Uit Utrecht wordt van 7 September gemeld: De vergadering van Nederlandsche Spoorwegambtenaren, die heden namiddag te 2 uur in „Buitenluet" plaats had, werd door den voorzitter, den heer H. A. Gudde, met een woord van dank voor het gehoorgeven aan zijne roepstem geopend. Waren de resul taten van het stroven der Vereeniging niet zooals men had kunnen verwachten, in Amsterdam vond men steun. Spreker hoopte ook buiten Amsterdam medewer king te zullen krijgen. Vervolgens ver leende hij het woord aan den heer J. A. Koch, handelsagent der Holl. IJze ren Spoorwog-Mij„ die zicii ten doel gesield had de aanwezigen omtrent het streven en het wezen der Vereeniging in te lichten. De Vereeniging is no onbekend, aldus ving hij aan, en het spreekwoord „Onheki nd maakt onbe- miud", is dus op haar van toepassing. Sedert 1886 is men te Amsterdam spe ciaal voor het belang der spoorwegamb tenaren werkzaam, maar buiten af om dervindt men nog weinig sympathie. Het ontstaan is te danken aan de be trekkelijk toevallige omstandigheid, dat eenige ambtenaren der Holl. IJz. Spwmuj, er over spraken en meenden eene ver eeniging in het leven te moeten roepen, als de nu bestaande. „Gemis aan aansluiting"ziedaar in korte woorden het groote beletsel waar op deze opriehters stuitten. Doch niet tegenstaande alles werd eenige maanden daarna eene vereeniging opgericht: „De Vereeniging van Nederlandsche Spoor wegambtenaren", die zich ten doel stelde „lo. het tot stand brengen eener nauwe aaneensluiting van spoorwegamb tenaren door periodieke samenkomsten „2o. het oprichten van bibliotheken; „3o. het houden van escursietoehten. Aan alles echter de voorwaarde ver bindend dat politiek en godsdienst buiten den weg der jonge Vereeniging zouden liggen. Vervolgens ging spreker over tot het nader toelichten der in Februari 1888 aangenomen statuten. Art. lo. zegt: De Nederlandsche Ver eeniging van spoorwegambtenaren beoog de verheffing van spoor- en tramweg ambtenaren en het tot stand brengen van nuttige instellingen. Er is ging spreker voort eene klasse die vole behoeften gemeen heeft. Deze klasse is die der spoorwegambte naren. Het bewustzijn daarvan breQgt mede de behoefte aan eene isaawere aaneensluiting, dan tot heden heeft be staan. Zooals reeds is aangemerkt, tracht de Vereeniging dit doel te bereiken door periodieke bijeenkomsten, waar de belangen der leden behandeld worden. Deze bijeenkomsten nu moeten iets aantrekke lijks hebben. Volgens spreker zullen er in steden als Amsterdam, Utrecht, Arn hem enz. onder de ambtenaren vele ge vonden worden, die aanleg hebben voor muziek, eomedie enz. Men geve soiree's daardoor toch verschaf t men den jonge ren ia hun vrijen tijd eene aangename ver- poozing de ouderen een aangenaam samenzijn. Het verspreiden van nuttige kennis ligt volgens spreker mede op den weg der Vereeniging. Hiertoe kan hot bijeenbrengen van boekverzamelingen bij brengen. Voor het zich verschaffen van goede en gezonde lectuur ontbreekt het in de regel den spoorwegambtenaar aan middelenbovendien treft men niet overal de gelegenheid aan om tegen ma tigen prijs boeken in bruikleen te erlan gen. Is voor ons lichaam voedsel abso luut noodig, voor den geest is het dit evenzoo. De spoorwegambtenaar trachte zich technisch en administratief te ont wikkelen. De eventueel op te richten bibliotheek moet ook ten dienste staan van hen, die op de kleinere stations hun leven slijten. In de centra van het beheer (Utrecht, Arnhem, Groaihgen) zullen eenige ambtenaren de zaak ter hand moeten nemen en trachten boek verzamelingen in te richten. Laug- zaam, zeer langzaam zal het