door den heer jhr. mr. W. Roëll, de cavalerie-kazerne, namen dit ge bouw van buiten even in ©ogenschouw, doch sloegen met belangstelling de ma noeuvres gade van de in het Alexan- dersveld exerceerende bereden troepen. Van daar reden zy door de boschjes naar Scheveningen, bezichtigden daar het Kurhaus en keerden langs den strandweg en den ouden weg naar hun hotel terug, om het déjounor te gebrui ken. Van kwartier over 2 uren verlie ten zij het hóiel weder om nog enkele bizonderheden in de Residentie te be zichtigen. De hooge bezoekers hebben het voornemen, Zondag naar Delft te gaan om aldaar den vorstelyken graf kelder en het praalgraf' van Willem I te bezichtigen en vervolgen® naar Rot terdam te vertrekken, waar zij 3 dagen denken te vertoeven. In dea voormiddag gaf de hofmaarschalk, mr. J. D. C. O. W. baron de Constant Rebecque, zijn kaartje aan het „Hötel des lades" af, daar de prinsen toen reeds waren uit gereden. Do Vcroeniging voor w o- tenschap, handel en nijverheid te Padang verlangt een geschrift, waarin ten eerste de kwestie der emigratie van europee- sche gezinnen in de hoogor gelegen streken der tropische gewesten uit een historisch, hygiënisch en oeconomisch oog punt wordt behandeld, en de oorzaken worden aangegeven, waaraan het al of niet gelukken van dergelyke emigraties moet worden toegeschreventen tweedo op grond der medegedeelde feiten wordt aangetooud a. Welke verwachtingen mo gen worden gekoesterd van pogingen, om de emigratie, voornamelijk van land bouwers en veehouders, uit Nederland te leiden naar de Bovenlanden van Su matra. b. Welke voorwaarden daarby moeten worden gesteld, om do kans vau welslagen zoo groot mogelijk te doen zijn. Voor het best gekeurde en tevens op zich zelf voldoende geachte antwoord, wordt uitgeloofd een prijs van vijfhon derd gulden. De antwoorden moeten zijn geschreven op halfblad, met eene duide lijk leesbare hand, en gesteld in de ne- derlandschefranscheduitsche of en- gelsche taal en worden ingezonden vóór 1 Juli 1891. De beoordeeling zal ge schieden door eene jury, bestaande uit drie leden, van wie er twee zullen wor den benoemd door de Ned. Ind. Maat schappij van nijverheid en landbouw te Batavia, bet derde door het bestuur der Vereeniging. De uitspraak der jury zal plaats hebben vóór of op den lsten Januari 1892. Een soldaat van het te A m- sterdam in garnizoen liggende 7de reg. inf., die verdacht wordt een gouden hor loge uit het krib-kastje van een korpo raal ontvreemd en verkocht te hebban, is Zaterdag gevankelijk naar Haarlem overgebracht, om aldaar voor den krijgs- raad in het 4de militaire arrondissement terecht te staan. Men schrijft van Terse hel ling dd. 7 Aug. aan het Handelsblad Id 1859 strandde in do Buitengronden van Terschelling de duitsche schoener El Doradomet eene lading zilver- en kopererts van Caldero voor ongeveer vier tonnen gouds. Nadat het gezonken was en men met de toenmalig onvol komen duikertoestellen en den grooten toevoer van zand niets van belang kon bergen, lieten de koopers van het wrak niets meer van zich hooren. Voor eenige maanden werden deze omstandigheden opnieuw besproken, hetwelk ten gevolge had, dat er concessie voor berging werd aangevraagd en men begon met het go- zonken wrak op te zoeken, dat betrek kelijk spoedig gevonden werd. Volgens de mededeelingen van vroeger was het schip beladen met 400 last kopererts en 20 last of meer zilvcrerts, dit laatste in zakken. Door de stoomscholpenzuigers de Friesland en de Tijd werd nu op 6 vaam eene geul in het zand om het wrak gezogen, opdat daarin