Uit Utrecht wordt van 7
September gemeld: De vergadering van
Nederlandsche Spoorwegambtenaren, die
heden namiddag te 2 uur in „Buitenluet"
plaats had, werd door den voorzitter,
den heer H. A. Gudde, met een woord
van dank voor het gehoorgeven aan
zijne roepstem geopend. Waren de resul
taten van het stroven der Vereeniging
niet zooals men had kunnen verwachten,
in Amsterdam vond men steun. Spreker
hoopte ook buiten Amsterdam medewer
king te zullen krijgen. Vervolgens ver
leende hij het woord aan den heer J.
A. Koch, handelsagent der Holl. IJze
ren Spoorwog-Mij„ die zicii ten doel
gesield had de aanwezigen omtrent het
streven en het wezen der Vereeniging
in te lichten. De Vereeniging is no
onbekend, aldus ving hij aan, en het
spreekwoord „Onheki nd maakt onbe-
miud", is dus op haar van toepassing.
Sedert 1886 is men te Amsterdam spe
ciaal voor het belang der spoorwegamb
tenaren werkzaam, maar buiten af om
dervindt men nog weinig sympathie.
Het ontstaan is te danken aan de be
trekkelijk toevallige omstandigheid, dat
eenige ambtenaren der Holl. IJz. Spwmuj,
er over spraken en meenden eene ver
eeniging in het leven te moeten roepen,
als de nu bestaande.
„Gemis aan aansluiting"ziedaar in
korte woorden het groote beletsel waar
op deze opriehters stuitten. Doch niet
tegenstaande alles werd eenige maanden
daarna eene vereeniging opgericht: „De
Vereeniging van Nederlandsche Spoor
wegambtenaren", die zich ten doel
stelde
„lo. het tot stand brengen eener
nauwe aaneensluiting van spoorwegamb
tenaren door periodieke samenkomsten
„2o. het oprichten van bibliotheken;
„3o. het houden van escursietoehten.
Aan alles echter de voorwaarde ver
bindend dat politiek en godsdienst buiten
den weg der jonge Vereeniging zouden
liggen. Vervolgens ging spreker over
tot het nader toelichten der in Februari
1888 aangenomen statuten.
Art. lo. zegt: De Nederlandsche Ver
eeniging van spoorwegambtenaren beoog
de verheffing van spoor- en tramweg
ambtenaren en het tot stand brengen
van nuttige instellingen.
Er is ging spreker voort eene
klasse die vole behoeften gemeen heeft.
Deze klasse is die der spoorwegambte
naren. Het bewustzijn daarvan breQgt
mede de behoefte aan eene isaawere
aaneensluiting, dan tot heden heeft be
staan. Zooals reeds is aangemerkt, tracht
de Vereeniging dit doel te bereiken
door periodieke bijeenkomsten, waar de
belangen der leden behandeld worden. Deze
bijeenkomsten nu moeten iets aantrekke
lijks hebben. Volgens spreker zullen er
in steden als Amsterdam, Utrecht, Arn
hem enz. onder de ambtenaren vele ge
vonden worden, die aanleg hebben voor
muziek, eomedie enz. Men geve soiree's
daardoor toch verschaf t men den jonge
ren ia hun vrijen tijd eene aangename ver-
poozing de ouderen een aangenaam
samenzijn.
Het verspreiden van nuttige kennis
ligt volgens spreker mede op den
weg der Vereeniging. Hiertoe kan hot
bijeenbrengen van boekverzamelingen bij
brengen. Voor het zich verschaffen van
goede en gezonde lectuur ontbreekt het
in de regel den spoorwegambtenaar aan
middelenbovendien treft men niet
overal de gelegenheid aan om tegen ma
tigen prijs boeken in bruikleen te erlan
gen. Is voor ons lichaam voedsel abso
luut noodig, voor den geest is het dit
evenzoo. De spoorwegambtenaar trachte
zich technisch en administratief te ont
wikkelen. De eventueel op te richten
bibliotheek moet ook ten dienste staan
van hen, die op de kleinere stations hun
leven slijten. In de centra van het
beheer (Utrecht, Arnhem, Groaihgen)
zullen eenige ambtenaren de zaak ter
hand moeten nemen en trachten boek
verzamelingen in te richten. Laug-
zaam, zeer langzaam zal het gaan,
maar zeker
Het hoofdbestuur heeft zich reeds
eenige goede lectuur aaugeschaft en bo
vendien eenige werken ten geschenke
ontvangen.
