NIEWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
8 s Jaargang;.
Zaterdag 12 Juli 1890.
.No. 2154.
jkBÜKSSHEaTSPaiJS:
AB7EETEHTISJI:
Nabetrachting
S T A S) S N I U W S.
fKUlLLE T O JS.
De Familie Causson.
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1.20.
Franco door het geheel® Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers-0.05.
Dit biad verschijnt dagelijks, behalve op Zen- en Feestdagen.
Hnresn: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. VeBeftHranwusaraos]» S di'.
ven 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 cent»
Groot® letter» nastr plaateruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentie» worden aangenomen door
oase agenten en door alle boekhandeWez, en conrantiert.
Direoteuren-Ditgever* J. C. PRERBBOOM en J. B. ATO.
Hoofdagenten voor hei BuitenlandCompagnie GenérsU da FublioUê Stranger* O, L' DAUBS fir Co„% JOBS F. JONSS% ucc.y Darijs 31£w Faxiotsrg Montwar tra.
uit den
Gromoenteraaa.
VIII.
Mmb Het maakte een eenigszins somberen
indruk, toen wy in d« raadszaal Woons-
Xjf dag gezeten zyade, daar eeo aantal on-
I»bezette zetels zagen. Slechts was daarby
Sééne lichtzijde, nl. de hoop geeae drukke
0 discussiëc te zullen hebben, vooral wan-
neer de open zetels aan eenige „emiaeate
sprekers" behooreu, die wij toch ook in
den Raad hebben.
Aan de orde waren een aantal pun-
'f<> ten van groot en ook een aantal van
ondergeschikt belaag en de agenda was te
'■S$ dien opzichte niet dubbelzinnig. Alleen
I® hadden wij niet verwacht, dat de mede-
deeling der „ingekomen stukken" zoo-
veel tijd zou vorderen, wanneer men dat
i aantal eens by dat van vroegere jaren
gi vergelijkt, dan komt men tot de con
clusiedat er tegenwoordig heel wat
Ëmeer leven in de brouwerij is. Wat er
alzoo was ingekomen, heeft men in 't uit
voerig verslag van ons vorig nummer
kunnen lezen.
Bij de afdoening daarvan, waarby enkele
heeren na elk punt dat de Voorzitter oplas,
8» zwijgend een diepen hoofdknik gaven,
welsprekender dan alle andere uitingen
A van instemming, vond slechts het ver-
zoek van de spijsoommissie om by
v- de inrichting van haar gebouw de hulp
W van den stadsarchitect te mogen aan-
vaarden, eenige bedenking van de zijde
des heeren Macaré, maar toen hy
vernam, hoe de vork eigenlijk in den
j|| steel zat, had hij er niet op tegen het
„échappatoire", zooals hij het noemde,
V voor ditmaal toe te passen. (Wanneer wij
eens een lyst maakten van de woorden
die op 't Stadhuis gebruikt worden ein-
$1 digende op toire, zouden we, geloof ik,
j: r De Vries en te Winkel leelijk in do war
kunnen brengen.)
Kappelhof kreeg nul op zijn rekest,
hetgeen ons niet verwonderde. De ge-
fv&' meente heeft toch geheel met de vroegere
bezitters dor onteigende perceelea aan het
Barrevoetje afgedaan, en nu te vragen
om een defecten muur te herstellen, dat
ging toch wat al te ver.
Zoo langzamerhand waren wij gena-
1 derd aan een der hoofdschotels van den
M welvoorzienen raadsdisch. Wijzigingen
ij: in de Politie-verordening, die „vrucht
van langdurige overpeinzing", zooals de
heer Macaré haar noemde.
Als een echte Paris ofschoon
't ditmaal een mannelyke was had
1 het afwezige Raadslid de heer Van
Styrum schriftelyk een appel onder de
•|i vroede vaderen geworpen in den vorm
van een motie om ook het woord „be-;
fff; heerder" in de eerste alinea van art. 171
toe te voegen.
