B N N i N IA X I». De te wonderbare redding." „Dank u van harte was zijn vrien delijk wederwoord, en op minzamen toon ging hij voort: Het is een goed soort lui in deze streken. Die menschen brach ten mij by hen aan huis, waar ik naar hun beste vermogen gelaafd en verkwikt en verzorgd werd, terwijl de vrouw mijn bemorste jas uitborstelde en gedeeltelijk afwiesch en de man mij zijn eigen zon- dagschen hoed tot hoofddeksel gaf. Een weinig hersteld zijnde, liet ik een rytuig ontbieden om mij naar Maastricht te ver voeren. Daar gekomen, koeht ik mij een nieuwen hoed, ging myn vriend W. opzoeken, die mij later naar het station begeleidde, en zoo reis ik nu weer naar Roermond, terwijl ik nooit vergeten zal, wat mij heden wedervaren is Al pratende, waren wij het station Roermond genaderd, waar ik mijn ge lukkig geredden reismakker uit den trein hielp, en zijn roermondsehe vriend H. hem te gemoet kwam. Onder weder- keerige beleefdheidsplichtplegingen na men wij afscheid van elka&r en elk ging zijns weegs. Bovenstaand verbaal is een waar heid, doch bevat teven eene waar schuwing aan vreemdelingen, steeds voorzichtig te zijn, oen, waar het ook wezen moge, toeh geen hun onbekenden „tunnel" in te gaan. En hierbij vermeen ik tevens een wenk te mogen geven aan de be voegde autoriteiten om dergelijke onge vallen, als het onderhavige, voor het vervolg onmogelijk to maken door, hetzy de ingangen van den St. Pieterberg met een poort af te sluiten, zooals ik dat vroeger wel gezien heb, of minstens aan eiken ingang een groot bord te slaan met een opschrift in verschillende talen, wijzende op het dreigend gevaar ea zells verbiedende zonder gids den berg in te treden. G. Door de politie alhier is proces-verbaal opgemaakt tegen een stalhouderskneeht, wegens het verduisteren van geld, dat hij voor zijn patroon had ontvangen. Door de politie te Amsterdam is in beslag genomen een tweewielige hand wagen, die door een totnogtoe onbekend gebleven persoon was ontvreemd ten nadeele van de weduwe v. R. aan den Burgwal alhier. ;elijk ontwikkeld korps kennen. De aandacht trok een 25-tal haarlem- sche weesmeisjes door haren fraaien zang. Na een aangename verversching, haar door de familie van Lennep aangeboden, schaarden zij zich voor het huis en zon gen daar nog een schoon lied, ten aan- hoore der bewoners en de talrijke schare, die zich om de zangeressen had ge vormd. In het geheel waren er zeker wel 8000 personen op het feest aanwezi; De treinen hadden van alle kanten dui zenden aangebracht. Het zag er dan ook recht gezellig uit, men maakte het zich gemakkelijk, een zendingsfeest waar men dat niet doet is dan ook eigenlijk geen zendingsfeest en wij woonden er nog geen enkel bij, waar men zich gedwongen be woog of waar men vreesde bij anderen van ernstiger stemming „in den kijkert" te loopen. Toch moet die vrijheid niet te ver gaan en vooral moet het voor beeld daartoe niet gegeven worden door personen, die altijd zoozeer op orde ge steld zijn en die weten dat men zonder orde al niet heel ver komt, we bedoelen de leden van het Heilsleger. Reeds dadelijk na den aanvang van het feest hadden zij gepoogd een optocht te houden met muziek voorop en langs den hoofdweg heen en weder te loopen. Op het eerste verbod gehoorzaamden zy, maar later kwamen zij weder *iet hunne levenmakende instrumentenzoodat de president der feestcommissie genoodzaakt was met ontruiming van het terrein te dreigen, alvorens men genegen was, nog wel onder protest, zich te verwijderen. Ernstig keuren wij deze handelingen