V1SSCHER1J. De dymnastiekfeesten te Breda. POLITIEK OVEIïZiCHL De heer G. Barger vestigt in het Sociaal Weekblad de aandacht op de winkeljuffrouwen, die den ganschen dag moeten staan en heen en weer loopen en op de koetsiers en conducteurs van tramwagens, die bij de vijftien tot achttien uren dienst, geene gelegenheid hebben tot zitten. Verscheiden koetsiers zijn dan ook wegens «open boenen" voor den gowonen dienst ongeschikt verklaard en met licht werk belast. Zouden er zoo groote technische be zwaren verbonden zijn aan ecne andere inrichting van de tramwagens, zoodat, evenals op ieder ander rijtuig, do koet sier zittende zijn functie kan uitoefeuen Wat de winkeljuffrouwen betreft: als de patroons het niet verbieden, hebben zij in den regel gelegenheid genoeg om eens uit te rusten. {Arnh. CL) Nieuwe trekkrachtIn het kanaal ie Nieuwodiep bewoog zich dezer dagen een vlet, zonder dat de bemanning het bootje roeide of een zeil gebruikte. Menigeen verdiepte zich in gissingen omtrent de oorzaak der voortbeweging. Weldra bleek het hoe 't mogelijk was. Een gevangen zeehond was, aaneen lijn bevestigd, over boord geworpen en trok nu de vlet voort. Alleen het besturen leverde nog al eenige mo6ielykheid op. Hoe men soms aan den kost komt, leert een geval van de wieringer kermis. Een jongeling begeeft zicb. met 23 stuivers in den zak naar Wieringen om zijn geluk te beproeven. Bij zijne aankomst heeft hij nog slechts 15 centen over. Hij treft een accoord met een liedjesventer-harmonicaspeler en zingt en verkoopt den ganschen dag. Verdien ste f 2.50. Den volgenden dag vinden wij hem als ,/Zoeloe-Kafïer" in een kermis- tentje. Hij speelt zijne rol zoo natuur lijk, dat de eigenaar ervan hom geen minder honorarium kan toekennen dan een blanken rijksdaalder. Voor do aldus verkregen f 5 koopt onze ondernemende vriend noten en mangelen en na 5 da gen keert bij terug met f 20 vrij geld. {Zijp. Ct.) Reeds zoo menigmaal gewaarschuwd tegen de gewoonte der dienstboden om. wanneer zij een raam willen schoonmaken, in het kozijn te gaan zitten. Zaterdagochtend geschiedde dientengevolge weder een ongeval in de Veenestraat te 's-Hage. Een meisje was op de gebruikelyko manier met het gla- zenlappen bezig. Plotseling door een voorbijganger - haren vryer zegt men aangeroepen, verloor zij het even wicht en stortte op de straatsteenen. Hevig aan 't hoofd verwond en boven dien met ejn gebroken arm, werd zij de woning barer meesteres binnenge dragen. Zondagavond is de houtkoo- per W. G., te Wouw (N.-B.), uit de herberg te huis komende, bij zijne woning door twee kerels aangerand, erg mishan deld en tan eene portefeuille met 190 beroofd. De provincie Friesland wordt gedurende de laatste weken be zocht door vijf jonge amerikaansche da mes, aan boord van een engelscb jacht. Het is haar hoofdzakelijk te doen, om friesche typen zoo getrouw mogelijk op het doek te brengenvan daar dan ook, dat zij den geheelen dag aan het ont werpen en schetsen van teekeningen wij den. In de vorige week vertoefde het gezelschap op het even schilderachtige, als druk bezochte Bergumermeer in de gemeente Tietjerksteradeel. Zij zullen nog Leeuwarden, Harlingen en Sneek bezichtigen, en daarna de pro vincie Groningen bezoeken. Tusschen de stations Tiet- jerk en Hardegarijp sprong een koe uit een der achter aangehaakte veewagens. Ofschoon de 'trein in volle vaart was, schijnt het dier geen let3el gekregen te hebben. Voorloopig is het, totdat de eigenaar zich aanmeldt, te Tietjerk in de schutstal gebracht. Uit Horn (Liraburg) wordt