18 Juni 1815-18 Juni 1890.
POLITIEK OVIKZICUT.
GEHEMD NIEUWS.
onvolprezen bloksysteem, een der meest-
afdoende veiligheidstoestellen op de spoor
wegen.
Een technisch ambtenaar der maat
schappij geeft aan ieder belangstellende
een duidelijke uitlegging van de wer
king daarvan. Zeer de aandacht trekt do
zoogenaamde drieschij tain richting, waar
bij de verschillende wissel wachters ge
heel van elkander afhankelijk zyn en du»
de een geen sein kan geven zonder een
overeenkomstig sein van den andere. In
den tuin van het Paleis vindt men dit
alles in het groot. Een groote ruimte
van het tentoosstellingslokaal is gewijd
aan het mijnwezen. Men treft hier aan
eene voorstelling van de domaniale mij-
nen te Kerkrade in Limburg alsmode
verschillende andere inrichtingen van
het mijnwezen in het algemeen. Een
fraai model van een seaphander om af
te dalen in de soms tot groote hoogt9
met water gevulde mijnputten is hier
aanwezig, ook treft men er aan twee
kunstig nagebootste mijngangen, voorzien
van veiligheidslampen.
De Rheiaische Gummi-Waaren fabriek,
van Franz Glouth te Nippes bij Keulen
exposeert hoofd- en andere bedekkingen,
ademhalingstoestellen enz. Men treft bier
aan waterdichte kleeding voor bergwer
kers, schippers enz. Wanneer men de
kunstmatige myngangen doorgaat komt
men aan een werkplaats voor dvnamiefc-
carcouches, welke in de mynen worden
gebruikt om groote massa's te doen
springen en dus voor den werkman den
arbeid zeer vergemakkelyken en bespoe
digen. Wanneer het dynamiet bevroren
en dus onbruikbaar is wordt het in een
mede voorgestelde inrichting, die geheel
gevaarloos is ingericht, ontdooit. Een
aantal mokers en pikhouweelen, boren
enz. maken hier de illusie volkomen dat
men in eene omgeving van de mijnont-
ginning is.
Zeer interessant zijn de voorstellingen
die van de wijze gegeven wordt waarop
de mijnwerkers in de schachten worden
afgelaten en waarvan hier tot model is
geëxposeerd het Bergwerk van Gneise-
nau in Derr.e aan de Dortmund Gronau
Enscheder Eisenbahn, alles op een tien
de der ware grootte.
Zeer de aaedacht trekt een luchtpomp
om verver wij derde myngangen van ver-
sche lucht te voorzien. Een grafische
voorstelling van de mijnen is in een
groote platte vitriae aanwezig. Met
toestel tot nederlating van mijnwerkers
dat men hier aanschouwt werkt volko
men veilig, breekt de ketting waaraan
de bak is bevestigd, dan blijft deze ter
stond op pallen rusten en wordt het
naar omlaag storten verhoed. Bij deze
afdeeling is een opzichtersleerling aan
wezig in de eigenaardige doeltreffende
kleeding der duitsche mijnwerkers.
{Wordt vervolgd.)
Men schrijft ons het vol
gende uit Alkmaar
Enkele, heel enkele ODzer oudste land-
genooten zullen zich 18 Juni 1815 nog
herinneren als een uiterst gewichtigen
dag. Zij, die zeker bij iedere gelegen
heid hunne welbespraaktheid over dien
roemrijken dag den vrijen teugel lieten
zij zullen a. s. Woensdag meer dan ooit
aan ieder, die hooren wil, vertellen wat
er dien dag in Z.-Nederland te beleven
was. Zij zagen vaders en broeders ten
strijde trekken, terwijl zij zelve achter
bleven om met moeder en zusters it
angstige spanning tijdingen van het oor
logsveld af te wachten.
Misschien leeft er zelfs hier of daar
in ons land nog zoo'n strijder, die mee
geholpen heeft de vreemde indringers uit
ons land te verjagen.
Welnu, oude, misschien wel gebrek
kige strijder van Waterloo, herleef!, nu
men in enkele plaatsen van on6 land
den vijf-en-zeventigsten verjaardag van
dien slag wil herdenken.
Nog eens wil men hulde brengen aan
de moedigen, die tegen een Napoleon
waren opgewassen.
