de vraag worden gedaan of men bereid
is in haar dienst over te gaan. Zij, die
dit wenschen en tijdens dien overgang
lid zijn van het pensioenfonds der Ex-
ploitatiemaatschappij, zullen ook nadien
overgang en zoolang zij in dienst der
H. S.-M. zijn, deelgenoot in genoemd
fonds blijven. Het bericht, dat onlangs
de ronde deed, nl. dat de ambtenaren
van de Maatsch. tot Expl. van Staats
spoorwegen aan hunne collega's van den
Ned. Rynspoorweg een feest zouden
aanbieden, wordt tegengesproken.
Met 1 S e p t e m b e r a. s. treedt
bij de Maatschappij tot exploitatie van
Staatsspoorwegen in werking een nieuw
reglement betreffende de organisatie der
Maatschappij. Als chef van dienst der
exploitatie treedt op de heer E. I. B.
H. M. Engering; als chef van dienst
van weg en werken, met don personee-
leu titel van hoofdingenieur, de heer J.
Kalff: als chef van dienst van tractie
en materieel, met den personeelen titel
van hoofdingenieur-werktuigkundige, de
heer J. W. Stous Sloot. De heer jhr.
mr. J. C. M. van Riemsdyk zal optreden
als rechtsgeleerd adviseur.
Te Soerabaia (Java) had
onlangs een brutale aanranding plaats op
het parket van den Raad van Justitie.
Het echtpaar A. compareerde daar in
zake echtscheiding, waartoe de eisch door
mevr. A. geboren v. M. was ingesteld,
op grond onder andere van mishandelin;
door den man.
Na de comparitie ging genoemde A.
de zaal uit, doch bleef in de deur staan
en toen kort daarop zijn vrouw, die zich
even met den griffier onderhouden had,
de deur uitkwam, bracht hij haar met
een stok met looden knop een zóó he
vigen slag dicht bij het oog toe, dat de
knop van den stok vloog en later onder
een kast werd teruggevonden
Het gelaat der vrouw was haast on
kenbaar en de uitwerking van don slag
van dien aard, dat zy terstond bezwijmde.
Spoedig had men den dirig. officier van
gezondheid ontboden, die in de rechts
zaal het eerste verband legde.
De woesteling werd onmiddellijk door
den broeder der deerlijk verwonde vrouw
bij de keel gevat en bevond zich een
oogenblik later in handen van een ste-
vigen deurwaarder. Met een dogcar werd
hij daarop naar de binnenboeien ver
voerd. De slag was blijkbaar op het
hoofd gemunt geweestde wond bloedde
overvloedig, doch werd door de genees-
heeren dichtgenaaid. De patiente maakt
het naar omstandigheden redelijk.
De opschudding in de rechtszaal was
grootvan den Boom en elders kwam
het publiek toeloopen.
De toestand van mevr. A. is nog
meldt men later bedenkelijk. Zij is
althans nog niet vervoerbaar en steeds
ten huize van haar bloedverwant D. De
slagen, die haar op den rug werden toe
gebracht na dien op het hoofd, hebben,
sedert bleek, ernstige
Het gebeurt niet bij elke raadszitting,
dat de leden van den Raad zelve als
getuigen zouden kunnen fungeeren.
In het Kill, van Antwerpen
leest men het volgende
Onze hollandsche broeders. Onder
dezen titel deelt de Gazette van Brussel
mee, dat een der meest bekende Brus
selaars, dus een Belg, in een hollandsch
stadje kwam en er geen eten kon be
komen.... omdat hij Belg was. De hotel
houder wilde niet opscheppen voor Belgen
Het blad waarborgt de echtheid van
het verhaal en is met recht veront
waardigd.
Wij zullen eene andere historie ver
tellen.
Zij gebeurde ook in een hollandsch
stadje en insgelijks in een hotel. Daar
kwam een gezelschap van honderddertig
Walen (dus ook Belgen) eten, tegeneen
op voorhand overeengekomen prijs.
Toen het eten op was, trokken de
Walen er van door, zonder een cent te
betalen, en de hotelhouder zal verplicht
zijn, de zaak in handen van het gerecht
te geven.