Het stichten van fondsen wordt mede
door spreker aanbevolen. Gesteld dat een
gehuwd spoorwegambtenaar, die per jaar
1000 geniet, ziek wordt, welk een
finaneieelen achteruitgang zal hij niet
ondervinden Het hoofdbestuur heeft
daarom bij wijze van proef de navol
gende regeling getrofien Ieder lid van
de V. v. N. S. A- betaalt voor het lid
maatschap der afd. geneeskundi
hulp ƒ5.20 voor zich zelf; ƒ5.20 voor
zijne echtgenoote; voor zijne kinderen
naar verhouding hunner jaren.
Voor deze contributie zorgt het hoofd
bestuur (zoolang de kosten door ééno
afdeeling niet gedragen kunnen worden)
voor de betaling der rekening van
den dokter en den apotheker, beiden naar
eigen keuze. Ieder lid levert per jaar
de gekwiteerde rekening van dokter en
apotheker in. Blijkt het, dat meer is
uitgegeven dan de krachten der Vereeni
ging kunnen dragen, dan moet ieder pro
rata bijdragen. Deze instelling verlicht
alzoo de financieele kosten, zonder daarbij
aan de deelnemers een bepaald aange
wezen arts op te dringen.
Vervolgens ligt het op den weg der
Vereeniging om haren leden een periodiek
geschrift bv. eeu maandblad aan
te bieden. IJverig is men reeds bozig aan
de voorbereiding van zoo'n tijdschrift.
Het wil spreker toeschijnen dat reeds
een blad voor spoorwegambtenaren be
staat, Be Seingeverdoch het licht, hier-
doer verspreid, is niet het ware. Een
fel rood licht straalt van den Seingever
uit, en ieder spoorwegambtenaar die zijne
reglementen kent, weet dat „rood licht"
onveilig aanwijst. Hij hoede er zich dus
voor I
Behalve voor de bespreking van on
derwerpen van technischen en adiniüistra-
tieven aard is er in het te stichten blad
ook plaats voor andere onderwerpen.
Krachten tot het leveren vau zoodanigo
bijdragen zijn er in de ambtenaarswereld
wel te vinden.
Ten slotte wees spreker op het ruime
arbeidsveld, dat voor de Vereeniging ge
opend is. lo. Ten eerste kan er z. i.
voor het verkrijgen van goede en gjed-
koope levensbehoefte veel gedaan worden.
Zou het practisch-onuitvoerhaar zijn, ma
gazijnen op te richten in de centra van
het beheer, waar spoorwegambtenaren
tegen matigen prijs zich van levensbe
hoeften konden voorzienen zou dit niet
in het voordeel zijn van hen die, op
kleine plaatsen geetationneerd, zich slechts
tegen hoogen prijs, in den regel van
slechte koopwaar kunnen voorzien?
Spreker heeft hier geen aanzienlijke,
de stad versierende winkels op het oog,
Och neen, eene kleine localiteit ware
•eeds voldoende een ongebruikt ge
deelte van een stationsgebouw bijvoor'
beeld.
Wees spreker straks reeds op het nut
van de geestelijke ontwikkeling der spoor
wegambtenaren, aangenaam was het hem
er op te kunnen wijzen, dat door de
amsterdamsche afdeeling reeds cursussen
zijn in het leven geroepen, die aau onbe
middelde jonge spoorwegambtenaren de
gelegenheid openen om zich in de mo
derne talen te oefenen terwijl er ook
op gewezen werd cursussen voor trein
beambten te openen, ten einde hen te
leeren in tijden van nood en bij spoor
wegrampen de eerste geneeskundige hulp
te verleenen.
Thans restte spr. niets dan nog een
en ander mede te deelen omtrent de
inrichting van het bestuur.
Het hoofdbestuur bestaat uit 9 leden,
die voor 3 jaren gekozen worden. Tot
nogtoe vervult de afdeeling Amsterdam
die functie, totdat nevens haar nog
afdeelingen zullen zijn in het leveu ge
roepen.
Er zijn 2 soorten van afdeelingen, nl.
plaatselijke en bizondere. Yoor plaatse
lijke worden rainBtens 15 leden vereischt,
die eene contributie betalen van ten
minste ƒ1 'sjaars, door een plaatselijk
reglement te bepalen. Om lid te zijn
moet men minstens den leeftijd van 18
jaar bereikt hebben.
