GEHEMD NIEUWS.
Aanbestedingen.
Haarlem, 26 Juni. Door het prov.
bestuur van Noord-HollaDd ie heden bij
enkele inschrijving aanbesteed.
lo. Het bouwen van eene oefenschool
voor de rijksnormaalschool voor teeken-
onderwijeers, op het terrein van het
rijksmuseum te Amsterdam, met daarbij
behooren werkzaamheden en leverantiën.
(Raming ƒ38,200). Minste inschrijver
C. J. Maks te Amsterdam voor 35,890.
2o. Het voorzien der boorden van het
Noordhollandsch kanaal, in 4. perceelen.
Raming le perceel ƒ4000, 2e perceel
10,000, 3e perceel 8700, 4e perceel
2000. Minste inschrijver lo perceel L.
Kroon te Buiksloot, voor ƒ3470; 2e
percel G. Honijk, te Purmerend, voor
ƒ8786; 3e perceel J. Oldenburg, te Ber
gen, voor ƒ7370; 4e perceel G. D. van
Doorn, te Amsterdam, voor ƒ1950.
K i ft l\ K h L A
Het Kamerlid Dotnela
Kieuwenhuis heeft in zijn orgaan de vra
gen openbaar gemaakt, die hij voornemens
was tot den min. van Oorlog te richten,
had de Kamer hem daartoe verlof ver
leend. Deze luiden o. a.:
Kan eerst 48 uur, nadat het besluit tot
mobilisatie van het leger genomen is, de
samentrekking van de over het land ver
spreide troepen beginnen?
Is de Regeering genegen, de werkelijke
cijfers te noemen van de tijden, die
vereischt worden om het leger bij de
opkomst der militie met spoed te mobi-
liseereu
Is het waar, dat de artillerie, die in
tijd van oorlog de forten bij Wester voort
en Pannerden, op een halfuur afstand
van de grenzen, verdedigen, in garnizoen
ligt in Gorinchem?
Kan het leger voldoende gemobiliseerd
worden, voordat het vijandelijke leger
de mobilisatie beletten kan
De 9e vergadering van het
Nederlandache landbouweomité zal te
Utrecht plaats hebben den 5en Juli.
Daarbij zijn o.a. aan de orde gesteld de
volgende punten: antwoorden der maat
schappijen op de vragen van het comité
betreflende progressieve grondbelasting,
in verband met groot grondbezit, en be
treffende landbouwcoöperatie; rapport
der commissie voor een Alg. Ned.
Landb.-weekbladrapport inzending ten
toonstelling te Parijs; id. te Buenos-
Ayresbevordering van het gebruik van
zaaigranen uit Scandinaviëde toekom
stige vertegenwoordiging der landbouw-
maatschappijen bij de regeering; verkie
zing van een voorzitter en secretaris.
Bij de vesting-artillerie is
het gebruik van telephonen bij de prac-
tische oefeningen meer en meer behoefte
geworden. Tot heden moest echter bij
de storingen in de toestellen te veel
vreemde hulp worden ingeroepen, waar
door het doel snelle overbrenging vau
berichten slechts ten deele worat be
reikt. Dientengevolge is dooE den in
specteur van het wapen der artillerie be
paald, dat eenige onderolficieren en kor
poraals van iedere compagnie, die daar
toe door ontwikkeling het meest in aan
merking komen, door een officier van
het korps, waartoe zij behooren, zullen
opgeleid worden tot telefonisten. Deze
zullen geoefend worden in het opsporen
van storingen en het herstellen van kleine
gebreken. UD.)
N a m e n 8 de zwitsers che
regeering vraagt de nederlandsche ju
stitie opsporing en aanhouding van
Ernst Adolf Weise, uit Reichermu, ko
ninkrijk Sakseri, kleermaker en kellner,
geboren in 1857. Hij is een gevaarlijk
persoon, die in verschillende kantons
van Zwitserland eene gezamenlijke ge
vangenisstraf van 18 jaren heeft te on
dergaan.