van het Heilsleger af, waren zij stil en or delijk geweest, dan hadden zij ongestoord aan het feest kunnen deelnemen en mis schien beter hun doel bereikt dan nu met hunne ongepaste reclame. Zóó wek ken zij weinig sympathie, en het kleine restje daarvan, dat zij nog bezitten, zal er niet op vooruitgaan. Een woord van hulde dient gebracht aan de spoor- en tramweg-maatschap pijen voor hunne degelyke ea practische regeling voor het vervoer van de talrijke bezoekers. aan 6 dezer is het gunstig eindgetuig- schrift toegekend, t. w. aan de dames A. Reddingius, H. W. M. Kempees, J. F. Veth en M. C. de Boer, zang; mej. H. M. Denijs, voor viool en mej. M F. Koning, voor piano. - Bij het concours op de piano aan het conservatorium te Brussel werd de 2e prijs behaald door mej. Bles, een jonge dame van hollandsche aikomst. Het 27ste christelijk nationaal zen dingsfeest had Woensdag plaats op het buitenverblijf „Leyduin", behoorende aan de familie van Lennep en voor dat doel gedurende dezen dag bereidwillig afge staan. De wisselingen van het weder schijnen onafscheidelijk aan de zendingsfeesten in deze streken verbonden, want telkenmale dat zij in onze omstreken plaats hadden spaarde het zijne nukken en grillen niet aan de talrijk opgekomenen. Nu eens scheen een lieflijk zonuetje door de wol ken, dan weder dreigde een donkere lucht met regen, maar liet het daarbij. De stemming der aanwezigen bleek uit den goeden geest en orde, tot op het einde van de bijeenkomst bewaard. Het is dan ook inderdaad een aange name gewaarwording, die men onder vindt, op het „fluweelen mostapeet" to vertoeven, door de indrukwekkende lanen en bosschages te dolen of onder 't vrien delijk lommer zich neder te zetten en werwaarts men het oog ook wendt steeds schoone uitzichten te hebben. Reeds daar voor konden de aanwezigen den vrien delijken eigenaars van het landgoed dankbaar zijn. In het programma der sprekers was eenige wijziging gekomen. Twee heeren waren vervangen, nl. de heer W. baron van Doorn van West-Capelle, door den heer J. G. Knottnerus, pred. te '-Hage, en de heer J. C. Montijn door den heer A. C. Adler, pred. te Amsterdam. Zeer verdienstelijk begeleidde het mu ziekkorps „Obadja" van Rotterdam den zang en deed zieh in de pauze ook af zonderlijk als een goed ingericht en de- Den 6den Juli zullen bij het hotel van den heer Kaufmann te Zandvoort de aan gekondigde schietwedstrijden voor corpo raties en voor particulieren een aanvang nemen. Reeds worden op het terrein de noodige afschuttingen gemaakt voor de veiligheid der voorbijgangers. Verschil lende medailles en schoone prijzen zijn uitgeloofd. Naar wij vernemen zal de deelneming groot zijn. In het badhuis voor minvermogenden te Zandvoort werden in het vorige jaar verpleegd 109 patiënten, een getal dat nooit te voren werd bereikt. Van de 54 mannelyke patiënten was de jongste 2 jaar, de oudste 46 jaar oud; van de 55 vrouwelijke de jongste 3, de oudste 56 jaar. Het grootste contingent leverde Am sterdam, nl. 80 patiënten. Uit Haarlem kwamen 6, evenveel uit Zaandijk, uit 's Hage 5, uit Utrecht 4, uit Rotterdam 2 en uit Zaandam, Koog a/d Zaan, Dub beldam, Soest, Almeloo en Deventer één. In het geheel werden gebruikt 551 binnenbaden en 2020 zeebaden. Tusschen Aalsmeer en Hoofddorp is Dinsdag jl. door zekeren heer A. P., uit Hellevoetsluis, eene portefeuille ver loren, waarin zich bevonden 2 muntbil jetten, ieder van 50 gulden. Daar nog niets bij de politie is aangegeven, ver moedt men dat het verlorene in verkeer de handen is