Zie, deze historie is ook waar
Nu zal de hotelhouder, waarvan de
Gazette spreekt, misschien de zaak ge
kend hebben, waarvan wij spreken, en
de man zal den Brusselaar voor een
Waal aangezien hebben.
In dat geval is zijne weigering nog al
begrypelijk.
Dr. F. C. Molengraaf, docent
in de geologie aan de universiteit te
Amsterdam, vertrok Donderdag naar
Zuid-Afrika per stoomboot Mexican
teneinde eene wetenschappelijke studie te
maken van sommige gedeelten van den
bodem van Transvaal.
Inbrekers zijn aan den ar
beid geweest in het tijdelijk onbewoonde
perceel Prinsengracht 989 te Amsterdam,
blijkbaar dezelfden, die onlaags zoo heb
ben hui3 gehouden in het huis Stad
houderskade 120. Daar vonden ze weinig
van hunne gading, en hier, naar het
schynt, evenmin, want alle voorwerpen
van waarde waren geborgen buitenshuis
voor de familie op reis ging.
De dieven hebben het geheele huis
doorsnuffeld, van den kelder tot de mei
denkamer. Geen kast bleef ongeopend,
papieren, briovea, snuisterijen benoodigd-
heden liggen in de gangen en de kamers
gespreid. Het is mogelijk dat zij in
thans geheel ledige kistjes in de linnen
kast op de slaapkamer eeuig geld en
voorwerpen van waarde hebben buit ge
maakt de dienstboden, in alleryl ge
waarschuwd, weten niet met juistheid
of hetgeen mevrouw gewoonlijk daar be
waarde, er uit is genomen. Op eene der
bovenkamers zyn een eindje kaars en
een afgebrande lucifer gevonden. Ook
schijnen de dieven nog by het aanbreken
van den dag aan het snuffelen te zyn
geweest, want de lade uit eene kast staat
vlak bij een raam, blykbaar om bij het
aanbrekende daglicht te worden on
derzocht.
Na den waarschijnlijk geheel nutte-
loozen arbeid hebben de dieven een paar
ffesschen wyn uit den wijnkelder opge
dronken; twee gebruikte, ledige glazen
vond men in de keuken. Het schijnt dat
de boosdoeners in hunnen arbeid door
een of ander gerucht zijn gestoord. Het
bovenstuk met klep van eene schrijftafel
was door hen van het onderstuk afge
nomen, en er is, blijkende uit de kerven
en schrammen, met een beitel gepoogd
de klep met geweld open te breken.
Dit is niet^ gelukt. Het bovenstuk ligt
midden in de kamer. Met wat meer
inspanning zou de klep stellig zijn be
zweken.
Ds. Voorhoeve, bewoner van dit huis,
is per telegraaf door een zijner vrienden
verwittigd van het voorgevallene.
Naar men uit Amsterdam ver
neemt, geschiedde de arrestatie van Aafke
Kuijpers op grond van onvoldoende ant
woorden op haar gestelde vragen naar
de herkomst van gevonden kleedingstuk-
ken van de overledene, doortrokken met
zinkzuur. Zij moet zich daarbij eensdeels
versproken, anderdeels een geheel onaan
nemelijk antwoord gegeven hebben.
Rechtskundige bijstand, haar van meer
dan óéne bevriende zijde aangeboden,
werd tot heden pertinent geweigerd.
Van andere zijde vernemen wij, dat
het bericht door een der bladen verspreid,
als zoude in verband met den vermoe
delijk gepleegden moord op mej. Smis-
saert ook nog omtrent andere sterfge
vallen in de omgeving der verdachte tegen
deze ernstige argwaan zyn gerezen, uit
de lucht gegrepen is. (A. E.
Aan de Avondpost wordt uit Amster
dam gemeldDe politie is Zaterdag tot
de ontdekking gekomen, dat in een ma
gazijn van verfwaren, in de Lange Leid-
schedwars8traat aldaar, ongeveer drie
maanden geleden door eene dame zink^
wit is gekocht. De eigenaar van het ma-
worden aan het hoofd ran de school voor
handenarbeid, waar totnogtoe de heer
Stam uit Amsterdam les gaf.
Door den Raad der gemeen
te Tessel is besloten in het dorp Den
Burg Nortonpompen te laten slaan, ten
einde dat dorp onder alle omstandig
heden van voldoende bluschwater te
voorzien, in geval van brand. Thans
heerscht er, vooral in droge zomers,
dikwijls gebrek aan water.
