to
Amsterdam.
ponriKK ovERzicirr.
Bgoa 230 antwoorden mocht de Ver-
eenigiug op hare vraag ontvangen. Niet
al die antwoorden bevatten mededeelia-
gen van ongevallen. Menige iabrikant
kon verklaren: #in mijn fabriek heeft
nog nooit een ongeluk plaats gohad",
of «dank zij den goeden voorzorgsmaat
regelen, kan ik omtrent ongevallen niets
mededeelen."
Ter wille van een goed overzicht
noemt de heer Westerouen van Meele
ren in alphabetisehe volgorde de voor
naamste industrieën. Aan elke groep
doet hij voorafgaan een kort uittreksel
uit werken betreffende beroepsbygiène.
In enkele trekken wordt daarin mede
gedeeld, aan welke ziekten de arbeider
of arbeidster ten gevolge van het beroep
blootstaat. Wijders zijn door verhoudings-
cijfers, waartoe de tarieven der verzeke
ring-maatschappijen de noodige gegevens
verschaften, aangegeven het gevaarlijke
van het beroep en de gemiddelde levens
duur.
Het werk wordt besloten met een
drietal statistische tabellen. De eerste
bevat cijfers die den heer Van Meete
ren zijn verschaft door den directeur
eener belgische verzekeringmaatschappy,
en betreffende de verzekeringen tegen
fabrieksongelukken, door deze maatschap
pij niet enkel in België doöh ook in het
buitenland geslsten.
Eene tweede tabel bevat de statistiek
van ongelukken by den arbeid in Duitsch-
land, eene derde is eene zeer uitvoerige
statistiek, door den beer Van Meeteren
getrokken uit de ambtelijke berichteu
der zwitsereche fabrieks-inspecteurs over
1888 en 1889, welke in Mei 1890 zijn
verschenen.
H.
Heeft men het gebied der mijn-expo
sitie verlaten, dan treft men rechts daar
van aan een ontsmettingsoven, vervaar
digd in de machinefabriek //de Holland-
sche IJsel", firma de Jongh en Co. Deze
oven is bestemd voor het nieuwe Bur-
gergasthuis te Amsterdam, onder bestuur
van dr. Berns.
Deze oven wijkt in vorm af vau de
bestaande, hij is niet vierkant maar ci
lindervormig, terwijl er op zijde eene in
richting is tot afleiding van het conden-
satie-water.
Verder links gaande komt men op het
gebied der brandbluschmiddelen. Perry
en Co. etaleert hier eenige in- en uit
schuif bare ladders, dienstig tot redding
van personeel uit de vensters van bran
dende woningen, welke ladder o. i. over
troffen wordt door die van Chr. R. Kou-
véld, zijnde een vervoerbare balaDS-brand-
ladder, volgens den inzender de eenige
waarmede personen uit alle verdiepingen
van een gebouw zich ineens kunnen
redden.
Het artikel brandspuiten is ruim ver
tegenwoordigd. Naar het uiterlijk te oor-
deelen is aan de vervaardiging alle zorg
besteed, vooral die van de firma Beckers
en Zoon, te Rotterdam, trokken onze
aandacht.
Een eigenaardig fabrikaat zijn riet-
planken, vervaardigd in de fabriek van
J. W. Molijn te Gouda.
Wil men de voordeelen van dit nieuw
soort bouwmaterieel leeren kennen, dan
raadplege men slechts de uitvoerige pro
spectus waarin men o. a. leest
Het in ons land nog onbekende bouw
materiaal //rietplanken" bestaande uit
riet en gips, werd een tiental jaren ge
leden in Zwitserland uitgevonden en heeft
spoedig eene uitgebreide toepassing ver
kregen, niet alleen in dat land, maar ook
in Zuid-Duitschland, Frankrijk en Italië.
Het voldoet aan den eisch van gering
soortelijk gewicht (n. 0,8), wordt in dro
gen harden toestand verwerkt en is zeer
gemakkelijk te behandelen.
Niettegenstaande de aanwezigheid van
riet is het materiaal niet brandbaar, elk
rietbuisje ligt afzonderlijk in een koker
van gips, waaraan tevens de eigenschap:
warmte en geluid slecht te geleiden ont
leend wordt.