De bekende plaat „Ach, va
der, niet meer", uitgegeven door den
Volksbond, vereeniging tegen het drank
misbruik in Nederland, heeft thans een
flinken opvolger gekregen, met het onder
schrift „Het kind van den tapper", waar
onder de woorden: de vrouw zegt: „dat
van jou geld". Hieruit kan men de
gedachte wel raden, die aan de plaat
ten grondslag ligt. Zij stelt voor een
dronkaard, die op het punt staat de
kroeg te verlaten. Zijn vrouw wacht hem
buiten in de sneeuw op, met hare twee
kinderen, waarvan zij er een op den arm
draagt, eene jongejuffrouw gaat voorbij
en de vrouw wijst haar mau op bet net
gekleede meisje, hem de bovenstaande
woorden toevoegende. De plaat is getee-
kend door onzen Braakensiek, die er zyn
groote gaven wel aan heeft besteed,
Vooral in de houding en in 't voorko
men der personen toont hij ziju mees
terschap, de echte dronkemanstype le;
hij in den haveloozen persoon van den
man, het scherpe vermagerde gelaat van
de vrouw toont dat zij gebrek lijdt en
tevens de verkropte smart, die haar ge
moed verteert. Vol verwijt ziet zij haar
man in de sufïe tronie. Zulk een teeke-
ning grijpt in het hart en is door hare
groote natuurlijkheid een ongezocht beeld
uit het leven van die klasse der maat
schappij, welke zoozeer den steun van
ieder weldenkend mensch behoeft. Zal
het verfoeilijke jenevergebruik er door
verminderenzal men langzamerhand
inzien welke ontzettende verwoes
tingen de alcohol in onze samenleving
aanricht? Geen twijfel o. i., of de Volks
bond heeft in die richting weder een
oeden stap gedaan.
Evenals de vorige zal ook deze plaat
op groote schaal worden verspreid. Nog
voegen wij hier aan toe een woord van
lof voor de uitvoering der graveering,
door den heer Walter bezorgd en dat de
uitgave geschiedt bij den heer C. L.
Brinkman, te Amsterdam.
In de Donderdag gehouden
Raadsvergadering te Amsterdam is de
electriciteits-voordracht aangenomen met
14 tegen 10 stemmen.
Van de geldieeni ng ad 9 0 0,0 0 0
voor den herbouw van den stadsschouw
burg te Amsterdam, is tot heden voor
ƒ800,000 geteekeud. Zijn de overblijven
de ƒ100,000 niet voor 1 Juli aanstaande
bijeengebracht, dan zal het comité ver
plicht zijn, zijn mandaat neer te leggen,
omdat de verbintenis der inschrijvers op
1 Juli eindigt.
Alleen dan, als zij, die nog niet me
degewerkt hebben, bewijs van sympathie
geven, en zij die reed3 eene bijdrage
hebben geleverd, deze op het voorbeeld
van eenige groote inschrijversin verhou
ding verhoogen, zal het comité binnen
den bepaalden tijd kunnen slagen.
In het Panopticum te Am-
atsrdam is geplaatst het beeld van dr.
Westerman in was, achter zijn schrijf
tafel gezeten, het hoofd treffend gelij
kend gemodelleerd door den heer Xeixeira
de Matt03.
De Handelskade te Amster
dam voldoet, naar men meldt, niet aan
de behoefte, aangezien zij zóó is aange
bracht, dat zij voor schepen slechts toe-
is aan de zijde van het breede
IJ. De bij sommige winden zware golf
beweging maakt het voor lichters en
andere kleine vaartuigen, tot het af- en
opladen van goederen bestemd, onmoge
lijk, er eene veilige ligplaats te vinden.
Door Burg. en Weth. is thans een
plan bij den Raad
bedragen. De commissiën van .bi dand j worden wijziging der statuten en lee-
in het beheer van publ. werken en der ningavoorstellen aan uw oordeel te ou-
handelsinrichtingen hebben zich met de
denkbeelden van het dag. bestuur reeds
vereenigd.
De justitie vraagt opspo
ring van Bartholomeus Joh. Pieter Jaco
bus van Hove, vroeger portier in het
„American Hotel" te Amsterdam, ter
zake van verduistering en valschheid in
geschrifte.
De vrouw van den melkboer
in den Haag, die voor eenige weken door
haar man werd vergiftigd, is thans zoo
ver hersteld, dat zij naar haar ouders te
Nootdorp vervoerd kon worden.