aan de NKoerier geschreven: Vrijdag gaf de weide tusschen Horn en Weerd een ongewoon schouwspel te zien. Een groote vergadering van ooievaars scheen daar gehouden te worden. Meer dan 150 langbaenen waren er tegenwoordig; grootvaders on grootmoe ders, weduweD, schoonmama's, papa's en jeugdige snaken, alles was er bij. Het ging er deftig toe. Zij sloegen een grooten kring, ea midden in stond de raad der ouden naar het scheen en zij schetterden en kwetterden. Na veel deliberatie gaf een der langbeenen het sein, en men trok op het kasteel aan, waar de meesten, op de tinnen gezeten, den kop in de veeren staken en ver nachtten. Op de poort alleen zaten cr dertig. Do haasjes, die er talrijk zijn. waren inmiddels van schrik in het gras gedoken en zagen niot ongaarne het vertrek der langsnavels. Daar het nu do tijd van trokkon nog niet is, was deze verzameling opmerkelijk. Het schouwspel werd dan ook door vele nieuwsgierigen uit de Weerd en Horn gadegeslagen. Uit Groningen, wordt van 11 Augustus gemeld: De reizigers uit het noorden, die gisteren avond met deu sneltrein te 5.55 uit Amsterdam ver trokken, ondervonden een groot opont houd. Op de lyn AmsterdamAmers foort van de Holiandscho IJzeren Spoor weg-maatschappij was de Gooieche stoom tram gederailleerd, en lag de locomotief midden op den weg, die door den snel trein moest worden bereden. Dit ver oorzaakte zooveel oponthoud, dat de trein een uur to laat te Amersfoort kwam. De sneltrein van de Centraal was toen reeds vertrokken. Allen moes ten nu tot 10 uur te Amersfoort blij ven, om van daar naar Zwolle te ver trekken. De reizigers uit de drie noor delijke provinciën moesten hier te mid dernacht nog logies zoeken en konden eerst heden ochtend hunne reis vervol gen. Door do gezamenlijke reizigers uit Groningen zal bij de directie van de betrokken spoor wegmaatschapdij eene klacht worden ingediend en schadever goeding gevraagd. Uit Utrecht wordt gemeld Herhaaldelijk vereenigdeu zich alhier op 12 Augustus een grooter of kleiner getal van hen, die in 1830 als studen ten vrijwillig met do compagnie jagers der utrcchtache hoogeschool waren uit getrokken. Dit jaar zal die reünie niet s hebben. Zij is uitgesteld tot een volgend jaar, als wanneer er zestig jaren zullen zijn voorbijgaan, sedert deze com pagnie deolnam aan den tiendaagschon veldtocht. Van de 253 die in 1830 tot de com pagnie behoorden, zijn er nu nog 31 in ieves. Van de studenten, toen bij andere korpsen in dienst (welk getal 21 bedroeg) leven er nu nog twee. weder teweeggebracht, werd er met groote animo gekampt, zoowel door belgische, duitsche en fransche als nederlandsche turners. Des avonds werd het feest met con cert en bal besloten. Bij die gelegenheid werden tevens de prijzen, bestaande in een lauwerkrans en diploma, met een toepasselijk woord uitgereikt door den voorzitter van het Verbond. De uitslag van den personeelen wed strijd was: le prijs Plümer te Amster dam, 2o pr. Weitz te Hannover, 3e pr. van Hengel te Amsterdam, 4e pr. v. d. Berg te 's-Hage, 5e pr. van Heemstede Obelt to Amsterdam, 6e pr. Jonkbloed te 's-Hage, 7o pr. Haalmeijer te Am sterdam. poraal Senser, de vijandelijke sterkte, - L. W. Maidtnan, 1 m.; P. Sneep 6 m Hpfill. (laarin «/fjirnmori mnniir A liali/m r)a v» i n m w - f' Tessel, 11 Augustus.. Door de Noordzeevisschers van hier zijn in de afgeloopen week elders ter markt aange voerd: 18.000 tongen, 30 groote tar botten, 1000 roggen, 40 manden kleine tarbot, 700 manden kl. schol en 500 manden scharren, benevens 100 manden diverse kleine visch. De prijzen waren als volgtgroote tongen 40 a 55 c.. kleine en middels. 