V1SSCHER1J.
De dymnastiekfeesten te Breda.
POLITIEK OVEIïZiCHL
De heer G. Barger vestigt
in het Sociaal Weekblad de aandacht op
de winkeljuffrouwen, die den ganschen
dag moeten staan en heen en weer loopen
en op de koetsiers en conducteurs van
tramwagens, die bij de vijftien tot
achttien uren dienst, geene gelegenheid
hebben tot zitten. Verscheiden koetsiers
zijn dan ook wegens «open boenen" voor
den gowonen dienst ongeschikt verklaard
en met licht werk belast.
Zouden er zoo groote technische be
zwaren verbonden zijn aan ecne andere
inrichting van de tramwagens, zoodat,
evenals op ieder ander rijtuig, do koet
sier zittende zijn functie kan uitoefeuen
Wat de winkeljuffrouwen betreft: als
de patroons het niet verbieden, hebben
zij in den regel gelegenheid genoeg om
eens uit te rusten. {Arnh. CL)
Nieuwe trekkrachtIn het
kanaal ie Nieuwodiep bewoog zich dezer
dagen een vlet, zonder dat de bemanning
het bootje roeide of een zeil gebruikte.
Menigeen verdiepte zich in gissingen
omtrent de oorzaak der voortbeweging.
Weldra bleek het hoe 't mogelijk was.
Een gevangen zeehond was, aaneen lijn
bevestigd, over boord geworpen en trok
nu de vlet voort. Alleen het besturen
leverde nog al eenige mo6ielykheid op.
Hoe men soms aan den kost
komt, leert een geval van de wieringer
kermis. Een jongeling begeeft zicb. met
23 stuivers in den zak naar Wieringen
om zijn geluk te beproeven. Bij zijne
aankomst heeft hij nog slechts 15 centen
over. Hij treft een accoord met een
liedjesventer-harmonicaspeler en zingt
en verkoopt den ganschen dag. Verdien
ste f 2.50. Den volgenden dag vinden wij
hem als ,/Zoeloe-Kafïer" in een kermis-
tentje. Hij speelt zijne rol zoo natuur
lijk, dat de eigenaar ervan hom geen
minder honorarium kan toekennen dan
een blanken rijksdaalder. Voor do aldus
verkregen f 5 koopt onze ondernemende
vriend noten en mangelen en na 5 da
gen keert bij terug met f 20 vrij geld.
{Zijp. Ct.)
Reeds zoo menigmaal
gewaarschuwd tegen de gewoonte der
dienstboden om. wanneer zij een raam
willen schoonmaken, in het kozijn te
gaan zitten. Zaterdagochtend geschiedde
dientengevolge weder een ongeval in de
Veenestraat te 's-Hage. Een meisje was
op de gebruikelyko manier met het gla-
zenlappen bezig. Plotseling door een
voorbijganger - haren vryer zegt men
aangeroepen, verloor zij het even
wicht en stortte op de straatsteenen.
Hevig aan 't hoofd verwond en boven
dien met ejn gebroken arm, werd zij
de woning barer meesteres binnenge
dragen.
Zondagavond is de houtkoo-
per W. G., te Wouw (N.-B.), uit de
herberg te huis komende, bij zijne woning
door twee kerels aangerand, erg mishan
deld en tan eene portefeuille met 190
beroofd.
De provincie Friesland
wordt gedurende de laatste weken be
zocht door vijf jonge amerikaansche da
mes, aan boord van een engelscb jacht.
Het is haar hoofdzakelijk te doen, om
friesche typen zoo getrouw mogelijk op
het doek te brengenvan daar dan ook,
dat zij den geheelen dag aan het ont
werpen en schetsen van teekeningen wij
den. In de vorige week vertoefde het
gezelschap op het even schilderachtige,
als druk bezochte Bergumermeer in de
gemeente Tietjerksteradeel.
Zij zullen nog Leeuwarden, Harlingen
en Sneek bezichtigen, en daarna de pro
vincie Groningen bezoeken.
Tusschen de stations Tiet-
jerk en Hardegarijp sprong een koe uit
een der achter aangehaakte veewagens.
Ofschoon de 'trein in volle vaart was,
schijnt het dier geen let3el gekregen te
hebben. Voorloopig is het, totdat de
eigenaar zich aanmeldt, te Tietjerk in de
schutstal gebracht.