De directie der Ginneken-
sche Tramweg-maatschappij heeft al hare
beambten op hare kosten verzekerd tegen
invaliditeit en ongelukken.
De beplanting van de plei
nen, straten en grachten onzer steden en
dorpen (vooral van de buitenpleinen en
toegangswegen onzer spoorwegstations)
schrijft het Utr. Dlaat over het alge
meen nog veel te wensehen over, terwijl
buitendien daarbij niet altijd met het
overleg en de zorg wordt gehandeld,
welke noodig zijn, niet alleen, om den
groei der boomen te verzekeren en ziekte
te voorkomen, maar ook om den aanleg
te doen strekken als een middel tot ver
fraaiing.
In het Westland onder anderen, dat
zich terecht zulk een gunstigen naam
verwierf, door de groote en navolgens
waardige zorg, aan het kweeken van
kostbare druivensoorten besteed, heeft
men de beplanting der wegen volslagen
verwaarloosd, zoodat een wandel- of rij
tocht door die, overigens zoo welvarende
landstreek, eene ware beproeving is voor
het schoonheidsgevoel.
Een wandeltocht van Amsterdam naar
het Muiderslot levert hetzelfde onver
kwikkelijk schouwspel op. En zoo zijn
er nog tal van wegen, vooral in onze
noordelijke provinciën, alsmede in Noord-
Holland en Zeeland.
M
zanddam te leggen in het IJ, evenwijdig
aan de bestaande Handelskade en daar-
230 M. verwijderd. Worden de
a in het aldus te vormen bassin
tegen den dam in schuine richting ge
plaatst en aan de zuidzijde gemeerd aan
boeien, dan worden er 24 scheepslig-
plaatsen verkregen. Elke ligplaats heeft
dan eene lengte (van den dam tot den
boei) van 140 M. en eene breedte van
45 M.
Verder zal het noodzakelijk zijn, het
bassin te brengen op de diepte van het
Noordzee-kanaal, zijnde 8.20 M.A. P.
Dat de tegenwoordige diepte van 7.50
M. A. P. onvoldoende is, bleek voor
eenige dagen, toen een stoomschip met
een diepgang van ongeveer 7 M. bij een
waterstand van 0,54 M. A. P., aan
den grond raakte en de kolentip niet
kon bereiken.
Financieele Mededeelingen.
Ia het jongste jaarverslag der Neder-
landsch Zuid-Afrikaansche Spoorwegmij
zegt de directie, na melding te hebben
gemaakt van de bestrijding en tegen
werking, aan welke de Mij. in Zuid-
Afrikaansche Republiek is blootgesteld
„Wij zijn overtuigd dat, zoo wij het
vertrouwen, door de Regeering in ons
gesteld, blijven behouden, onze daden de
beste bestrijders der vijandelijke pers
zullen blijken te zijn, en dat zij, die nog
altijd hoop hadden in troebel water te
kunnen visschen, van zelf elders dan in
spoorwegzaken een vischwater naar hunne
gading zullen gaan zoeken.
„Intusschen bleek ook tijdens de aan
wezigheid hier te lande van den staats
secretaris, dr. W. J. Leyds, dat de re
geering grooten prijs zou stellen op de
wijziging van eenige bepalingen onzer
concessie.
Het onbeperkte voorkeursrecht en de
volkomen vrijheid van tarieven waren
steenen des aanstoots, op wier verwijde
ring de regeering zeer gesteld was,
„Getrouw aan ons streven om in alles,
ingediend om een1 zooveel de ons toevertrouwde belangen
der werpen."
De heer G. A. A. Middelburg, ter
vervanging van den heer J. L. Cluyse-
naer, benoemd tot directeur der Mij., is
Maart jl. naar Pretoria vertrokken
om aldaar de onderhandelingen met de
regeering over concessie-wijzigingen in
den zin der bovenbedoelde door den Raad
van commissarissen genomen besluiten,
te kunnen leiden, en om met den hoofd
ingenieur al datgene te kunnen beramen
wat voor eene goede exploitatie van de
Rand tram en voor eene snelle voltooiing
van den hnofdspoorweg der Mij. noodig
te achten is.