De zaak kwam te berde naar aanlei
ding van een arrest, door den Hoogen
Raad den 17den Maart jl. gewezen,
waarbij een vonnis van de Haarlemsche
Rechtbank werd vernietigd, en de re-
quirant, Gustav Eltzbacher, te Amster
dam, in het gelijk werd gesteld tegen
het gemeentebestuur van ZaGdvoort, dat
hem had laten vervolgen wegens het
niet in behoorlijken staat houden van een
hem toebehoorenden weg, die tevens open
bare weg was, en nu stelde de commissie
van Strafverordeningen, mede op verzoek
van den kantonrechter, voor, eene wij
ziging te brengen in onze algemeene
politie-verordening.
Oef! Daarmede zaten de heeren geducht
in de war. Een verandering in die vrucht
van langdurige overpeinzing kwam den
heer 't Hooft ook te gewaagd voor en
men wilde gaarne den heer van Styrum
nog eens hooren. De zaak werd du3 uit
gesteld en aan den kantonrechter voor
de toekomst heel wat hoofdbrekens be
spaard.
Een warme discussie volgde over de
wijziging van art. 2 No. 14 van de ver
ordening op de markten, met het oog op
de kermis, waarby in behandeling kwam
het rekest van eenige tappers enz, die,
de Hemel beware me, met het doodleuke,
maar eenigszins naïeve verzoek aankwa
men om hunne inriehtingen gedurende
den geheelen laatsten kermisnacht van
Zondag op Maandag te mogen openhou
den! We gunnen den menschen graag
een voordeel, maar is dat nu een verzoek
't Denkbeeld alleen, dat daar eon gamellen
nacht door zou worden geheschen, doet
iemand al huiveren. Gelukkig werd dit
verzoek door de aangenomen wijziging
in de P. V. te niet gedaan.
De heer Stolp denkt toch om alles.
Op zijn verzoek zal de kermis gesloten
worden te 's nachts twee uur in plaats
van één. De menschen die uit de spellen
komen, kunnen daa nog eens de kermis
op en van de heerlijkheden, als daar zyn
wafelen, beignets, poffertjes, zuur enz.
behoorlijk genieten. Ook kan men den
draaimolen nog met een bezoek vereeren,
die nu, o gruwel, de omwonenden ook
een uur langer uit den slaap zal houden;
maar wat noodmet de kermis gewent
men zich aan alles.
Na een voormaligen stal voor zieke
paarden van het rijk te hebben terugge
nomen en nadat de heer de Kanter zijn
voorstel op de begratenisverordeningen
had ingetrokken en wij dus van een
„grafachtigo" discussie verschoond ble
ven, na te hebben gezorgd dat er nog een
breisehool komt en na te hebben gehoord
dat de mogelijkheid bestaat dat de vuil
nisbelt eindelijk eens verhuist, zeer tot
verhooging van Haarlems gloria en na
een lap grond aan het Kennemerpleia te
hebben verhuurd, zaten we eeni
na door dik en dun te zijn gegaan, mid
den in het water.
De kwestie van de duinwaterleiding
kwam aan de orde. De heer Macaré vond
het hollen of stilstaan, nu, nadat de zaak
zoolang getraineerd had, wij eensklaps
eene beslissing moesten nemen op het
ontwerp dat de heer Schotel ons op-
diachte en er was veel vóór die tegen
werpingen te zoggen, zijne oppositie was
o. i. zeer ad rem. De Voorzitter wees er
eohter op dat we eerst moesten hebben
de wet tot onteigening dor benoodigde
gronden, dan kwam de rest van zelf en na
eene fijne uiteenzetting van den gang van
zaken door den heer 't Hooft, werd be
sloten B. en W. te machtigen de noodige
stappen to doen om tot de onteigening
der benoodigde duingronden onder Bloe-
mendaal te geraken.
