NIEUWS- EN AD VERTENTIEBLAD. 8e Jaargang. Zaterdag 26 Juli 1890. No. 2166. ABQBHEMISTSPSIJS: „Wsldadighsid naar Vsrraogsn" BINNEN LAN De Familie Causson. DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1.80. i ranco door het geheele Rijk, per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers-0 05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Korean: Kleine Hontstraat Flo. 9, Haarlem, )TelefoonxGunrcsner saa. ADVERTEÏTIÊÏ: van 15 regel* 60 Cents; iedere regel meer 10 eent* Groote letter» naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen et. Advertenties worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren, en eonrantirr» Directeuren-Uitgevent J. C. PEEREBOOM an J. B. AVIS. Hoofdagenten voor hei Buitenland; Compagnie OenéraU de Fubliciti Etrangère O, L' DAUBR Qr Co., JOHN F. JON2HS, Shcc., Jarige 3 ill F autourg Montmartre. Nabetrachting uit den O-emeontoraaci. IX. In de zomervergaderingen is gewoon lijk het aantal Raadsleden zeer incom- I pleet. Op eenige weinigen na gaan in dit seizoen allen voor twee, drie of meer i weken in fransche, duitsche of zwitser- I sche lucht nieuwe krachten verzamelen en zoo ontbraken er ook in de laatste vergadering van Woensdag niet minder dan zeven van de vijf en twintig, bene- I vens de Burgemeester zelf. 1 Onder de ontbrekenden bevond zich ook de heer Huet. Nu verwondert mij dat niet, integendeel zou bet mij meer I verbazen wanneer hij de raadszaal kwam binnenstappen. Maar wat zal het einde van de verwikkeling zijn //Ala de Koning mij in het ongelijk stelt," heeft de heer Huet gezegd, //dan laat ik de beslissinr aan de kiezers over." Met andere woor- den//dan treed ik af en onderwerp mij aan erne verkiezing." Die opvatting was ongetwijfeld de juiste, maar de heer Huet schijnt die nu te hebben laten varen. Hy is in het on gelijk gesteldwaarom treedt hij nu niet af? Iemand die zóóveel vertrouwen heeft in het rechtvaardige van zijn zaak, moest geen oogenblik aarzelen om de beslissing over te laten aan het publiek of liever aan het kiezend gedeelte daar van. Ik vernam, dat binnenkort eene brochure is te verwachten van den heer Bouricius, voormalig Rijksontvanger alhier, thans te Amsterdam. Daarin zou met de stukken worden bewezen, dat inderdaad waar is wat de heer Huet beweert: dat nl. de //Burgemeester van Haarlem zou hebben a tegen gehouden, dat Haarlem in eene z/hoogere klasse der personeele belasting z/werd geplaatst." Wellicht wacht op die brochure de heer Huet; wellicht wil hij zich met dat boekje in de hand, tot den Koning wenden en zeggen//Uwe Majesteit is onjuist geïnformeerd geworden. Ziehier de bewijzen!" Is dat het plan van den heer Huét - het is ons wel. Dan althans kan de zaak op een of' andere wijze van het doode punt worden afgeholpen, waarop zij thans staat. Misschien wil de heer Huet wel de goedheid hebben, ons over zijne plan nen in te lichten?.... De vergadering van Woensdag werd door den heer Von Reeken gepresideerd. Nu is het een ondankbare besogne, om te dienen voor remplaceerend president, maar toch heeft de heer Von Reeken op een aanval van den heer Maearé geant woord op eene wijze, zooals de Burge meester zelf niet anders en niet beter zou hebben gedaan. De heer Macaré n.l. was boos om dat B. en W. sprekende over de over bevolking van de school Hubregtse, dood leuk zeiden//Wij durven u niet ad- viseeren, de (48) jongens van buiten, te verwijderen van de school." Nu is het zeker, dat er een eigenaar dig soort van moed voor noodig zou ge weest zijn, om weer met zoo'n voorstel voor den dag te komen, nadat eenige weken geleden het heele plan van B. en W. was doodgedrukt geworden. En toen nu de heer Macaré ging betoogen, dat men de jongens van buiten niet mocht verwijderen, womdat Haarlems bloei nauw samenhangt met dien der omstreken enz.," antwoordde de waarnemend voorzitter //Waarom dat motief eenige weken gele den niet aangevoerd?" Dat was scherp, maar juist en het bevreemdde ons, dat 's heeren Macaré's antwoord