NIEWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
8 e Jaargang.
Woensdag 30 Juli 1890.
No. 2169,
aBOEXTEUEETSFRIJS:
ADVBRTEETIS*:
STADSNIEUWS.
in N fc K ft L A i\ IK
FEUILLETON.
De Familie Causson.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1.20.
Franco door het geheel# Rijk, per 3 maanden. -1.65.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Hit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
HmeatiKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefa«noiusu<e.er 31*.
van 15 regel» 60 Cents; iedere regel meer 10 «ent»
Groot# letter» naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onxe agenten en door alle boekhandelaren, en conrantier.
Directecren-Uitgevert J. C. PEEBKBOO® en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland.' Compagnie Générale At Httiliaiié Btrangèrt O. L' DAUB.S J Co.t JG3H F. JONKS, Succn JParge 31Jw Faubourg Monttnaiirt.
Haarlem, 29 Juli 1S90.
Ter eere van den verjaardag van H. M.
de Koningin zal op Zaterdag 2 Augustus
des namiddags ten 2 ure eene matinee
in den Hout door het Stedelijk Muziekkorps
worden gegeven, in plaats van de matinée
op Zondag.
Zaterdagavond concert door hetzelfde
korps in de Buiten-societeit van „Trou
moet Blijcken."
Het bestuur van de afdeeling Haar
lem" der Noord-Hollandsche vereeniging
„het Witte Kruis", vestigt de aandacht,
ook van heeren geneeskuudigen, op de
w legenheid die er bestaat, om kinderen
van 812 jaren en vrouwen tot herstel
van gezondheid tijdelijk te doen opnemen
het herstellingsoord „Heideheuvel" te
Hilversum en stelt zich gaarne bereid
omtrent de voorwaarden, inlichtingen te
geven, die bij den secretaris den heer H.
van den Berg, arts, Spaarne 6, te ver
krijgen zijn.
De postduiven-vereeniging //de Snel-
vlieger", alhier, hield Zondag 27 Juli
eene wedvlucht van Osnabrück, afstand
240 kilometer.
De duiven werden door welwillend
heid des stationschefs, te 6 uur in vrij
heid gesteld met Z.W. wind en helder
weer. De le prijs werd behaald door
de duif van den heer Joh. Juug, aank.
11 uur, 2 min. 16 sec.; de 2e prijs door
de duif van den heer F. J. v. Baars,
aank. 11 uur, 2 min., 58 sec.; de 3e
prijs door de duif van den heer T. A.
Donnée, aank. 11 uur, 32 min., 2 sec.;
de laatste door de duif van den heer D.
Janus, te Bennebroek.
Voor bovengenoemde vereeniging is
door de Holl. Maatschappij v. Landbouw
uitgeschreven een wedvlucht van het ten
toonstellingsterrein te Dordrecht, den 7n
Sept., 's nam. 1 uur, waarvoor zijn uit
geloofd door genoemde maatsch., 1 verg.
zilv. med., 1 zilv, med. en 1 bronz. med.
De 60-jarige werkman die 11. Zaterdag
avond op den Kruisweg door een rijtuig,
bespannen met een paard, is overreden,
is aan de bekomen kneuzingen gestorven.
Rechtszaken.
Bij vonnissen der Arr. Rechtbank
alhier d.d. 29 Juli 1890 zijn in staat
van faillissement verklaard.
lo. Dorus van Eijk, winkelieren sui-
kerballenmaker te Haarlem, met iügang
van 17 Juli jl.
2o. Jacob Berkhout loodgieter, bedek-
ker en koopman te Edam, met ingang
van 28 Juli jl.
In beide faillissementen zijn benoemd
tot Rechter-Commiss. jhr. mr. A. G. de
Geer en tot curator mr. L. C. Kronen
berg, advocaat en procureur te Haarlem.
Bij de Vereeniging
id naar Vermogen"
hebben zich de volgende personen voor
werk aangemeld
Een voor stalknecht. - Twee voor oppasser.
