GESUfiNGO MEUIVS.
Sedert e e n i g e a tijd meldt
Recht voor Allendat bij de redactie van
het blad nog niets bekend is van eene
door den minister van Binnenlandsche
Zaken tegen haar ingediende gerechte-
lyke aanklacht. De Maasbode maakt
de opmerking, dat dit de onjuistheid niet
bewijst van het bericht, dat de plainte
ingesteld is. Wanneer tooh big de recht
bank eene aanklacht wordt ingediend,
wordt deze eerst onderzocht, vooraleer
tot eeue oproeping en vervolging kan
worden overgegaan, en hiermede zijn
steeds eenige dagen gemoeid.
In een brief uit Paramaribo
in het Vaderland leest men
Wij zijn hier in het bezit van offiei-
eele tijdingen uit Cayenne tot op 28
Juli, en tot op dieD dag was de status
quo nog niet hersteld; integendeel, ging
men er voort nieuwe concessies op het
betwist gebied uit te geven. Maar al
wordt later de status quo afgekondigd,
dan kan men niettemin er zeker van
zijn, dat de duizenden Fransehen, die ©p
het terrein zijn, het niet zullen verlaten.
Cayenne leeft uitsluitend van het goud,
dat meerendeels op de ginds geëxploi
teerd wordende placers bereids werd
verkregen. De Lawa bevat veel goud,
dus brood voor de Cayenneezen, en geen
besluit van het goevernement zal op zich
zelf in staat zijn, hen van het land ver
wijderd te krijgen.
Yrij dagochtend vertrok
naar Londen met verdere bestemming
naar Afrika, om aldaar onder de bewo
ners werkzaam te zijn, de stafkapitein
van het Heilsleger Hos.
Naar de Am si. Ct. verneemt?
zal de zaak van mej. Aafke Knijpers»
die aanvankelijk bepaald was in Novem
ber te zullen dienen, reeds in October
voor de rechtbank te Amsterdam worden
gebracht met bat oog op het vertrek van
jhr. Smissaert Daar Amerika.
De vorige week werd mevrouw de
wed. J. W. Stieltjes te Amsterdam door
den rechter van instructie gehoord over
de verhouding tusschen d@ overleden
freule en juffrouw Knijpers. Deze getui
genis moet niet ten gunste van de ver
dachte zijn. De twee freules Smissaert,
die bij bovengenoemde dame inwonen
en dezen zomer tijdeligk te Brumaaen
vertoefden, werden te Zutfen door den
rechter gehoord omtrent juffrouw Kuijpers.
Het getuigenverhoor moet van dien
aard zijn, dat d© behandeling der zaak
voor de rechtbank met gesloten deuren
zal plaats hebben.
Te Amsterdam is gearros-
teerd een 36-jarig man, wonende Groote
Kattenburgerstraat, die, aan krankzin
nigheid lijdende, bezig was zich op de
stoep voor zijn woning, door middel van
een riem, te worgen. Hij is naar het
Buiten-Gasthuis vervoerd.
Donderdagmiddag heeft bij
de oefeningen in de Nieuwe Hollandsche
Waterlinie op het fort „Rijnauwen" een
ongeluk plaats gehad. Bij gelegenheid,
dat een onderstelde algemeene aanval op
de stelling werd afgeslagen, is een man
der bediening van een achterlaad-vuur-
mond doodelijk gewond. Bij het inbren
gen der kardoes vatte de lading vlam
en deed hare geheele werking naar
achter.
Waarschijnlijk waren er in den vuur
mond vonken van het vorige schot over
gebleven. Bij het vuren met losse scho
ten kan dit gemakkolijk vóórkomen, aan
gezien et dan dikwijls smeulende stuk
jes van den kardoeszak in de kamer
nablijven. In do voorschriften zijn tegen
ongelukken die daaruit kunnen voort
vloeien, afdoende voorzorgsmaatregelen
genomen.
De juiste oorzaak is nog niet bekend.
Een onderzoek wordt ingesteld. De on
gelukkige is naar Utrecht geëvacueerd,
waar hij aan de gevolgen is overleden.
Uit Nieuwediep wordt ge
meld dat het lijk van den luit. ter zee
Zwanenbeek Pauw, die onlangs bij het
omslaan van een sloep verongelukte,
Vrijdagvoormiddag ter reede is opge-
viseht.