Donderdagavond zou van
Leiden eene pleizierboot aan de haven
afvaren, den terugweg aannemende met
een groot gezelschap dat daar voor zijn
pleizier was uitgeweest. Bij de insche
ping toonde» zich een 30tal passagiers
onwillig om aan boord te gaan indien de
kapitein weigerde een der passagiers van
boord te laten zetten. En de kapitein
was toeh werkelijk genoodzaakt aan dien
wenssh te voldoen, zou de boot kunnen
vertrekken. De snoodaard werd dus aan
wal gezet. En wat had hij nu wel mis
dreven? De man had de vrouw vaneen
stal? kwam toeh te duur uit. En
ziet, de waarheidvoorspellende, schoone
afstammelinge der Kelten, vond hy op
een achtermiddag bezig door een opening
in haar tent met een puntig voorwerp
de baksels naar zich toe te halen, om ze
dan te verorberen.
Nu zit de schoone in een donker ka
mertje en denkt nu, hoe de vrouw niet
altijd verlokt, maar ook zelf wel eens
verlokt wordt!
der medereizigers een zoen gegeven,
Is om van te rillen. Maar hij heeft er
dan ook. zooals we zagen, zijn loon voor
thuis gekregen. (L. C.)
Te De Lier heeft zich een
geval van slaapziekte voorgedaan. Zater
dag van de vorige week werd er een
vrouw door aangetast die tot heden noj
niet ontwaakt is. Het gedrag van haar
man, die gedurende dit ongeval steeds
in staat van dronkenschap verkeert, wekt
algemeen verontwaardiging.
Een combi e u van zuinigheid.
Te Rotterdam kwam de vorige week
een staljongen in een sigarenwinkel, waar
hij zijn hoofdhaar boven de gasvlam
hield, totdat het bijna geheel was afge
brand, en het daarna doofde, door zijn
pet op het hoofd te drukken. Hij ver
klaarde ronduit, dat hij dit deed, om do
kosten van haarknippen uit te sparen
z/hij kon die vijf centen wel beter ge
bruiken". 't Is, volgens Bé Maasb
werkelijk gebeurd.
Naar wij vernemen, is de
richting van een nieuwe locaalspoorweg
GoudaSchoonhoven in kaart gebracht
en zullen weldra de noodige opmetingen
daarvoor aanvangen. {Fad)
In de b u u r t sc h a p A n k el a a r
te Apeldoorn waren Donderdag eenige
personen aan het hooion. Een klein kind
van een dier personen was daarbij aan
het spelen en dwaalde langzamerhand
af.
Plotseling hoorde men het kind ang
stig schreeuwen, en er heen gevlogen,
zag men een bunsing aan het neusje
knabbelen, een tweede plukte aan de
kleertjes, en een derde was in de on
middellijke nabijheid. Dat het kiud spoe
dig ontzet was, spreekt vanzelf, maar
het gelukte niet een der dieren te van
gen.
Men meldt uit Utrecht:
Sinds eenigen tijd worden onderhan
delingen gevoerd tusschen de firma
A. F. Smulders alhier en de Koninklijke
fabriek van Van der Made te Amster
dam wegens aankoop dezer fabriek.
Naar men zegt, hebben deze onderhan
delingen veel kans van slagen, en zal dus
de firma Smulders onze stad vermoede
lijk binnen betrekkelijk korten tijd ver
laten.
Blauw waren haar oogen
dat was schoon blond was heur haar
dat was ook schoon maar snoep
lustig was haar aard dat was niet
schoon.
Op de kermis te Utrecht stond een
wafelkraam, wier achterzijdi
aan de tent van de waarheidsprekende
z/La belle Normande." De eigenaar van
garijn met de verdachte Aai ke Kuijpers de wafelkraaln had het >8 avoads druk
geconfronteerd, heeft verklaard, dat hij
haar duidelijk herkende als de koopster
van het zinkwit.
Uit Zaandijk wordt gemeld:
Een der onderwijzers alhier, door eenige
belangstellenden in het onderwijs in
handenarbeid daartoe in de gelegenheid
gesteld, vertrekt deze week naar Naas,
om aan het seminarium voor „slöjd" van
dr. Salomon8en een cursus bij t© wonen.