Het valt ons, jongeren, moeilijk ons
den gespannen toestand van dia dagen
voor te stellen, maar toch hebben wij
allen genoeg van den gevreesden Napo
leon gehoord om zijn val te beschouwen
als een zegen voor geheel Europa en
inzonderheid voor ons eigen vaderland.
Hoeveel werd er op dien dag niet voor
Nederland beslist!
De slag bij Ligny op 12 Juni, die
voor de verbondenen zoo treurig eindigde,
deed velen de toekomst donker inzien,
doch do moed herleefde weer, toen onze
Prins van OraDje (later Koning Willem II)
zich den 16eo voor Quatre-bras staande
wist te houden.
18 Juni eindelijk had de beslissende
slag plaats, die zich eerst voor de ver
bondenen niet schitterend liet aanzien,
ofschoon het Eng.-Nederl. leger onder
Wellington zich met dapperheid weerde.
De kansen keerden echter geheel, toen
Bliicher met zyn versehe troepen den
bondgenooten nieuwe krachten gaven.
Napoleon werd verslagen en was genood
zaakt te vluchten.
Het was, als herademde nu geheel
Nederland, als had men het een druk-
kenden last van de borst gewenteld.
Geen wonder dus, dat men in enkele
onzer gemeenten besloot, dien verjaardag
feestelyk te vieren.
Hedenmorgen te 10 uur leidde Ds. A.
J. F. Oort, eene buitengewone godsdienst
oefening in de Groote Kerk, ter her
denking van het feit van de overwinning
der fransche heerschzucht. Voor eeue zeer
talrijke schare gaf spreker een boeiend
relaas van dezen slag die het lot der
volkeren besliste en Neerlands vrijheid
weder bevestigde.
Geheel Alkmaar had oen feestelyk aan
zien. Overal wapperde de driekleur,
gepaard met de oranjevlag, do oaensckeia-
menigte op de straten was niet achter
gebleven om zich met de vaderlandsche
kleuren te tooien. En het aantal der
feestvierenden was te grooter daar alle
werkplaatsen en fabrieken waren geslo
ten, opdat elkeen de gelegenheid zou
hebben dit echt-vaderlandsche feest mede
te vieren.
Met verlangen zag men uit naar den
hoofdschotel van het feest, den historisch-
allegorischen optocht. Reeds lang van
te voren was die optocht in onze stad
het onderwerp van aller gesprekken ge
weest, te meer nog daar men wel wist
wat hij zou voorstellen maar niet, wie
daaraan zouden deelnemen. Het
mité had beter geacht de naaien der
deelnemers als eene verrassing geheim
te houden zooveel te aantrekkelijker
zou de optookt zijn. Alleen had men uit
de omstandigheid dat deze en gene die
zich anders deze weelde niet permitteer
de, in den laatsten tijd herhaaldelijk
te paard een toertje maakte door
den Hfcadshout en de fraaie harddravers
laan, kunnen opmaken dat die en die
tot de deelnemers zou bshooren.
Vriendelijk scheen de zon over het
herdenkingsfeest, toen, ietwat over den
bij het programma vastgestelden tijd
weliswaar, de optocht die zich had sa
mengesteld op het Doelenveld, zijn weg
door de stad aanving.En luide hoera's ver
welkomden den stoet overal waar die door
kwam, riet was echter of men de eerste Af
deeling met wantrouwende blikken bezag,
want daarin bevonden zich Napoleon I
met fransche cavaleristen en grenadiers;
Napoleon de overweldiger, gezeten op zijn
wit paard, gekleed met zijn bekenden
rok en kleinen driekanten steekde
hand in de borst gestoken. Daarachter
een plateau, allegorisch voorstellende de
vreemde overbeersching.
//Het geweld terneer geworpen," aldus
heette de tweede afdeeling, gevormd door
de legeraanvoerders der verbonden Mo
gendheden in den Waterloo-slag en hunne
soldaten. En er ging een dubbele juich
kreet op voor Willem, erfprins van Oranje,
die in 1815 op zoo waardige wijze de
eer van ons vorstenhuis heeft opge
houden.
Daarna een symbolische voorstelling
van //de vergelding", voorgesteld door
verschillende europoesche volkeren.