Uit Horn (Liraburg) wordt
aan de NKoerier geschreven: Vrijdag
gaf de weide tusschen Horn en Weerd
een ongewoon schouwspel te zien.
Een groote vergadering van ooievaars
scheen daar gehouden te worden.
Meer dan 150 langbaenen waren er
tegenwoordig; grootvaders on grootmoe
ders, weduweD, schoonmama's, papa's en
jeugdige snaken, alles was er bij.
Het ging er deftig toe. Zij sloegen
een grooten kring, ea midden in stond
de raad der ouden naar het scheen en
zij schetterden en kwetterden. Na veel
deliberatie gaf een der langbeenen het
sein, en men trok op het kasteel aan,
waar de meesten, op de tinnen gezeten,
den kop in de veeren staken en ver
nachtten. Op de poort alleen zaten cr
dertig. Do haasjes, die er talrijk zijn.
waren inmiddels van schrik in het gras
gedoken en zagen niot ongaarne het
vertrek der langsnavels.
Daar het nu do tijd van trokkon nog
niet is, was deze verzameling opmerkelijk.
Het schouwspel werd dan ook door
vele nieuwsgierigen uit de Weerd en
Horn gadegeslagen.
Uit Groningen, wordt van
11 Augustus gemeld: De reizigers uit
het noorden, die gisteren avond met deu
sneltrein te 5.55 uit Amsterdam ver
trokken, ondervonden een groot opont
houd. Op de lyn AmsterdamAmers
foort van de Holiandscho IJzeren Spoor
weg-maatschappij was de Gooieche stoom
tram gederailleerd, en lag de locomotief
midden op den weg, die door den snel
trein moest worden bereden. Dit ver
oorzaakte zooveel oponthoud, dat de
trein een uur to laat te Amersfoort
kwam. De sneltrein van de Centraal
was toen reeds vertrokken. Allen moes
ten nu tot 10 uur te Amersfoort blij
ven, om van daar naar Zwolle te ver
trekken. De reizigers uit de drie noor
delijke provinciën moesten hier te mid
dernacht nog logies zoeken en konden
eerst heden ochtend hunne reis vervol
gen. Door do gezamenlijke reizigers uit
Groningen zal bij de directie van de
betrokken spoor wegmaatschapdij eene
klacht worden ingediend en schadever
goeding gevraagd.
Uit Utrecht wordt gemeld
Herhaaldelijk vereenigdeu zich alhier
op 12 Augustus een grooter of kleiner
getal van hen, die in 1830 als studen
ten vrijwillig met do compagnie jagers
der utrcchtache hoogeschool waren uit
getrokken. Dit jaar zal die reünie niet
s hebben. Zij is uitgesteld tot een
volgend jaar, als wanneer er zestig jaren
zullen zijn voorbijgaan, sedert deze com
pagnie deolnam aan den tiendaagschon
veldtocht.
Van de 253 die in 1830 tot de com
pagnie behoorden, zijn er nu nog 31 in
ieves. Van de studenten, toen bij andere
korpsen in dienst (welk getal 21 bedroeg)
leven er nu nog twee.
weder teweeggebracht, werd er met groote
animo gekampt, zoowel door belgische,
duitsche en fransche als nederlandsche
turners.
Des avonds werd het feest met con
cert en bal besloten. Bij die gelegenheid
werden tevens de prijzen, bestaande in
een lauwerkrans en diploma, met een
toepasselijk woord uitgereikt door den
voorzitter van het Verbond.
De uitslag van den personeelen wed
strijd was: le prijs Plümer te Amster
dam, 2o pr. Weitz te Hannover, 3e pr.
van Hengel te Amsterdam, 4e pr. v. d.
Berg te 's-Hage, 5e pr. van Heemstede
Obelt to Amsterdam, 6e pr. Jonkbloed
te 's-Hage, 7o pr. Haalmeijer te Am
sterdam.
poraal Senser, de vijandelijke sterkte, - L. W. Maidtnan, 1 m.; P. Sneep 6 m
Hpfill. (laarin «/fjirnmori mnniir A liali/m r)a v» i n m w - f'
Tessel, 11 Augustus.. Door de
Noordzeevisschers van hier zijn in de
afgeloopen week elders ter markt aange
voerd: 18.000 tongen, 30 groote tar
botten, 1000 roggen, 40 manden kleine
tarbot, 700 manden kl. schol en 500
manden scharren, benevens 100 manden
diverse kleine visch. De prijzen waren
als volgtgroote tongen 40 a 55 c..
kleine en middels. 5 k 20 c., tarbot ƒ6
8, roggen 70 a 80 c. per stuk, kl.
tarbot f6 a 11, kl. schol ƒ1.50 2,
scharren 3 5 en diverse kleine visch
1 a 1.50, alles per mand.