het zand kon afsiroomen, dat het erts bedekte. De toevoer van zand is echter daartoe te sterk. Het duikersonderzoekdat Vrijdi plaats had, moest nu aan het licht bren gen, of do zakken nog te behandelen, dan of ze weggerot waren. Dit laatste bleek het geval te zijn. Het onderzoek bracht verder aan het licht, dat het wrak op vijf vaam ligt, nog in zijn geheel zit, met dekbalkea er ia en lal van stutten, boven het zand uitstekende. Daarop werd een® proef genomen met het opzuigen, waarbij in korten tijd 3 last en 600 kg. erts werd opgehaald en aan wal gebracht. De toeloop van zand belet vooralsnog dat de duiker beneden werkt, doch is voor de zuigers geen be letsel om het op ta halenby gunstig weder meent men het wrak binnen eenife dagen geheel gelost te hebben. Het erts is neer rijk aan metaal; het koper- zilvererts is door elkaar gemengd. Som mige stukken zien er vry donker en aangezet uit, doch andere en wel verre weg de meeste schitteren, vooral al ze pas worden opgehaald. Of alles echter wel zoo glad van stapel zal loopi nog te bezien, omdat het wrak op eene zeer ongunstige plaats is gezonkenals men den ryken inhoud eerst hoeft, kan men zeggen, dat er door de schelpen- zuigers een buitengewoon gevaarlijk werk is verricht. Men schrijft aan het D Z.Hen 's Gr. uit Monster Wie in deze ware zomerdagen het zeestrand te Ter Heide bezoekt, kan daar iets buitengewoons zien. Een schier ongelooflijk groote menigte kleine vis schen (jonge haringen ansjovis) beweegt zich daar langst de kustja. de massa zoo aanzienlijk, dat zij als het ware met emmers vol uit het water kunnen geschept worden. Up het droge en in het zonlicht gebracht, maken deze zil verkleurige diertjes een prachtig effect. Werklieden die dertig jaren of langer aan het strand gewerkb hebben, herin neren zich niet, dat zij ooit zooveel viscbjes onder het water verzameld heb ben gezien. Naar men vermoedt worden zij door do pietermannen saamgedreven eu naar de kust gedrongen. Ook de vangst van pietermannen is begonnen en neemt toe. Nader vernemen wij zegt de N. R. CL dat het initiatief tot vestiging te Rotterdam van eene inrichting voor de opleiding van jongens tot ma troos, is uitgegaan van de heeren J. V, Wierdsma, directeur der Ned. Amerik Stoomvaart-Maatschappij, en G. C. Ver meer, havenmeester aldaar. De reden waarom de hoof den der vrijwillige rotterdamsGlie brand weer den staf er by zouden weasohen neder te leggen, moet in do volgende omstandigheden worden gezocht: Naar hetgeen wordt medegedeeld, zou bij burg. en weths. eene verordening in overweging zijn, waarbij bepaald wordt dat op terreinen, waar brand is uitge broken, niet anders zullen worden toe gelaten dan die hoofden der br&ndspui ten, welke bevoegd zyn hunne spuiten ter beteugeling van den brand te doen werken. Tot toelichting dient, dat voor elke brandspuit is aangewezen een vaate kring, waarbuiten de «puit niet dan na opoutbod mag worden vervoerd. Breekt er thans brand uit, dan be geven zich gewoonlijk do hoofden van bijna allo spuiten naar het terrein des onheils, grootsndeelu met het doel om te zien of het noodig zal kunnen worden, dat spuiten, tot welker ressort de brand niet behoort, worden opgeroepen om hulp bij de blussching te verleenea. Volgens het gerucht nu zou de in studie zijnde verordening verbieden, dat die spuithoofden zich kwamen vergewis sen of hunne hulp kan gevorderd worden. Reeds vroeger is bij eene politie verordening verboden, dat spuitgasten, wier spuiten niet op het terrein van den brand aanwezig zijn of behooren te zyn, daarop worden