NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Maandag 16 Juni 1896. No 2131c Biifesr tóaat flit twee Waden. De Familie Causson. le Jaargang-. ABOHBgKEETSïRJJS: Voor Haarlem per 3 maanden/1.20. 1' ranso door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers-0.05. Dit blad ver.schiint dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, tiurecn: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem, trelefoonnmuiasaer aUS. Dirocteuren-Uitgaverii J, ADVBaTEHTIfiï: ▼an 15 regel* 50 Cents; iedere regel meer 10 cent* Grroote letter* naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, postkantoren en courantiere, PEEREBÖOM en J. B. AVIS. Boofdagtnien voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicity Etranglre G. L. BAVBM Co*, JOHN F. JONES, Snee., Paryt 31èii Faubourg Manima? tre. EEBSTJS BLAD. De COMMISSARIS des KONINGS in de Provincie Noord-Holland Overwegende dat, volgens beko men mededeeiing van den Districts- Veearts ter standplaats Haarlem door dezen met afdoende zekerheid, op deugdelijke gronden, is aange nomen dat een zwervend aangetrof fen en daarna afgemaakte hond in de gemeente Benneiroeltlijdende is geweest aan dolheid. Gelet op art. 3 der wet van 5 Juni 1875 (Staatsblad No. 110); Beveelt: dat gedurende vier maanden, te rekenen van heden, alle honden, die zich in de gemeenten Bloemeii- daal, Zandvoort, HaarlemSchoten SpaarndamHaarlemmerliede en Spaarnmoude,Haarlemmermeer,Aals meer en Uithoorn bevinden buiten woningen of vaartuigen (geen open bare middelen van vervoer zijnde) en niet binnen een afgesloten erf aan een ketting liggen, moeten voorzien zijn van een muilkorf, volg-ens het door den Minister van Binnenlandsche Zaken vastgesteld del, waaromtrent inlichtingen zijn te verkrijgen ter Secretariën der ge meenten. Haarlem, 12 Juni 1890. De Commissaris des Konings SCHORER. S T A S l\ 1 E U ft S. Haarlem, 14 Juni 1890. De tentoonstelling van afbeeldingen van goud en zilverwerken, die in het Museum van Kunstnijverheid tentoon gesteld zijn, is thans aangevuld met eenige belangrijke werken van Froment Meurice, die op de wereldtentoonstelling te Parijs grooten bijval vonden. Zondag is de toegang vrij. Betreffende den gezondheidstoestand dezer gemeente in de afgeloopen maand Mei kan het volgende worden medege deeldVan in de wet genoemde besmet telijke ziekten werd ter gemeente-secre tarie geene aangifte gedaan. Het totaal der overledenen, daaronder begrepen 10 levenloos aangegevenen, bedraagt 96. Verhouding der overledenen tot 1000 inwoners per jaar, voor deze maand be rekend 21.6. Aan lichaamszwakte stie rven 43, aan kanker 6, aan stuipen 2, aan apoplexie 4, aan herzeuziekten 4, aan ziekten der ademhalingswerktuigen 36 (waarvan 11 aan keel- en longtering of bloedspuwing), aan ziekten der spijsver teringswerktuigen 6, aan andere oorza ken 9, aan onbekende oorzaken 7 per sonen. Naar de leeftijden was de sterfte als volgt: beneden 1 jaar 30, van 15 jaren 10, van 514 jareti 5, van 1420 jaren 2, van 2050 jaren 15, van 5065 jaren 7, van 65—80 jaren 14, boven 80 jaren 3. Geboren zijn 76 jongens en 83 meisjes. Reeds is door ons met een enkel woord melding gemaakt van het werkje van de hand des heeren dr. Ph. S. Frank, directeur der inrichting voor koepok' inënting alhier, en waarin hij de ver slagen weergeeft van gemelde inrichting over de jaren 18731890. Deze arbeid werd door hem ter hand genomen naar aanleiding van een ver zoek door het uitvoerend comité der Tentoonstelling tot bevordering van vei ligheid en gezondheid in fabrieken en werkplaatsen, waarvan de opening op 16 dezer is vastgesteld. De schrijver zegt daaromtrent in zijn voorwoord: Ongaarne zou een der beste voorbe hoedmiddelen tegen besmettelijke ziek ten in fabrieken (pokken in papierfa brieken) gemist worden. Ofschoon de tijd, gelegen fiüsschen het ontvangen der uitnoodiging en de opening der tentoonstelling niet