In de derde afdeeling //de Geschiede
nis komt tot haar recht", vonden be
roemde Nederlanders van vele eeuwen
een plaats van Claudius Civilis af tot
Willem den Zwijger toe. En daarna volg
den nog drie plateaux, de Nederlandsehe
gevolgd door Prins Maurits en
zijn tijdgenooten en Frederik Hendrik
met de dappere admiraals de Ruijter en
Tromp.
Hierop een plateau, de zeevaart voor
stellende Koen, Vondel, Van Rhijn, Jan
de Witt en hunne tijdgenooten en ten
slotte een zeer fraai uitgevoerd plateau
z/Het Sehip van Staat", voortgestuwd
door den Genius van het Oranjehuis.
De straten waren opgepropt met nieuws
gieren. Niettemin bleet de orde uitnemend
gehaadhaafd. Men had gezorgd, dat de
smalle grachten waar de stoet langs trok,
waren afgezet voor de toeschouwers, zoodat
dezea aan de overzijde moesten blijven,
Tal vaa bootjes en schuitjes in de grach
ten droegen nieuwsgierigen die het fraaie
schouwspel van zoo nabij mogelijk wil
den gadeslaan.
De prachtige costumes, de veelal schoone
paarden, de muziek van twee korpsen,
het gejuich der menigte, dat alles vormde
een geheel zóo feestelijk als een herden-
'agsdag als deze waardig ia.
Eerst laat in den middag zal de op
tocht eindigen. Terwijl ik dit schrijf is
hij nog in vollen gang.
Op drie plaatsou in de stad zyn oran
jepoorten opgericht. Vanavond zal erop
het Doelenveld een kermesse d'été wor
den gehouden en vuurwerk afgestoken.
Het is maar te hopen dat het weer zich
goed blijft houden.
Alkmaar heeft door deze feestviering,
op zoo groote schaal aaagelegd, en met
zooveel geestdrift gesteuad en uitgevoerd,
opnieuw getoond dat het de oude spreuk
z/Aicmaria Victrix", van Alkmaar be
gint de Victorie, nog «iet is vergeten.
Terecht viert men hier heden feest.
Eene stad, die in vroegere eeuwen zulk
een roemruchte rol heeft gespeeld in
den stryd om de nederlandsehe volks
vrijheid, kon en mocht niet achterblij
ven bij de herdenking van de wederge
boorte der vrije en fiere Nederlandsehe
Maagd, stuiptrekkende onder de zwaard
slagen van vreemde overheersching.
ton, had wegens het ontbreken van eenige i zeker melk en honig, want voor die reis
verzachtende omstandigheid eene geld- door Amerika (50 lezingen) krijgt hij
niet minder dan 180.000 gulden.
boete geene voldoende straf gevonden,
en eene gevangenisstraf van 7 dagen
geëischt.
VISSCHERIJ.
Nieuwediep, 17 Juni. Door 48
korders en beugers werden heden 15
tot 60 gr., 10 tot 80 kl. tongen, 8 tot
18 roggen, 1 tarbot, 1 tot 4 mandjes kl.
schol en 1 tot 3 manden schar en door
trekkers 6000 stuks ansjovis aangevoerd;
gr. tong gold 50 a 55 ct. per stuk, kl.
id. 20 a 25 ct., rog 60 a 65 ct. p. stuk,
de tarbot 8, kl. schol f '2 k 2.50 per
mandje, schar fok 5.50 per mand en
ausjovi8 f 4.50 per duizend.
Letteren en Kunst.
In de volgende week houdt mej. Aleida
Roelofsen, de bekende actrice, eene let
terkundige voordracht te Santpoort.
Naar wij vernemen treedt zij eerst
daags in 't huwelijk.
Op dun eersten Juli zal te Eutin
de onthulling plaats hebben van een
gedenkteeken voor den beroemden com
ponist Carl Maria von Weber. Twee
concerten (een van kerkelijke en een
van wereldlyke muziek) zullen de plech
tigheid luister bijzetten.
Rechtszaken.