toegelaten. De brandmeesters en alle andere hoofden van de brandweer moeten be sloten hebben, indien de verordening waarvan nu sprake is, bij den Raad wordt ingediend, gezamenlijk ontslag te nemen. Boekwezendag te Antwerpen. Onder voorzitterschap vsn den heer M. Ch. Ruelens, conservator van de Kon. Bibliotheek te Brussel, is Donder dagochtend de zitting van den //Boek wezendag'' te Antwerpen geopend. Ruim 200 personen uit verschillende landen waren tegenwoordig, om de be langen van het gedrukte woord en alles wat er betrekking op heeft te bespre ken. Uit ons land namen eveneens eenige autoriteiten op dit gebied aan he6 congres deel, o. a. prof. Jan Ten Brink, dr. W. du Rieu en de heer Thieme, ui6 Nijmegen. Voor de ochtendvergaderin gen heeft het congres zich in drie af deelingeu gesplitst: het drukken, den boekhandel en het bibliotheekwezen. Aangenomen zijn eenige voorstellen, a. strekkende om middelen aan te wenden tot het bekomen van meer ge lijkheid in het formaat, b.v. in octavo zal zijn zooveel centimeter op zooveel; om van de regeeringea der verschillende landen gelijkvormigheid te verkrijgen in het formaat van de officieele uitgaven, als staatsbladen, verslagen der Kamer zittingen, enz.; om de wenschelijkheid uit te drukken dat de boekenliefhebber da kunstuitgaven niet schende door er een stempel in vetten inkt of a l'em- porte piece op te zetten. Hat is voldoen de, als hy er een ex libria opplakt of zijn wapen iu den omslag laat slaan. Wat de openbare boekerijen aangaat, hier moge men het systeem invoereu der Bi- bliothèque nationale te Parijs: eenstem pel van eenige millimeter grootte op het eerste blad en zekere arabesque op de platen, want men steelt vooral platen. De andere stelsels zijn onmachtig om de vindingrijke middeltjes van zekere boe kenliefhebbers te voorkomen. Verder werd de wensch uitgedrukt, dat de landen die nog geen syndicaat ge vormd hebben, niet achterblijven, en dat de natiën, die zulke inrichtingen bezitten, ze verbeteren en een verbond totstaudbrengenvoorts de wensch, dat uitgevers en schrijvers in hunne betrek king zich tevreden stellen met de algemeene grondbeginselen van het recht. De afschaffing van het rabat, toege staan aan de koopers, verwekte een woordenwisseling, waaruit bleek, dat alleen de dctailleerende boekhandelaars tot een minderen prijs verkoopen. De behandeling van dit vraagstuk wordt voortgezet. Tea slotte werd aangenomen een voorstel van den heer G. Ruelens, waarin de wensch geuit wordt, dat eene internationale diplomatieke conferentie definitief besluit neme omtrent het we derzijds wettelijk waarborgen der staats besturen onderling van alle voorwerpen, behoorende tot het openbaar domein, voorhanden in musea eu bibliotheken. Het wordt tijd, dat eene internationale verstandhouding ontsta over deze wichtige zaak. Wanneer een waardetitel bij een bankier ontvreemd wordt, is den volgenden dag de dief aangehouden, Maar wordt een merkwaardig stok uit een museum of eene bibliotheek ont vreemd, en ontdekt men het toevallig b.v. op eene openbare verkooping, dan weet men niet wie de achterhouder is. In België heeft het geval zich voorge daan, dat de staat, liever dan een proces aan te gaan, waar hij het einde niet van voorzag, 20.000 fr. betaalde aan dengeae die bezitter was geworden van het ge stolen stuk. VISSCÜERIJ. Nieuwediep, 9 Augustus. Door 110 korders en beugers werden heden 10 tot 70 groote-, 10 tot 50 kl. tongen, 7 tarbotten, 5 tot 40 roggen, 1 tot 7 mandjes kl. schol en 1 tot 4 manden schar aangevoerdgr. tong gold 45 a 50 