gaan, maar zeker Het hoofdbestuur heeft zich reeds eenige goede lectuur aaugeschaft en bo vendien eenige werken ten geschenke ontvangen. Het stichten van fondsen wordt mede door spreker aanbevolen. Gesteld dat een gehuwd spoorwegambtenaar, die per jaar 1000 geniet, ziek wordt, welk een finaneieelen achteruitgang zal hij niet ondervinden Het hoofdbestuur heeft daarom bij wijze van proef de navol gende regeling getrofien Ieder lid van de V. v. N. S. A- betaalt voor het lid maatschap der afd. geneeskundi hulp ƒ5.20 voor zich zelf; ƒ5.20 voor zijne echtgenoote; voor zijne kinderen naar verhouding hunner jaren. Voor deze contributie zorgt het hoofd bestuur (zoolang de kosten door ééno afdeeling niet gedragen kunnen worden) voor de betaling der rekening van den dokter en den apotheker, beiden naar eigen keuze. Ieder lid levert per jaar de gekwiteerde rekening van dokter en apotheker in. Blijkt het, dat meer is uitgegeven dan de krachten der Vereeni ging kunnen dragen, dan moet ieder pro rata bijdragen. Deze instelling verlicht alzoo de financieele kosten, zonder daarbij aan de deelnemers een bepaald aange wezen arts op te dringen. Vervolgens ligt het op den weg der Vereeniging om haren leden een periodiek geschrift bv. eeu maandblad aan te bieden. IJverig is men reeds bozig aan de voorbereiding van zoo'n tijdschrift. Het wil spreker toeschijnen dat reeds een blad voor spoorwegambtenaren be staat, Be Seingeverdoch het licht, hier- doer verspreid, is niet het ware. Een fel rood licht straalt van den Seingever uit, en ieder spoorwegambtenaar die zijne reglementen kent, weet dat „rood licht" onveilig aanwijst. Hij hoede er zich dus voor I Behalve voor de bespreking van on derwerpen van technischen en adiniüistra- tieven aard is er in het te stichten blad ook plaats voor andere onderwerpen. Krachten tot het leveren vau zoodanigo bijdragen zijn er in de ambtenaarswereld wel te vinden. Ten slotte wees spreker op het ruime arbeidsveld, dat voor de Vereeniging ge opend is. lo. Ten eerste kan er z. i. voor het verkrijgen van goede en gjed- koope levensbehoefte veel gedaan worden. Zou het practisch-onuitvoerhaar zijn, ma gazijnen op te richten in de centra van het beheer, waar spoorwegambtenaren tegen matigen prijs zich van levensbe hoeften konden voorzienen zou dit niet in het voordeel zijn van hen die, op kleine plaatsen geetationneerd, zich slechts tegen hoogen prijs, in den regel van slechte koopwaar kunnen voorzien? Spreker heeft hier geen aanzienlijke, de stad versierende winkels op het oog, Och neen, eene kleine localiteit ware •eeds voldoende een ongebruikt ge deelte van een stationsgebouw bijvoor' beeld. Wees spreker straks reeds op het nut van de geestelijke ontwikkeling der spoor wegambtenaren, aangenaam was het hem er op te kunnen wijzen, dat door de amsterdamsche afdeeling reeds cursussen zijn in het leven geroepen, die aau onbe middelde jonge spoorwegambtenaren de gelegenheid openen om zich in de mo derne talen te oefenen terwijl er ook op gewezen werd cursussen voor trein beambten te openen, ten einde hen te leeren in tijden van nood en bij spoor wegrampen de eerste geneeskundige hulp te verleenen. Thans restte spr. niets dan nog een en ander mede te deelen omtrent de inrichting van het bestuur. Het hoofdbestuur bestaat uit 9 leden, die voor 3 jaren gekozen worden. Tot nogtoe vervult de afdeeling Amsterdam die functie, totdat nevens haar nog afdeelingen zullen zijn in het leveu ge roepen. Er zijn 2 soorten van afdeelingen, nl. plaatselijke en bizondere. Yoor plaatse lijke worden rainBtens 15 leden vereischt, die eene contributie betalen