Naar aanleiding 7an het verzoek des
heeren Bijvoet om alle stukken op
deze zaak betrekking hebbende te
doen drukken en die daarvoor vatbaar
zyn te publiceeron, werd tevens uit
gemaakt dat de stukken slechts publiek
zyn in dien zin, dat de Pers ze niet
mag mededeelen. We kunnen ons pu
bliciteit buiten de Pers om, al zeer
moeilyk voorstellen. Bovendien doet zich
het moeilijke geval voor, dat wanneer
nu een raadslid uit de door hem ontvangen
publieke stukken mededeelingen doet
aan de Pers, hem dit niet kan worden
belet.
Verder liep alles heel glad van stapel,
behalve de benoeming van een tijdelijken
wethouder. Over 't algemeen is dit geen
benydenswaardig baantje, schrikkelijk
gebonden en daarom waren de achter
eenvolgens gekozenen niet genegen het
te aanvaarden, hoofdzakelijk omdat ze
uit de stad gingen. Men vond het toen
maar het beste om op een afwezig lid
te stemmen, al was 't alleen maar om
een eind aan deze onvruchtbare stem
ming te maken. We hadden verwacht
dat wanneer men was voortgegaan met
stemmen, allo gekozenen tot een bui-
tenlandsche reis zouden hebben besloten
Haarlem, 11 Juli 1890.
Men deelt ons van officieele zijde mede
Ten einde verwarring te voorkomen
zullen de muziekuitvoeringen van het
Gemeentelijk Muziekkorps bij slecht we
der voortaan door groene vlaggetjes wor
den afgewimpeld, terwijl voor het af
wimpelen van den dienst der Schutterij
de witte vlaggetjes van den toren der
Groote of St.Bavokerk worden uitgestoken.
Aan het gymnaaium alhier zyn, na
gehouden examen, door heeren curatoren
bevorderd:
Van de 1ste tot de 2de klasse H. W.
Molchior, J. J. Pannekoek, J. Helder,
H. J. Canter Visscher, Joh. Mulder, C.
E. van Manen, J. J. C. Eschauzier, J.
F. Ph. van Valkenburg, E. H. E. Teding
van Berkhout, H. van der Meulen.
Voorwaardelijk: C. Pi». F. Abbing,
J. Barbas.
Van de 2de tot de 3de klasse A. C.
do Koek, R. Mulder, G. A. Hulshof,
J. J. Duyfjes, E. H. van Lier, J. D. van
Calcar, H. G. A. Broers, H. C. van
Schouwenburg, P. S. Gerlings, J. H.
Snclcjes, R. Grua, Th. L. van Luenen,
S. H. Coldewey.
VoorwaardelijkE. S, Orobio de Castro,
J. L. Tadema.
Van de 3de tot de 4do klasse: G. W.
Scliultz, H. A. Cornelissen, M. van der
Hoeve, N. J. L. Brantjes, S. W. Tromp,
J. N. van der Leij, G. Heidenrijk, M.
E. Salomons, H. C. van der Wijck.
Voorwaardelijk: W. Middelberg.
Van de 4de tot de 5de klasse: Ant.
Moens, R. S. Bakels, K. Plos, F. C. Boo
gaard, D. J. Leepel, B. Swaab, W. F.
van Sloofcen, J. J. Maats, A. J. Mulder,
C. Bakker, L. P„ J. Michielsea, P. Groot,
P. J. du Pui, J. H. Meijer, J. S. L.
Aghina.
Voorwaardelijk: Ph. F. W. do Kanter.
Van 5de klasse A tot 6de klasse A
K. J. Schorer, C. Vis, C. Sehuit, R. von
Hemert.
Voorwaardelijk: J. J. doGraaff,J. W.
D. Francken.
Van 5de klasse B tot 6ie klasse B:
H. P. van Praag.
Do rangorde der leerlingen, aan wie
bij het eindexamen diploma A is toege
kend, is verkeerd opgenomen. Deze was
als volgt: J. Ph. Vogel, H. J. van Roijen,
H. Bakels, J. W. Jay, P. J. Góbel, H.
D. Tjeenk Willink, F. G. Moeton, G. A.
Kniphuisen, D. A. Sloos.