geraakt. Mej. M. E. Comerell te 's Hage, is benoemd tot onderwijzeres te Velsen. Letteren en Kunst. De cursus van het Conservatorium der Maatschappij van Toonkunst te Am sterdam is geëindigd. Twaalf leerlingen hebben het Conservatorium verlaten, en Tot voorzitter der commis sie van rapporteurs uit do Eerste Ka mer over de spoorweg-overeenkomsten is benoemd de heer Kappeyne van de Cop- pello. De debatten in de tweed< Kamer over do bevoegdheid van den arbiter in het grenschgeschil tusschen Fraukrijk en Suriname, werden gevolgd door den met verlof te 's-Hage vertoe- venden gezant van Z. M. bij den Czaar, den heer Wttwaal van Stoetwegon. In verband met de onlangs gehouden tionjaarlijksche volkstelling heeft de minister van Binnenlandsche Zaken, door tussehenkomst van 's Konings commissarissen, tot de gemeente-besturen het verzoek gerecht eene opgave te mogen ontvangen van de oppervlakte in hectaren en aren van elke gemeente. Door de Handelssocieteit te Utrecht is een adres aan de Tweede Kamer gericht, waariu zij, naar aanlei ding van het ontwerp van wet tot rege ling der brievenposterij, wyst op het ontbreken van „afdrukken per hectograaf dergelijke" in art. „lb., datgene noemende wat onder gedrukte stukken" moet worden verstaanvoorts acht zij het gewenecht, eene juiste omschrijving te geven van wat onder „monsters" moot worden verstaan, terwijl zij icd slotte aandringt op de invoering van een plaatse lijk briefport tot do helft van het in art. 3 bepaalde port. Een belangwekkende bi- zonderbeid omtrent de redding van de passagiers en bemanning op de Prins FrederiJc is deze, dat de davitts voorzien waren van D(linker's toestel tot het neerlaten van de sloepen. Al de gered den hebben daaraan het behoud van hun leven te danken, want algemeen wordt erkend, dat het te water laten van de sloepen op de gewone wijze onmogelijk in den korten tijd van 7 minuten (een brief van een geredde spreekt van slechts vijf minuten) had kunnen ge schieden. Men herrinnert zich misschien, dat de uitvinder oen landgenoot en scheepsge- zagvoerder is. De geredden hebben twee en een half uur op zee rondgezwalkt, voordat zij de Marpessa vonden, waar zij opgenomen werden. Dinsdagavond te 10 uren 15 kwamen te Amsterdam aan het sta tion aan de officieren en de bemanning van de verongelukte Prins Frederïk. De heer Tegelberg, directeur der Maat schappij „Nederland," was op het perron om hen te verwelkomen. Hij sprak hen hartelijk toe en verzekerde hun, dat door ieder, niet het minsG door de directie der Maatschappij, op hoogen prijs is ge steld de goede orde, die aan boord heeft geheerscht en de groote kalmte en vlug heid, waarmede te werk is gegaan en waardoor het alleen mogelijk is geweest, in zoo'n korten tijd zooveel mensehen levens te redden. Hij erkende daarin de officieren en do equipage van de Stoom vaart-maatschappij „Nederland." De zeer talrijke belangstellenden, die op het station waren samengekomen, juichten die woorden luide toe. Zij, die geen onderkomen hadden te Amsterdam, konden naar het Zeemans huis gaan, en de Javanen werden ver wacht in de Javanenloods aan de Han delskade, waar een maal voor hen gereed stond. Voor de schade, geleden door het verlies der plunjes, zullen allen zooveel mogelijk schadeloos worden gesteld. Zij die dit verlangen, zullen bovendien zoo spoedig mogelijk in de gelegenheid wor den gesteld, weder naar zee te gaan. Cmi Woensdag 2 Juli, was het 50 jaren geleden, sedert dr. H. M. Du- parc tot doctor in de medicijnen promo veerde aan de hoogeschool te Groningen. Een