Nauwer moesten zich zeide spreker
de ambtenaren aaneensluiten, daar de
tijd genaakt dat zij allen ambtenaren
van ééne maatschappij zullen zijn. Met
e«n woord van opwekking tot toetreding
eindigde de heer Koek zijne rede, die
door een talrijk en aandachtig auditorium
werd aangehoord.
Hierna sloot do voorzitter de verga
dering, onder opmerking, dat zij, die als
lid wenschen toe te treden, zich tot het
hoofdbestuur konden wenden, en dat de
eerstvolgende algemeene vergadering te
Haarlem zal worden gehouden.
De door de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw uitgeschre-
j ven wedvlucht met postduiven van Dor
drecht, bij gelegenheid der tentoonstelling
aldaar, op Zondag 7 Sept., had den vol
genden uitslag
De duiven werden ten 1 uur door het
hoofdbestuur in vrijheid gesteld en wer
den getoond:
2 u. 15 m. 49 sec., duif van den heer
D. Janus, te Bennebroek.
2 u. 17 m. 30 sec., duif van den heer
D. Janus, te Bennebroek.
2 u. 21 m. 15 sec., duif vau den heer
D. Janus, te Benneoroek.
Zoodat de 3 uitgeloofde medailles wer
den behaald door bovengenoemd lid der
postduivenvereniging „de Snelvlieger",
zijnde 1 verg. zilv., 1 zilv. en 1 bronz.
medaille.
De eerste duif werd te Haarlem ge
toond 2 u. 36 m. 18 sec.
Aanstaanden Zondag zullen
de Cricket-clubs „'s-Gravenhaue" en
„Amsterdam" spelen om den beker, uit
geloofd door den heer R. Laming. Deze
beker is reeds twee malen door „'s-Gra-
venhage" gewonnen en zoo zij hem nu
weer wint, wordt de beker het eigen
dom van die gemeente. Deze wedstrijd
wordt op de Jdaliebaao gespeeld en be
looft zeer interressant te worden.
Maandagna raiddag had op
het tentoonstellingsterrein te Dordrecht
een der jeugdigo bezoekers de onvoor
zichtigheid op een der tred-dorschmolens
te klimmen en de rem los te maken,
waarna do molen begon te werken.
Door de beweging viel de knaap
geraakte zoodanig met het rechterbeen
beklemd, dat dit zwaar gekneusd werd
n hij per rijtuig naar huis moest ver-
oerd worden.
De tentoonstelling in het
Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam
heeft Zondag op den sluitingsdag nog een
zeer druk bezoek gehad. Des daags was
bet aantal bezoekers 3464 en des avonds
3181, te zamen 6645 personen. In het
geheel werd de tentoonstelling bezocht
door 109,779 personen.
Een in een gracht te Leid
gevonden kinderlijkje is gebleken te be
hooren aan een student, die het op „sterk
water" had staan. Toen de lauisgenooten
de flesch bij ongeluk gebroken hadden
hadden zij den inhoud in het water
worpen.
Om in aamerking te komen
voor eene uitdeeling van brood, bier,
haring en tabak op den 3en October a. 8,
hebben zich by de commissie te Leiden
aangemeld p. m. 2400 mannen en 2800
vrouwen, te zamen dus omstreeks 5200
personen.
De h o n d e n t e n t o o n 8 t e 11 i n g
te 's-Hage werd Zondag voor den laat-
sten dag buitengewoon druk bezocht. Dit
en het levendige verkeer met Schevenin'
gen op een zomerschen dag als Zondaj
bracht het aantal passagiers met de Rijn-
stoomtram weder tot een hoog cijfer. Er
werden 13.900 personen vervoerd.
Aan het strand te Scheve-
ningen, dicht bij den oever, zag men
Zondag veel bruinvisschen heen en we
der zwemmen. Hunne verschijning doet
zich slechts zeer enkele malen voor in
den zomer bij buitengewoon warm weder,
meestal einde Juli of begin Augustus.
Dit jaar lieten zij zich Zondag voor het
eerst zien.
De zestienjarige dienst-
bode te Rotterdam, verdaeht van eene
poging tot vergiftiging van het kind harer
meesteres met petroleum, is naar de cel
lulaire gevangenis overgebracht. Zij is
dezer dagen met de moeder geconfron
teerd. Het kind leeft nog steeds.