Op grond van deze hoedanigheden zyn
rietplanken een zeer doelmatig materiaal
voor den aanleg van separatiemuron, pla
fonds, ventilatiekokers, droogkamers, dak
beschot, isoleergeweiven, kluizen, enz.
Men ziet dus dat dit artikel op een
tentoonstelling vsn hygiaae en veiligheid
volkomen thuis behoort.
Naast de afdeeling der brandblu6ch-
werktuigen treft men een serie inzendin
gen aan uit het buitenland, hoofdzakelijk
uit Belgiëbestaande in //avertisseurs
d'incendie électriques", ingezonden door
Eugène Raikem, te Brussel. Do inrich
ting dezer toestellen komt in hoofdzaak
neder op het automatisch in werking
brengen van electrische bellen bij brand
in gebouwen.
Hier vindt men op dit gebied nog
meer. De haagsche brandweer-alarmtoe
stellen, ware model-inrichtingen, trekken
zeer de aandacht, zoowel om hunne een
voudigheid als om hunne doeltreffendheid,
Tot deze afdeeling behoort nog een vei
ligheidsinrichting, toegepast op eene boer
derij.
Men treft hier aan een zuidhollandsche
koestal op Vio der ware grootte, bevattende
een electrische inrichting met alarmwek
ker, waar bij brandgevaar gelijktijdig de
deuren automatisch geopend en de beesten
bevrijd worden, tevens voorzien van een
electrischen tijdwekker, dito huisschel en
last not least. een waarschuwtoe-
stel bij het openen der brandkast. Het
geheel is keurig gemaakt.
Thans komt men aan een gedeelte
waar tal van voorwerpen en toestellen
zijn te vinden, welke minder aan voor
koming van ongelukken doen denken dan
wel aantoonen wat de gevolgen zijn van
slecht en onvoldoend toezicht. Wij be
doelen de inzending der ingenieurs vau
het stoomwezen. Men griezelt bij het
aanschouwen der vernielde ketelplaten
en onderdeden van stoomketels tenge
volge van het springen der ketels, inlek-
king of slijtage en ziet hier de uitwer
king van de ontzettende natuurkracht:
de spanning van waterdamp, welke voor
zeker steeds het nauwlettend toezicht van
den mensch noodig maakt.
De ingenieurs hebben behalve deze
voorwerpen ook tentoongesteld modellen
van klinkwerk van stoomketels waarbij
hydraulisch klinkwerk aanwezig is, dat
uitmunt door soliditeit. Men ziet hier
aaneengeklonken ijzeren platen voor
ketels die op zesvoudige zekerheid be
rekend e8n druk van tien atmosferen
kunnen doorstaan.
Een grafische voorstelling geeft een
overzicht van de uitbreiding van het
stoomwezen en van het staatstoezicht
daarop, gedurende de jaren dat dit hier
te lande bestaat. Op het gebied der me
taalbewerking zijn hier eenige merk
waardige producten te bezichtigen, nl.
zacht staal, koud bewerkt.
Van groote waarde is de uitgebreide
verzameling die men aantreft van den
heer Fred. Stieltjes, zijnde inrichtingen
om krachtswerktuigen op groote afstan
den plotseling stil te zetten.
Uit den aard der zaak zijn er op de
tentoonstelling vele dingen aanwezig, die
men er niet toe zou rekenen te behooren,
ware het niet dat men er allerlei klei
nigheden aantrof die aangebracht voor de
veiligheid van den werkman, zeer zeker
de aandacht verdienen. Zoo treft men er
aan een gecombineerde tentoonstelling
van boekbinderij en drukkerij van da
firma J. J. Arndt en Zoon. Daar heeft
men de prachtige snijmachines van de
firma Krause te Maagdenburg. Vóérhet
snijmes dat door een stoommachine be
wogen wordt, bevindt zich een rek van
ijzeren pennen, dat met het mes gelijk
wordt op en neer bewogen, en welke die
nen om den werkman te waarschuwen,
wanneer hij te dicht met de hand bij
het mes zou komen. De pennen dalen
dan opzijn hand neer, maar blijven daarop
rusten. Deze aanraking waarschuwt
hem.
Eenvoudig en zeer doeltreffend is eene
veiligheidsinrichting, welke door de ge-
heele werkplaats loopt en die bestaat uit
een aantal koorden binnen het bereik
van de werklieden gehangen.