ruim toegemeten was, meende hij niet te mo gen achterblijven en nam de taak op op zich, om door het inzenden van in strumenten, verslagen, modellen enz., een overzicht te geven van de in deze gemeente bestaande Koepokïnrichting. Vóór de invoering van de geneeskun dige staatsregeling van 1865, werd van wege de Provinciale Commissie van Ge neeskundig onderzoek en Toevoorzicht in Noord-Holland, resideerende te Haar lem, aan genees- of heelkundigen, wonen de in haar ressort, koepokstof verstrekt. Na het in werking treden van de wet van 1 Juni 1865 Stbl60), regelende de uitoefening der geneeskunst, werd op verzoek van da geneeskundige ambtena- naren van het Staatstoezicht in Noord- Holland, door ons, op aanvrage, in de behoefte aan vaccine, voorzien. Reeds in 1865 en 1866 werden door ons proeven genomen om gehumaniseer de koepokstof te regen ereeren. Deze proeven hadden een zeer gun stig gevolg, zoodat die herhaald werden, i om ons van tijd tot tijd een nieuwe bron van koepokstof te verschaffen. In 1873 bij de oprichting van de af- deeling Haarlem en Omstreken der Vereeniging tot bevordering der Koepok inenting in Nederland, werd als eerste voorwaarde gesteld de vestigingvan een Pare-Vaeciaogène in deze gemeente. Door finaneieele omstandigheden kon aan dit plan niet eerder dan 1875 uit voering gegeven worden. Van 18731875 werd van wege de Vereeniging met animale stof geënt, doch verkregen door retro-vaccinatie, of door welwillend tusschenkomst van den toonmaligen directeur van het Parc- Vaccinogène te Amsterdam, wijlen den heer J. Ver boon. In het jaar 1875 tot 1876 was ons tijdelijk Pare gevestigd in het gebouw van het Departement Haarlem der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen. Van 18761879 werd door het Ge meentebestuur tot dat doel de Stads- Doelen aangewezen, en het in gebruik nemen van die gelegenheid, gedurende de zomermaanden, kosteloos toegestaan. Eindelijk kon in 1879 aan ons ver langen worden voldaan door het tijdelijke Parc-Vaccinogène, in eene permanente inrichting, gevestigd in een daarvoor bizonder ingericht gebouw, te veranderen. Tevens zij vermeld, dat sedert 1884 de aanvragen om vaccine, door toezen ding van uitsluitend animale stof, beant woord werden. Ten einde een overzicht te geven van d« werkzaamheden, die verricht zijn aan het Parc-Vaccinogène te Haarlem, sedert de oprichting en de twee jaren, die de vestiging voorafgingen, tot en met 1889, werd het gemeenteverslag over die jaren tot grondslag genomen, en zijn de daarin voorkomende verkorte verslagen ia dit werk opgenomen. Een tabellarisch overzicht, aanwijzende het getal verrichte entingen, het aantal aanvragen om vaccine en het getal glaasjes of buisjes met stof, verzonden van 18731890, eene lijst bevattende de namen der op de Tentoonstelling in gezonden voorwerpen, eene plattegrond- teekening der Koepokinrichting, twee photographische afbeeldingen, voorstel lende de bij het kalf na enting, op aseptisch veld, ontwikkelde pokken en eene werktafel, benevens modellen van registers, die aan de inrichting gebruikt worden, zijn daaraan toegevoegd. Tot een der meest afdoende ontsmet tingsmiddelen, die in de laatste jaren ook hier te lande veel worden aange wend, behooren zeer zeker de zooge naamde Mc. Dougall's preparaten. Mc. Dougall Bros zijn sinds 1855 de gepatenteerde uitvinders en eenige fabri kanten van verschillende giftvrij© ont smettingsmiddelen voor chemisch, huis houdelijk en algemeen gebruik, zooals voor fabrieken, lokalen, gemecniereini- giogen en landbouw, zoowel in vloeibaren toestand als in kasten, poeders en zeepen, wordt het middel aangew^d. In het britsche leger,&de vloot, de voornaamste engelsche hospitalen, ren stallen en meest beteekenende veefokke rijen worden sedert jaren bijna niets anders dan Mc. Dougall's preparaten ge bruikt en wel op aanbeveling van heeran medici van naam en speciale