Het monument op liet kerk-
granzend museum van kof van Evere, bij Brussel, deor de
Te Leiden is een aanvang
gomaakt met het instellen van een onder
zoek vanwege 's ryks waterstaat op het
Van der Werf park naar de gesteldheid
van den bodem aldaar, in hoeverre die
geschikt mocht zijn daarop een monu
mentaal gebouw te stichten, ter bestem
ming als rijks-geologisch museum. Het
daarvoor thans in gebruik zynde gebouw
aan de Papengracht zou dan, na ontrui
ming, worden dienstbaar gemaakt te:
vergrooting van de localiteit van het
thans daaraan
natuurlijke historie. Aan de uitbreiding
der lokalen van laatstgemelde verzame
ling is sedert tal van jaren dringend be
hoefte gebleken.
Te Katwijk aan Zee is een
jongentje van II jaar, terwijl hij in de
uitmonding van den Rijn voor desluizen
aan het baden was, verdronken.
Niet minder dan 23 perso
nen hadden zich Vrijdag voor de recht
bank te 's-Hago te verantwoorden we
gens bedelarij.
Een der beide vooreen f o u-
ragewagen van de artillerie gespannen
paarden schonk Vrijdagmiddag op d®
Nieuwe Haven te 's-Hage het levenslicht
aan een veulentje. De wagen werd tot
wieg voor den jonggeborene ingericht,
die op deze wijze naar de kazerne werd
overgebracht met de merrie, die onmid
dellijk was afgespannen.
Uit Loosduinen wordt ge-
meldDe proefneming met de nieuwe
reddingboot der Noord- en Zuid-Holland-
8che Maatschappij tot redding van schip
breukelingen mag uitnemend geslaaj
heeten. Het vaartuig voldeed volkomen
aan de eischen. Ofschoon de proef onder
zeer ongunstige omstandigheden plaats
vond (met sterken wind van ter zijde!,
gelukte het toch, na tweemaal terugge
slagen te zijn, door de branding te koruen.
De bemanning der boot bestaat uit 14
koppen. Het was een belangwekkend
gezicht, die wakkere mannen tegen wind
en golven te zien worstelen.
Vrijdagochtend is door een
trein van de Ned. Rijnspoorweg Mij.
nabij Gouda een bejaard marskramer
overreden.
Naar het ziekenhuis in evengenoetnde
plaats overgebracht, gaf de ongelukkige
nog slechts weinig teekenen van leven.
Onder de voor eenige dagen
bij het instr. bat. te Kampen aangeno
men jongelingen is er een, die bij 16-
jarigen leeftijd de buitengewone lengte
heeft van 1.846 meter.
Te Reenen iseen man van
45 jaar van eene trap gevailsD* Hij was
terstond een lijk.
Men meldt uit Meersen aan
de N. R. C
Alhier heerscht sedert eenigen tijd
eene anti-semitische beweging, voortge
sproten uit een pennestrijd, welke inder
tijd gevoerd werd door het Limb. Nbld.
tegen een alhier gevestigden israëlieti-
schen godsdienstleeraar, den heer Simon
Koekoek. De boekdrukker Jos. Russel,
sedert kort alhier gevestigd, heeft daar
van partij getrokken en een anti-semitisch
weekblaadje het licht doen zien, tot titel
voerende: De Talmudjood
Dit wordt druk te Meersen en in de
omstreken van Maastricht gecolporteerd,
L.l. Maandag kreeg een der colporteurs,
zekere S., van Maastricht, te Valkenburg
een geducht pak slaag,
Uit een grafkelder op de
begraafplaats te Vaassen zijn itt den
nacht van 17 op 18 Juli jl. door middel
van braak en inklimming ontvreemd: 14
koperen handvatsels van doodkisten. De
vermoedelijk schuldigen aan dit mis
drijf zijn Hendrikus Revenberg, 44 jaren
en Jan Van Doorn, 52 jaren, beiden te
Deventer woonachtig.
Uit Elburg wordt gemeld:
Vrijdagavond ging het 10-jarig zoontje
van een visscher den vader, die uit zee
zou komen, tegemoet. Op den steenen
dijk nabij het eind der haven viel het
kind en werd zoodanig gekwetst, dat het
bijna oogenblikkelijk overleed.
Te Hoog-Blokland is Woens
dagavond eene ongehuwde vrouw ver
dronken in het Zederik-kanaal. Zij was
uitgegaan om water te scheppen.