uur later promoveerde als zoodanig zijn vriend wijlen dr. Ali Cohen Beiden waren op denzelfden dag student ge worden, beiden promoveerden op den zelfden dag, na een studietijd van slechts 3A jaar, op den leeftyd van 22 jareD, na bij alle examens den hoogsten graad, het summa cum laude. te hebben behaald. De burgemeester ran H. heeft weer eens ondervonden dat ondank 's werelds loon is. Hij ontving, aldus schrijft hij aan de Gemeentestemvan een dame F. *A- V. uit Amsterdam een schrijven, met verzoek haar uitvoerige inlichtingen te geven omtrent een zekere familie, die vóór 18 k 20 jaar te H. woonachtig was. Met behulp van den gemeentebode, den klerk ter secretarie en eenige ingezetenon werd hij in de gelegenheid gesteld haar al de gevraagde inlichtingen te verstrekken en zette zieh dan ook terstond neder haar brief franco te beantwoorde®aan het slot daarvan deed hij haar echter opmerken, dat de beleefdheid had gevorderd een 5 ets. postzegel voor antwoord in te slui ten, terwijl hij het aan haar overliet eene kleine vergoeding over te maken voor don bode ®f klerk, voor de gedane moeite. Zya dienstvaardigheid werd op de volgende wijze beautwoord. Hij ontving oen op zeer onbeleefdon toon geschreven antwoord, waarin de dame begon met hem te verzoeken haar dank aan zijn klerk over te brongen en daarop liet volgen „Van een vergoeding is geen sprake. Ik betaal daarvoor de opcenten voor het rijk aan personeele belasting. Het ver wondert mij dat het zoo nadoelig wer kende fooienstelsel zieh zelfs heeft uitge breid tot de secretarieën der gemeenten", en verder: „Van beleefdheid is hier geen sprake; ik behoef u volstrekt geen beleefdheid te bewyzen door het zenden van een postzegel. Mijn plicht was het u in beleetdo termen het vervullen van een ambtsplicht op te dragen, en dat heb ik gedaan." Uit dit schrijven blijkt op nieuw wat men al van een burgemeester vordert. Het spreekt van zelf dat de burgemeester van H. een volgenden keer minder dienst vaardig zal worden bevonden. Na afloop der trouwplechtig- heid Woensdag-middag huiswaarts kee- rende, kregen in de Frederikstraat te Rotterdam een paar jonggehuwden zóó hevige ruzie, dat zij elkander in de haren vlogen en erg toetakelden. De politie, de vechtenden scheidende, kreeg het daarby te kwaad met de buur vrouwen, zoodat er een formeel gevecht ontstond. Verscheidene personen, waar onder ook de bruid en bruidegom be kwame lichte kwotsuren. Ten slotte was de politie genoodzaakt voor de overmacht te wijken. In het Hotel des Indes te 's-Hage zijn aangekomen twee japansche dames, de vicomtesses Kuki, vergezeld van drie amerikaansche dames. Het ge zelschap komt uit Berlyn en bezocht Dinsdag het Museum van Oudheden te Leiden. De heer Henri de Louwte Delft, photograaf van Z. M. den Koning, heeft Dinsdagmiddag te Nijmegen eene photographie gemaakt van den intocht van H. M. de Koningin en H. K. H. de Prinses Wilhelmina. Men ziet er de vorstelijke personen in het rijtuig, voor afgegaan en gevolgd door de eerewacht te paard, in zachten draf rijden door de straat, te midden van de in twee dichte rijen geschaarde toeschouwers. Hoowel eene moment-opname, is zij uitnemend geslaagd, en als bewijs hoe snel de ver dere bewerking plaats had, kan dienen, dat Woensdag namiddag ten 3 ure exem plaren werden verzonden aan HH. MM. den Koning en de Koningin. Door de p o li t i e t e S c h e v e - ningen is proces-verbaal opgemaakt tegen een 10-jarig meisje, dat betrapt werd op het stelen van oorringen van schoolkin deren. Komt het somt ij d s