Wij kunnen de werking daarvan niet
beter verklaren dan door den werkman
die het ons uitlegde, zelf aan 't woord
te laten.
z/Ziet u, meneer, dat is een heele
mooie vinding, wanneer er /,au" geroe
pen wordt, dus wanneer er een ongeluk
gebeurt, trekt ieder bij wien zoo'n koord
hangt daaraan en dan staat de boel da
delijk stil."
We konden ons eenige malen van de
goede werking overtuigen. De inrichting
ervan is zoodanig dat de drijfriem, die
de machines in beweging brengt, door
het trekken aan het koord van de vast©
op de losse riemschijf wordt overgewor-
pen, waardoor dus de lichte machinerie
terstond tot stilstand wordt gebracht. Ook
is er voor gezorgd dat de tandraderen
en getande staven der persen door een
doelmatig© bedekking niet noodlottig voor
deo drukker kunnen worden.
Na deze bedrijvige inrichting met haar
vriendelijk en voorkomend personeel ver
laten te hebben, brachten wij een be
zoek aan den tuin van het paleis, waar
eenige werklieden van de Holl. IJz.
spoorweg-maatschappij nog druk bezig
waren de wissels met veiligheidstoestel
len in orde te brengen, waarvan wij in
het gebouw een voorstelling óp kleine
schaal hadden gezien.
Nog treft men hier aan een ijzeren
boei of baken voor zeegebruik, een res
pectabel gevaarte.
In een nevenzaal treft men een door
electrisch licht iu allerlei kleuren ver
lichte tent aan van de firma Groene-
veld, v. d, Poll en Co., electro-tech-
nisch bureau, met een allerprachtigste
etalage van electrische toestellen.
Tevens treft men hier aan de étalage
van den heer D. H. Blok, te Haarlem, verte
genwoordiger voor Nederland van Dou-
gali Broths schapen wasch- en zuive
ringsmiddel en andere ontsmettingsprae-
paraton, met de talrijke bekroningen sier
lijk gegroepeerd.
In ons nummer van Maandag jl. is
op deze artikelen gewezen.
Aan den ingang der zaal geplaatst,
trekt deze étalage onmiddellijk de aan
dacht van de binnentredenden.
Rechts in deze zaal heeft de Neder-
landsche Vereeniging tot Afschaffing
van Sterken Drank zich krachtig verte
genwoordigd door eene uitstalling van
hare geschriften en statistieke gegevens,
kaarten, teakeningen enz. omtrent het
alcoholgebruik, met al den aankleve van
dien, waarbij de engelsche afschaffers-
vereenigingen nog het hare hebben ge
voegd. Het is daar een rustig plekji
van de tentoonstelling, zoodat men er
ongestoord de velerlei merkwaardige ge
schriften der vereeniging kan raadplegen,
die ware custodis van de volkshygièae
en dus op deze tentoonstelling volkomen
op haar plaats. Ook de ruimte der j
lerijen boven de groote expositiezaal
aan het doel dienstbaar gemaakt. Men
treft er nog tal van belangwekkende
zaken aan.
Vooral trokken daar de inzendingen
van de landmacht oas aan. Men heeft
daar de geheele inrichting van den veld-
hospitaaldienst.
De Vereeniging Volksbod te 's Gra-
venhage heeft hier een volksdouche ten
toongesteld, volgens Lassars systeem,
met een doeltreffende temperatuur3rege-
ling.
Hier vindt men eene uitgebreide ver
zameling literatuur welke men de lite
ratuur der tentoonstelling zou kunnen
noemen.
Na al het voorafgaande meenen we
thans onze lezers niet langer te mogen
bezig houden met eene dorre opsomming
van allerlei technische bizonderheden, die
ons oog troffen. We gelooven hem ge
noegzaam te hebben ingelicht aangaande
datgene wat wij naar onze bescheiden
meening het belangrijkste van deze ten
toonstelling achten.
Uit alles blijkt dat vooral de neder-
landschu industrie krachtig is opgetreden
terzake van datgene wat men zou kun
nen noemen een schakel in den reus-
achtigen keten der arbeids-wetgeving.
Voorzeker, wanneer alles werd toege
past wat mee daar aanschouwt, dan
zou het aantal ongelukken ie fabrieken
en werkplaatsen, die den werkman nog
steeds bedreigen, tot een minimum wor
den teruggebracht.