cent, kleine id. 25 cent, tarbot ƒ6 k ƒ8, rog 75 a 80 cent per stuk, kl. öchol ƒ1.25 k 2 per mandje en schar f 5 per mand. POLITIEK 0VBUZICUL Het officieel programma voor de over dracht van Helgoland, die Zaterdag moest plaats hebben, luidt als volgt: De duit sche vertegenwoordiger wordt bij zijne landing door hot britsohe oorlogsschip ontvangen met eea saluut van 17 ka nonschoten. Aan de landingsplaats wordt by door den britschen goeverneur in uni form, benevens de hoogste ambtenaren, opgewacht en vandaar naar het goever- nementshuis begeleid. Aldaar zal de brit- 8cbe goeverneur do engelsch-duitsche overeenkomst betreffende Helgoland voor lezen. Daarna wordt de duitsche vlag ne vens de engelsche gehesehen en door de oorlogschepen der beide natiën met 21 kanonschoten gesalueerd. Beide vlaggen blijven tot zonsondergang naast elkander wapperen en worden alsdan beide te ge- lij k neergehaald; den volgenden och'end wordt alleen de duitsche gehesehen. Zoo dra de kanonschoten zijn gelost, gaat de britsche goeverneur aan boord van het engelsche schip Enchantress, waarheen bij door den duitschen goeverneur tot aan de landingsplaats wordt begeleid. Bij het verlaten van het eiland wordt den brit schen goeverneur door de döitsche en engelsche oorlogschepeu een saluut van 17 kanonschoten ten afscheid gegeven. Het organisatieplaa voor de socialis tische partij in Duifcsehlasd is thans openbaar gemaakt. Het bevat onder an deren de volgende bepalingen. Lid der partij is ieder dia haar pro gramma erkent en haar op den duur materieele ondersteuning verleent. Wie in ergerlijke mate tegen het programma handelt, of zich aan een eorlooze han deling schuldig maakt, of niet op den duur de matorieele ondersteuning ver leent, wordt van het lidmaatschap uit gesloten. Over de toelating of uitsluiting wordt voor ieder beslist door de partij- genooten in zijns woonplaats, of door die van het district voor de verkiezingen De Times ontving een telegram uit Buenos-Ayres van don 8en, meldende dat de staat van beleg is opgeheven en dat de militie en de Gauchos naar hunne haardsteden zijn teruggezonden. voor den Rijksdag. Tegen deze beslissing kan men in beroep komen bij het alge meen partijbestuur en in hooger instantie bij de jaarlykgche algemeen® partijver gadering. De socialistische leden van den Rijks dag en het partijbestuur hebben in de algemeene party vergadering, in alle za ken betreffende de parlementair® of ad ministratieve leiding der partij, slechts eene adviseerende stem. Eene buitengewone algemeene verga dering wordt bijeengeroepen door het bestuur, of op aauvraag hetzij van de socialistische leden in den Rijksdag, hetzy schriftelijk van minstens 10,000 leden te zamen uit vijftien kiesdistricten. Wei gert het bestuur aan zulk eene aanvraag te voldoeu, dan wordt de verlangde bui tengewone vergadering bijeengeroepen door de socialistische leden van den Rijksdag. liet toezicht op de administratieve lei ding der partij wordt uitgeoefend door de partijlede» iu den Rijksdag. Deze be noemen uit hun midden eeae commissie van vijf leden, die belast zal zijn met onderzoek en beslissing ia allo bezwaren betreffende het partijbestuur. De loden van het partybestuur kunnen eene bezoldiging genieten, die zal worden vastgesteld in overleg met de socialisti sche leden van den Rijksdag. Het Berliner Volksblatt wordt officieel partijorgaan. Te beginnen met 1 Jan, 1890 draagt hot deD titel Voorwaarts. Van Helgoland wordt 10 Augustus gemeld: De minister Bötticher, de kor vet-kapitein Geissler, de geheimraden