II.
De feestmaaltijd, welke Zondag na af
loop der oefeningen en wedstrijden in
de nieuwe zaal van //Concordia" plaats
had, kenmerkte zich door groote opge
wektheid. Er werden heildronken uitge
bracht op Z. M. den Koning, H. M. de
Koningin met het Prinsesje, den koning
der Belgen, den keizer van Duitschland
en den president van de Fransche Repu
bliek.
De dag werd besloten met een groot
feest-concert door de Kon. Militaire Ka
pel van het regiment grenadiers en jagers,
onder leiding van don kapelmeester den
heer W. van der Linden. Duizenden wa
ren tot het bijwonen daarvan in het park
van //Concordia" opgekomen, en na een
drietal onweersbuien gedurende den dag
volgde er een heldere zoele avond. Ge
durende do uitvoering werd door den
heer mr. W. Bakker G.G.zoon uit Am
sterdam, voorzitter van het Ned. Gymn.-
Verbond, namens don Bond, aan den heer
van der Linden een lauwerkrans aange
boden, als hulde voor den door hem ge-
componeerden en aan den Bond opge
dragen Turnere-feeatmarsch, die dezen
avoua voor het eerst werd uitgevoerd.
Maandag begon de persoonlijke wed
strijd voor de turners op het terrein,
doch wegens het ongunstige weder werd
deze na 12 uur in de vluchtig daartoe
ingerichte zaal van //Coneordia" voort
gezet. Ondanks de teleurstelling, door het
KOLOMEN.
BATAVIA, 8 Juli.
In eene correspondentie uit Kotta-
Radja van 2 Juli aan de Sumatra-Ct,
leest men o. a. hec volgende
Aan de monding der Atjeh-rivier (Koe-
ala Atjeh) wenschen eeoige Atjehsche
hoofden een kampong in het leven te
roepen en de aldaar bestaande nederzet
tingen van chineesche en atjehsche vis-
scher8 uit te breiden. By hen zou eveneens
het voornamen bestaan om er pepertuinen
aan te leggen. Hoewel dat alles toe te
juichen is en tot pacificatie kan mede
werken, mag toch niet over het hoofd
worden gezien, dat aldaar eene goede
politie een eerste vereischte is, zal de
nieuwe nederzetting niet spoedig it
rooverhol herschapen zijn.
In het Lampermeische, even buiten
de Linie, heeft de vijand nu een bentin;
opgeworpen, bewapend meteen vuurmond,
waaruit op de onzen geschoten wordt,
Ten einde dat vHdwerfc te vernielen,
zijn thans naar Lampermei gezonden een
houwitser en een mortier van twintig
centimeter met het noodige bedienings
personeel.
De javaansche fuselier Sidin, die on
geveer twee jaren geleden, met mede
neming van zijn geweer, uit de benting
Landjamoe deserteerde, is op last van
het beruchte bendehoofd Toekoe Oemar
om het leven gebracht, omdat hij een
hoofdversiersel van diens heldhaftige echt-
genoote ontvreemd en in de IX Moekims
verkocht heeft.
Ook heeft dat atjehsche hoofd doen
ombrengen Iman Bantam, het hoofd van
LepoDg, zoomede diens zoon en volge
lingen en zulks omdat zij zich aan
willekeurige handelingen en verzet tegen
hem hebben schuldig gemaakt. Toekoe
Oemar heerscht thans als onbeperkt ge
bieder ter Westkust, en de radja3 aldaar
zijn niet tegen hem opgewassen.
Do hoofdpanghoeloe van Kota-Radja,
die met vredesvoorwaarden naar Rlemala
gezonden werd, mocht de residentie van
den pretendent-sultan Toeankoe Daoed
niet bereiken. Toeankoe Machmoed, oom
van dien sultan, hield hem te Gighien
aan en belette hem, zijne zending te
volbrengen.
