplomatiek ambtenaar van den Staat. Den 28n Juni zal hij Naar het franschvan Adolphe Belot en Jules Bautin. 15) EERSTE GEDEELTE. HOOFDSTUK V. Be helling wordt steiler. //Die schelm! die fielt!" riep hij uit; //mij op die wijze durven toespreken. Waarom hebt gy mij tegengehouden?" «Gij zoudt u door hem laten doodslaan." //Inderdaad, dat is mogelijk; dat soort mensehen is verbazend sterk. Ik zou hem nu om eene verklaring moeten verzoeken en hem mijne getuigen zenden?" //Daarvan ia hier op het oogenblik geen sprake." //Dat is waar.... het zou voor zulke menschen te veel eer zijn, wanneer men ze een degenstoot gaf; stokslagen verdienen zij." //Juist, maar hoe moeten wij uit die moeielijkheid geraken. Gij hebt Lentague wel kooren zeggeD, dat, wanneer morgen voor den middag' de schuld niet geheel betaald is, hij ons zal vervolgen en ons beiden voor het gerecht dagen begrijpt gy het? wij beiden." „Goed en dan?" „En dan?.... dat zal u, dunkt mij, wel onverschillig zijn, maar denkt gy, dat zulke dagvaardigingen en processen geheim gehou den kunnen worden?.... dat Maheurtier of de een of andere aan deelhouder van de Bank er niets van zal hooren?" i/Odrommels!.... dat is waar!" z/Men zal mij verdenken en mij om verantwoording vragen." //Vervloekt! gy hebt gelijk dat is onmogelijk." //Waarom moet ik ook aan deze speculatie deelnemen wan neer gij er mijn naam maar hadt buiteDgelaten." //Ja, daarin heb ik verkeerd gehandeld; gij hebt het recht om mij dit te verwijten. Ik vraag u wel verschooning, maar, mijn arme vriend, in deze is mijn gevoel van rechtschapenheid de eenige schuldige; aan u vooral dacht ik, toen ik die speculatie op touw zette en hot was dus zeer natuurlijk, dat ik uw naam ook bij den mijne heb genoemd. Het was eene onvoorzichtigheid, dat is waar, maar nu is deze fout onherstelbaar." //Erkent gy dat!" ,/Ongetwijield. En zooals gij zooevon reeds zeidet, alles moet spoedig in orde worden gebracht en wanneer deze zaak eenmaal in orde is, dan zijn wij van alles beroofd!.... O, die Lentague!..." „Wanneer gij de vijftienduizend francs maar hadfc, die morgen gestort moeten worden." wJa, wanneer ik ze bezat! Ik zou dan vanavond nog alles in orde brengen!" „Hoe ze ons te verschellen?" «Drommels!.... ik weet maar een middel." «Mijn kas? dat is onmogelijk." «Het zal echter wel mogelijk moeten worden, daar gy er toe gedwongen wordt." «Dat wil ik niet! Men zou het spoedig bermerken." //Bah! vijftienduizend francs meer of minder." „O, om het er weer te moeten uitnemen „Welnu, mijn beste vriend, denk er eens over na of er wellicht iets anders op te vinden is... Ik zelf weet er niets anders op." „En hoe moet ik het tekort dekken?" „Heb geduld, dat zal wel terecht komen; wat drommels, wij zullen toch niet steeds ongelukkig zijn; ik zal my misschien wel weer geld kunnen verschaffen en dan zal er zich wel een geluk kige kans aanbieden...." „Ja, maar wanneer?" „Dat weet ik niet, maar erg lang zal het niet duren." „En in dien tusschentijd blijft er steeds een tekort in mijn kas. Een voortdurend, eindeloos gevaar!" Wij waren op dat oogenblik weer bij Léonee's verblijf aange komen, terwijl ik versuft en verslagen voor mij staarde, liep hij zijn kamer op en neer, een middel te beramen, om mij uit dien pijnlijken toestand te verlossen. „Nu ik er over nadenk," zeide hy eensklaps, „ben ik van mee ning, dat gij niet zoo geheel en al ongelijk hebt met te vreezen, dat Maheurtier op zekeren dag uw kas zal nazien om do oen of andere reden; dat is werkelijk een dreigend gevaar." „Dat heb ik u reeds meermalen gezegd. Welnu, ik heb een plan, dat reeds eenigen tijd geleden by mij is opgekomn en my

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1