5 k 20 c., tarbot ƒ6 8, roggen 70 a 80 c. per stuk, kl. tarbot f6 a 11, kl. schol ƒ1.50 2, scharren 3 5 en diverse kleine visch 1 a 1.50, alles per mand. II. De feestmaaltijd, welke Zondag na af loop der oefeningen en wedstrijden in de nieuwe zaal van //Concordia" plaats had, kenmerkte zich door groote opge wektheid. Er werden heildronken uitge bracht op Z. M. den Koning, H. M. de Koningin met het Prinsesje, den koning der Belgen, den keizer van Duitschland en den president van de Fransche Repu bliek. De dag werd besloten met een groot feest-concert door de Kon. Militaire Ka pel van het regiment grenadiers en jagers, onder leiding van don kapelmeester den heer W. van der Linden. Duizenden wa ren tot het bijwonen daarvan in het park van //Concordia" opgekomen, en na een drietal onweersbuien gedurende den dag volgde er een heldere zoele avond. Ge durende do uitvoering werd door den heer mr. W. Bakker G.G.zoon uit Am sterdam, voorzitter van het Ned. Gymn.- Verbond, namens don Bond, aan den heer van der Linden een lauwerkrans aange boden, als hulde voor den door hem ge- componeerden en aan den Bond opge dragen Turnere-feeatmarsch, die dezen avoua voor het eerst werd uitgevoerd. Maandag begon de persoonlijke wed strijd voor de turners op het terrein, doch wegens het ongunstige weder werd deze na 12 uur in de vluchtig daartoe ingerichte zaal van //Coneordia" voort gezet. Ondanks de teleurstelling, door het KOLOMEN. BATAVIA, 8 Juli. In eene correspondentie uit Kotta- Radja van 2 Juli aan de Sumatra-Ct, leest men o. a. hec volgende Aan de monding der Atjeh-rivier (Koe- ala Atjeh) wenschen eeoige Atjehsche hoofden een kampong in het leven te roepen en de aldaar bestaande nederzet tingen van chineesche en atjehsche vis- scher8 uit te breiden. By hen zou eveneens het voornamen bestaan om er pepertuinen aan te leggen. Hoewel dat alles toe te juichen is en tot pacificatie kan mede werken, mag toch niet over het hoofd worden gezien, dat aldaar eene goede politie een eerste vereischte is, zal de nieuwe nederzetting niet spoedig it rooverhol herschapen zijn. In het Lampermeische, even buiten de Linie, heeft de vijand nu een bentin; opgeworpen, bewapend meteen vuurmond, waaruit op de onzen geschoten wordt, Ten einde dat vHdwerfc te vernielen, zijn thans naar Lampermei gezonden een houwitser en een mortier van twintig centimeter met het noodige bedienings personeel. De javaansche fuselier Sidin, die on geveer twee jaren geleden, met mede neming van zijn geweer, uit de benting Landjamoe deserteerde, is op last van het beruchte bendehoofd Toekoe Oemar om het leven gebracht, omdat hij een hoofdversiersel van diens heldhaftige echt- genoote ontvreemd en in de IX Moekims verkocht heeft. Ook heeft dat atjehsche hoofd doen ombrengen Iman Bantam, het hoofd van LepoDg, zoomede diens zoon en volge lingen en zulks omdat zij zich aan willekeurige handelingen en verzet tegen hem hebben schuldig gemaakt. Toekoe Oemar heerscht thans als onbeperkt ge bieder ter Westkust, en de radja3 aldaar zijn niet tegen hem opgewassen. Do hoofdpanghoeloe van Kota-Radja, die met vredesvoorwaarden naar Rlemala gezonden werd, mocht de residentie van den pretendent-sultan Toeankoe Daoed niet bereiken. Toeankoe Machmoed, oom van dien sultan, hield hem te Gighien aan en belette hem, zijne zending te volbrengen. Ten opzichte van de gevechten te Edi vallen de volgende bizonderheden te vermelden. De eerste-luitenant bij de