Aan het bovenstaande is nog toe te
voegen, dat, blijkens een hoofdartikel in
de Volksstem van den 29en Mei, de
Maatschappij bij het inleveren van haro
voorstellen bij den uitvoerenden Raad
zich bereid heeft verklaard, zich te ver
binden „vóór den 31en December 1894
met hare lijn gereed te wezen, en voor
iedere maand, welke zy later dan gemel-
den datum gereed komt, eene hooge boete
te betalen."
Deze bespoediging van den aanleg dor
lijn „veroorzaakt doordat op verschil
lende punten tegelijkertijd met de wer
ken een aanvang zal gemaakt worden
zal dan ook, hopen we (zegt het aauge-
haalde blad) de dwaze vree3 als zoude
men nog 15 jaar met de exploitatie
moesten blijven wachten, voorgoed doen
verdwijen."
In eene Donderdagmiddag te Amster
dam gehouden vergadering van houder3
van 5 pets. obligatiën der hypothecaire
leening ten laste der koninklijke fabriek
van stoom- en andere werktuigen, werd
door gecommitteerden dier leening mede
gedeeld, dat bij den tegenwoordigen
stand van zaken er voor houders dezer
obligatiën nog geenerlei aanleiding is om
handelend op te treden. Zonder discus
sie en met 70 stemmen voor (9 buiten
stemming) werd eene motie aangenomen,
strekkende om eene afwachtende houding
aan te neman en gecommitteerden dili
gent te verklaren.
zulks toelaten, de regeering ter wille te
zijn, word terstond overwogen of en hoe
de struikelblokken konden worden ver
wijderd.
„Uw raad" (d. i. de raad van com
missarissen, aan wien het verslag door
de directie is uitgebracht) „vereenigde
zich met onze voorstellen daaromtrent,
zoodat namens onze Maatschappij geheel
vrijwillig kon worden aangeboden het
zoodanig wijzigen der concessie, dat eenige
onzer rechten werden beperkt.
„Hiertegenover stelde de Maatschappij
het uitbreiden der concessie met een lijn
van Pretoria over Johannesburg naar de
Vaal rivier, en het duidelijker omschrij
ven van enkele financieele punten, voor
namelijk betreffende het bedrag der door
ons, zonder nadere machtiging, uit te
geven aandeelen en obligatiën.
„Wij hopen, zoodra de "Volksraad zijn
VISSCHERIJ.
Enkhuizen, 25 Juni. Door 126
vaartuigen werd heden van 2000 tot
13000 stuks netjes-ansjovis aangevoerd.
Prijs ƒ4.50 per 1000. Met den kuil
werd niets gevangen.
Nieuwediop, 25 Juni. Door 44
korder3 en beugers werden heden 10 tot
70 groote-, 10 tot 20 kl. tongen, 2 tar
botten, 3 tot 20 roggen, 1 tot 3 mandjes
kl. schol en 1 tot 3 manden schar en
door trekkers 5000 stuks ansjovis aan
gevoerd; gr. tong gold 60 a 65 cent,
kl. tong 25 cent, tarbot 9 a 11, rog
50 a 65 cent per stuk. kl schol ƒ3.50
4 per mandje, schar ƒ6 per mand
ansjovis f 4.20 per duizend.
Nieuwediep, 26 Juni. Door 16
korders en beugers werden heden 10 tot
30 groote, 35 kl. tongen, 2 tarbotten,
110 roggen, 1 tot 3 mandjes kl. schol
en 1 tot 3 manden schar en door trek
kers 18000 stuks ansjovis aangevoerd;
gr. tong gold 65 a 70 ct., kl. tong 25
ct., tarbot ƒ9.50 a ƒ10, rog 50 a 55 ct.
per stuk, kl. schol ƒ3.50 per mandje,
schar 6 per mand en ansjovis 4 k
ƒ4.50 per duizend.
POLITIEK OVERZICHT.
De duitsche Rijksdag heeft artikel 1
van het legerontwerp, bepalende dat de
legersterkte in tijd van vrede tot den
31en Maart 1894 op 486,983 man
wordt gesteld, na verwerping van alle
amendementen, aangenomen met 211
tegen 128 stemmen. Tot de tegenstem
mers behoorden, behalve de leden der
vrijzinnige partij, de volkspartij en de
sociaal-democraten, ook 18 leden van het
centrum.