Wermuth, Lindau, enz. zyn te 3X uur geland, es hebben ziah onder de saluut schoten naar de goeverneurswoning be- geveD, wa»r oen engelsche eerewacht hot geweer presenteerde. De goeverneur las de overeenkomst betreffende de over dracht van het eiland aan Duitechland voor, waarna de minister Bötticher het te Suur overnam, onder het hysachen van de duitsche vlag, hetgeen begroet werd met h®era! geroep, en het zingen van „Deutschland, Deutschland über alles". Bötticher riep: leve de koningin van Engeland! hetgeen door den voor- maligen goeverneur beantwoord werd met een Hoch voor den keizer. OTFA«> MFUVS. Te Londen bestaaat eene maatschappij, die the© in Siiamgedruk» ten vorm in den handel brengt. Door hydraulische drukking worden de blade ren tot tabletton van bepaald gewicht en afgedeeld in vakjes als hij de cho- oelade-tabletten geperst. Daarbij worden zij zóó sterk gekneusd, dat zij in heet water veel volkomener worden uitgetrok ken dan gewone thee, zoodat men er minder van noodig hetft om thee van dezelfde sterkte te zetteD. Oek verliest de geperste thee minder van haar aroma zij zuiniger in gebruik, daar de vorm der tabletten een naukeurige af- metmg toestaat. Daar de omvang tot één derde gereduceerd wordt, zijn de trans portkosten geringer en kan dus de prijs lager zijn. Twee jonge mannen, die koffie uit België in Frankrijk wilden in voeren, kwamen nabij Monseron met ©en fransclie douanen in botsing'. Na een kort gevecht werd een der smok kelaars gearresteerd, terwijl de andere over de belgïsehe grenzen ontvluchtte, om eenige oogenblikken later mot een aantal kameraden terug te keeren en de beambten te dwingen den gevangene los te laten. Daar dezen echter weigerden dit te doen, geraakten do beide partijen slaags, met het treurig gevelg, dat een jongmensch uit Roubaix door een re volverschot zoo ernstig werd gewond, dat hij kort daarop overleed. Do ande ren ontkwamen over de belgische gren zen. Zaterdag te een uur is opde lijn naar Brest, tusschon Belle-Iele- eu Terre en Guingamp, door eene afwijking in den weg, de locomotief van een personentrein ontspoord, benevens de tender en de drie eerste wagens. De machinist en de stoker werden wel zwaar, doch niet levensgevaarlijk gekwetst. De conducteur in den eersten goederenwagen, een zeer oude beambte,, werd evenwel verpletterd. Een Franschman en een Duitscher zaten dezer dagen tegenover elkaar in een spoorwegcoupé. Het ge sprek bij het verdere gezelsehap in den wagon liep over den diaitschca keizer* Men prees den monarch, die blykbaar alles deed om den vrede te bewaren. De Franschman mengde zich eeuskbps in 't gesprek en riep o. a. „Wat die trot- sche aterling zou den vrede willen, maar w ij willen hem niet, versta je, w ij nieten vóór de kalme Duitschei' het kon verhoeden, kreeg deze van den driftigen haspel ©cn slag' inet de vuist op het gebrilde gelaat. Hevig ontsteld en verschrikt keek de Duitscher dan het gezelschap eu dan zijn opgewonden overbuur aan, die zijn mouwen op stroopte en aanstalten maakte om met den voor hem zittenden vertegenwoor diger van het „grosse Vaterlaud" een formeel gevecht aan te vangen. Doch sommigen der aanwezigen wierpen zich op den Franschman, die zich echter los rukte en een revolver uit dea zak haalde en ieder, die hem verder aanraken zou, mets den loop ervan dreigde. Toen richtte hij en bleef hij verder zijn wapen richten op dea sidderenden Duitscher, die verstandig genoeg was geen woord meer te zeggen en in een doodsche, pijnlijke stilte reed men ver der. Onnoodig te zeggen, dat bij het eerste het beste