luidde wIk voor mij heb toen gezwegen om een fi nancieel debat te vermijden, dat aan de leening schade kon toebrengen." JVij meenden, dat de stilzwijgende at- 8temming der zaak een motie van wan trouwen was geweest, niet een ge vol] van vrees voor mislukking der leening Het Spaarne zal nu eindelijk flink worden uitgediept. Zouden we dit voor stel van B. en W., die anders (wat den Burgemeester en den heer Von Reeken betreft) weinig met handel en scheep vaart op hebben, niet danken aan den heer de Kanter Ik denk van ja en te meer zou ik dat gelooven, omdat werd voorgesteld het work in drieën te doen uitvoeren, hoewel de kosten du niet zoo verbazend groot zijn {f 30.000). De heer de Kanter is zeer zuinig en de zuinig heid bedriegt de wysheid wel eens. Ge lukkig was het, dat toen de heeren Prins, Figee en Stolp van oordeel waren dat de zaak zeer wel ineens totstand kon worden gebracht, zonder meerdere kosten en met beter resultaat. De manier waarop zaken in den Raad soms worden gereedgemaakt, doet denken aan kinderen, die te zamen een legkaart in elkaar zetten. De een zet een ferm stuk aan, maar nu ontbreekt er wat aan: wacht, hier is nóg een stuk dat past!" Jawel, maar heelemaal klaar is het nog niethola, daar ligt nog een klein stukje dat er in behoort. Ziezoo, nu is de legkaart gereed I Aanstaand jaar zou de heer Stolp ook de Bakenessergracht en de Singels uitgediept willen hebben. Maar dat stukje van de legkaart paste er nu nog niet in, want de hoofd-legkaartlegger, de heer de Kan ter, zag blijkbaar tegen de kosten van dat nieuwe werk op. In ieder geval is met die uitdieping een goed besluit genomen. Handel en nijver heid zullen er, letterlijk en figuurlijk, wel bij varen. Voor de Hoogere Burgerschool met öjarigen cursus werd nog een crediet aan gevraagd van 500, o.a. ter aanschaffing van 20 schoolbanken en een schoolbord. //Foei, foei", zoo hoorde ik iemand zeg gen, ,/wat leelijke woorden zijn dat, waar sprake is van de Hoogere Burger school waar geen jongens, maar heeren de lessen volgen. Schoolban ken? schoolborden? Studeerzetels doceer-plateaujJ, dat zijn betere termen Men moet met zijn tijd meegaan!" Dat is toch niet waar, lezer? S I A II S's i Si IJ W S. Haarlem, 25 Juli 1890. De ter gelegenheid van de op den verjaardag van H. M. Koningin Emma op 2 Aug. e.k. te houden parade zal worden gecommandeerd door don majoor commandant der d.d. schutterij mr. W. Jager Gerlings en geïnspecteerd door den luit.-kolonel Vogel. Mej. J. C. Biemond, onderwijzeres aan de burgerschool alhier, is benoemd tot onderwijzeres te Rotterdam. In eene vergadering van de feestcom missie der afdeeling Haarlem van den Volksbond is besloten, den a. s. verjaar dag van Prinses Wilhelmina te vieren door het geven van volks- en kinder feesten op het sportterrein „de Phoenix", op Vrijdag den 29en Augustus a. s. De feestcommissie, zeer dankbaar voor den reeds ontvangen steun in prijzen en geldelijke bijdragen, blijft zich bizonder aanbevelen voor verdere toezending. Wij hebben reden te verwachten, dat onze stadgenooten voort zullen gaan de com missie hun zeer gewaardeerden steun te verleen en. Donderdagmorgen is eene met turf beladen schuit in de Zijlsingelgracht gezonken. De lading is met veel moeite door den schipper geborgen. Twee manufacturiers alhier zijn dezer dagen voor ongeveer 100 aan twee lappen buckskin opgelicht door den be kenden H. C. van Wort, kleermaker, oud 41 jaren, alhier woonachtig. Een lap heeft hij te Amsterdam en een te dezer stede beleend. Hij heeft zich uit de voeten gemaakt. Als O.