Luide spreekt deze tentoonstelling tot
hen, die geroepen zijn over de gezond
heid en het welzijn van den werkman
te waken. Met een woord van lof en hulde
aan de wakkere mannen, die dit groot-
sche werk zoo voortreffelijk hebben doen
slagen, eindigen wij hiermede onze be
schrijving.
Finaneieele Mededeelingen
Het Weekblad van Broekman en Hon-
ders bevat o. a. de volgende opgave van
minder courante of incourante fondsen,
in de week, tot den datum van 17 Juni
loopende, door hun tusschenkomst ver
handeld.
Aand. Brakke Grond Alij
tot expl. van De)
92
pet.
Pandbr. Ned. Hyp, bank
in liquidatie
101J6
a
Aand. Witwatersr. mynb.
Alij. Elsburg Serie A.
ti
70
ii
Aand. Utr. Cred. bank.
n
105
H
Aand. Amst.-Deli Comp.
1886/86
u
514 pet. ine.
Aand. Deli Handel-Mij.
ii
24
II
Scrip. Boxtel- Wezel Sp w.
(van le Hyp Oblig.)
1/
U
Aand. Expl. van Staats-
Spw. (Opr. Aand.)
ii
243.
Aand. Noordbr. Stoomtr.
wegmpij. te Tilburg
i/
111
II
Aand. Stichtsche Tr.-mij.
ii
123
II
Aand. Br. en Aleelfabr.
te 's-Hage
u
150
II
Aand. Hilv. Stoomsp. en
weverij
li
65
U
Aand. Kon. Zoöl. Botan.
Gen. te 's-Hage
ii
70
11
Oblig. Oreg. Short Line
and Utah Northern
ii
94i
H
Rechtszaken.
Voor de arrond.-rechtbank te Arn
hem stonden Woensdag terecht L. G,
en J. K., beschuldigd vaa menschenroof.
Beide bekl. waren 17 Juni 1889 werk
zaam in eene steenfabriek te Geldersch
Spijk, toen twee Duitschers, vader en
zoon Rutjes, hun verzochten om mede
te gaan. Zij voldeden aan dit verzoek
en gingen met hun vieren naar eene
nabijgelegen boerderij, waar een zekere
Wolters werkzaam was. Rutjes beschul
digde dezen van diefstal van zyn horloge
en zeide hem, dat hij mede moest naar
het huis van Rutjes, dat op duitsch
grondgebied is gelegen. R. verzocht te
vens aan de beide bekl. om met hem en
zijn zoon den arbeider Wolters te escor
teeren. Beide bekl. deden dit, en ver
scheidene getuigen hebben gezien, dat zij
zelfs Wolters bij den arm vasthielden en
voortduwden in de richting der duit-
sche grens.
Het O. M. achtte het ten laste ge-
_de feit bewezen. Reed3 zijn de beide
Rutjes door het Landsgerïcht te Duisburg
veroordeeld, en ook bekl. moeten straf
hebben. Het O. M. eischte schuldigver
klaring aan het misdrijf in art. 278
Straiwetb. strafbaar gesteld, en veroor
deeling van beide bekl. tot eene gevan
genisstraf van 2 maanden.
KOLONIËN.
(Uit de batavische bladen van 1214
Mei en de Deli CL tot den 17en.)
BATAVIA, 14 Mei.
Aan eenen brief uit Atjeh in de
Javahodevan den 2den Mei, is hec vol
gende ontleend:
Onlangs hebben wij ons weder groot
gehouden. Een der hoofden uit de XIII
Moekims, Toekoe Moeda Raijoe (het
most een groote meneer zijn) bood zijn
onderwerping aan maar stelde voor
waarden: 3000 zakken peper wilde hij
uitvoeren van uit Pantei Radja, het
grootste deel van de verkoopsom zou hij
als borgtocht stellen, en deponeeren bij
het bestuur; maar de Nederlandsche
Leeuw schudde zijn manen eens en de
peper blijft binnen. Het is dan ook erg
moeilijk om de peper aan den man te
brengen, naar het schijnt. Zelfs voor 4
gulden per pikol wil menigeen er niet
aan. Als ze nu maar niet al die peper
zelf opeten, want dan kunnen ze het ons
lastig maken.