station de zaak werd aangegeven en dat do Franschman, zon der veel •omplimeaten, den trein werd uitgezet. Toen bleek, dat het wapen in 't geheel niet geladon was en de dol zinnige Franschman zelfs geen kogel bij zich had gehad. Zoovele inwoners verlaten Sleeswyk-Holstein, dat eenige dorpen Alhoewel de maan door een wolk was omsluierd, verspreidde zij genoeg licht, dat hij op eenigen afstand voor zich uit kon zien. Op den top van een heuvel zag hy Plantin voor zich liggen, ongeveer een kilometer van hem verwijderd. Een der vensters was nog verlicht. „Haar venster," dacht hy, „zij verwacht hem. Het is voor hem wellicht een teeken. Ik moet mij haasten." Hy verhaastte zijn stap. Toen hij zich in de vallei bevond zag hij nog een lichtschijnsel; het was het raam van Richard. Hij beefde van vreugde; Richard was nog op zijn kamer en had zich nog niet naar zijn rendez-vous begeven Onbevreeed vervolgde hij nu zijn weg naar Plantin. „Kom, ik zal George van zijn post ontzetten," zeiae hy bij zichzelf. „Ik zal hem trachten wijs te maken, dat de dieven van nacht niet zullen komen. Ik zal hem voorstellen om in zijn plaats te waken en als hij dit weigert, dan blijf ik bij hem." Hij dacht er over na, wat hij Maheurtier zou zeggen, om zijn spuedigen terugkeer te verklaren. „Bahik zal wel een reden weten op te geven. Ik zal morgen ochtend weer vertrekken. Eerst moet ik mij echter nog een on derhoud met George trachten te verschaffen." Onderwyl hy hierover liep te denken, had Richard met de uiterste omzichtigheid zijn huis verlaten, maar ioplaats van den gewonen weg te volgen, sloeg hy rechtsaf en liep dwars door het veld naar het park. Toen Iriël by het hek was aangekomen, keerde hij zich een oogenblïk om en wendde zijne blikken naar het huis van Richard. Hij was zeer verwonderd geen licht meer te Hen. „Hij zal naar bed zijn gegaan," dacht hij, „of wellicht wordt het licht, dat ik zooeven zag, door een boom onderschept." Hij schelde. Er kwam niemand om hem open te doen. Klaar blijkelijk was George op zijn post en had deze hem niet gehoord, of misschien verondersteld, dat hij hem wel had gehoord, meende hij daarin een list der dieven te zien en bleef hij op zijn post. Iriël verliet het hek en begaf zich langs den buitenkant van den muur naar de plek, waar hij meende den tuinman te zullen vinden. Eensklaps bleef hij staan; op dertig schreden afstands van hem, dicht bij den muur, zag hij een gestalte. Wie was dat Hij had nauwelijks den tijd om deze vraag tot zich te richten. De gestalte, die tot dusverre onbeweeglijk was gebleven, bewoog, zieh plotseling en klom tegen den muur op. „Ik ben het, George!" riep Iriël uit; „blijf waar gij zijt!" En terzelfdertijd, onwillekeurig de aandacht van den tuinman willende afleiden, beklom hij den muur. Er viel een geweerschot. „Ach, ik ben getroffen riep Iriël uit. En hij zakte ineen bij den muur. Hij hoorde de voetstappen van George zich in den tuin verwijderen, vervolgens ook in de richting van het veld. „Goddankmompelde hij, „hij is gered." Hij sloot de oogen en verloor het bewustzijn. HOOFDSTUK XII. E e 7i pij 7i lij i e 0 7itdekking. De tuinman, doodelijk verschrikt over hetgeen hij had snelde dwars door den tuin, opende het hek en liep naar de plaats waar hij meende, dat de man, op wien hij had geschoten, zou zijn neergevallen. Deze lag roerloos op den grond uitgestrekt. Hy droeg hem naar het grasveld buiten do schaduw van den muur en herkende hem oogenblikkelijk. „Mijnheer Iriël," riep hij ontsteld uit. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2