Ten opzichte van de gevechten te
Edi vallen de volgende bizonderheden
te vermelden.
De eerste-luitenant bij de cavalerie
Posno maakte op zekeren dag met twaalf
cavaleristen eene excursie en stuitte al
spoedig op eene atjehsche benting, welke
hij dadelijk onder vuur nam. Toen de
vijand zich niet spoedig genoeg naar den
zin van dien officier verkoos over te
geven, beklom hij, vergezeld door kor-
deed, daarin gekomen, menig Atjeher do
scherpte van zijn zwaard ondervinden
en nam vier hunner gevangen, waarna
hij een vlaggetje op de sterkte plantte
ten teekon voor don colonne-comman
dant, dat de benting genomen was. Ver
nam hij nog vier andere atjehsche
bentings stormenderhand in.
Op een anderen dag ging genoemde
officier andermaal met twaalf onderheb
benden uit en bekwam, aan den kali-kant
gekomen, al spoedig vuur uit de peper
tuinen. Het bruggetje, hetwelk beide ri
vieroevers aan elkander verbond, was
door den vijand vernield, tengevolge waar
van hij met de vechtersbazen niet nader
kon kennis maken. In deze omstandig
heden beproefde een korporaal-cavalerist
met zijn ros hot riviertje over te springen.
De sprong was echter te kort, en paard
ruiter vielen in het water. Terwijl
deze waaghals den anderen oever trachtte
te bereikenbegaven eenige Atjehers
zich te watsr om hun slag te slaan. Een
hunner zou deu korporaal juist een kogel
door het lichaam jagen, toon deze met
zijne sabel hem een arm afsloeg, tenge
volge waarvan het vuurwapen in het
water viel en de schutter afgemaakt werd.
De andere Atjehers kozen hierop de
vlucht; aan een oversteken van het ri-
veirtje kon wegens zijne diepte niet wor
den gedacht.
Tij'dens de onzen de atjehsche heu-
velbenting Boekit Panas (Edi) met dertig
man bezet hielden, poogden geheele ben
den Atjehers haar to hernemen. De be
legerden lieten don vijand tot op honderd
vijf Lig pas naderen en lieten daarop hunne
beide vuurmonden het woord voeren,
Reeds spoedig daarop loden de aanvallers
zulk een gevoelig verlies, dat zij van
eene bestorming moesten afzien. Dit
succes is op de eerste plaats toe te
schrijven aan de welgerichte schoten
onder commando van den adjudant-ou
derofficier, dienstdoend officier Hofmau
Met de belegerden zoude het andera slecht
er hebben uitgezien, in aanmerking ge
nomen hunne geringe sterkte en de zwak
heid der benting. welko sloohts met zand
zakken stormvrij was gemaakt,
Bij wege van ooiiogsbelasting hebben
de radja's ter Oostkust thans van eiken
kojang peper, welke uitgevoerd wordt,
eene recognitie te voldoen, in verband
waarmede de uitvoer van dat product
van do af aan weder geoorloofd is,
Te Edi is de sergeant Wassenberg
aan bekomen wouden overleden; de ser
geant WillereD, de korporaal Yan den
Berg en o. a. de luseliers Verpoort,
Kollenbach, Briggers, Teiri, Verdoorn,
Van Dam, Hoorn, Pallera, De Witt zij:
aldaar gewond.
By besluit van den goeverneur-generaal
zijn de residenten der WesterafdeelinL
van Borneo, van Timor en van Semarang
en do goeverneur van Sumatra's West
kust uitgenoodigd om de heeren H. F,
Looijmans en J. H. D. Engbers, hulp
priesters buiten bezwaar van den lande
te Padang en te Semarang, en P. J. C
F. Neijboer eu Th. P. Van Swieten;
beiden onlangs uit Nederland aangeko
men, te erkennen, dat eerstgenoemde als
apostolisch-missiouaris te Sinitau in do
Boven-Kapoeas, en do overigen als hulp
priesters te Maumeri (Flores), te Sema
rang en te Padang, allen buiten bezwaar
van de lande.
R. A. Botellho 1% m.:
30 j., allen te Padang
H. H. M. Klem
Met dezelfde hartstochtelijkheid waar
mede de Argentiniërs voor hunne rech
ten hebben gestreden, zijn ze thans bezH
den nieuwen toestand lof toe te zwaaien
en worden tal van manifestatiën gehouden
waarbij vooral de /Union Civica" of'
Burgervereeniging eon goed deel krijgt.