- Een voor ziekenoppasser. - Drie voor
kantoorlooper. - Een voor portier. - Een
voor schoenmaker. - Een voor metselaars-
kecht. - Een voor bro.odbakkersknecht.
- Twee voor tuinmansknecht. - Een voor op
zichter. - Vijf voor aard werkers of los
werkman. - Tien voor werkster of schoon
maakster. - Een voor burgerwaschvrouw.
- Een voor hulpkookster. - Drie voor
burgernaaister. - Drie voor breister. - Twee
voor mangel werk. - Een voor strijkster.
Particulieren en werkgevers, die van
deze aanbiedingen wenschen gebruik te
makenwordt beleefd verzocht zich
schriftelijk tot het Bestuur der Vereeni
ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen).
Nu de spoorwegovereenkom
sten door Z. M. den Koning bekrach
tigd zijn, zal spoedig worden overgegaan
tot het organiseeren van de afdeeling
Spoorwegen bij het departement van
waterstaat, handel en nij verheid. Daarbij
zullen eenige ambtenaren worden aan
gesteld, die reeds eenigen tijd bij genoemd
departement werkzaam waren.
De beide Afrikanen Carré
en Van Es, gepensioneerde soldaten van
het O.-I. leger, sedert 1 Jnli in sub
sistence bij het koloniaal werfdepot, ver
trokken Donderdag van Harderwijk naar
Bronbeek, om in het invalidengesticht
hunne verdere levensdagen te slijten. Zij
behooren tot het nagenoeg geheel uitge
storven ashantijnsche element in het
koloniale leger, dat ten allen tijde, en
laatstelijk vooral op Atjeh, de beste
diensten aan het goevernement bewees.
Door hun eenvoudige, kinderlijke natuur,
hun aanhankelijkheid aan de compagnie,
hun onvervaarden moed en hun doods
verachting in den krijg, werden die
trouwhartige kerels steeds hoog in het
leger gewaardeerd. Hoe jammer dat zij
de gelederen hebben verlaten om wellicht
nimmer daarin terug te keeren.
Ook te Harderwijk hebben de hier
boven genoemde zwarte broeders zich
weer uitstekend gedragen en tot geen
enkele klacht aanleiding gegeven. Zij
zijn bijna een maand in de kazerne ge
bleven zonder ooit te vragen om eens
uit te mogen gaan, nadat hun eenmaal
gelast waa het kwartier niet te verlaten.
Alles was hun //baai" (goed) en met het
gure, regenachtige weer dat zij natuurlijk
minder //baai" vonden, zaten zij maar
trouw te dammen in de cantine. Harte
lijk hopen wij, dat het de ouwe, trouwe
krijgers zoo goed mag gaan op Bronbeek,
dat zij nimmer naar hun warm land
terug verlangen.
In de mededeelingon o ui
trent het geneeskundige staatstoezicht in
Limburg leest men
Wegens het heerschen der pokken
langs de grenzen werden de inrichtingen
tot isoleering van lijders aan besmette
lijke ziekten nader onderzocht. Te Maas
tricht en Roermond lieten deze inrich
tingen niets te wenschen over, daaren
tegen waren te Eijsden en Venloo meu
bilair en beddegoed onvoldoende. T©
Gennip waren alle vertrekken van het
isoleerhuis ingenomen door het gezin
van den gemeenteveldwachter, en was,
met uitzondering van 2 ijzeren ledikanten
met stroozakken, van meubilair en bed
degoed niets te bespeuren. Te Simpel-
veld was de ziekenbarak tegen ƒ30
'sjaars, en onder de verplichting van
eventueel als ziekenoppasser op te treden,
verhuurd aan een dooven man, die het
gebouw in eene volledige en vuile boe-
renhuizing herschapen had. Het eenige
meubelstuk, dat van gemeentewege voor
de verpleging was aangeschaft, bestond
uit een ijzeren ledikant, dat door de kin
deren van het gezin in gebruik was ge
nomen.