Maandag ontspoorde aan
den Overweg, buurtschap Haart, te
Aalten de trein 8.40 van Winterswijk.
De locomotief zit dwars van den weg
sn het zand; het eerste rijtuig is vooraan
vrij aanmerkelijk beschadigd. Een passa
gier kreeg eenige kwetsuren aan hoofd,
beenen en handen.
Ter voorkoming van verdere onge
lukken werd door den machinist onmid
dellijk het vuur van de machine ge
doofd.
De rails zijn op een afstand van 50
meter verbogen. De machine is van
achter beschadigd.
De vorige week viel in den
circus Carré te Arnhem een vierjarig
kind onder de bezoekers van een der
bovenste rangen door een open gedeelte
van den vloer naar beneden. Aanvanke
lijk hoopten de ouders, dat geen letsel
beteekenis was bekomen, maar het
kind is reeds overleden.
Onder Roon hoeft een jon
gentje van zes jaar een klap van een
paard tegen het hoofd gekregen, waar
door het kind zoo zwaar werd gekwetst,
dat men voor zijn leven vreest.
Door een kooiman te Lit is
dezer dagen op zijue eendenkooi gevan
gen een zwarte ooievaar, welk dier, om
zijne zeldzaamheid, door hem is aange
boden aan de diergaarde te Amsterdam.
Naar men verneemt, moet hy er een
goeden prijs voor gemaakt hebben.
Zaterdag j 1. had de zoon
van den landbouwer G. Streng te Vlist
het ongeluk, dat zijne volgeladen schouw
omsloeg, waardoor hy spoedig naar de
diepte verdween. Op de Vrouwenbrug
stond juist de hoer C. C. Krom van
Rotterdam te visschen. Zoodra dese
zag dat de jongeling te water ging, liep
hij naar de plaats des ongeluks en be
gaf zich te water: spoedig haalde hij
den drenkeling boven, doch deze gaf
teekenen van leven meer. Onmid
dellijk. werd de drenkeling in de ouder
lijke woning gebracht, en de heer Krom
bracht dadelijk de maatregelen in toe
passing, die door de Maatschappij tot
redding van drenkelingen zijn voorge
schreven. Na verloop van bijna ééa uur
had de redder voldoening van zijn ar
beid, daar het leven weder opgewekt
werd. De intusschen geroepen genees
heer dr. Ideoburg vao Haastrecht vond
de behandeling van den heer Krom zoo
uitstekend, dat hij hem onder zijn toe
zicht liet voortgaan.
Dit is reeds de tweede maal, dat de
de heer Krom het geluk heeft, een
drenkeling van den dood te redden.
Op de Friesche lijn te Mep-
pel is Zondagochtend hot verminkte lijk
gevonden van W. Habermeld, geëmplooi-
eerde bij de Expl. Mij. aldaar. Waar
schijnlijk is hij den avond te voren door
een trein overreden. De man laat eene
vrouw en vier kinderen na.
kleine en middelsoort dito 7 k 30 c.
tarbot 7 a f9.50, roggen 0.85 k f 1.20*
alles per etukkleine schol 1 A 2,5o'
scharren f 3 a, 5, kleine tarbot f 5 k 10*
diverse kleine visch f 1 k 2, alles per
mand.
Voor
Maandaj
VISSCHERIJ.
Enk huizen, 7 September. Gedurende
de afgeloopen week werd alhier aange
voerd ruim 13,000 kg. bot, prijs 24 k
25 c. per kg. en 180 manden garnalen,
prijs 70 a 75 c. per mand. Door onze
Noordzeevisschers werd van f 40 tot f 100
per vaartuig besomd.
Niewediep, 8 September. Door o
korders werden heden 105 tongen, 2
mandjes kl. schol en 2 manden schar
aangevoerd tong gold 60 c. per stuk, kl.
schol f 1.50 per mandje en schar f3 per
mand. De duitsche ever H. F. 176 be-
somde aan tong, tarbot en schol f 185,
de kotter H. D. 63, sch. Smit f70.
T e 8 e 1, 7 September. Door de Noord
zeevisschers werd in de afgeloopen week
van 25 tot £110 besomd. Zoowel in zee
langs de kust als in de binnenwateren,
leverde de palingvisschcrij eene matige
vangst op. De paling gold van 20 tot 50 ct.
per K.G. Voor de rookerijen had veel
aanvoer van scharren en poonen plaats.