Het eindexamen van de Rijksnormaal
school voor teekenonderwijs te Amster
dam werd o. a. ook met goed gevolg af
gelegd door onze stadgenooto mej. C.
M. v. Gelder.
Vanwege de commissie voor de Volks
zangschool van hot departement Haarlem
van de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen zal op Woensdag 16 Juli a. 8.
onder leiding van den onderwijzer, den
heer J. Jenny Weijerman een openbare
les of uitvoering gegeven worden door
de leerlingen dier school in de Doops
gezinds kerk, welk gebouw door den
kerkeraad welwillend voor bovengemeld
doel is afgestaan.
Het doel van deze uitvoering is, den
werkkring der school meer bekend te
maken, en belangstelling te wekken voor
haar stroven.
Programma's tevens strekkende
tot toegangbewys zullen toegezonden
worden aan de leden der verschillende
corporaties van het Nut, aan de corpo
raties van de Doopsgezinde gemeente,
aan hoofden van scholen, en aan hen,
die als contribuanten hunne belangstel
ling toonen in dezen belangryken tak
van het Haarlemsche Nut.
Bij den heer J. H. Warnier is thans
van de pers gekomen het Feestboekje
van den Nationalen Zang wedstrijd, uit
geschreven door de Koninklijke Lieder
tafel „Zang en Vriendschap". Het is een
lijvig boekske de inrichting en uitvoe
ring laten niets te wenschen over.
Zaterdag wordt hier ter stede in het
perceel Koningstraat 31 geopend het
bierhuis on restaurant-Kocke, onder di
rectie van den vroegeren chef de buffet
van het sportterrein „de Phoenix". Een
nette, degelijke inrichting, lekker bier
en een smakelijke „Speiskarte" met soliede
bediening zijn te verwachten en even-
zoovele aanbevelingen voor deze nieuwe
zaak.
.%rron(Si8§e»ients-Blecbtbaah
Zitting van Donderdag 10 Juli 1890.
Heden had zich te verantwoorden
Willem Hendrik Schooneveld Büchner,
33 jaar oud, voormalig meesterknecht bij
den heer H. J. Fleur, behanger alhier.
Deze beklaagde, die 0.20 per uur ver
diende en weken maakte van 28 buiten
het verval, had zich niet ontzien ten
nadeele van zijn meester uit diens ma
gazijnen, winkel ©d werkplaatsen partyen
damast, linnen, tafelkleeden, stukken plu
che enz. te ontvreemden, en dat wel in
eene hoeveelheid dat hy met het meeste
gemak een winkel had kunnen opzetten
van het gestolene. Gedeeltelijk had hij
de voorwerpen verkocht voor prijzen, die
de koopster veel doen krijgen van een
heelster, doch Maria Spier, die zich zelf
eene onschuldige weduwe noemt, wat de
president niet gelieft aan te nemen, be-
men, beroept zich op hare onkunde om
trent den prijs van het gestolene en
hondt, tegen de verklaring van beklaagde
in vol, dat zij hem niet zou hebben aan
gezet tot meerderen diefstal door hem te
vragen of hij niet nog meer had en hem
op den hoek van de Groote Markt telken
male op te wachten om die vraag te
kunnen doen. Twee tafelkleeden ter
waarde van f 24 ieder had zij voor ƒ5
en 6 gekocht en een ervan was terecht
gekomen in de Israëlietische kerk en deed
dienst als koorkleed.
De beklaagde bekende alles, en de
Naar het franschvan Adolpke Belot en Jules Dautin.
40.
EERSTE GEDEELTE.
HOOFDSTUK XVI.
De ontsnapping
Toen hij de gendarmen bemerkte, ontstelde Causson hevig. Wat
er ook met Menie mocht gebeuren, die wanhopig met armen en
beenen rondsloeg en naar adem snakte, het was met hem, Caus-
sod, gedaan; hij kwam van den regen in den drop.