cavalerie Posno maakte op zekeren dag met twaalf cavaleristen eene excursie en stuitte al spoedig op eene atjehsche benting, welke hij dadelijk onder vuur nam. Toen de vijand zich niet spoedig genoeg naar den zin van dien officier verkoos over te geven, beklom hij, vergezeld door kor- deed, daarin gekomen, menig Atjeher do scherpte van zijn zwaard ondervinden en nam vier hunner gevangen, waarna hij een vlaggetje op de sterkte plantte ten teekon voor don colonne-comman dant, dat de benting genomen was. Ver nam hij nog vier andere atjehsche bentings stormenderhand in. Op een anderen dag ging genoemde officier andermaal met twaalf onderheb benden uit en bekwam, aan den kali-kant gekomen, al spoedig vuur uit de peper tuinen. Het bruggetje, hetwelk beide ri vieroevers aan elkander verbond, was door den vijand vernield, tengevolge waar van hij met de vechtersbazen niet nader kon kennis maken. In deze omstandig heden beproefde een korporaal-cavalerist met zijn ros hot riviertje over te springen. De sprong was echter te kort, en paard ruiter vielen in het water. Terwijl deze waaghals den anderen oever trachtte te bereikenbegaven eenige Atjehers zich te watsr om hun slag te slaan. Een hunner zou deu korporaal juist een kogel door het lichaam jagen, toon deze met zijne sabel hem een arm afsloeg, tenge volge waarvan het vuurwapen in het water viel en de schutter afgemaakt werd. De andere Atjehers kozen hierop de vlucht; aan een oversteken van het ri- veirtje kon wegens zijne diepte niet wor den gedacht. Tij'dens de onzen de atjehsche heu- velbenting Boekit Panas (Edi) met dertig man bezet hielden, poogden geheele ben den Atjehers haar to hernemen. De be legerden lieten don vijand tot op honderd vijf Lig pas naderen en lieten daarop hunne beide vuurmonden het woord voeren, Reeds spoedig daarop loden de aanvallers zulk een gevoelig verlies, dat zij van eene bestorming moesten afzien. Dit succes is op de eerste plaats toe te schrijven aan de welgerichte schoten onder commando van den adjudant-ou derofficier, dienstdoend officier Hofmau Met de belegerden zoude het andera slecht er hebben uitgezien, in aanmerking ge nomen hunne geringe sterkte en de zwak heid der benting. welko sloohts met zand zakken stormvrij was gemaakt, Bij wege van ooiiogsbelasting hebben de radja's ter Oostkust thans van eiken kojang peper, welke uitgevoerd wordt, eene recognitie te voldoen, in verband waarmede de uitvoer van dat product van do af aan weder geoorloofd is, Te Edi is de sergeant Wassenberg aan bekomen wouden overleden; de ser geant WillereD, de korporaal Yan den Berg en o. a. de luseliers Verpoort, Kollenbach, Briggers, Teiri, Verdoorn, Van Dam, Hoorn, Pallera, De Witt zij: aldaar gewond. By besluit van den goeverneur-generaal zijn de residenten der WesterafdeelinL van Borneo, van Timor en van Semarang en do goeverneur van Sumatra's West kust uitgenoodigd om de heeren H. F, Looijmans en J. H. D. Engbers, hulp priesters buiten bezwaar van den lande te Padang en te Semarang, en P. J. C F. Neijboer eu Th. P. Van Swieten; beiden onlangs uit Nederland aangeko men, te erkennen, dat eerstgenoemde als apostolisch-missiouaris te Sinitau in do Boven-Kapoeas, en do overigen als hulp priesters te Maumeri (Flores), te Sema rang en te Padang, allen buiten bezwaar van de lande. R. A. Botellho 1% m.: 30 j., allen te Padang H. H. M. Klem Met dezelfde hartstochtelijkheid waar mede de Argentiniërs voor hunne rech ten hebben gestreden, zijn ze thans bezH den nieuwen toestand lof toe te zwaaien en worden