Engelsehen opgericht ter nagedachtenis
van hun landgenooten, die sneuvelden
in den slag* van Waterloo en die daar
begraven liggen, heeft op het voetstuk
ten opschrift „Mortuorum Patria Mernor".
Het draagt de allegorische figuur van
Brittannia, die de laatste trappen van
een altaar schijnt af te komen, oaa hulde
te brengen aan de gesneuvelde helden
Zij houdt haren helm inkde linkerhand
en in de rechter draagt zij den drietand
van Neptunus, met de punten omlaag,
Zy buigt het hoofd naar de sarcophaag
naar hare voeten, waaronder de over
blijfselen rusten van de gesneuvelden.
Deze sarcophaag is uitgevoerd in don
ker rooden trierscheu steen en aaa de
eene zijde gedeeltelijk met een bronzen
baarkleed bedekt, waarvan de plooien
neerdalen tot aan hat benedengedeelte
van het monument. Op het onbedekte
gedeelte liggen helmen, wapens en uni
formen van de strijdenden verspreid. De
sarcophaag wordt bewaakt door liggende
leeuwen.
Achter het gedenkteeken zijn op drie
bronzen schilden de namen te lezen van
de engelsche regimenten, die aan den
reuzenstrijd van Waterloo deel namen.
De kosten van het gedenkteeken wer
den gedekt door een inschrijving. De
Engelsche Regeering gaf eene bijdrage
van f 500 p. st. In het Mansion House
te Londen opende verleden jaar de lord-
mayor P. De Keyzer eene inschrijving,
de Koningin gaf 100 p. st., de verschil
lende regimenten van het engelsche leger
brachten het hunne bij.
Aldus werd bijna f30.000 bijeenge
kregen. De stad Brussel stond den grond
voor niets af en nam het onderhoud voor
hare rekening; de beeldhouwer, Graaf
Jacques Lalaing, heeft niets voor zijnen
arbeid verlangd, en door het kiezen eener
goedkoopere steensoort voor het voetstuk
en van de galvano-plastio in plaats van
het gieten der beelden, is men met de ver
kregen gelden toegekomen, zonder dat
de degelijkheid van het monument, naar
verzekerd wordt, daaronder lijden zal.
De thans geëindigde zitting
van het engelsche Parlement bestond uit
240 vergaderingen. Tydens de bijeen
komsten werden aan 't Lagerhuis voor
de leden 70,000 telegrammen b
of verzonden, circa 12.000 brieven per
dag afgeleverd en 3700 aangenomen ter
verzending; 7677 postwissels werden
aan 't hulpkantoor der posterijen in het
gebouw uitbetaald of ontvangen en er
word voor ruim ƒ18.000 aan postzegels
verkocht. In de Parlemeuts-restauratie
werden aan de leden en hun gasten
15.000 diners, 10.000 dejeuners voorge-
diend en aan geïntroduceerde vreemde
lingen 2730 diners en 2739 dejeuners.
Of er ook reden is om te beweren, dat
„the House of Commons is the best club
of London?"
Po stzwalnwen. TeRoubaix
werden onlaDgs zeer belangwekkende
proeven met gedresseerde zwaluwen
genomen. Een bekende specialiteit op het
gebied van vogelendressuur, de heer Jean
Desbouvrie, had in den korten tijd van
drie weken vijftien zwaluwen, die hij
van een boer gekregen had, afgericht,
om den dienst te doen van postduiven.
De zwaluwen, die van gekleurde lintjes
waren voorzien, werden losgelaten en
vlogen naar alle richtingen. Een kwar-
teruurs later keerde de eerste terug en
zette zich op Desbouvrie's vingerkort
daarop volgden ook de andoren. De heer
Desbouvrie betoogde, dat zwaluwen bo
ven duiven waren te verkiezen voor het
overbrengen van dépêches in oorlogstijd.
Do zwaluw heeft een veel hoogere en
snellere vlucht, dan de duif; ze is trou
wer, slimmer en gemakkelijker te on
derhouden. Op verre tochten bohoeft zij
niet uit te rusten, om voedsel tot zich te
nemen, daar zij dit in de vlucht doet,
en de poatduif is lang niet zoo gemak
kelijk af te richten als zij. Op de tegen
werping van sommigen, dat de zwaluwen
in den herfst naar het zuiden trekken,
antwoordde de heer Desbouvrie met de
mededaeling, dat hy gedurende den laat-
sten winter een aantal zwaluwen ia vrij
heid onderhield, zonder grootere moeite
dan met duiven en andere vogels. De
hear Desbouvrie is voornemens zijne zwa
luwen ook in andere steden proefvluch
ten te laten houden, ton einde voor de
zwaluwen-dressuur propaganda te ma
ken.