voor, dat beeren menschen in hun omarming ver stikken, dezer dagen gebeurde te Groen- loo het tegenovergestelde. Een beer van een tijdelijk aldaar ge- stationneerd spel werd in de poging, om hem een ring op den neus te zetten,, hetwelk wegens de woestheid van het dier noodzakelijk was, zót) stevig door een aantal mannen vastgehouden, dat hij niet meer opstond. Woensdag was te Heer, nabij Maastricht, de 19jarige soon van den heer de C. met een geladen geweer door de opening van een heg gedrongen. Het geweer ging af en de ongelukkige kreeg de volle lading in de zijde. De dood door verbloeding volgde onmiddellijk. Onder de huwelijksaangif- tea op den burgerlyken stand te Breda komt o. a. voor„De KeizerVan Pruisen." Woensdag-nacht zijn te Bre da acht personen van slecht allooi een huis in eene beruchte buurt binnenge drongen, waar zij een 27-jarig meisje van verdachte zeden van het bed sleur den en een aanslag op haar leven pleeg de door haar drie messteken in den rug toe te brengen, waarvan een tot de lon gen doordrong, met dit gevolg, dat zij in lovensgevaarlijken toestand naar het ziekenhuis werd vervoerd. De hoofdda der is zekere Goud, een uit den mili tairen dienst weggejaagden veld-artille rist, thans orgeldraaier. Er bestaat wei nig of geen hoop op het levensbehoud van het slachtoffer. Goud is in hechtenis ge nomen. De heeren T. P. Scholten, fabrikant, G. Spiele, S. Bloemendaal en P. P. Reumor, hoofden van scholen te Deventer, zijn door de enquête-commis sie, de heeren Van Alphen en Veegens, uitgenoodigd om voor hen te verschijnen op Woensdag den 9den Juli a. s. in de Beurs te Hengeloo, alwaar zij zitting houden. Een der werklieden in de kopergieterij van de firma Dikkens Co. te Hengeloo, die te dicht bij de machine stond, werd door het drijf wiel gegrepen en driemaal in de rondte geslingerd, met het gevolg dat zijn armen en een paar ribben werden gebroken en hij eene ga pende wond aan zijn hoofd en rechter been bekwam. Zijn toestand is gevaarlijk. Op Helgoland wordt een tongval van de friesohe taal gesproken. Het Onze Vader in het helgolandsch is voor een Nederlander niet onverstaan baar. Het luidt als volgt: Ws haita dw derstu biste yne hymil. Dya name wird heiligt. Dyn ryk tokomme. Dyn wille moet schoen opt yrtryck as yne hymil. Ws deilix broe jowwsjwed. In veriou ws ws schylden as wy vejae ws schyldnirs. In lied ws naet in ver- sieking, din frx ws vin it qwoed. Din dyn is it ryck, de macht, in de heerlick- heyt yn yewieheyt. So moettet wese. (N. Gor. Ct.) II. Men meldt ons uit Nijmegen van Dins dag j.l. Met angst werd de dag van heden te gemoet gezien, daar de opening der fees ten zoo treurig in het water was geval len. Geen regen, ware stortbuien vielen tijdens het zeer fraaie concert, dat den avond te voren in de „Vereeniging" ge geven was. Of de schietgebedjes gehol pen hebben, ik moet het wel aannenaen, daar behoudens een enkel buitje, de dag van heden een buitengewoon fraaie dag was. Zoolang H. M. de Koningin in Nijmegen was, had men het fraaiste ze in een zakdoek, vervolgens pakte zij haar eigen kleeren in. Alles was gereed. Het werd nu tijd om te vertrekken, de ge rechtsdienaars konden komen en Richard mocht niet aanwezig zijn bij zulke tooneelen, die hij zich later nog zou kunnen herinneren. Zij trad de slaapkamer binnen. Het kind sliep in zijn klein bedje, met de eene hand uitgestrekt en de andere gebogen over het hoofd; het licht van den aanbrekenden dag speelde op zijne nog gesloten oogleden en lange wenkbrauwen. Toen zij dat frissche