tal van manifestatiën gehouden waarbij vooral de /Union Civica" of' Burgervereeniging eon goed deel krijgt. Zij toch was de ziel der beweging, die CIVIEL DEPARTEMENT. VerleendEen tweej. verl. naar Europa, wegens ziekte, aan den ingenieur 2e kl, bij den waterstaat M. IJpelaar. Trouw-, Geboorte- en Doodberichten GEBOORTEN: J. VerleijeAmaro z. Batavia. - A. E. ZaalbergVan Lan gen d. - J. C. M. VisLoze z. - L, A. van RijnEmmen z. - S. Macawa- lang—Jörns z. Moeara Kasang. - R MatzenFreni Voormann z. Padang. GEHUWD F. Stokhuijzen en A. J, Heijning. - W. L. A. G. Sol en C. S, J. Booms, Padang. - J, V. E. Hofiman en C. A. Spruit, Batavia. OVERLEDEN: C. Th. van Olden 14 j.; C. WiseliusLagerwey, beiden te BataviaLaurens, TenglikL. Charpentier 7 j.F. R. Prossler 31 j, u, om u niet noodeloos ongerust te maken. Ik was van plan om den heer Syramin vandaag om een onderhoud te verzoeken en hem te dwingen zyne bezoeken te staken en zich van hier te verwijderen.'/ tfEa waarom stelt gij zooveel belang in hem, dat gij terugkomt, alleen om in zijn plaats met een geweerschot to worden begroet i/Dafc heb ik u reeds verteld, ik was bang om het huis in op schudding te brengen en bovendien wist ik niet, dat George ge wapend was." z/Nog steeds verzwijgt gij de waarheid 1" zeide Maheurtier, on geduldig. //Welnu,, spreken wy daar niet meer van. Ik heb een verzoek aan u te doen en gij zult het mij niet weigeren. De heer Syramin heeft op onwaardige wijze misbruik gemaakt van mijn vertrouwen. Gij en de graaf de la Roche-Houais alleen weet, hoe zeer ik beleedigd ben; gij zult hem van mijn kant voldoening vragen." z/Maar dat is onmogelijk riep Iriël uit. /Onmogelijk.... waarom //O, wat ik u bidden mag, eisch dat niet van mij." Door de bewegingen, die hij maakte, gleden de dekens van zijn lichaam en de brief, dien hij %an zyn vrouw had geschreven, viel op den grond. Maheurtier raapte dien op en las het opschrift //Mevrouw Syramin." zich tegen het wanbestuur van Celman had verzet en naar men vermeent te mogen zeggen een tijdperk van recht vaardigheid en bloei heeft doen aanbre ken onder welks auspiciën de nieuwe president, dr. Pellegrini, de regeering heeft aanvaard. Het zal echter nog vele jaren duren, eer het land zich van de ver schrikkelijke slagen heeft hersteld, die het in de laatste jaren zijn toegebracht. Een der eerste zorgen van het nieuwe bestuur is thans om den verbazend hoogen stand van het goud-agio, dat als een benauwende last op het land drukt, zoo veel mogelijk to verminderen. Dit agio is thans reeds teruggebracht van 250 op 151. Intu38chen doet zich de behoefte aan middelen dringend gevoelen, zooals in iederen staat het geval is, die in zijn opkomst verkeert. Werken moeten wor den uitgevoerd en tal van nieuwe toe standen geschapen worden. Voorloopig stelt men zich thans voor honderd mil- lioen dollars in papieren geld te doen uitgeven, waarvan de verdeeling als volgt zal zijn30 millioen aan de Nationale Bank, 20 millioen aan de regeering, "20 millioen aan de stedelijke regeeriug en 30 millioen aan de Hypotheek-bank. Men verwacht nu weldra het vertrek van den ex-president Colman naar Europa, waar hij natuurlijk van zijne bijeenvergaarde ponningen een rustig leventje zal gaan leiden. Het is te hopau voor de Argen tiniërs, dat de nieuwe regeering spoedig zal overgaan tot de instelling van een behoorlijke rekenkamer, die hun tot nog toe ontbrak, hetgeen het mogelijk maakte dat een Caiman het land voor een paar honderd millioen kon bestelen, zonder dat men hem dit kon beletten. Hoe