Dezer dagen zijn te Toulon
hoogst belangwekkende proeven geno
men met de onderzcesclte boot Qymnote.
Men wilde weten, of het vaartuig door
een blokkade zou kunnen komen zonder
bemerkt te worden. Verscheiden® tor
pedo-booten hielden daarom in eea be
paalde ©rda da haven afgesloten, waar
de Gymnote zich ophield. Op het vast
gestelde tijdstip richtte deze zich zee
waarts, verdween gedurand® veertig mi
nuten onder de oppervlakte van het
water en kwam daarop plolsoling te
voorschijn aan de andere zijde dor linie,
2myl van deze verwijderd, zondtr dat
iemand iets van haar bespeurd had. De
terugtoekt geschiedde op dezelfde w$ze.
Toen ging de Qymnote echter juist onder
een torpedo-boot door, zoedat de beman
ning hiervan haar een oogenblik kon
zien. Aan vervolging viel echter niet te
denken, daar het vaartuig terstond we
der uit het gezicht was.
Te Saint Nazaire is de
Amerique aangekomen na eene reis, welke
door ettelijK® ongevallen wordt g-ckcn-
rnerkt. Eerst werden een korporaal door
een matroos verscheidene messteken toe
gebracht. Daarop viel een kajuitsjongen
uit een mast, aan welks voet een korpo
raal met twee soldaten gezeten was. De
korporaal brak de ruggegraat, zoodat hij
op de plaats dood bleef en de soldaten
werden ernstig gekwetst. Hoe de kajuits
jongen er af kwam meldt de historie
niet. Eiudelyk voer denzelfdan ochtend,
op het oogenblik dat zy het anker wierp,
eeue engelsche met steeokolen geladen
stoomboot, de RedbrooJchaar tegen den
achtersteven. De Redbrook zonk in 4
minuten, terwijl de ketel sprong, zoodat
verscheidene personen door den stoom
deerlijk gebrand werden. De eerste
stuurman en de twee machinisten ver
dronken. De Amerique werd zwaar be
schadigd.
Over hot gebruik van elec-
trisch licht voor geneeskundige doel
einden heeft Dr. Karl Vohsen te Frank
fort mededeelingen gedaan op grond van
door hem genomen proeven, welke ons
een verrassonden blik gunnen in het
gebied der ziekenverplegingdoor de
eleetriciteit den arts ontsloten.
Het electrische gloeilicht geeft den
geneeskundige een gemakkelijke licht
bron, die bij de weinige ruimt©, welke
het inneemt, zoo'n intensief licht ver
spreid, dat al zeer spoedig talrijk® proe
ven werden genomen om dit licht dienst
baar te maken tot het opsporen van
zieke lichaamsdeelen. In den beginne
verbond men het gleeilicht met het in
strument, doch dit bleek weldra niet
practisch te zijn, daar onwillekeurigs
bewegingen van den patiënt het gloei
licht braken en gevaar voor den patiënt
deden ontstaan. Daarna beproefde men
het gloeilicht aan het voorhoofd vau don
arts te bevestigen; deze methode bleek
zeer goed te zijn, vooral voor onderzoe
kingen van de mond- en keelholte, wan
neer men er zorg voor droeg de oogea van
den patiënt te beveiligen echter had dit in
't algemeen het gebrek, dat de lichtstra
len van boven naar beneden violen en
de deelen slechts ten deelo verlichtten.
Aan dit gebrek kwam men tegemoet
door een eigenaardig samengestelde bril,
die in plaats van glazen twee ongeveer
7 cM. lange kijkbuisjes heeft, aan wier
voorste einden het licht werd aangebracht.
Voer velo gevallen bewees deze inrich
ting zeer goede dieaaten, doeh by lang
durige onderzoekingen werd het oog van
den dokter hierbij pijalijk aangedaan en
voor het bezichtigen van lange kanalcu
zooals die van den neus en het oor, v/as
dez® constructie onvoldoend®.