Na zijne terugkomst zal hy hier geplaatst
en maakte daarom 's middags reeds wa
fels klaar, welke geurige baksels hij dan
in stapeltjes achter in zijn tijdelijk do
micilie bewaarde.
Steeds bemerkte hij 'g avonds, dat de
ruitvormige koeken aanmerkelijk in aantal
afnamen. Hij besloot toch eens goed op
te letten wie zich vergreep aan zyn
wettig eigendom, want het vergrijp, dat
wel is waar zijn eigenliefde streelde
verlokte zyn bakse zelfs niet tot dief-
Te Venendaal wisten twee
als heeren gekleede personen een bekend
winkelier voor ƒ100 ^Haarlemmerolie
met 16 pet. korting voor contante beta
ling te verkoopentoen de lui vertrok
ken waren, bemerkte de winkelier met
oplichters te doen hebben gehad, daar
slechts 10 pakjes Haarlemmerolie bevat
ten, en de overige een voor hem waar
deloos vocht. De bedrogen winnelier
volgde de oplichters, vond ze te Eede
maar er was geen geld terug te krijgen,
en terwijl zij voorgaven naar Wagenin-
gen te gaan, stapten beiden in den snel
trein naar Arnhem. De winkelier ging
alweer met hen, vertrouwende dat de po
litiebeambten te Arnhem hen op zijn aan
wijzing wel voor den commissaris zouden
brengen, maar j die beambten oordeelden
zich daartoe niet bevoegd, en alvorens
zelf aan het commissariaat te kunnen
komen waren de oplichters gevlogi
Misschien is het niet kwaad, dat wij
hier het een en ander omtrent hun sig
nalement laten volgeneen hunner was
donkerblond, voorzien van baard en vrij
gezet, in het zwart gestoken en droeg
een hoogen hoed; de tweede rijzig,
eveneens blond, in grijs phantasie en
strooien hoed. Gouden horlogekettin
gen, parapluies en rottingen ontbraken
niet, terwijl beiden tasschen van gewast
zeildoek droegen. Die in het grijs wordt
voorgesteld als een neef van wijlen de
wed. Koning, te Haarlem, opvolger Tilly,
den man wiens naam onafscheidelijk
aan de Haarlemmerolie verbonden is.
De politie stelt thans een onderzoek in.
{U. B.)
Donderdagochtend te ruim
negen uren vingen aan de benedenzijde
der geslagen pontonbrug nabij het fort
z/De Pol" te Zutphen de zwemoefeningen
der eavalerie-paarden aan.
Eenige dezer dieren werden, aan een
lijn achter een roeiboot vastgehouden, een
eind 8troom-af getrokkenten slotte zwom
een zevental paardenevenzoo achter
een boot aan een lijn gehouden, over de
rivier.
Door eenige pontonniers werd met
krachtigen riemslag veel heen en weer
jeroeid. Door de generaals en eenige
hoofdofficieren werd druk gebruik gemaakt
van de pontonbrug.
Ziedaar zegt de Zutph. Ct. het
militaire schouwspel, dat de IJsel beneden
het fort //De Pol" opleverde en waar
voor een vrij groot aantal Zutphenaren
zich een wandeling door het zeer onstui
mig weder naar het tooneel der oefenin
gen had getroost.
Onze eindindruk was, dat de ponton
niers in ons land kranig weten te wer
ken, maar dat we verkeerd zouden doen
roote verwachtingen te koesteren van
een manoeuvre met eavalerie-paarden, die
den IJsel of een soortgelijke rivier moe
ten overzwemmen.
Omtrent het springen van
het kanon te Breedevoort worden nog
de volgende bizonderheden medegedeeld:
Het geschiedde meermalen, dat het
oude stuk geschut bij feestelijke gelegen
heden dienst deed. Ditmaal waren twee
ontladingen aangekondigd, de eene te half
6, de andere te nalf 7 uren. Om de fees
lelijkheid van dit laatste schot nog te
verhoogen, was de lading versterkt ge
worden men zegt tot 5 pond kruit
en van eene buitengewoon st'èvige prop
voorzien, bestaande uit natte graszoden
Het is aan deze laatste bizonderlieid, dat
het springen van het stuk wordt geweten.