Op Maandag 15 dezer moet voor het
z/Amstgericht" to Freiburg in Baden
behandeld zijn de strafzaak tegen
lo. Maria Catharine Bokking, weduwe
Bulkley, voortvluchtig en openbaar ge
dagvaard, woonplaats hebbend te -Scheve-
ningen
2o. Walter Gelsam, en
3o. Peter Kleinertz, de beide laatsten
wonende te Keulen en in voorloopige
hechtenis te Freibrug. De akte van be
schuldiging wordt in het Groothertogdom
Baden eerst openbaar door voorlezing
op de terechtzitting en aldaar wordt
niet bij verstek veroordeeld, zoodat de
beklaagde, indien zij niet verschenen is,
vermoedelijk wederspannig aan de wet
zal worden verklaard.
Door de rechtbank te Assen werd
Dinsdag een klerk, werkzaam in het
Paleis van Justitie aldaar, veroordeeld
tot eene boete van ƒ20 of hechtenis
van 7 dagen, omdat hij in den avond
van den 2en Pinksterdag te Assen in
het lokaal waar het Leger des Heils
eene bijeenkomst hield, en waar hij de
orde verstoorde, de vrouwelijke luitenant
bij dat leger, die hem verzocht zich uit
dat lokaal te verwyderen, een hevigen
slag op den rechterarm had gegeven. De
substituut-officier van justitie, mr. Schol
Een buitengewoon nummer van dea
Reichs-Anzéiger behelst het tra«taat tas-
sohen Eogeland en Duitschland, waarbij
Engeland het protectoraat verkrijgt over
Witu en Somali-iaud alsmede over het
sultanaat van Zanzibar, met uitzondering
van de kuststreek welke verpacht is aan
de Duuaeh-oostafrikaansche maatschap
pij. Engeland staat in ruil daarvoor, on
der voorbehoud van bekrachtiging door
het Parlement, aan Duitschland Helgo
land af. Omtrent het tijdstip, waarop in
Helgoland de algemeene dienstplicht en
de duitsche tolwetgeving zullen worden
ingevoerd, zal nader worden overeen
gekomen. Aan de tegenwoordige bewo
ners van het eiland zal gedurende oenen
bepaalden tijd gelegenheid worden gege
ven om te verklaren of zij al dan niet
de engel8che nationaliteit willen be
houden.
Niettegenstaande Duitschland daarvoor
aan Engeland alle aanspraken afstaat
op het sultanaat van Zanzibar, dus ook
op het de oo»tatrikaansche kust be-
hearschende eiland en voorts op het
belangrijke sultanaat van Witu, waar
door heen de naaste waterweg naar de
oostafrikaansche meren loopt, verwekt
de bekendmaking dat de engelsche re
geering harerzijds bewilligd heeft iu den
afstand van Helgoland aan Duitschland
groote vreugde in de kringen der duit
sche patriotten, die steeds op dergelij-
ken afstand gehoopt kobben, omdat dit
eiland, met zijne volkomon duitsche be
volking, door zijne ligging zoowel voor
den mond van den Weaer als van de
Elbe, van groote strategische beteekenis
is. De bevolking telt ongeveer 1500
zielen; zij spreekt, behalve kaar eigen
dialect, hoogduitsch, welke taal tevens
die van het bestuur is; de posterij en
telegrafie zijn er thans reeds geheel op
duitscfee leest geschoeid.
Volgens een telegram uit Stockholm
hebben de gezanten aldaar van de Yer-
eenigd® StataD, Engeland en Duitschland
koning Oscar uit naam van hunne re
geering verzocht, overeenkomstig het
derde artikel van de Samoa-conventie
een oppersten rechter over de Samoa-
eilanden te benoemen.
Aan de Times wordt uit Constantino-
pel gemeld, dat aldaar eene ministerieele
crisis wordt te geraoet gezien, wegens
conflict tusschen den groot-vizier en den
minister van Financien, waarvan vermoe
delijk het gevolg zal zijn, dat Chakir-
pacha groot-vizier wordt.
Langs deazelfden weg wordt aan het
blad gemeld, dat er berichten uit Creta
zyn ontvangen, volgens walke de toe
stand aldaar zeer moeilijk wordt, door
dien de turksche troepen, wier dienst
tijd is afgeloopen, luide aandringen op
terugroeping, terwijl er steeds grieksehe
benden oproerstokers van het vasteland
overkomen.