Dr. Vohsen stelde nu eea lampje sa
me®, dat door den patiënt tusschen de
tanden most genomen worden en dat
zeer gesehikt bleek to zijn om allo in
wendige deelea van het hoofd vol
doend® te rerliehten. Een dubbele glas
wand omhult het gloeilichtje en tus
schen deze beido wanden wordt water
gebracht om de hitte van het lichtje
tegen te houdeB, indien het onder
zoek tyd vordert. Ook zoader deze
watervulling kan de patiënt het lampje
een minuut lang zonder hiader in den
mond houden. De uitwerking van deze
verlichting overtrof zijn beste verwach
tingen; ook zonder het licht tot zijn
uiterst® sterkte te brengen, worden hier
door by personen met niet te zwaar
beeadergestel zooals vrouwen «n kinde
ren, d® mond-, oer-, neus- en oogholte
voldoende verlicht en s traalt de pupil
van het oog rood licht uit. Ziektever
schijnselen van dezo organen laten zich
gemakkelijk waarnemen.
Hoevrel doze wijze van verlichting geen
dieast kan bowyzen bij een operatie van
de deel®n, die verlicht worden, zoo kan
zij toch van onberekenbaar sut zijn bjj
het opmaken der diagnose van de ziekte.
Teen de Duitse lie troepen
h®t jaar 1870 Parijs belegerden,
maakten zy zich niet alleen meester v
al de spoorwegen die vasn de wereldstad
uitliepen, maar ook van do uitgestrekte
werkplaatsen, aan den Noorderspoorweg
verbonden, en brachten die inrichting
dadelijk weder aan den gang, ja zelfs
gebruikten zij een aantal der fransche
werklieden en arbeiders, die daar werk
zaam waren geweest, en betaalden hun
eok geregeld uit voor hunne diensten.
Monsieur Bauderalé, de directeur der
werkplaatsen, bewoonde een elegant in
gericht huis in Baint-Denis. To»a hij
door de nadering van het duitsche le
genoodzaakt werd, met het fraasche
noordelijk naar Rijsel terug te trekken,
nata hij van zijn geld zooveel mogelijk
mee: maar hij had geen tyd om iets
zijne roerende goederen in veiligheid te
brengen. Hij liet een brief achter aan de
duitseho offloieron, die in zije hnis inge
kwartierd zouden worden, om hun beleefd
te verzoeken van alles, wat voorhanden
was, vrij gebruik te maken, maar te
zorgen, dat niets beschadigd werd, en de
Duitschers overtroffen nog deFranschen
in beleefdheid.
Toen Monsieur Bauderaló, na het i
trekken der belegeringstroepen terug
kwam, vond hy alles, juist zooals hij
het verlaten had, en op de piano
zijne gezelschapskamer lag eene uitgave
van de liederen van Schubert, opgedra
gen aan den beleefden, ofschoon onvrij-
willigen gastheer van de duitsche offi
cieren, die zyne gasten geweest waren
en er allen hunne handteekeningen in
gezet hadden.
Toen Maandag der vorige
week een spoortrein in de nabijheid van
het station Stegenwaldhaus, in Duitsch-
land, kwam, geraakte de japon eener jo
dame, juffrouw Stall, door vonken eener
cigarette, in brand en de ongelukkige
stond weldra geheel in vlam. Het ai
meisje sprong, waanzinnig door pijn, uit
den trein en snelde naar een naburig
boBch. Een reiziger, d© koopman Eiber,
sprong haar ï:a, wierp haar op den groud
en wist de vlammen te smoren. De arme
juffer had niet enkel brandwonden
bekomen, maar ook een der beenen ver
stuikt. Gelijk te begrijpen is bracht het
droevig voorval bij de reizigers in
den trein, die men bytijds kon laten
stoppen, groote ontsteltenis te weeg.
Te Wiesentheil, in Beie-
ren, stierf, twee jaren geleden, de amb-
Na eenige oogenblikken werd de soldaat wat verlegen onder
deze aandacht voor zijn persoon en ging langzaam heen, om niet
te doen denken dat hij de vlucht nam.
Maar hij kwam terug. Bijna eiken dag ging hy nu het Café
des Colonies voorbij en dikwijls zag hij door de vensters de kleine
negerin, die aan do matrozen bier of jenever bracht. Dikwijls
kwam zij buiten als zij hem zag, en weldra glimlachten zy J;ot
elkander, zonder elkaar ooit te hebben gesproken, en Boitelle ge
voelde zijn hart bonzen, wanneer hij opeens tusschen de zwarte
lippen van het meisje de schitterende tanden zag. Eindelyk ging
hij op zekeren dag het café binnen en was zeer verbaasd, dat zij
fransch sprak zooals iedereen. De flesch limonade, waarvan zij
een glas met hem meedronk, bleef in de herinnering van den sol
daat, bizonder heerlijk en hij nam de gewoonte aan, om in de
kleine herberg aan de haven, de zoetheden te komen opslorpen
die zijn beurs kon betalen.