van ten minste ƒ1 'sjaars, door een plaatselijk reglement te bepalen. Om lid te zijn moet men minstens den leeftijd van 18 jaar bereikt hebben. Nauwer moesten zich zeide spreker de ambtenaren aaneensluiten, daar de tijd genaakt dat zij allen ambtenaren van ééne maatschappij zullen zijn. Met e«n woord van opwekking tot toetreding eindigde de heer Koek zijne rede, die door een talrijk en aandachtig auditorium werd aangehoord. Hierna sloot do voorzitter de verga dering, onder opmerking, dat zij, die als lid wenschen toe te treden, zich tot het hoofdbestuur konden wenden, en dat de eerstvolgende algemeene vergadering te Haarlem zal worden gehouden. De door de Hollandsche Maatschappij van Landbouw uitgeschre- j ven wedvlucht met postduiven van Dor drecht, bij gelegenheid der tentoonstelling aldaar, op Zondag 7 Sept., had den vol genden uitslag De duiven werden ten 1 uur door het hoofdbestuur in vrijheid gesteld en wer den getoond: 2 u. 15 m. 49 sec., duif van den heer D. Janus, te Bennebroek. 2 u. 17 m. 30 sec., duif van den heer D. Janus, te Bennebroek. 2 u. 21 m. 15 sec., duif vau den heer D. Janus, te Benneoroek. Zoodat de 3 uitgeloofde medailles wer den behaald door bovengenoemd lid der postduivenvereniging „de Snelvlieger", zijnde 1 verg. zilv., 1 zilv. en 1 bronz. medaille. De eerste duif werd te Haarlem ge toond 2 u. 36 m. 18 sec. Aanstaanden Zondag zullen de Cricket-clubs „'s-Gravenhaue" en „Amsterdam" spelen om den beker, uit geloofd door den heer R. Laming. Deze beker is reeds twee malen door „'s-Gra- venhage" gewonnen en zoo zij hem nu weer wint, wordt de beker het eigen dom van die gemeente. Deze wedstrijd wordt op de Jdaliebaao gespeeld en be looft zeer interressant te worden. Maandagna raiddag had op het tentoonstellingsterrein te Dordrecht een der jeugdigo bezoekers de onvoor zichtigheid op een der tred-dorschmolens te klimmen en de rem los te maken, waarna do molen begon te werken. Door de beweging viel de knaap geraakte zoodanig met het rechterbeen beklemd, dat dit zwaar gekneusd werd n hij per rijtuig naar huis moest ver- oerd worden. De tentoonstelling in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam heeft Zondag op den sluitingsdag nog een zeer druk bezoek gehad. Des daags was bet aantal bezoekers 3464 en des avonds 3181, te zamen 6645 personen. In het geheel werd de tentoonstelling bezocht door 109,779 personen. Een in een gracht te Leid gevonden kinderlijkje is gebleken te be hooren aan een student, die het op „sterk water" had staan. Toen de lauisgenooten de flesch bij ongeluk gebroken hadden hadden zij den inhoud in het water worpen. Om in aamerking te komen voor eene uitdeeling van brood, bier, haring en tabak op den 3en October a. 8, hebben zich by de commissie te Leiden aangemeld p. m. 2400 mannen en 2800 vrouwen, te zamen dus omstreeks 5200 personen. De h o n d e n t e n t o o n 8 t e 11 i n g te 's-Hage werd Zondag voor den laat- sten dag buitengewoon druk bezocht. Dit en het levendige verkeer met Schevenin' gen op een zomerschen dag als Zondaj bracht het aantal passagiers met de Rijn- stoomtram weder tot een hoog cijfer. Er werden 13.900 personen vervoerd. Aan het strand te Scheve- ningen, dicht bij den oever, zag men Zondag veel bruinvisschen heen en we der zwemmen. Hunne verschijning doet zich slechts zeer enkele malen voor in den zomer bij buitengewoon warm weder, meestal einde Juli of begin Augustus. Dit jaar lieten zij zich Zondag voor het eerst zien. De zestienjarige dienst- bode te Rotterdam, verdaeht van eene poging tot vergiftiging van het kind harer meesteres met petroleum, is naar de