Camden Place, de schoone
villa in Chislehurst, waarin Napoleon
III na zyn gevangenschap op Wilhelms-
höho leefde en gestorven is, komt dezer
dagen onder den hamer. Waarschijnlijk
zullen de Bonapartisten de villa wel
koopen, om te verhoeden dat een engel-
ache parvenu zich ooit kunne beroemen,
te wonen in het huis van huns meesters
ballingschap.
Ongeveer 2% jaar geleden
trok een handwerksman, Edu&rd Stei-
ninger, met zijn vrouw en zijn stief
dochter uit Weenen naar Sofia en ves
tigde zich daar als tapijtmaker. Het
ging hem er goed. Maar zijn vrouw
werd plotseling smoorlijk verliefd op een
griekschen kellner en verliet voor dezen
haren echtgenoot, kort daarop verdween
ook de stiefdochter, een beeldschoon
meisje.
Het duurde niet lang of Steininger
vernam, dat zijne ontrouwe echtgenoote
met haren minnaar een woning betrok
ken had en hare stiefdochter ais //goe-
vernante" eon plaats had gevonden in
het huis van den consul van Roemenië.
De laatste liet Steininger geld aanbie
den zoo hij Sofia wou verlaten, welk
aanbod de arme man met verontwaardi
ging afwees.
Eenigen tijd later ontmoette Steinin-
gen de beide vrouwen iu het huis van
een bekende. Hij deed zijn vrouw bittere
vorwyten en toen deze deze daarop ho
nend antwoordde, gaf hij haar een paar
slagen ia het gezicht en ging heeB.
Dos middags echter werd hij op last
van den consul van Roemenië, door gen
darmen gearresteerd en in de gevangenis
geworpen, onder beschuldiging van poging
tot moord op zijn vrouw; Vergeefs pro
testeerde de ongelukkige. Ruim 2^ maand
bracht hij in den kerker door.
Zijne vrouw maakte daarvan inmid
dels gebruik, om al zijn geld en bezittin
gen van eenige waarde uit zijne woning
te ontvreemden.
Eindelijk deelde men Steininger mede,
dat hij zou worden uitgeleverd naar
Oostenrijk, zijn vaderland. Dit geschied
de. Van Sofia tot Weenen werd de arme
man, geboeid als een misdadiger, door 2
gendarmen vergezeld. En toen de zaak
voor dé rechtbank te Weenen diende,
sprak de rechter hem onmiddellijk vrij.
Evenwel schijnt het (en waarlijk niet
ten onrechte) dat dit drama van wille
keur een naspel zal hebben. Men is te
Weenen zeer vijandig gestemd jegens
den rumeenschen consul te Sofia, die
zoo deerlijk zijn macht heeft misbruikt
zal denkelijk zijn ontslag verzoeken
Stanley gaat naar Amerika
om daar voorlezingen te houden over
zijne reizen in Afrika, het land van melk
en honig zooals hij zegt. Voor hem vloeien
In Genève geeft op dit
oogenblik het circus Rancy voorstellin
gen, waarin o.a. optreedt een bevallige
z/luchtkunstenaresse," Mademoiselle Ma-
thilde, die met een (circos) broertje op
een zwevend rek allerlei halsbrekende
koDSten uitvoert.
Op een der laatste avonden gleed de
jongen door zijn eigen schuld uit de
handen van het meisje, dat aan
knieën naar beneden hing en reeds ver
hieven zich uit de toeschouwers kreten
van ontzetting (daar men niet anders
dacht dan dat de jongen te pletter zou
vallen) toen als door een wonder dat
meisje don knaap nog wist te grijpen
aan zijn tricot en hem met zich optrok,
tot beidon op het rek zaten.
Hier diende de kloeke en stevige red
ster den jongen een duchtige vermaning
toe door hem om de ooren te slaau.
waarop het tweetal zyce kunsten voort
zette alsof er niets gebeurd w^s.
Russische boeren z ij n toch
niet zoo ouderwetsch als men soms we!
beweert. In het dorpje Kujasewka al
thans heeft men tot //oudste" (burge
meester) eene vrouw verkozen, omdat
men geen man kon vinden dien men ge
schikt achtte.