Zij toch was de ziel der beweging, die
CIVIEL DEPARTEMENT.
VerleendEen tweej. verl. naar Europa,
wegens ziekte, aan den ingenieur 2e kl,
bij den waterstaat M. IJpelaar.
Trouw-, Geboorte- en Doodberichten
GEBOORTEN: J. VerleijeAmaro
z. Batavia. - A. E. ZaalbergVan Lan
gen d. - J. C. M. VisLoze z. - L,
A. van RijnEmmen z. - S. Macawa-
lang—Jörns z. Moeara Kasang. - R
MatzenFreni Voormann z. Padang.
GEHUWD F. Stokhuijzen en A. J,
Heijning. - W. L. A. G. Sol en C. S,
J. Booms, Padang. - J, V. E. Hofiman
en C. A. Spruit, Batavia.
OVERLEDEN: C. Th. van Olden
14 j.; C. WiseliusLagerwey, beiden
te BataviaLaurens, TenglikL.
Charpentier 7 j.F. R. Prossler 31 j,
u, om u niet noodeloos ongerust te maken. Ik was van plan om
den heer Syramin vandaag om een onderhoud te verzoeken en
hem te dwingen zyne bezoeken te staken en zich van hier te
verwijderen.'/
tfEa waarom stelt gij zooveel belang in hem, dat gij terugkomt,
alleen om in zijn plaats met een geweerschot to worden begroet
i/Dafc heb ik u reeds verteld, ik was bang om het huis in op
schudding te brengen en bovendien wist ik niet, dat George ge
wapend was."
z/Nog steeds verzwijgt gij de waarheid 1" zeide Maheurtier, on
geduldig. //Welnu,, spreken wy daar niet meer van. Ik heb een
verzoek aan u te doen en gij zult het mij niet weigeren. De heer
Syramin heeft op onwaardige wijze misbruik gemaakt van mijn
vertrouwen. Gij en de graaf de la Roche-Houais alleen weet, hoe
zeer ik beleedigd ben; gij zult hem van mijn kant voldoening
vragen."
z/Maar dat is onmogelijk riep Iriël uit.
/Onmogelijk.... waarom
//O, wat ik u bidden mag, eisch dat niet van mij."
Door de bewegingen, die hij maakte, gleden de dekens van zijn
lichaam en de brief, dien hij %an zyn vrouw had geschreven, viel
op den grond. Maheurtier raapte dien op en las het opschrift
//Mevrouw Syramin."
zich tegen het wanbestuur van Celman
had verzet en naar men vermeent te
mogen zeggen een tijdperk van recht
vaardigheid en bloei heeft doen aanbre
ken onder welks auspiciën de nieuwe
president, dr. Pellegrini, de regeering heeft
aanvaard. Het zal echter nog vele jaren
duren, eer het land zich van de ver
schrikkelijke slagen heeft hersteld, die
het in de laatste jaren zijn toegebracht.
Een der eerste zorgen van het nieuwe
bestuur is thans om den verbazend hoogen
stand van het goud-agio, dat als een
benauwende last op het land drukt, zoo
veel mogelijk to verminderen. Dit agio
is thans reeds teruggebracht van 250 op
151. Intu38chen doet zich de behoefte
aan middelen dringend gevoelen, zooals
in iederen staat het geval is, die in zijn
opkomst verkeert. Werken moeten wor
den uitgevoerd en tal van nieuwe toe
standen geschapen worden. Voorloopig
stelt men zich thans voor honderd mil-
lioen dollars in papieren geld te doen
uitgeven, waarvan de verdeeling als volgt
zal zijn30 millioen aan de Nationale
Bank, 20 millioen aan de regeering, "20
millioen aan de stedelijke regeeriug en
30 millioen aan de Hypotheek-bank. Men
verwacht nu weldra het vertrek van den
ex-president Colman naar Europa, waar
hij natuurlijk van zijne bijeenvergaarde
ponningen een rustig leventje zal gaan
leiden. Het is te hopau voor de Argen
tiniërs, dat de nieuwe regeering spoedig
zal overgaan tot de instelling van een
behoorlijke rekenkamer, die hun tot nog
toe ontbrak, hetgeen het mogelijk maakte
dat een Caiman het land voor een paar
honderd millioen kon bestelen, zonder
dat men hem dit kon beletten.