De blokkade doet blijkbaar goede dien
sten. De beperking van den uitvoer, doet
den landbouwer onaangenaam aan, de
beperking van den invoer doet de le
vensbehoeften en genotmiddelen, als pe
troleum, enz. tot verbazende pryzen stij
gen. Nu en dan biedt een enkele Atjeher
van buiten in onze postenlinie zijne wa
ren to koop aande brutalen hebben de
halve wereld
De gezondheidstoestand is, helaas, nog
verre van bevredigend. De achterstallige
schuld, die het hospitaal bij het vertrek
vau de laatste westboot hield, zal nu met
de oostboot worden afgedaan; ruim 100
zieken zullen daarmede naar Batavia
worden geëvacueerd. Influenza, koorts,
beri-beri voeren dagelijks tal van zieken
naar het hospitaal; hun aantal klom tot
39 gemiddeld, waarvan 16 beri-beri-
lyders.
De oostboot, die dit verslag meeneemt,
bracht ons behalve 3 officieren van de
infanterie en 1 doctor het bericht van
het voorgevallen te Edi, waarvan zeker
al het een en ander te Batavia bekend
zal zijn geworden.
(Het verhaal daarvan is mede in onze
vorige mailberichten opgenomen.)
Edi's wakkere commandant schynt de
ken niet erg duister in te zien, want
in zijn officieel rapport moet hij gemeld
hebben, dat hij geen versterking noodig
heeft. Niettemin vertrekt den Sen Mei
de 3e compagnie van het 14e bataljon
naar Edide kapitein Meijes en de lui
tenants CoeneD, Speltie en Kassier zijn
bierbij ingedeeld. De 2e bevelhebber, de
luitenant-kolonel HelderrnaD, begeeft zich
eveneens derwaarts.
CIVIEL DEPARTEMENT.
Verleend: Een tweej. verl. naar Neder
land, wegens ziekte, aan den onderwij
zer le kl. K. J. Razelins; wegens meer
dan 15 jaar onafgebr. dienst in deze ge
westen, aan den onderwijzer 3e kl. C.
Ch. van Helsdingen.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de ind. bladen van 11 tot 14 Mei.)
GEHUWD: (bij volm.) J. desAmorie
van der Hoeven en E. Joostensz, Am
sterdam- Djokja. - W. Bucteweg en L.
J. Fournier, Soerabaia., - P. S. H. A.
Heijer en J. H. de Grave. Soerabaia. -
J. K. Vink en de ïnl. christen vrouw
Johanna, Öemarang. - A. W. Knoops
en A. J. W. Humme, Semarang.
GEBOORTENL. MeertensPruijs
van der Hoeven z.W. E. Burgemeestre
Walter z.; P. WisseRidderhoff z.
allen Batavia. - A. A. BlokzeijlPelt-
zer d. Medan. - B. E. BaintsSpier d.
Soerabaja. - Van WelyWoesthoff d.
Batavia. - S. BrandonSneltjes z. Te-
bing Tinggie. - J. J. BiekartVan
Soelen z. Ambarawa. - Buschman z.
Sambas. - Van ZuijlenNissen d. Peka-
loagan. - E. H. J. van Ameijden van
DuijinHeineken z.L. Goudsmifch
Smith z.AI. AI. N. SeketHoijer z.
E. Ch. HakkerWaardenburg z.A„
Al. BlokzeijlLugt d.C. D. Kessing
Nouendorft z. allen Soerabaia.
OVERLEDEN: E. A. A. Hummel-
gens 26 j. Batavia. - J. M. van Mot
manLeidelmeijer 33 j. Batavia. - J. J.
GoasowSersansie 31 j. Batavia. - J.
F. van Loon. Buitenzorg. - mr. M. C.
Snellen van Vollenhoven. Banda. - F.
Antonie 72 j. - P. J. van Beers 25 j.
- V. Permis Levijssohn 29 j.-H. Fran
sen 35 j. - F. W. Vlasblom 2 j. allen
te Semarang. - E. E. Bonk 2% m. - M.
Landtrecht 65 j. - H. J. de Visser 29 j.
- J. Agaeds 9 m. - J. N. van der Palm
41 j. - E. Kuhr 36 j. - J. Wittekoek
34 j. - C. L. Winkelman 23 j. allen te
Soerabaia.
De duitsche Rijksdag hoeft besloten,
de additioneele begrooting betreffende de
traktementsverhoogingen aan de begroo-
tingscommissie te verzenden. De meeste
sprekers waren tegen verhooging der
officiers-traktementen. De secretaris van
finauciën, de minister Bötticher en de
minister van Oorlog betoogden de nood
zakelijkheid dezer verhooging.