Men meldt uit Amsterdam
aan de N. JR. Ct.;
Een anderen grond voor de inhechte
nisneming van Aafke Kuijpers, dan die
in een vorig bericht werd vermeld, vond
de officier van justitie in de omstandig
heid, dat de verdachte nog geen aoht
dagen na den dood van mej. Smissaert,
bij den heer Van Marken, commissionair
in effecten, die vroeger met eene zuster
van de overledene gehuwd is geweest
en haar vermogen administreerde, aan
drong op de uitkeering van de nalaten
schap, voor zoover zij, krachtens eene
akte van erfschenking, waarvan zij copie
overlegde, daarop rechten kon doen
gelden.
Over die erfmaking was do heer Van
Marken zoo verwonderd, dat zijn ver
moeden als zou de overledene in hare
laatste levensjaren door godsdienstwaan
zin bevangen zijn geweest, voor hem thans
bijna zekerheid werd.
Hij was dan ook weinig genegen om
het vermogen van zijne schoonzuster op
deze eerste aanmaning af to staan, en
wendde zich tot mr. M. J. Pijnappel om
raad. Op de vraag echter van den
rechtsgeleerde, of mej. S. bij haar leven
wel eeDS onder curateele was geplaatst
geworden, moest de heer Van Marken
een ontkennend antwoord geven. //Dan
zijt gij verplicht, te bekwamer tijd de
nalatenschap aan de krachtens akte
wettige erfgenaam af te dragen," was
nu het antwoord des heeren mr. Pijn
appel.
Koit daarop voldeed de heer Van
Marken aan dezen raad, door al het
geen hij van mej. Smissaert beheerde,
ter beschikking te stellen van een nota
ris te Arnhem, voor wien de akte van
schenking verleden was.
Het bericht van de Avondpost, dat de
winkelier te Amsterdam, bij wien zink
wit gekocht is, ontdekt werd, wordt
door het Eèl. aldus bevestigd en aange
vuld:
De justitie heeft bij alle handelaren in
verfwaren en drogisten het portret van
Aafke Kuijpers doen vertoonen, dus
ook ten huize van den heer H. Zirschky,
Lange Leidschedwarsstraat 47. Deze
herkende zonder aarzelen in het hem
vertoonde portret dat van eene dame,
die in Mei j.l. in zijn winkel voor een
stuiver zinkwit kocht (Vio kilogram). In
den winkel was op dat oogenblik ook
aanwezig de heer A. Zirschky, een neef
van den winkelier, die eveneens onmid
dellijk het portret herkende. By den
aankoop was ook nog een praatje gehou
den, want de heer H. Zirschky, mee-
nende dat zinkwit wel niet voor eenig
ander doel zou worden gebruikt dan om
verf aan te maken, vroeg of er geen olie
bij noodig was. De dame antwoordde
ontkennend.
Nadat beide heeren Zirschky door den
rechter van Jinstructie waren gehoord,
zijn zij Donderdagavond jl. bij de ver
dachte in de cel gebracht. Pertinent en
dadelijk herkenden beiden ook nu Aafke
Kuijpers als de vrouw die in den
winkel het zinkwit zich had aange
schaft.
z/God, dat is valsch", zei de verdach
te, overigens vrij onverschillig de zaak
opnemende.
Zij toonde eenige voldoening toen de
heeren Zirschky den hnn vertoonden
mantel niet herkenden als een kleeding-
stuk dat de verdachte dien avond zou
hebben gedragen. Het moet echter reeds
zijn gebleken dat die mantel na Mei j.l.
is gekocht.
Omtrent deze zaak deelt de Amst
Ct. nog mede
Eene gewichtige getuigenis zal onge
twijfeld zijn die van mej. C. van Steen-
hoven, zoogzuster van de overledene
freule Smissaert. De moeder van ge
noemde juffrouw is den 23sten Februari
dezes jaars overleden, onder even zon
derlinge omstandigheden, terwijl haar
ziekte met dezelfde verschynselen ge
paard ging als die der overiedene freule
welke ziekte 9 dagen duurde en door dr.