Scharren golden f 3 a 5 en poonen f 1
a 2 per mand.
Tesssel, 8 September. Door de
Noordzeevisschers van hier zijn in de
afgeloopen week elders ter markt <ge-
bracht: 20,000 tongen, eenige tarbotten,
500 roggen, 350 manden kleine schol,
300 manden scharren, 20 manden kleine
tarbot en 100 manden diverse kleine
visch, De prijzen van een en ander wa
ren als volgtgroote tongen 60 a 85 c.,
Rechtszaken.
de rechtbank te 's-Hage stond
terecht J. M. v. R., oud 17
jaren, volgens zijne opgave bakkersknecht,
beklaagd van brandstichting in den nacht
van 19 op 20 Augustus, op den zolder
van de woning zijns vaders in een hofje
aan de Donkerstaeg te Delft. De be
klaagde bekende dat hij, omdat zyn stief
vader hem op den bewusten dag geen
eten wilde geven, den vloer van den
zolder met petroleum begoten en een
deken met eeu lucifer in brand gestoken
had, terwijl zijn stiefvader en diens huis
houdster benedon sliepen. Hij was daarop,
zonder do andere huisgenooten te waar
schuwen, naar de politie gegaan om van
misdrijf aaDgifte te doen, ten einde in
de gevangenis te komen, zooals hij zeide.
Uit de getugenverklaiïngen bleek, dat
bekl. zich veol aan misbruik vau sterken
drank schuldig maakte. Indien de politie
niet zoo tijdig ter plaatse ware geweest,
zoude de brand zich hebben kannen uit
breiden. De bewoners werden met moeite
door de politie gewekt. Door de huis
houdster vau bekl.'s vader werd mede
gedeeld, dat bekl., onsdat hij niet wilde
werken, gestraft is met onthouding van
warm voedsel, doch dat hij wel brood
heeft gekregen op den bewusten dag.
De subsiituat-officier van justitie, mr.
Pleytevorderdewegens opzettelijke
brandstichtingwaardoor gevaar voor
goederen en voor het leven van personen
kon ontstaan, 18 maanden gevangenis
straf.
De verdedigermr. A. Slotemaker,.
wees op het slechte voorbeeld dat deze
jeugdige bekl. heeft gehad in zijne op
voeders en betoogde, dat hier slechts van
eene poging tot brandstichting
kan zijn, wijl door de politie geen brand,
maar alleen een smeulende deken ge
vonden is, zoodat pleiter op dien grond
tot vrijspraak concludeerde. Voorts be
twijfelde Z.E.G. of de bekl. wel met
oordeel des onderscheids heeft gehandeld,
waarom hij de rechtbank voorstelde, een
nader ondersoek in te stellen omtrent
den toestand van bekl.'s verstandelyke
vermogens. Pleiter wees hierbij op de
door bekl. voor den rechter-oommissaris
afgelegde verklaring, dat hij alleen uit
wraak handelde tegenover zijn stiefvader,,
eene nirt te verwonderen wraakneming
als men nagaat de slechte omgeving,
waarin bekl. verkeerde. Geheel subsidiair
vroeg pleiter het opleggen eener zeer
zachte straf.
Uitspraak
roLitm wKnziuri.
Aan het parade-diner te Gravenstein,.
heeft de duitsche keizer een toost uitge
bracht op de marine, waarbij hij inzon
derheid met lof' sprak over het com
mando van het eskader, over de geoefend
heid der manschappen in het vuren en
over de diensten der torpedovloot. Hij
gaf de overtuiging te kennen, dat de
vloot elke haar opgelegde taak, van
welken ernstigen aard die ook moge
zyn, zal volbrengen tot zijne volle
tevredenheid, t®t welzijn, heil en roein
des vaderlands. De admiraal Von
Goltz betuigde den keizer dank, onder
verzekering dat de marine, wanneer de
keizer haar Doodig zal hebben, steeds
bereid en gereed zal zijn. Hij eindigde
met een uHoch op den keizer, hetwelk
met volle geestdrift werd begroet.