-I. militair heeft hij vroeger 13 jaren in de gevan genis doorgebracht. digste bekend te worden gemaakt mot den naam van den eigenaar, aan wien de kippen zijn ontvreemd. Bij de Vereeniging hebben zich de volgende personen voor werk aangemeld Eenyoor stalknecht. - Twee voor oppasser. - Een voor ziekenoppasser. - Drie voor kantoorlooper. - Een voor portier. - Een voor schoenmaker. - Een voor metselaars- kecht. - Een voor broodbakkersknecht. - Twee voor tuinmansknecht. - Een voor op zichter. - Vijf voor aardwerkers of los werkman. - Tien roor werkster of schoon maakster. - Een roor burgerwaschvrouw. - Een voor hulpkookster. - Drie voor burgernaaister. - Drie voor breister. - Twee voor mangel werk. - Een voor strijkster. Particulieren en werkgevers, die van deze aanbiedingen wenschen gebruik te makenwordt beleefd verzocht zich schriftelijk tot het Bestuur der Vereeni ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen). Beroepen te Middelburg ds. J. D. van Arkel, te Bloemendaal. In den vroegen morgen van 21 Juli 1890 werden op den amsterdamschen straatweg, op vermoeden van door dief stal te zijn verkregen, in beslaggenomen twee jonge kippen, zijnde een heitpel en een patrijskleurige met kuif. De officier van justitie te Haarlem verzoekt, ingeval van diefstal, ten spoe Men schrijft ons uit Zandvoort Het concert, Donderdagavond in het Groote Badhuis te Zandvoort gegeven door de heeren L. Schlegel (piano) en Joh. Steenman (viool) met medewerking va» mej. Amelie Fiedler, concert-zangeres uit Cleve, was buitengewoon goed be zocht, zoodat vele badgasten geen plaats konden krijgen. Jammer, dat de zaal van het Groote Badhuis, hoe gezellig en flink ook, wan neer zij voor het eigenlijke doel gebruikt wordt, zoo ongeschikt is voor muziekuit voeringen als die van Donderdagavond. De stukken welke mej. Fiedler, die over eene krachtige volle stem bleek te beschikken, ten gehoore bracht, vielen zeer in den smaak van den aanwezen- den, blijkens de vele bijvalsbetuigingen. Op den heer Schlegel rustte de meest omvangrijke taak, n.l. om on als solist èn als begeleider van zang en viool op te treden. Dat hy aan beide plichten op zijne bekende meesterlijke wijze voldeed, behoeft niet gezegd te worden. De heer Joh. Steenman deed zich weder als een degelijk en ontwikkeld kunstenaar kennen, zoowel in de //Suite" van Ries, als in de bongaarsche dansen van Brahms- Joachim en in de Faust-fantasie. Het concert mag dan ook als buiten gewoon goed geslaagd worden beschouwd. Ook H.H. H.H. de prins en prinses Wilhelm van Saksen woonden in bege leiding van den burgemeester Mr. P. N. Engelberts en diens echtgenoote, het concert bij. Letteren en Kunst. De elfde jaarlyksohe examens der Nederlandsche Toonkunstenaars-vereeni- ging zijn Donderdag te 's Hage voortgezet. Van de 5 candidaten zijn geslaagd: voor piano A (Lager Onderwijs): mej. Hermine Wattendorff, te 's-Hage, en de heer M. Grooneveld, te Ylaardingen. Leger en Vloot. Uitslag van het toelatings-examen voor de Kod. Mil. Academie te Breda: Geslaagd voor de infanterie hier te landeS. H. F. Hoffmann, G. L. J. Holle, P. A. R. C. van Linden Tol, E. D. van der Sleesen, P. W. Pfeiffer, jhr. F. T. v. d. Wijck, W. Wijnaendts, J. J. Beijerman, G. H. E. Bergsma, L. Schutte, H. W. J. Dutry van Haeften, M. T. H. Brouwer, J. A. Wichers Hoeth, O. W. Gobius, J. Alma, J. P. Weeger- wijs, P. H. v. d. Linde, P. H. A. de Ridder, P. E. Tegelberg, F. E. Knoote, H. Romswinckel en A. Dohna. Voor de cavalerie hier te lande: J. Kloosterhuis, J. A. van Gellicum, J. G. Pabst, R. O. van ManeD, W. J. van Hoytema, J. H. Pijnappel, J. K. van Naerssen, E. P. M. Clavareau. Voor de artillerie hier te lande: B. J. Dommer8, K. J. M. Brevet, J. StephensoD, M. Stephenson, F. A. E. Palairet Hooglandt, H. R. Boeree. Voor de genie hier te lande H. H. E. R. Westenberg, F. P. Jan netteWalen, C. J. A. Reigersman, M. Rooymakers. Voor de infanterie O. I. L.: W. A. Engelbrecht, J. W. Knegt- man8, H. W. van Ham, H. v. d. Sande, J. van Hettinga-Tromp, K, T. Koch, J. C. J. Romswinckel, H. Houtzagers, R. van Eik, A. K. C. Bartelds, T. H. Ockorse, P. J. van Munnekrede, G. W. Mazee, G. J. E. Kleyn, W. J. Bernelot Moens, A. F. Folkersma, W. L. Eint- hoven, J. D. Cox, C. M. Beyerinck, W. J. A. Cassa, C. W. van Ginkel, C. A. de Leau. Cavalerie O.-I. leger: M. J. A. van Gigh, W. H. A. Schil- ham, A. W. Schneider. Artillerie O.