Butöt verklaard werd voor bronchitis.
De gronden, waarop deze beide sterfge
vallen in verband gebracht zyn met al
het geheimzinnige, dat deze geschiedenis
omringt, zijn de volgende
De overleden juffrouw Van Steenhoven
was reeds 38 jaren met de familie
Smissaert bekend, bij wie zij hare dien
sten als min vervulde. Dat zij bij de
oude mevrouw Smissaert in zeer hooge
gunst stond, kan blijken uit het feit, dat
haar door de oude mevrouw bij testa
mentaire beschkking een maandgeld
werd toegevoegd van 10 gulden, dat bij
haar dood zou ophouden.
Een ander feit, dat niet van belang
ontbloot is, is het volgende:
De vorige week meldden zich bij de
genoemde juffrouw C. v. Steenhoven
de béide freules Lucie Smissaert en
Teding van Berkhout aan, en vroegen
teruggave van brieven, die de overleden
juffrouw Van Steenhoven ontving, toen
freule Smissaert nog in leven was.
Deze brieven waren van zeer intiemen
aard, hetgeen te verklaren is uit de
langdurige en goede verstandhouding
tusschen juffrouw Van Steenhoven en de
familie Smissaert.
De verklaring, dat deze brieven ver
brand waren, moet aanleiding gegeven
hebben tot een heftig tooneel tusschen
genoemde juffrouw C. van Steenhoven
en de beide freules.
Juffrouw C. van Steenhoven, die na
al het gebeurde in deze zaak natuurlijk
verschillende vermoedens begon op te
vatten, begaf zich naar den heer Van
Ledden Hulsebos, een der scheikundigen,
die in deze zaak werkzaam zijn, en
legde genoemden heer hare vermoedens
bloot. Deze raadde haar aan, de justitie
met een en ander in kennis te stellen,
hetgeen zy dan ook deed.
In verband hiermede, is zij dezen
morgen te halftien ure voor den rechter
commissaris gehoord, waar zij hare
verklaringen en vermoedens heeft her
haald. Het verhoor duurde tot twee
uren.
Bij den wedstrijd teNijme-
gen heeft het detachement van de rot-
terdamsche schutterij, onder bevel van
kapt. v. Buren, den eersten prijs behaald
individueel en den eersten prijs voor salvo.
Op de utrechtsche kermis
heeft een nog onbekend gebleven dader
zich Zaterdagmiddag op slinksche wijze
in het bezit weten te stellen van een
horloge met ketting, toebehoorende aan
een photograaf, die met zij De tent op de
Mariaplaats stond. Onder voorgeven van
zijn portret te willen laten makeD, wist
hij dezen namelijk te bewegen, hem voor
eenige oogenblikken zijn horloge met
ketting te leenen en maakte zich daar
mede uit de voeten, op een oogenblik
Naar het franschvan Adolphe JBelot en Jules Dautin
54
TWEEDE GEDEELTE.
HOOFDSTUK V.
H u w e l ij k s g e l u k.
Andere opmerkingzelfs in den huiselijken kring spraken zij
elkaar met u" aan. Iriël dacht dan aan Clémence en aan de
beide eerste jaren van zijn huwelijk, aan die gezellige wandeltoch
ten, aan dat geluk te midden van de armoede. Hij kon het zich
niet begrijpen, dat Antoinette zoo koel en somber was in tegen
woordigheid van den man, die zoo goed en liefderijk voor haar
was en haar aanbad. Somtijds echter kwam haar beter ik boven.