cel lulaire gevangenis overgebracht. Zij is dezer dagen met de moeder geconfron teerd. Het kind leeft nog steeds. Maandag ontspoorde aan den Overweg, buurtschap Haart, te Aalten de trein 8.40 van Winterswijk. De locomotief zit dwars van den weg sn het zand; het eerste rijtuig is vooraan vrij aanmerkelijk beschadigd. Een passa gier kreeg eenige kwetsuren aan hoofd, beenen en handen. Ter voorkoming van verdere onge lukken werd door den machinist onmid dellijk het vuur van de machine ge doofd. De rails zijn op een afstand van 50 meter verbogen. De machine is van achter beschadigd. De vorige week viel in den circus Carré te Arnhem een vierjarig kind onder de bezoekers van een der bovenste rangen door een open gedeelte van den vloer naar beneden. Aanvanke lijk hoopten de ouders, dat geen letsel beteekenis was bekomen, maar het kind is reeds overleden. Onder Roon hoeft een jon gentje van zes jaar een klap van een paard tegen het hoofd gekregen, waar door het kind zoo zwaar werd gekwetst, dat men voor zijn leven vreest. Door een kooiman te Lit is dezer dagen op zijue eendenkooi gevan gen een zwarte ooievaar, welk dier, om zijne zeldzaamheid, door hem is aange boden aan de diergaarde te Amsterdam. Naar men verneemt, moet hy er een goeden prijs voor gemaakt hebben. Zaterdag j 1. had de zoon van den landbouwer G. Streng te Vlist het ongeluk, dat zijne volgeladen schouw omsloeg, waardoor hy spoedig naar de diepte verdween. Op de Vrouwenbrug stond juist de hoer C. C. Krom van Rotterdam te visschen. Zoodra dese zag dat de jongeling te water ging, liep hij naar de plaats des ongeluks en be gaf zich te water: spoedig haalde hij den drenkeling boven, doch deze gaf teekenen van leven meer. Onmid dellijk. werd de drenkeling in de ouder lijke woning gebracht, en de heer Krom bracht dadelijk de maatregelen in toe passing, die door de Maatschappij tot redding van drenkelingen zijn voorge schreven. Na verloop van bijna ééa uur had de redder voldoening van zijn ar beid, daar het leven weder opgewekt werd. De intusschen geroepen genees heer dr. Ideoburg vao Haastrecht vond de behandeling van den heer Krom zoo uitstekend, dat hij hem onder zijn toe zicht liet voortgaan. Dit is reeds de tweede maal, dat de de heer Krom het geluk heeft, een drenkeling van den dood te redden. Op de Friesche lijn te Mep- pel is Zondagochtend hot verminkte lijk gevonden van W. Habermeld, geëmplooi- eerde bij de Expl. Mij. aldaar. Waar schijnlijk is hij den avond te voren door een trein overreden. De man laat eene vrouw en vier kinderen na. kleine en middelsoort dito 7 k 30 c. tarbot 7 a f9.50, roggen 0.85 k f 1.20* alles per etukkleine schol 1 A 2,5o' scharren f 3 a, 5, kleine tarbot f 5 k 10* diverse kleine visch f 1 k 2, alles per mand. Voor Maandaj VISSCHERIJ. Enk huizen, 7 September. Gedurende de afgeloopen week werd alhier aange voerd ruim 13,000 kg. bot, prijs 24 k 25 c. per kg. en 180 manden garnalen, prijs 70 a 75 c. per mand. Door onze Noordzeevisschers werd van f 40 tot f 100 per vaartuig besomd. Niewediep, 8 September. Door o korders werden heden 105 tongen, 2 mandjes kl. schol en 2 manden schar aangevoerd tong gold 60 c. per stuk, kl. schol f 1.50 per mandje en schar f3 per mand. De duitsche ever H. F. 176 be- somde aan tong, tarbot en schol f 185, de kotter H. D. 63, sch. Smit f70. T e 8 e 1, 7 September. Door de Noord zeevisschers werd in de afgeloopen week van 25 tot £110 besomd. Zoowel in zee langs de kust als in de binnenwateren, leverde de palingvisschcrij eene matige vangst op. De paling gold van 20 tot 50 ct. per K.G. Voor de rookerijen had veel aanvoer van