De keizer heeft den rijkskanselier von
boeking, gij zult het strafwetboek wel genoeg kennen, om niet te
weten wat ons drieën wacht: dwangarbeid!"
Alijn stem klonk vast, mijn gebaar was krachtig; de veront
waardiging, die in mijn binnenste opbruiste, schonk mij krachten,
die ik nooit had bezeten. Het gelaat van Léonce betrok en zijn
opgewektheid was verdwenen.
z/Wij hebben niets te maken met uwe vervalschingen," zeide
hij, op onbeschaamden toon. //Bovendien hebt gij geen bewijzen
tegen ons."
//Al was het slechts onze betrekking tot elkaar," zeide ik, ffen
die kan met zeer veel juistheid verklaard worden, dat is, dunkt mij,
wel voldoende met menschen, zooals gij, die wel meermalen met
het gerecht zult kennis gemaakt hebben."
//Maar nog eens, waar zijn de bewijzen?"
z/Gij vergeet, beste vriend, den brief, welken gij mij hebt ge
schreven?.... de verzoeken tot aaDvulling vaa het kapitaal, welke
gij tot mij hebt gericht, mijnheer Lentague, uwe kwitantiën, bor
derels, de documenten, betreffende de inschrijving.... Ik stel mij
voor, dat de bewijsstukken, gevoegd bij mijne mondelinge verkla
ring, wel eene uitwerking zullen hebben."
z/Gij zoudt ze niet toonen," zeide Léonce.
z/En wie zou het mij beletten?"
z/Dat zou een schurkenstreek zijn en gij zelf zoudt er niet mee
geholpen zijn."
z/Wat doet dat er toe, als gij beiden toch met mij verloren zijt!
Ik vind het zeer grappig van u, om anderen van schurkenstreken
te betichten
z/Gij liegt! die papieren behelzen niets bizonders."
z/Wij zullen dat later wel zien."
z/Gij bezit ze niet meer."
s-Ik heb ze hier!" zeide ik en sloeg met mijn hand op mijn
borst, op de plaats, waar mijn portefeuille zat, ;/en ik zal er ge
bruik van maken ook!"
Léonce en Lentague, door mijne beslistheid overtuigd van de
waarheid mijner woorden, wisselden een snellen blik en oogen-
blikkelijk veranderde hunne houding.
//Laten wij ons verklaren," zeide Léonce, met een grimlach.
Ons gedrag schijnt u verfoeielijk toe en ik moet ook bekennen,
dat het niet geheel in overeenstemming is met de beginselen der
zedeleer, maar ik verzoek u, u een oogenblik in onze plaats te
stellen. Voor een doel, dat ik u weldra zal toevertrouwen, hadden
wij geld noodig; wij wisten niet vanwaar wij het ons moesten
verschaffen. Gij waart onder ons bereik, gij, kassier, bewaarder van
de gouden appelen, welke wij zoo vurig begeerden. Wij hebben
van u geleend."
//Geleend I Gij zult mij toch nooit teruggeven, wat gij mij ont
nomen hebt!"
z/Gij vergist u, wij hebben slechts één gedachte; onze schuld
met u te vereffenen. Daarvoor hebben wij evenwel tijd noodig.
Wacht, totdat de onderneming, waarin wij ons hebben gestoken^
bloeien gaat."
z/Juist, verzin maar weer het een of ander sprookje."
z/Neen, ditmaal vatten wij de zaak ernstig op. Welnu, mijn
goede hemel, er is niets, dat mij belet u alles toe t8 vertrouwen.
Uw toestand is te hachelijk, dan dat van uw kant verraad voor
ons dreigde."
Toen vertelde mij Léonce in duidelijke bewoordingen, zonder
iets te verbloemen, dat zij hij, Lentague en nog anderen
een speelclub hadden gevormd, wier leden zich in de verschillende
speelhuizen* van Parijs moeeten verstrooien, om daar te oogsten;
reeds had men aanzienlijke winsten gemaakt en men had groote
plannen voor den zomer gevormd, men zou de provinciën, het
buitenland en de verschillende badplaatsen bezoeken en alles voor
spelde een goeden oogst.
Wordt vervolgd