Die zich met de bediening belast had,
was nog wel een gepasporteerd indisch
militair. De bisschop, ten wiens eere het
vuren plaats had, was op dat oogenblik
reeds weder uit Breedevoort vertrokken.
Wat het geval nog droeviger maakt,
is dat het knaapje, wien hot hoofd werd
het eenig overgebleven kind
was zijner ouders, die achtereenvolgens
ook hunne overige kinderen door den
dood hadden moeten missen. Aan het
andere knaapje was een splinter in een
der slapen gedrongen. De ongelukkige
oud-soldaat viel bewusteloos neder en
zal wellicht voortaan het gezicht moeten
derveD. Behalve hij werden nog verschil
lende personen minder ernstig gekwetst.
De T ij d bericht, dat Woens
dag-nacht in Geleen (Limburg) weder
een moord heeft plaats gehad. Do moor
denaar was een jongeling van omstreeks
17 jaren. Verdere bizonderheden ontbre
ken nog,
Op een zandbank van het
Eierland zagen visschers van de Cocks-
dorp dezer dagen vier jonge robben lig
gen slapen. Zij togen or heen en wisten
er drie van dood te slaan. De jonge
zeehonden leverden te zamen 30 liters
traan op.
De wachtmeester der maré
chaussee te Helmond heeft eene goede
vangst gedaan. Eenige dagen geleden
waren aldaar een paar heeren" versche
nen, die bij verschillende eenvoudige bur
gers gedrukte premieloten der stad Ant
werpen tegen betaling van f 30 per stuk
hadden weten van de hand te doen. Ge
lukkig kwam dit tijdig ter kennis van
een inwoner van Helmond, die als des
kundige oogenblikkelijk bemerkte, dat de
verkochte effecten geheel waardelooze
papiertjes waren. Bij oen winkelier, koo-
per van een tweetal loten, hadden de
bedriegers eene kachel in betaling geno
men, welke naar een opgegeven adres te
's Bosch moest worden opgezonden. Deze
winkelier liet zich, nadat hij te weten
was gekomen hoe hij bedrogen was, als
nog overhalen de kachel te verzenden.
De bedriegers liepen daardoor in de vaL
Te 's Bosch toch werden zij bij het in
ontvangst nemen der kachel door den
wachtmeester in bewaring genomen en
naar Helmond gevoerd. Het nog loopende
onderzoek heeft reeds aangetoond, dat
een zeer groot getal koopers zich heeft
laten beetnemen. De gearresteerde per
sonen zijn zekere Van Buren van Rot
terdam, en zekere Van der Linden van
's Bosch. Van den eerste is bekend, dat
hij bij de politie reeds lang zeer ongun
stig stond aangeschreven.
Twee matrozen uit Delfzijl*
jl. Zaterdag gedeserteerd, werden dien-
zelfden dag nog door de politie nagezet,
die hen onder Tuikwerd op het spoor
kwam, waar de vluchtelingen zich in
een tuin verscholen hadden. Deze werd
dadelijk omsingeld. Een der matrozen,
zekere v. d. Mark, wist te ontvluchten
en sprong, om aan de handen der politie
te ontkomen, in het Damsterdiep. De
politieagenten riepen hem toe: „Zwem
terug kerel, gij verdrinkt als een steen
Hij echter luisterde niet en wilde al
zwemmende den Rijksweg bereiken.
Maar de pogingen leden schipbreuk.
Toen hij ongeveer in 't midden van het
Damsterdiep was, zonk hij in de diepte
weg, na vooraf toch nog aan de politie
om hulp geroepen te hebben. Een der
veldwachters stelde nog alle moeite in
het werk om den ongelukkige te redden en
nadat hij hem op het droge gebracht
had, poogde men de levensgeesten weder
op te wekken, doch' alles was te ver
geefs. Zijn lijk werd naar de algemeene
begraafplaats vervoerd en gekist, om na
autorisatie van den Off. v. justitie ter
aarde te worden besteld.
De tweede gedeserteerde heeft zich na
het gebeurde dadelijk weder naar Delfzijl
begeven en het werk hervat aan boord
van het schip waarop hij aangemonsterd
was.