weinig betrouwbaar overigens de financieele toestand is, kan blijken uit het feit dat de nieuw benoemde pre sident van de Nationale Bank weigert dien post te aanvaarden alvorens een officieele verificatie heeft plaatst gehad van de garantie-waarden, welke in por tefeuille keeten te zijn. In de overige zuid-amerikaansche staten die inwendig verdeeld zijn of met hunne naburen overhoop liggen, is de rust opverrena nog niet teruggekeerd en blijft het bloed bij stroomen vloeien. In Guatemala heerscht nog stoeda regee- ringloosheid en de inwoners, die ziek niet bij de opstandelingen hebben aan gesloten, vluchten bij duizenden het land uit naar San Salvador. E-;n dor hoofden der oproerlingen, Sobral, de gewezen eerste minister van Guatemala, viel in handen van president Barillas, en werd op dions bevel onmiddellijk gefusilleerd. In een deel der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, hoofdzakelijk in den Staat New-York, heerscht een crisis op nijver heids gebied, namelijk een groote werksta king op den New-York-central-spoorweg, welke echter zoo goed als mislukt is, door dien de Arbeidsridders-vereeniging, die de ziel der beweging was, den strijd opgaf. Bovendien vond zij geen steun bij de verwante vereenigingen, zoodat de be velen tot werkstaking slechts gedeeltelijk werden opgevolgd. Inzonderheid vond zij geen steun bij de mackiuisten-vereeni- gÏDg, die nog een oudeD wrok tegen haar had, omdat de Ridders in 188& weigerden haar te steunen tegen den Quincy-spoorweg. Naar men verneemt belooft de Swazi- land-kwe8tie eindelijk tot een oplossing te zullen geraken, die echter naar het ons voorkomt, meer in het voordeel van Engeland, dan in die der Transvaal is. Uit het officieele verslag omtrent de debatten in den transvaalschen volks raad, blijkt toch, dat Kruger aan de /y Wie is dan toch <lie mevrouw Syramin, aan wie gij schrijtt vroeg hij. Iriël aarzelde een oogenblik. Daarna scheen hij eensklaps een besluit te hebben genomen. //Welnu, lees dien brief," riep hij uit, #en gij zult zien of ik u bedrogen heb of niet Maheurtier vouwde den brief open en las//Dierbare Clé- mence...." //Clémence zeide hij en keek Iriël verbaasd aan. i/Ja I zij is het, myn vrouw //Wanneer hebt gij haar teruggevonden //Gisteravond, het toeval heeft ons bij elkaar gebracht. Lees echter." Maheurtier las//Onze geliefde Richard is frisch en gezond. Tot allen prijs moet hij zich echter van hier verwijderen en nooit weer een voet in dit huis zetten." z/Nu weet gij dus," zeide Iriël, //of ik u heb bedrogen." Als antwoord greep Maheurtier zijn hand en drukte die in de zijne. HOOFDSTUK XIII. De dood van een braaf man. Den ganschen dag bleef Maheurtier alleen, aan zijn peins overgelaten. Hij ontweek Antoinette; hij vreesde eene ver klaring, waarbij hij waarschijnlijk geen meester over zichzelf zou zijn geweest. Hij sprak slechts eenige onbeduidende woorden tot haar. Des avonds, na het middagmaal, zeide hij //Mijne zaken roepen mij naar Parijs terug. Als gij er niete tegen hebt, zullen wy morgenochtend vertrekken." z/Ik vind het goed," antwoordde zij. Den volgenden morgen, alvorens te vertrekken, begaf hij zich naar Iriëi. z/Ik keer naar Parijs terug," zeide hij tot hem en verzoek u op Plantin te blijven, totdat gij geheel hersteld zijt. Als gij beter zijfc en gij wilt hier dan nog langer blijven, dan zal mij dit zeer veel genoegen doen. Zoodra ik te Parys in het hotel ben aange komen, zal ik alles, wat u toebehoort, hierheen zenden." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2