Hoe weinig betrouwbaar overigens
de financieele toestand is, kan blijken
uit het feit dat de nieuw benoemde pre
sident van de Nationale Bank weigert
dien post te aanvaarden alvorens een
officieele verificatie heeft plaatst gehad
van de garantie-waarden, welke in por
tefeuille keeten te zijn.
In de overige zuid-amerikaansche
staten die inwendig verdeeld zijn of met
hunne naburen overhoop liggen, is de
rust opverrena nog niet teruggekeerd en
blijft het bloed bij stroomen vloeien. In
Guatemala heerscht nog stoeda regee-
ringloosheid en de inwoners, die ziek
niet bij de opstandelingen hebben aan
gesloten, vluchten bij duizenden het land
uit naar San Salvador. E-;n dor hoofden
der oproerlingen, Sobral, de gewezen
eerste minister van Guatemala, viel in
handen van president Barillas, en werd
op dions bevel onmiddellijk gefusilleerd.
In een deel der Vereenigde Staten van
Noord-Amerika, hoofdzakelijk in den Staat
New-York, heerscht een crisis op nijver
heids gebied, namelijk een groote werksta
king op den New-York-central-spoorweg,
welke echter zoo goed als mislukt is, door
dien de Arbeidsridders-vereeniging, die de
ziel der beweging was, den strijd opgaf.
Bovendien vond zij geen steun bij de
verwante vereenigingen, zoodat de be
velen tot werkstaking slechts gedeeltelijk
werden opgevolgd. Inzonderheid vond zij
geen steun bij de mackiuisten-vereeni-
gÏDg, die nog een oudeD wrok tegen
haar had, omdat de Ridders in 188&
weigerden haar te steunen tegen den
Quincy-spoorweg.
Naar men verneemt belooft de Swazi-
land-kwe8tie eindelijk tot een oplossing
te zullen geraken, die echter naar het
ons voorkomt, meer in het voordeel van
Engeland, dan in die der Transvaal is.
Uit het officieele verslag omtrent de
debatten in den transvaalschen volks
raad, blijkt toch, dat Kruger aan de
/y Wie is dan toch <lie mevrouw Syramin, aan wie gij schrijtt
vroeg hij.
Iriël aarzelde een oogenblik. Daarna scheen hij eensklaps een
besluit te hebben genomen.
//Welnu, lees dien brief," riep hij uit, #en gij zult zien of ik u
bedrogen heb of niet
Maheurtier vouwde den brief open en las//Dierbare Clé-
mence...."
//Clémence zeide hij en keek Iriël verbaasd aan.
i/Ja I zij is het, myn vrouw
//Wanneer hebt gij haar teruggevonden
//Gisteravond, het toeval heeft ons bij elkaar gebracht. Lees
echter."
Maheurtier las//Onze geliefde Richard is frisch en gezond.
Tot allen prijs moet hij zich echter van hier verwijderen en nooit
weer een voet in dit huis zetten."
z/Nu weet gij dus," zeide Iriël, //of ik u heb bedrogen."
Als antwoord greep Maheurtier zijn hand en drukte die in
de zijne.
HOOFDSTUK XIII.
De dood van een braaf man.
Den ganschen dag bleef Maheurtier alleen, aan zijn
peins overgelaten. Hij ontweek Antoinette; hij vreesde eene ver
klaring, waarbij hij waarschijnlijk geen meester over zichzelf zou
zijn geweest. Hij sprak slechts eenige onbeduidende woorden tot
haar. Des avonds, na het middagmaal, zeide hij
//Mijne zaken roepen mij naar Parijs terug. Als gij er niete
tegen hebt, zullen wy morgenochtend vertrekken."
z/Ik vind het goed," antwoordde zij.
Den volgenden morgen, alvorens te vertrekken, begaf hij zich
naar Iriëi.
z/Ik keer naar Parijs terug," zeide hij tot hem en verzoek u op
Plantin te blijven, totdat gij geheel hersteld zijt. Als gij beter
zijfc en gij wilt hier dan nog langer blijven, dan zal mij dit zeer
veel genoegen doen. Zoodra ik te Parys in het hotel ben aange
komen, zal ik alles, wat u toebehoort, hierheen zenden."
Wordt vervolgd.)