Het was voor hem een feest, een geluk waaraan hij steeds
dacht, om de zwarte hand van het kleine meisje iets in zijn glas
te zien schenken, terwijl hare mond meer nog dan hare oogen
lachte. Na twee maanden waren zij goede vrienden geworden en
Boitelle, die aanvankelyk zeer verwonderd was geweest dat hare
idees dezelfde waren als die van de goede meisjes in zijn eigen
land, dat zij zuinig, werkzaam, godsdienstig en zedelijk was, had
er haar te liever om en werd zoodanig op haar verliefd, dat hij
met haar wilde trouwen.
Hy zeide haar dat en zij danste van vreugde. Zy bezat wat
geld, dat haar nagelaten was door een koopvrouw in oesters, die
zich harcr had aangetrokken, toen zij op do kade van Havre door
een amerikaansshen kapitein werd neergezet. Deze kapitein had
haar, zes jaar oud ongeveer, gevonden in het ruim boven op een
baal katoeD, eenige uren zijn vertrek uit New-Tork. Te Havre
liet hij gaarne de zorg voor dat kleine zwarte dier over aan de
mosselenvrouw, en toen de laatste stierf werd de jonge negerin
dienstbode in het café des Colonies.
Antoine Boitelle zeide„Het zal geschieden als mijne ouders
er zich niet tegen verzetten. Ik zou hun nooit willen tegengaan,
begrijp je, nooit. Den eersten keer dat ik weer naar huis ga, zal ik
er hun wat van zeggen.
Reeds de volgende week, vroeg hij om 24 uur verlof en begaf
zich naar zijne familie, die eene kleine boerderij hadden te Tour-
teville, bij Yvetot. Hij wachtte tot na het middagmaal, het uur
waarin de koffie met brandewijn gedoopt, de harten vertrouwelij
ker maakt, om zijn ousieFs mede te deelen, dat hij een meisje had
gevonden, zoo geheel naar zijn smaak, dat er geen ander op do
wereld bestaan kon, hetwelk hem zóo beviel.
De oude lui waren bij deze woorden dadelijk op hunne hoede
en vroegen nadere verklaring. Hij verborg hun trouwens niets,
dan de kleur van hare huid.
Het was een dienstbode, vertelde hij, zonder vele bezittingen,
maar flink, zuinig, netjes, van goed gedrag en verstandig. Die
eigenschappen zijn meer waard dan geld in de handen eener
slechte huishoudster. Zij had een beetje geld, overigens, een kleine
bruidschat, vijftienhonderd francs in de spaarbank. De oude lui,
veroverd door de warmte waarmee hij sprak en vertrouwend, [dat
het wel goed zou wezen, gaven meer en meer toe, totdat hij aan
het teere punt kwam.
Met een eenigszins gedwongen lachje zei hij „Er is maar een
ding, dat u misschien zal hinderen. Zij is wit als roet."
Zij begrepen hem niet en hij moest hun, met veel omzichtig
heid, verhalen, dat zij tot het donkere ras behoorde, waarvan de
oude menschen nooit een levend exemplaar hadden gezien.
Zij waren verschrikt, stil en angstig, alsof hun zoon een huwe
lijk wilde aangaan met den duivel. De moeder zeide eindelijk
„Zwart? Hoe zwart? Overal?"
„Ja natuurlijk," antwoordde hij. „Zooals u overal blaEk is."
De vader op zijn beurt„Is ze even zwart als de ketel
„Wel een beetje minder. Ze is zwart, maar niet zoodat men er
akelig van wordt. De jas van meneer pastoor is veel zwarter."
„Zija er in haar land meer zwarten dan zy vroeg de vader.
„Zeker," riep de zoon beslist.
Toch schudde de man het hoofd. „Dat moet toch akelig wezen."
Maar de zoon antwoordde: „Volstrekt niet, men gewent er zich
heel gauw aan."
„Maken ze niet meer linnengoed vuil dan anderen?"
„Wel neeD, het is immers haar kleur."
(Slot volgt.)