scharren en poonen plaats. Scharren golden f 3 a 5 en poonen f 1 a 2 per mand. Tesssel, 8 September. Door de Noordzeevisschers van hier zijn in de afgeloopen week elders ter markt <ge- bracht: 20,000 tongen, eenige tarbotten, 500 roggen, 350 manden kleine schol, 300 manden scharren, 20 manden kleine tarbot en 100 manden diverse kleine visch, De prijzen van een en ander wa ren als volgtgroote tongen 60 a 85 c., Rechtszaken. de rechtbank te 's-Hage stond terecht J. M. v. R., oud 17 jaren, volgens zijne opgave bakkersknecht, beklaagd van brandstichting in den nacht van 19 op 20 Augustus, op den zolder van de woning zijns vaders in een hofje aan de Donkerstaeg te Delft. De be klaagde bekende dat hij, omdat zyn stief vader hem op den bewusten dag geen eten wilde geven, den vloer van den zolder met petroleum begoten en een deken met eeu lucifer in brand gestoken had, terwijl zijn stiefvader en diens huis houdster benedon sliepen. Hij was daarop, zonder do andere huisgenooten te waar schuwen, naar de politie gegaan om van misdrijf aaDgifte te doen, ten einde in de gevangenis te komen, zooals hij zeide. Uit de getugenverklaiïngen bleek, dat bekl. zich veol aan misbruik vau sterken drank schuldig maakte. Indien de politie niet zoo tijdig ter plaatse ware geweest, zoude de brand zich hebben kannen uit breiden. De bewoners werden met moeite door de politie gewekt. Door de huis houdster vau bekl.'s vader werd mede gedeeld, dat bekl., onsdat hij niet wilde werken, gestraft is met onthouding van warm voedsel, doch dat hij wel brood heeft gekregen op den bewusten dag. De subsiituat-officier van justitie, mr. Pleytevorderdewegens opzettelijke brandstichtingwaardoor gevaar voor goederen en voor het leven van personen kon ontstaan, 18 maanden gevangenis straf. De verdedigermr. A. Slotemaker,. wees op het slechte voorbeeld dat deze jeugdige bekl. heeft gehad in zijne op voeders en betoogde, dat hier slechts van eene poging tot brandstichting kan zijn, wijl door de politie geen brand, maar alleen een smeulende deken ge vonden is, zoodat pleiter op dien grond tot vrijspraak concludeerde. Voorts be twijfelde Z.E.G. of de bekl. wel met oordeel des onderscheids heeft gehandeld, waarom hij de rechtbank voorstelde, een nader ondersoek in te stellen omtrent den toestand van bekl.'s verstandelyke vermogens. Pleiter wees hierbij op de door bekl. voor den rechter-oommissaris afgelegde verklaring, dat hij alleen uit wraak handelde tegenover zijn stiefvader,, eene nirt te verwonderen wraakneming als men nagaat de slechte omgeving, waarin bekl. verkeerde. Geheel subsidiair vroeg pleiter het opleggen eener zeer zachte straf. Uitspraak roLitm wKnziuri. Aan het parade-diner te Gravenstein,. heeft de duitsche keizer een toost uitge bracht op de marine, waarbij hij inzon derheid met lof' sprak over het com mando van het eskader, over de geoefend heid der manschappen in het vuren en over de diensten der torpedovloot. Hij gaf de overtuiging te kennen, dat de vloot elke haar opgelegde taak, van welken ernstigen aard die ook moge zyn, zal volbrengen tot zijne volle tevredenheid, t®t welzijn, heil en roein des vaderlands. De admiraal Von Goltz betuigde den keizer dank, onder verzekering dat de marine, wanneer de keizer haar Doodig zal hebben, steeds bereid en gereed zal zijn. Hij eindigde met een uHoch op den keizer, hetwelk met volle geestdrift werd begroet. Bij gelegenheid van het Zondag te Gliicksburg gehouden feestmaal vanwege de provincie heeft de landdag-maarschalk een toost op den keizer en de keizerin uitgebracht, waarin hij den keizer een steunpilaar van den