Deze boerin, Alexandra Iljin, is wel
gesteld, bezit een zeer flink karakter i
kent do boeren door en door. Zij ver
klaard® zich bereid, de haar toegekende
waardigheid te Vervullen, maar het is
ven; men kwam van de bovenste verdiepingen, ja, van alle kanten
toesnellen. Toen stootte ik met alle kracht den portier van mij
af, die mij bij den kraag vasthield, liep bijna een van de buren
omver, die juist in de deur verscheen, snelde de kamer uit en
holde de trappen af en achtervolgd door de kreten van de bewo
ners van het huis, nam ik de vlucht als een misdadiger.
Door welke straten ik liep, in welk doolhof ik de personen
braeht, die ik nog steeds achter mij meende te hooren; ik zou het
niet kunnen vertellen. Ik weet alleen, dat ik mij eensklaps op de
place Royale bevond, zeer bezweet en buiten adem.
Ik hernam mijn gewonen pas en uitgeput liet ik mij op een
bank neervallen. Ik bleef daar eenige minuten zitten en was als
verpletterd, zonder een andere gedachte, dan dat het weldra met
mij gedaan en ik verloren zou zijnDe wandelaars, in mijne na
bijheid, ontweken mij en zagen mij tersluiks met nieuwsgierige
blikken aan; ik werd dit gewaar en bevreesd, dat ik argwaan zou
opwekken, stond ik weer op, mij dwingende, eene minder in het
oog vallende houding aan te nemen.
Welk een vredige kalmte om mij heen, de kleine renteniers
van het Marais wandelden, in een druk gesprek gewikkeld, op
en neer; de kindermeiden babbelden onder elkaar of spraken op
fluisterenden toon met hare aanbidders; de musschen sjirpten in de
boomen, springende van tak tot tak; de kinderen speelden.... Een
zestal kleinen, tevergeefs teruggeroepen door hunne moeders, dar
telde rond in de nabijheid van de bank, waarop ik zat; zy lach
ten met dien gullen en zilverhelderen lach der onschuldige jeugd;
nu en dan brak er een hevig gekrakeel onder hen uit, terwijl zij
somtijds hunne ballen tegen mijne beenen wierpeD. Dan dacht ik
aan u, mijn beste Richard, die op dit uur onschuldig en argeloos
speeldet onder de groote boomen van het Luxembourg. Dikke tra
nen welden in mijne oogen op; ik stond haastig op en snelde
heen.
Na veel omwegen gemaakt te hebben kwam ik eindelijk met
een bezwaard hart in de Rue d'Enfer. Aangekomen bij het huis,
dat ik bewoonde en waar ik mijn vrouw en kind zou vïndeD,
deed ik alle pogingen mij te bedwingen, maar ongetwijfeld was
ik hierin, wat de uitdrukking van mijn gelaat betreft, niet ge
slaafd, want mijne vrouw was zeer ontsteld, toen zij mij zag en
hare eerste woorden waren:
z/Wat scheelt u?"
Ik zou den dood boven eene bekentenis verkozen hebben; ik gaf
voor ongesteld te zijn, tengevolge van de vermoeienissen van een
inspannenden kantoorarbeid.
Ik was koortsig; ondanks de dringende beden van Clémence
was het mij onmogelijk iets te eten; ik begaf mij naar bed. Eenige
minuten later kwaamt gy mij een nachtkus brengen. Arm kind!
gij waart diep bedroefd eu ik zie het nog hoe gij nw lief, vrieu-
delijk gelaat tegen het mijne legdet.
Bij deze zachte aanraking ontspanden zich mijne zenuwen en
ik begon te snikken. Haastig trad teen uwe moeder naderbij en
smeekte mij haar te vertellen, wat mij scheelde. MijD zwakheid
joeg mij schrik aan, ik veinsde zeer vsrtoornd te zyn en stootte
u beiden van mij af.
//Ik ben slechts wat koortsig," zeide ik, //laat mij met rust."
En ik keerde mij om.
Toen gij te bed waart gebracht en reeds sliept, kwam uwe
moeder, die naast mijn bed was gaan zitten en seheen te willen
wakeD, bij mij en op fluisterenden toon en met tranen in hare
oogen herhaalde zy hare smeekingen, hetgeen ik haar had gezegd
was dan ook niet voldoend®, om mijn gedrag en manieren van de
laatste twee of drie maanden te verklaren.
{Wordt vervolgd.)