-I. Leger: A. R. T. Bouman, D. Merens, C. J. Breton de Nijs, L. Tielenius Kruythoff. Genie O.-I. leger: V. L. Slors, R. R. Castens, P. van Drimmelen. Naar wij vernemen is de o n- gesteldheid van den min. van Oorlog, waarvan dezer dagen door een der bladen {Fad.) gewag werd gemaakt, niet van ernstigen aard. {Avp.) Het bij gelegenheid van Hr. Ms. verjaardag te Apeldoorn te geven FEUILLETON. Naar het franschvan Adolphe Belot en Jules Bautin. 51) TWEEDE GEDEELTE. HOOFDSTUK III. Twee oude kennissen. //Kom, laat ons gaan," zeide hij; //het is nu niet het geschikte oogenblik om te suffen." Hij schelde en liet de koffers naar beneden brengen. Toen zij de trap af gingen, nara hij de voorzorg Causson voor zich uit te laten gaan. Na in de ontbijtkamer iets gegeten en gedronken te hebben, bond hij zijn zakdoek weer om zijn hoofd. z/Hebt gij kiespijn vroeg de eigenaar van het hotel. //Altijd, het is chronisch, de ochtendlucht zou mij kunnen scha den," zeide Lentague. Hij betaalde de rekening. Toen hij zich van het hotel naar het station begaf, stak hy zeer vertrouwelijk zijn arm door dien van Causson. Onderwijl hij de plaatskaartjes nam en de bagage liet inschryven, verloor hij hem geen oogenblik uit het oog; hij liet hem voorgaan bij het instijgen van de coupé en ging tegenover hem zitten. Causson liet alles ge duldig toe. Gedurende de geheele reis sprak hij geen woord en bewoog zich nauwelijks. Men kwam te Parys aan. Nadat men was uitgestegen en de bagage in bezit had genomen, trad Lentague op Causson toe en reide op zachten toon z/Komkijk niet zoo somber voor u en luister. Geen woord laat gij u ontvallen van hetgeen er tusschen ons is voorgevallen Gij zult mij niet aanklagen, noch een brief zonder onderteekening naar het gerechtshof afzenden. Ik zou dat wel te weten komen en gij zoudt mij leeren kennenGedurende de reis van Havre hebt gij u nu goed gedragen. Gij waart wel niet luidruchtig vroolijk, maar zooals het nu was vond ik het beter; gij hebt niet de minste on voorzichtigheid begaan, of mij door een gebaar trachten te ver raden. Voor belooning geef ik u nu dit!" En hij overhandigde hem een rolletje met vijftig goudstukken. //Gij zijt wel goed," zeide Causson, met een bitteren glimlach. //Ongetwijfeldik ben zeer goed, want ik zou u hier kunnen laten staan en u doodeenvoudig den rug toekeeren; gij verdient het zelfs voor uwe trotsche houding.... Al genoeg, ik zeg u vaar wel. Wat mij betreft, kunt gij laten ophangen." Hij liet zijn bagage boven op een rijtuig plaatsen. Toen hij op het punt stond van weg te ryden, stak hy zyn hoofd uit het portier. //Doe mijn groeten aan uwe familie, mijnheer Iriëlriep hij. Laatste spottende hoon. De uitwerking op Causson scheen hevig te zijn; hy beefde en zag rond naar eea politie-agent om hem te zeggen, wie die schurk was en hem te doen gevangen nemen. Maar dat pijnlijke denkbeeld, dat hem reeds twaalf uur lang ge heel aan de genade van Lentague had doen overgeven, hield hem hiervan terug. Op zijn beurt nam hij ook een rijtuig en gaf den koetsier het adres op van een oud hotel in de rue de la Harpe, waar hij vroeger op een kamer had ge woont en het rytuig ver wijderde zich van het station. HOOFDSTUK IV. Maheurtier. Gedurende eenige maanden zocht Iriël (met dezen naam, waar onder hij zich verborg, zullen wy Causson voortaan noemen) te vergeefs naar zijn vrouw en zijn zoon. Eindelijk, in het begin van April, ontzonk hem alle moed, zonder geld, zonder hoop en hij was nog even ver als den eer sten dag. Toen hij op zekeren morgen in de rue Montaigne (waarom be vond hij zich daar moedeloos en afgemat voor een hotel zat, kwam er een sierlyke ekwipage uit een van de stallen te voor schijn, maar deze moest blijven staan, omdat de straat versperd werd door vijf karren, die zich zeer langzaam voortbewogen. Iriël wierp onwillekeurig een blik in het rijtuig. Plotseling voer een rilling door zyne leden. In deze coupé, op twee schreden afstands

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1