POLITIEK 0VERZICUT.
De Porte heeft het weer kwaad te
verantwoorden. Alsof het nog niet ge
noeg was, dat Rusland haar dreigende
nota's geeft over de aanstelling van bul-
gaarsche bisschoppen in Macedonië, is
er nu ook een ministerieele crisis op
handen, naar aanleiding van hetzelfde
feit. Ook Servië zal de tanden tegen de
Porte laten zien, want de turksche Re-
nog voor in, dat zij nooit van gevoelen omtrent u is ver
anderd."
„Het is best mogelijk," zeide Iriël, „Ja, zij is er edel genoeg
voor."
En diep ontroerd begon hij uit te weiden over den moed van
Clémence, over haar goedheid en zelfopofferende liefde jegens hem.
Hij vertelde hoe gelukkig hij was gedweest in de eerste jaren van
hun huwelyk, alvorens hij de misdaad had begaan. Dat zou zy
ongetwijfeld niet geheel en al vergeten zijn. Dat waren onuit-
wischbare herinneringen.
Terwijl Maheurtier naar hem luisterde, scheen hij in droeve
overdenkingen verzonken.
,/Ja," zeide hy, op somberen toon, en alsof hij antwoord gaf
op zijn eigen overpeinzingen in plaats van op de woorden van
Iriël//gij zijt wel gelukkig, want gy wordt bemind
HOOFDSTUK V.
H uw ely k 8 g elu k.
Deze woorden van Maheurtier waren Iriël onbegrijpelijk en
eerst later begreep hy, welke smart en bitterheid er uit sprak. Hy
bleef op Plantin (dit was de naam van de villa) Maheurtier stelde
hem aan zijn vrouw voor.
z/Hy is een oud vriend van mij," zeide hij. //Ik ben niet sterk,
zooals gij weet, zoodat ik bij mijn werk hulp noodig heb. De
heer Iriël stemt toe om by ons te blijven."
Antoinette begroette hem allervriendelijkst. En terwijl zij zich
daar met hun drieën bij elkaar bevonden, moest Iriël onwillekeu
rig een vergelijking maken tusschen dezen grijsaard en die jonge
vrouw in den bloei van haar schoonheid.
z/Dat maakt niets uit," zeide hij tot zichzelf, „hij is rijk en
edelmoedig; hij is zoo goed en zoo voorkomend jegens haar.... zij
moet wel gelukkig zijn
Men keerde den volgenden dag naar Parijs terug, en alvorens
zyn intrek te nemen in het hotel in de rue Montaigne, verkeerde
Iriël weer in tweestrijd.
„Hier in dit hotel te moeten wonen, onder hetzelfde dak....
naast hem...." mompelde hij voor zich heen, in gedachten ver
zonken.
„Wel, Iriël, waarover suft gij?" zeide Maheurtier tot hem. „Ga
uw bagage halen en kom dan terug, ik heb u noodig."
Dat Maheurtier Iriëls diensten noodig kon hebben, was slechts
een voorwendsel om hem een schuilplaats te kunnen verleenen,
eenige brieven schrijven en een paar boodschappen doen, ziedaar
al het werk van den vroegeren kassier. Hij had dus veel vrijen
tijd en zonder er bij te denken, bijna tegen wil en dank, merkte
hij alles op, was er in het hotel voorviel.
De houding van Maheurtier en Antoinette onderling verwon
derde, bedroefde hem. Na drie maanden gehuwd te zijn, waren
beiden reeds somber. Vooral Maheurtier scheen zich zoo ongeluk
kig te gevoelen, dat het Iriël zeer griefde. Dikwijls verraste hij
hen, wanneer zij in dezelfde kamer zaten, ieder in een hoek, een
diep, somber stilzwijgen bewarende. Somtijds ook zag hij, dat
Maheurtier naast haar was gaan zitten, haar wat trachtte op te
vroolijken en haar vroeg wat haar scheelde en wat zij wenschte.
Zij sprak dan van haar moeder en van haar droefheid; Maheurtier
trok zich dan weldra somber terug. En Iriël zeide dikwijls bij
zichzelf: Zooveel elementen voor een volmaakt geluk en beiden
zijn ongelukkig
{Wordt vervolgd.)