gezond- heidscommissiën. Het werd op do Health Exhibition te Londen in 1884 met de eenige gouden medaille bekroond. Door den agent voor Nederland, den heer D. H. Blok alhier, wordt dit ar tikel, dat reeds viermaal voor den Land bouw werd geëxposeerd en evenveel ma len bekroond, sinds vijf jaren met succes in ons land geëxploiteerd. Ter Veiligheidstentoonstelling te Am sterdam zullen de Mc. Dougall's prepa raten in verschillende groepen ruim ver tegenwoordigd zijn. De reeks medailles, de goede wijze van étalage alsmede de uitstekende standplaatsenwaarborgen dat zij daar een goed figuur zullen maken. Door de politie alhier is aangehouden en naar het huis van bewaring overge bracht W. H. S. B., oud 33 jaren, meesterknecht bij den winkelier in tapijten enz. F. in de Barteljorisstraat, die zich ten nadeele van zijn patroon had schuldig gemaakt aan diefstal van een aantal goe deren ter waarde van eenige hondorden guldens. Een kist gevuld met tafelklee- den, linnen en gordijnstof is in zijne woning in beslag genomen. Tot deurwaarder bij de dir.. belastin- tingen in de buitengemeenten is be noemd D. W. v. d. Velden thans als zoodanig te Veen dam in betrekking. In aansluiting aan het vorige bericht omtrent de feestviering te Zandvoort, op 18 Juni 1890, kan thans medegedeeld worden, dat de feestviering zal bestaan uit: lo. des voormiddag 10 uur feestrede in het kerkgebouw der Ned. Herv. Ge meente, met welwillende medewerking der Zandvoortsche Zangvereenigïng 2o. des voormiddags 11£ uur groote optocht der schoolkinderen, vraarna die kinderen onthaald worden; 3o. 's namiddags 2% uur volksspelen op den Schapekamp aan den Hoogeweg en 's avonds muziekuitvoering en vuur werk. Letteren en Kunst. Te Amsterdam heeft zich de Vereeni ging tot bevordering der Nederlandache Muzikaal-Dramatische Kunst geconsti tueerd. Tegenwoordig waren: de heeren mr. J. N. Van Hall, Waller, Dan. De Lange, Sehmitz, mr. H. Trip, J. G. De Groot, uit Amsterdam, mr. J. Q. Patijn en Marts. Hijmaas van Wadenoyen van 's-Hage, jhr, mr. A. E. Van Boelens van Eysmga, uit Leeuwarden, de heer H. P. Wurfbain, uit Arnhem, en de heer J. W. R. Gerlach, uit Utrecht terwijl de hk. F. Coenen, Joosten Bunge, Th. Van Ronaswinkel, te Amsterdam, mr. De Ridder, te Dordrecht, Pisuisse, te Rotterdam, jkr. Van Riemsdijk, te Utrecht, Tadema, te Haarlem, en Van de Velde, te Leiden, die zich eveneens bereid verklaard hadden ais mede-op richters der Vereeniging op te treden, verhinderd werden de vergadering bij te wonen. Na een hartelijk woord van welkom, gesproken door mr. J. N. Van Hall, die als voorzitter optradwerd de Vereeniging verklaard te zijn opge richt. De hier bovengenoemde heeren zullen optreden als eerste algemeen be stuur, terwijl de heeren mr. J. N. Van Hall, als voorzitter, Waller, als onder voorzitter, Dan. De Lange, als secretaris, en Sehmitz, als penningmeester, met de heeren Romswinkel, Trip en De Groot, den raad van beheer zullen vormen. Tot leden der commissie van toezicht, die geroepen is om de werken te beoordee- len en toezicht te houden op goede ver talingen, werden benoemdde heeren F. Coenen, mr. M. G. L. Van Loghem, A. Reyding en Dan. De Lange, welke heeren zich bereid verklaard hadden die benoemiBg te aanvaarden, terwijl de wensch werd uitgesproken zoo mogelijk de medewerking voor deze commissie te verkrijgen van den heer Bouberg Wilson. Nadat de Vereeniging aldus geconsti tueerd was, werden de ontwerp-statuten waarvan wij den hoofdinhoud reeds heb ben medegedeeld, goedgekeurd. Sarah Bernhardt schrijft nu, dat zij van de doctoren permissie heeft gekregen reeds den 22sten te Londen op te treden. B 1N N EIV L A N I). Door den minister van Oor log is, in voldoening aan de bevelen van Z. M. den Koning, aan den lste luitenant K. L. van Harrevelt en aan den 2de luitenant M. D. J. de Jongh, beiden van het 8ste regiment infanterie, alsmede aan de onderofficieren