binnen- en buitenland- schen vrede noemde. De keizer zeide in zijne dankbetuiging, dat hij vertrouwde, het hem gestelde doel te bereiken, wan neer ieder Duitscher hem steunt in zyne pogingen om op liet gebied der binnen- landsche politiek de schaduwen te doen verdwijnen. wust, dat die schoone oogen mij van achter de voile aanstaarden en wij stapten ieder onze coupé binnen. HOOFDSTUK II. Drie maanden na het voorgevallene, in het vorige hoofdstuk ver meld, kwam er te Melbourne een zekere kapitein Turner, die het bevel voerde over een van de mooiste schepen, die ooit de baai van Hobson zijn binnengevallen. Ik had hem in jaren niet gezien. Wij hadden verscheidene jaren geleden kennis met elkaar gemaakt, toen ik nog schooljongen en hy reeds op een schip was. Wij waren dadelijk goede vrienden en onafscheidelijk van el kaar, wanneer zijn schip in d@ haven lag en hij aan land mocht gaan. Drie keer kwam zijn schip achtereenvolgens ieder jaar de haven binnenvallen, waar het ongeveer twee maanden bleef lig gen. Daarna werd hij op een ander schip overgeplaatst als tweede luitenant, en wij verloren elkaar uit het oog, totdat hij, zooals ik reeds zeide, terugkeerda als gezagvoerder van een prachtig schip. Toen ik in de Argus de aankomst las van de Salisburyeen klip per, een en zestig dagen geleden uit Liverpool vertrokken, kapitein Thomas M'Mahon Turner, begreep ik oogenblikkelijk dat myn vriend was teruggekeerd. Ik ging hem dadelijk opzoeken. Wy waren beiden verrukt elkaar weer te zien, ofschoon wij natuurlijk van jongens tot ge baarde mannen waren opgegroeid. Ik woonde als vrygezol in een aardig, klein huisje, bevattende vier kamers, en gedurende den tijd, dat zijn schip in de haven lag, brachten wij onze avonden beurtelings door bij mij aan huis en op het schip. Hij keerde dus dikwijls met denzelfden trein, waarmee ik ging, naar de stad terug. Op zekeren morgen zag hy de bewuste dame op het perron en maakte de opmerking, dat zij er zoo bekoorlijk uitzag. Wij (en hij vooral als een ware zeeman) waren gewoon om elka&r opmerkzaam te maken op de gelaats trekken en de kleeding van de dames, die wij ontmoetten, zoodat het niets bizonders was, dat de kapitein zijn bewondering over haar luide te kennen gaf; ik antwoordde hem echter niet, zoodat hy er niet verder over sprak. Op zekeren avond, toen Turner en ik, met onze glazen voor ons, in de kajuit van de Salisbury zaten te rooken, zeide hij tot mij: „Fowler, gelooft gij, dat er zuivere platonische liefde tusschen een man en een vrouw kan bestaan?" „Tusschen een jongen man en een jnnge vrouw bedoelt gij „Ja." „Zeker, wanneer zij broeder en zuster zyn." „En in geen ander geval?" „Meestal, laat ik zeggen, in negen en negentig van de honderd gevallen," hernam ik, „zou ik een maa, die nog jong was, niet willen geiooven, wanneer hij beweerde voor een meisje platonische liefde te hebben opgevat." „Maar gy geeft toe, dat het in het honderste geval waar kan zijn „Het zou kunnen zijn," antwoordde ik bedaard, en voegde er toen bij, „indien gij het juist wenscht, wil ik dan toegeven, dat het in één geval waar kan zijn, maar wat bedoelt gij er eigenlijk mee ik bemerkte dat hij iets wilde zeggen. „Welnu David, gij weet dat ik getrouwd ben, nietwaar?" „Natuurlijk weet ik dat; herinnert gij u niet meer, dat gij mij het portret van uw vrouw hebt laten zien, en sta mij toe dat ik het zegeen zeer lief portret." „Dat is zij ook, oude jongen, en ik heb haar dan ook innig lief, evenals mijne kinderen, ik heb er drie, heb ik u dat ook niet verteld?" „Zeker!" Wordt verwlgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2