„Houd moed!" riepen zy uit, „gij hebt hem toch, dien schelm,
nietwaar? Zullen wy u helpen?"
Dat was voor Causson een lichtstraal. Men hield hem voor den
politie-agont; dus moest Moule de vluchteling, de dief zijn
„Neen, blijf maar," riep hij uit. „Dat is onnoodig. Ik zal het
alleen wel klaarspelen
Terzelfdertijd drukte hy met kracht op den hals van Moule en
hield zijn hoofd onder water. Welk eoD oogenblikwelk een wel
lust Zich redden en zich terzelfdertijd wreken Hij was er nu
zeker van, dat hy zou ontsnappen, wanneer tenminste de gendar
men in hunne vergissing volhardden. En wie zou hen uit de dwa
ling helpen Wat hem betreft, bij was een uitstekend zwemmer
en Moule was op dat oogenblik hulpeloos. Hij wilde hem niet van
het leven berooven, maar slechts onsohadelijk maken, hem een
flink lesje geven en hem straffen, omdat hy hem mishandeld had.
Hij duwde den politie-agent naar beneden en hield hem onder
water, hief vervolgens zijn hoofd weer op, om te zien, hoever hij
reeds in dien toestand van verstikking was en dompelde hem dan
weer onder. En terwyl hij deze beweging eenige malen herhaalde,
trachtte hij het te doen voorkomen, alsof hy met den stroom en
met den tegenstand van den drenkeling te worstelen had.
„Houd moed!" riepen van beide kanten de gendarmen en de
landbouwers.
„Maakt u niet ongerust!" antwoordde Causson. „Die schavuit
geeft mij moeite genoeg, maar ik zal hem niet loslaten."
Eindelijk gaf Moule geen teeken van leven meer; Causson be
sloot nu, om zich naar den oever te begeven.
Een natuurlijke en instinctmatige vrees voor de gendarmen,
deed hem den voorkeur geven aan den kant, waar de landbouwers
zieh bevonden en hy trachtte dien te bereiken. Daarvoor moest
hij echter bet midden van de rivier zwemmende oversteken en
moest dientengevolge een sterken stroom overwinnen. Het was
moeielijk, bijna onmogelijk; hij was geheel uitgeput en moest bo
vendien Moule mot zich meeslepen. Hij moest zich dus tegen wil
en dank naar den rechteroever wenden.
Een der gendarmen had van een wilg een tak afgerukt en
reikte hem dien toe; deze hulp kwam juist van pas. Na eenige
seconden waren de twee drenkelingen aan wal, de een lag onbe
weeglijk, rechtuit op den grond, de ander klappertandde en was
totaal uitgeput.
„Eindelijkhet doet mij toch genoegenriep Causson uit.
„Brrr
Hy schudde zich af, als een natte hond. Een van de gendarmen
wierp hem zijn mantel over de schouders.
„Dank u," zeide Causson.
En hij balde zijn vuist tegen Moule.
„O, die schelm wat heeft hij tegengesparteld Dat is werken
geweest; het is best mogelijk, dat ik er de nadeelige gevolgen van
zal ondervinden."
„Maar weet gij wel zeker, dat hy het is vroeg een van de
gendarmen.
„Wat, of ik het zeker weet!.... Hebt gij dan zyn signalement
niet uit Parijs ontvangen
„Ja zeker!"
„Welnu, neem hem eens goed op
„Ja, het is de goede."
De twee gendarmen beschouwden Moule aandachtig en zeiden
toen op overtuigenden toon
„Inderdaad, hij is het."
Dit onderwerp was echter te gevaarlijk; Causson achtte het raad
zaam, om er niet op door te gaan.
„Maar vertel mij eens," zeide hij op verwijtenden toon, „hoe
laat is u dat bericht uit Parijs overgeseind
„Des morgens tien uur."