en man schappen die onder hunne bevelen zijn opgetreden tot handhaving der orde bij de jongste werkstaking te Enschede, 's Konings bizondere tevredenheid ken baar gemaakt voor de wijze waarop zij zich van hunne taak hebben ge kweten. FEUILLETON. Naar het frarisch, van Adolphe Belot en Jules Bautin 17) EERSTE GEDEELTE. HOOFDSTUK VI. Be branderig te La V illett e. wHe! mijnheer Causson, als ik wel heb," zeide hij. /Inderdaad.... mijnheer Lentague." ,/En zonder onbescheiden te zijD, wat hebt gij gedaan sedert ik het genoegen had u onlangs te zien? Hebt gij mijnheer de la Coudraye al teruggezien? Hij is mij komen opzoeken. //Werkelijk #Ja. Hij verraste mij zeer. Toen het eerste pijnlijke oogenblik voorbij was, erkende hij ongelijk gehad te hebbeD, terwijl hij het herstelde. //Dan zijt gij gelukkiger dan ik. Als hij ongelijk jegens u er kend heeft, dan mag hij het ook wel jegens mij doen; het zal my voorzeker moeite kosten hem alles te vergeven. Lentague stak vriendschappelijk zijn arm onder den mijne en verzocht mij, hem al mijne grieven jegens Léonce bloot te leggen. "Wat zal ik er van zeggen?" zeide hij, toen ik had geëin digd, Bzoo is de vicomte nu eenmaal; hij gooit met zijn geld. Vandaag zal hij u vyftig duizend francs voor de voeten werpeD, terwijl gij zo niet van hem vraagt, en morgen zult gij van hem geen cent kunnen loskrijgen van hetgeen hij u schuldig is. Het geen gij daar zegt verwondert mij evenwel zeer; hoe lichtzinnig en onbezonnen hy ook moge zijn, had hij er aan moeten denken, dat uwe positie wel eene uitzondering maakt. "Eene uitzondering maakt?" </Ja. Gij, de kassier van een groote bankinstelling, hebt zoowel voor hem als voor uzelf een som van vijftig duizend francs aan mij betaald. Ik wil volstrekt niet beweren, dat de vicomte u zal beleedigen door te veronderstellen dat uw kas niet in orde is, maar hy moest er ten minste aan denken, dat gij bij uwe supe rieuren in ongenade zoudt vallen, wanneer dit verlies bekend werd. De«e lange volzin, langzaam en met nadruk uitgesproken, drong als een vlijmend staal mij in het hart en het koude zweet brak mij uit. z/Hij had ongetwyfeld daaraan moeten denken," zeide ik werk tuigelijk. //Des te beter voor u," voegde Lentague er bij, //dat hij op het oogenblik weer geld tot zijne beschikking heeft. Ik weet er ten minste iets van." z/Hoe, heeft hij weer geld?" z/Ja, want hij heeft reeds twaalf duizend francs bij my gestort zonder nog te spreken van hetgeen ik binnen eenige dagen van hem verwacht. wEn hy is mij niet eenmaal komen opzoekenhij ontwijkt mij, hij verbergt zich en laat mij in groote verlegenheid achter 1" //Luister," zeide Lentague, ffgij moet niet te haastig zijn met uwe beschuldigingen. In mijn onderhoud met den yicomte na uw bezoek, heb ik bij hem eene zekere verlegenheid waargenomen, wanneer het u gold. Hetgeen hij op het oogenblik doet heeft wel licht voor doel u voor uwe verliezen schadeloos te stellen. /,Dus hij speculeert weer? Als hij maar beter slaagt dan den vorigen keer!" i/O, dit is een geheel ander iets. By deze zaak is de leiding aan mij opgedragen en ik sta voor een goeden uitslag in. De vicomte heeft slechts te teekenen en mij het door hem verkregen geld toe te vertrouwen. Wat er ook van moge komen, vergeet wat ik u heb medegedeeld. Ik ben wellicht te openhartig geweest. Wanneer gij hem ziet, zeg hem dan niet dat ik zoo onvoorzichtig ben geweest, hij zou het mij hoogst kwalijk nemen. Gij kunt het u evenwel ten nutte maken. Ik herhaal nog eens dat ik binnen eenige dagen weer eene geldstorting van den vicomte verwacht. Hij heeft dus nu geld ter zijner beschikking, en het is voor u een gelegenheid, die gy niet moet laten voorbijgaan. Vaarwel." Lentague verliet mij. Ik bleef eon oogenblik staan in diep ge peins verzonken. Mijn woede jegens Léonce was ten top gestegen Wordt i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1