De Rijksdag heeft vervolgens artikel
2 van het ontwerp, betreffende de f'or-
Bjj den Ryksdsg \j voorstel vat:
den Rijkskanselier ingezien, strekken
de om goedkeuring te ï'echten aan het
besluit dat de Rijksdag van den 6den
Juli tot den 18den November uiteen za'
gaan.
Naar het heet, zal Wissmann waar
schijnlijk niet naar Afrika terugkeeren
maar eeno betrekking krijgen bij het
ministerie van Koloniën.
De fransche Kamer heeft Donderdag
de orde van den dag zonder meer aan
genomen, na eene interpellatie over de
de zaak van den onschuldig veroordeelde
Borras.
Met 349 tegen 35 stemmen is daarna
de door de regeering bestreden urgentie
verworpen voor een voorstel van den
afgevaardigde Laur, aandringende op
openbaarmaking van het rapport, door
drie inspecteurs van financiën uitgebracht
in zake het Credit Vonder de France.
Volgens het Journal de Genéve dezer
dagen in het district Luino (Tessinis) op
een drietal daar op post zijnde douaniers
geschoten, van wie twee vrij ernstig ge
kwetst werden. De aanvaller van
wien het drietal na een gevecht met
kolfslagen en revolverschoten door andere
toegeschoten personen werden
een moet een italiaansch douanier
zijn. Volgens sommige lezingen, waren
er meer dan één. Het voorgevallene wekt
in Zwitserland vrij wat opschudding.
De Né w-Fork Herald blijft volhouden
dat de minister van Buitenl. Zaken der
Vereenigde Staten, de heer Blaine, die
voorheen eene groote rol speelde bij de
leiding der republikeinsche partij, zich
tegen de tariefwet-Mac Kinley blijft ver
zetten. Het blad beweert zelfs dat de
heer Blaine bij zijne rede tegen de wet
in den Senaat in zijn toorn zijn hoogen
hoed tegen den grond wierp, en toen
onmiddellijk naar het paleis van den
president Harrison ging, ten einde de
president zijne bezwaren mede te deelen.
De heer Carter, de gezant van Hawaï
te Washington, heeft terstond de regee
ring doen weten, dat de regeering van
Hawaï voornemens is onmiddellijk de
voorrechten, welke de Vereenigde Staten
genieten betreffende het ankeren in de
haven aan de Parelrivier, in te trekken,
indien de voorgestelde wijziging betref
fende de suiker wordt aangenomen.
De correspondent van de Daily Hews
te Nieuw-York verzekert echter dat pre
sident Harrison er niet aan denkt zich
aan het verzet van den heer Biaiue tegen
de tariefwet te storen. De aanneming
der wet wordt toch als zeker beschouwd,
want men is het er algemeen over eens
dat de invloed van den heer Blaine op
de republikeinsche partij tegenwoordig
niet veel meer te beteekenen heeft.
Volgens de telegrammen uit Chicago
blijft het verkeer op de Illinois-Central-
8poorweglijn tengevolge der werkstakin
gen nog altoos gestremd. Vooral het
plaatselijk verkeer heeft daaronder veel
te lijden; kooplieden en andere bewoners
der voorsteden moeten met hunne rijtui
gen stadwaarts gaan; maar ook de aan-
8luitingslijnen ondervinden daarbij strem
ming, die zich echter niet uitstrekt over
do hoofdlijnen zuidwaarts, evenmin als
over de Wisconsin-lijnen.
Aan de Times wordt uit Durban ge
meld, dat de transvaalsche regeering aan
het britsche goevernement heeft medege«
deeld, dat de Boeren uit Noord-Swazi-
land zullen terugtrekken, mits Engeland
de kust van Swaziland ontruimt.
matie der afzonderlijke wapens, aange-
De kosten, aan een en ander verbon-1 goedkeuringen aan de wijzigingen zal I nomen, evenals daarna de bekende reso
den, zullen volgens raming 760,000hebben gehecht, de daardoor noodig ge-|lutiën, door Wiudthorst voorgesteld.
„Wat iemand voelt, die
eene kogel wond bekomt" aldus zou
men het hier volgende verhaal kunnen
betitelen, van een dapper indisch officier
die in een der jongste atjesche gevech
ten, gelukkig niet doodelijk, getroffen
werd. De kogel drong hem van achteren
in de heup, liep om het been heen en
kwam er aan den voorkant weder uit.