gelaat van het rustig slapende kind zag, deze rozeroode, halfge opende lippen, die den moederlijken kus reeds schenen te verbei den. ging er eene rilling over hare leden en de oogen van Clé- mence werden vochtig. Zij herstelde zich echter weldra. Geen zwakheid meerDit moest de laatste zijn. Zij raakte de hand van het kind aan en riep het zachtjes bij zijn naam. Het sloeg zijne oogen verwonderd op, rekte zich uit, om het overblijfsel van den slaap weg te jagen en liet zich door zijne moeder omhelzen. Hij vroeg, waarom men hem had wakker gemaakt en of het al tyd was om naar school te gaan? „Neen," zeide zy, „gij hebt vandaag geen school." Nadat zy hem haastig had aangekleed, behoefde zij hem er niet toe over te halen, met haar het huis te verlaten. Het was af schuwelijk weer en de sneeuw dooide weg op de strateu. Hand in hand vervolgden zij hun weg, badeude door modder en sneeuw, zij, met haastige schreden, in somber gepeins, het kind nog half droomende, zonder eenige aandacht te schenken aan de onaange naamheden van deze wandeling. Men bereikte eindelijk in de rue Saint-Antoine de woning van de familie Urbain. De echtgenoot was reeds naar zijn werk, zoodat mevrouw Urbain alleen met haar twee kinderen was. Dat was eene verrassing; waarom kwam Clé- mence haar reeds zoo vroeg bezoeken wat was er gebeurd Clémence zonderde zich met mevrouw Urbain in het aangren zend vertrek af. Dit was voor Clémence een pijnlijk oogenblik. Zij moest haar de mededeeling doen van de misdaad en de vlucht van haar echtgenoot en de uitroepon van verwondering en de vragen van hare vriendin aanhooren: „Hoe is dat gebeurd Maar mijn hemel, het is niet mogelijk En dan die koelheid, schijn baar verborgen achter medelijden, welke zulk een gebeurtenis bij de braafste en trouwste vrienden doet ontstaan. Ook deze beproeving doorstond zij moedig. Daar zij haast had om te vertrekken, omdat zij wilde weten of mevrouw Prévot zioh voor eenige dagen met Richard zou willen belasten, verzocht zij mevrouw Urbain, om voor haar in de wijk Saint-Antoine een gemeubileerde kamer tot den laagaten prijs te huren, welke zij dien avond nog zou kunnen betrekken. Zij zou nooit weer willen terugkeeren naar haar verblijf in de rue d'Enfër en bovendien zou men er haar misschien vandaan jagen Het was naar Montreuil een lange en moeielijke tocht. Niet meer beladen met hare pakjes, die zij bij mevrouw Urbain had achtergelaten en gesteund door een bijna bovennatuurlijke geest kracht, moest Clémence den geheelen weg over haar kind dragen, daar zijne voeten steeds uitgleden op de bemodderde straten. In deze snerpende koude moest zij dikwijls een oogenblik stilstaan wanneer de last haar te zwaar werd. Eindelijk had zij haar doei bereikt. Bij mevrouw Prévot dezelfde mededeelingen, dezelfde smartelijke beproevingen. Deze uitmuntende vrouw zeide, dat het haar zeer veel genoegen zou doen, om Richard bij zich te hebben, maar de groote moeielijkheid was, om hem zelf er toe over te halen, daar te blijven. Eindelijk gaf hij toe, op voorwaarde evenwel, dat zij den volgenden morgen zou terugkomen. Zij beloofde het kern en omhelsde hem met innige teederheid. Hij zag haar vertrekken en trachtte nog te glimlachen, ofschoon zijn hartje overvol was. En op den terugweg dacht zij slechts aan haar kind, dat haar door zijne lieftalligheid ten zegen zou strekken, dat onder hare oogen zou opgroeien, terwijl de vader zijn kind nooit meer zou zien. „Ik, die mij nog wel beklaagdemompelde zij. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2