Bij gelegenheid van het Zondag te
Gliicksburg gehouden feestmaal vanwege
de provincie heeft de landdag-maarschalk
een toost op den keizer en de keizerin
uitgebracht, waarin hij den keizer een
steunpilaar van den binnen- en buitenland-
schen vrede noemde. De keizer zeide in
zijne dankbetuiging, dat hij vertrouwde,
het hem gestelde doel te bereiken, wan
neer ieder Duitscher hem steunt in zyne
pogingen om op liet gebied der binnen-
landsche politiek de schaduwen te doen
verdwijnen.
wust, dat die schoone oogen mij van achter de voile aanstaarden
en wij stapten ieder onze coupé binnen.
HOOFDSTUK II.
Drie maanden na het voorgevallene, in het vorige hoofdstuk ver
meld, kwam er te Melbourne een zekere kapitein Turner, die het
bevel voerde over een van de mooiste schepen, die ooit de baai
van Hobson zijn binnengevallen. Ik had hem in jaren niet gezien.
Wij hadden verscheidene jaren geleden kennis met elkaar gemaakt,
toen ik nog schooljongen en hy reeds op een schip was.
Wij waren dadelijk goede vrienden en onafscheidelijk van el
kaar, wanneer zijn schip in d@ haven lag en hij aan land mocht
gaan. Drie keer kwam zijn schip achtereenvolgens ieder jaar de
haven binnenvallen, waar het ongeveer twee maanden bleef lig
gen. Daarna werd hij op een ander schip overgeplaatst als tweede
luitenant, en wij verloren elkaar uit het oog, totdat hij, zooals ik
reeds zeide, terugkeerda als gezagvoerder van een prachtig schip.
Toen ik in de Argus de aankomst las van de Salisburyeen klip
per, een en zestig dagen geleden uit Liverpool vertrokken, kapitein
Thomas M'Mahon Turner, begreep ik oogenblikkelijk dat myn
vriend was teruggekeerd.
Ik ging hem dadelijk opzoeken. Wy waren beiden verrukt
elkaar weer te zien, ofschoon wij natuurlijk van jongens tot ge
baarde mannen waren opgegroeid.
Ik woonde als vrygezol in een aardig, klein huisje, bevattende
vier kamers, en gedurende den tijd, dat zijn schip in de haven
lag, brachten wij onze avonden beurtelings door bij mij aan huis
en op het schip. Hij keerde dus dikwijls met denzelfden trein,
waarmee ik ging, naar de stad terug. Op zekeren morgen zag hy
de bewuste dame op het perron en maakte de opmerking, dat zij
er zoo bekoorlijk uitzag. Wij (en hij vooral als een ware zeeman)
waren gewoon om elka&r opmerkzaam te maken op de gelaats
trekken en de kleeding van de dames, die wij ontmoetten, zoodat
het niets bizonders was, dat de kapitein zijn bewondering over
haar luide te kennen gaf; ik antwoordde hem echter niet, zoodat
hy er niet verder over sprak.
Op zekeren avond, toen Turner en ik, met onze glazen voor
ons, in de kajuit van de Salisbury zaten te rooken, zeide hij tot
mij: „Fowler, gelooft gij, dat er zuivere platonische liefde tusschen
een man en een vrouw kan bestaan?"
„Tusschen een jongen man en een jnnge vrouw bedoelt gij
„Ja."
„Zeker, wanneer zij broeder en zuster zyn."
„En in geen ander geval?"
„Meestal, laat ik zeggen, in negen en negentig van de honderd
gevallen," hernam ik, „zou ik een maa, die nog jong was, niet
willen geiooven, wanneer hij beweerde voor een meisje platonische
liefde te hebben opgevat."
„Maar gy geeft toe, dat het in het honderste geval waar kan
zijn
„Het zou kunnen zijn," antwoordde ik bedaard, en voegde er
toen bij, „indien gij het juist wenscht, wil ik dan toegeven, dat
het in één geval waar kan zijn, maar wat bedoelt gij er eigenlijk
mee ik bemerkte dat hij iets wilde zeggen.
„Welnu David, gij weet dat ik getrouwd ben, nietwaar?"
„Natuurlijk weet ik dat; herinnert gij u niet meer, dat gij
mij het portret van uw vrouw hebt laten zien, en sta mij toe
dat ik het zegeen zeer lief portret."
„Dat is zij ook, oude jongen, en ik heb haar dan ook innig
lief, evenals mijne kinderen, ik heb er drie, heb ik u dat ook
niet verteld?"
„Zeker!"
Wordt verwlgd.)