Zij erkende dan, dat zij grillig, knorrig en ondankbaar was. Zij
verdiende zijn goedheid niet; zij smeekte hem haar te laten gaan;
zij begon te schreien. Maar oogenblikkelijk viel hij haar dan in
de rede„Het was niet waar, zij was zoo good, zoo lieftallig....
hij echter was de schuld van alles
Iriël was dikwijls getuige van deze ontboezemingen. Hij kon
die vrouw geen haat toedragen, zij was even ongelukkig als Ma-
heurtier. Toen, meer luisterende naar de inspraak van zijn hart,
dan naar hetgeen zijn verstand hem ingaf, wilde hij het zich tot
taak stellen om als bemiddelaar op te treden. Hij zeide tot zich
zelf: „Laat ik trachten deze twee menschen tot elka&r te bren-
hen; zij zullen elkaar dan leeren begrijpen en elkaar liefkrijgen.
Hij van zijn kant was dan ook voor Antoinette de voorkomend
heid zelve, zoodat dit bijna hinderlijk werd. Maar zonderlinge
tegenstrijdigheid! hoe meer de gedienstige voorkomendheid van
Maheurtier haar scheen te mishagen, des te gevoeliger en dank
baarder was zij veor Iriëls oplettendheden. Zy betuigde hem steeds
haar dank met haar vriendelijkste glimlachjes. Hij schaamde zieh
over dezen voorrang. Men keerde naar Parijs terug. Antoinette
ging bijna nooit nit; zij leefde geheel alleen in haar kamer opge
sloten en wilde niemand zi©n. Op zekeren dag verraste Iriël haar
toen zij al haar aandacht schonk aan een schilderij, twintig cen
timeters hoog en vijftien breed. Toen zy zijne voetstappen hoorde,
maakte zij een beweging alsof zij dit voorwerp wilde verbergen,
maar zij begreep wel, dat hij het toch wel gezien had, zoodat zij
haar plan niet volvoerde. Zij riep Iriël zelfs bij zich, uit vrees,
dat zij anders zijn achterdocht zou opwekken en liet hem de schil
derij zien; het was het portret van een meisje, gekleed als een
herderinnetje met een hoed met breede randen en met bloemen
versierd.
„Hoe vindt gij dat?" vroeg zij hem.
„Is dat uw portret?"
„Ja, toen ik vijftien jaar oud was. Het is nog wel gelijkend,
vindt gij niet?"
Iriël vond dit miniatuurportret bekoorlijk en vroeg wie het
gemaakt had.
„Ik ik weet het niet," zeide zij, met eenige aarzeling. En
zij haastte zich met er bij te voegen „Het was steeds mijn vurige
wensch, om mijn eigen portret te bezitten. Mijn moeder stemde
er eindelijk in toe en bracht mij naar een schilder in de rue
nu herinner ik mij niet meer hoe die straat heetteik was na
tuurlijk zeer verheugd, zooals gij begrypen kunt
Zij begon hem over de schilderkunst te sprekeD.
„Welk een prachtige kunst! Hoe gelukkig moet men zich ge
voelen, wanneer men een portret kon makenIk zou het nooit
kunnen 1"
Dien a%ond sprak Maheurtier op zijn beurt eenige woorden
over dit onderwerp; en daar zij hem niet tegensprak, vroeg hij
haar, of zij geen lust zou hebben zich op de schilderkunst toe te
leggen. Zij gaf een toestemmend antwoord.
Hij was verrukt. Den volgenden dag werd het hotel opgevuld
met teekenvoorbeelden, doozen met potlooden, penseelen, kortom
met alle gereedschappen van een schilder en teekenaar.
Door middel van geld en dringende smeekbeden was het Ma
heurtier gelukt een beroemd schilder er toe te bewegen, haar les
te geven. Twee of drie keer legde zij zeer veel ijver aan den dag,
daarna begon het haar weer te vervelen en wilde zy niet verder
studeereD; zy begon echter opnieuw. Zij had een warmen hartstocht
opgevat voor de moderne werken, voor de genre-stukken en de
landschappen.
„O de landschappenOp zekeren dag, voor baar huwe-