Thans is de gekwetste zoo goed als
hersteld.
Met mijn troep rustig marcheerende
schrijft hij hoor ik op eens vlak
naast mij een schot, weldra door andere
gevolsrd. Tegen mijDe gewoonte schrik
Ik opende mijn kas. Zij was tot den rand toe gevuld met goud
en bankbiljetten. Ik nam er twee rollen van duizend francs uit
en ging heen.
Ik volgde niet mijn gewonen weg, want dan ware ik te spoe
dig thuis geweest; ik moest eerst nog eens over mijn toestand na
denken. De avond begon te vallen en ik was zoo diep in mijn
somber gepeins verzonken, dat ik slechts werktuigelijk liep en nu
en dan tegen een voorbijganger aanstiet.
Op de boulevard des Italiens ging ik, uitgeput van vermoeie
nis, op een baük zitten. Alhoewel het reeds in het begin van No
vember was, was de atmosfeer zacht, ja, zelfs zoel. Ik wierp een
blik op de rijtuigen, op de wandelaars en de gedachte kwam in
mijn brein op, dat al die menschen zeer veel met mij verschilden,
dat een denkbeeldige, maar diepe en breede kloof mij van hen
scheidde. Zy immers hadden nog een levensdoel en de toekomst
voor zich; ik had niets meer; mijn loopbaan was afgebroken en
plotseling geëindigd; ik was verzonken in een modderpoel. Ik was
dood; zij daarentegen leefden nog.
Ik zag eenige politie agenten voorbijgaan, die zich waarechijnlijk
naar den een of anderen schouwburg begaven.
„Wanneer zij eens wisten, wie ik was," dacht ik bij mijzelf.
Plotseling viel mij een gedachte in: „Wanneer ik Léonce eens
ging opzoeken?"
Ik vertrok in de richting van zijne woning met versnelden pas.
Wat hoopte ik bij hem te vinden? Niet veel, waarschijnlijk
niets, ik kende hem nu te goed! Maar toch was bij hem wellicht
mijn laatste hulpbron; hij, die mij met zooveel sluwheid in het
ongeluk had gestort, zou mij kunnen helpen.
Voor het huis zag ik eenige menschen staan; twaalf of vijftien
nieuwsgierigen on drie politie-agenten, die de waeht hielden. Ik
trad naderbij, met de meeste omzichtigheid.
„Doorloopen, mijne heeren!" zeiden de agenten en hielden de
nieuwsgierigen op een afstand.
Op het trottoir, aan den overkant, was men in een druk ge
sprek gewikkeld; ik trad naderbij om te kunnen hooren.
„Zijn het moordenaars?"
„Men weet het niet."
„NeeD, het zijn oplichters."
„Zij zijn, naar men zegt, gisteren in een speelhol betrapt."
„Ja, en op het oogenblik doet men huiszoeking bij hen."
„Zijn er veel?"
„Twee. Zij zijn er reeds geruimen tijd; zij zullen wel spoedig
terugkeeren."
Ik begreep wel, dat hier sprake was van Léonce en Lentague.
Weldra verschenen er verscheidene mensehen in den ingang van
het huis.
„Daar zijn ze!"
Iedereen snelde dien kant heen. Ik stond dicht genoeg in de
nabijheid om de personen te kunnen zien; ik herkende Léonce en
Lentague.
Een agent en een commissaris van politie begeleidden hen. Zij
stegen in het rijtuig, dat voor het huis stond en dit reed weg in
de richting van het hoofdbureau van politie.
„Ingerekend, mijne vrienden!" zeide de man, die ons zooeven
had ingelicht.
Het tooneel, dat ik had bijgewoond, behoefde mij geen verwon
dering te baren, toch stond ik als verplet; was dat niet de hand
der Voorzienigheid
„Ook ik zal morgen gevangen genomen worden," daeht ik bij
mijzelf. Dan zal een voorbijganger, een nieuwsgierige, uitroepen:
„Ingerekend, vriendje I"
Het wanhopige, het diep rampzalige van myn toestand stond
mij helderder dan ooit voor den geest. Dit zou mijn lot zijn, ik
zou er niet aan ontsnappen....
Wordt vervolgd.}