De psciMeiis van fast Pisrreni.
kleine kinderen achter, terwyl zijne zaak
zeer slecht giug.
Zooals u zooals je weet, betaalde
hij het schoolgeld van zijae kinderen
door my zijne diensten als barbier te
bewijzen.
Hij had juist da eene helft van mijn
gelaat geschorentoen plotseling zijn
gelaat zich afschuwelijk ssacaeutrok, het
scheermes beefde in zijne handen ea
met een zenuwachtige b«weging bracht
bij het ter hoogte van mijn hals. Op dat
oogsnblik was ik werkelijk bang", zaide
de° oude meester, nog bleek door de
herinnering; «ik wilde schreeuwen, de
«kin bleef mij in de keel steken....
Iutusscben scheen Jaqucs tot^zicb zolven
ie komen. Hy verwijderde zich van mij,
wierp zyn scheermes hot venster uit en
vluchtte als een bezetene. Gedurende
twee dagen wist men niet wat er van
hem geworden was.
Ik had zijne kinderen in mijn huis
opgenomen en wij zaten aan tafel, toen
op den avond van den derden dag aan
dc deur werd geklopt. Het was Jacques!
maar in welk eon toestand, groote God
bleek, verwilderd, stervende van honger
en dorst. Het haar om zijne slapen was
wit geworden.
Op het gezicht van zijae kinderen by
mij, begon hij vreeselijk te weeuen en
te kermen, zoodat het akelig was om
aan to hooron, vervolgens bekende hij,
dat hij mij had willen vermoorden. Hij
had geen cent meer in huis; zync klei
nen schreeuwden van honger en bij het
gezicht van het op tafel uitgetelde geld,
werd hij door een duizeling aangegre
pen; het was rood voor zijne oogen ge
worden en hij had stapels goud gezien,
in één woord hij was gek geworden. En
nu vroeg hy my op zijne knieën om
vergiffenis eu wilde zich vervolgens aan
het gerecht overleveren.
Ik stelde hem gerust en troostte hem
zooveel mogelijk. De kleiacjes hingen
hem om syn hals en een hunner maakte
deze opmerking: «Kijk, vader, waarom
heeft u witte haren?"
Men bracht hese naar huis terug. Hy
werd door hevige koortsen aangetast,
maar taen slaagde erin, hem te redden.
Thans gaan zijne zaken goed, hij heeft
drie flinke kinderen, twee jongens achter
de ploeg en uen lief meisje en hij wordt
door iedereen bemind.
«En daarom, mijn jongen," voegde de
oude schoolmeester er aan toe, ditmaal
mot een glimlach, «scheer ik tegenwoor
dig mij zilvei?."
üAAULiiMIKlv HALLETJES,
Een Zaterdagavondpraatje.
LXXXVII.
Alles heeft zoo zijn seizoen. Water
tochtjes in den winter zijn al even
ongerijmd als warme grog in den zomer
en het moet een vervaarlijk excentriek
persoon wezen, die in de lente naar een
kersenboomgaard gaat om te smullen, of
in den herfst madeliefjes wil plukken.
Zoo komen ook tooneel- en operagezel
schappen ons speciaal in het barre jaar
getijde van ons geld afhelpen, terwijl
congressen, kermissen en muziekfeesten
daarvoor het zonnige seizoen te baat
nemen. Kortom, alles kooit op een be
paalden tijd van het jaar behalve
reizigers in wijoen en agenten van
levensverzekering- maatschappijen.
Van don eersten Januari tot den 31sten
December, zwerven zij over bet aard
rijk rond, van groote eu van kleine hui
zen, deftig of armoedig, goed gesalari
eerd of enkel levende van karige provi
sie de een trachtende uw leven te
verzekeren en de ander pogende om uw
leven te veraangenamen. 80 nmigen geven
kranig gesteendrukte kaartjes at aan uwe
dienstbode, ronduit meldende wat zij bij
u komen doenanderen laten alleen hun
naam aan u mededeelen, om u, zoodra
gij hen ontvangt, de noodlottige tijding
mede te deelen, dat zij van dit of dat
franseh huis echte Bardeauxwijn en uiet
minder echte cognac hebben teoffrearen,
in origineele fuBteu. meneer, en van het
beroemde gewas 1866 en 1874, u weet
wel, meneer, toen de oogst zoo overvloe
dig is geweest. Alsof we dat na 24 of
16 jaar nog wisten!
Allerendankbaarat vak, dat van wijn
reiziger! De overtreffende trap is nog
nauwelijks voldoende, om uit te drukken,
hoe ondankbaar dat vak wel is. In ge-
moede, lezer, hebt gij ooit verlangd
naar de komst vaneen reiziger in wijnen?
Naar hem verlaDgd? terwijl gij een
neef hebt, die agent is voor een (na
tuurlijk) allerpuikst huis en minstens
drie goede kennissen, aan wie gij reeds
zoo dikwijls hebt beloofd eens aan hen
te denkeu Naar hem verlangd terwijl
uw tijd zoo beperkt is en gij uit onder
vinding zeker weet, dat hij u minstens
een uur van uwe bezigheden afhoudt?
Naar hem verlangd, terwijl gij zelf weinig
wijn drinkt, noch groote partijen aanricht?
Neen, ik voor mij houd het ervoor, dat de
eenige die vurig en hartgrondig snakt naar
]Jaar het franseh.
Hij heette eigenlijk Eueher Ludger
Wast Pierreux. Hij was een man met
krachtigs gelaatstrekken, gebruinde tint,
hij sprak weinig, maar wat hij zich voor
nam veerde hij uit, hij week niet van
zyn doel. Dien dag had hij in de bos-
schea rondgedoold en gevoelde zieh ver
moeid. Het stof bad zich aan zijn neus
vleugels gehecht en was i« zijn keel
gedrongen. Hij greep zijn veldflesch en
natn een teug. Ernstig en bedroefd zat
hij daar neer. De onvoorzichtige, die hem
in zijne overpeinzingen zou hebben ge
stoord, zou het duur hebben moeten be-
koopen. Intusschen kwaai een jong en
mooi meisje langzaam achter hein aen-
geloopen en als door eene kinderlijke
ingeving krieuwelde zij hem met een
atrochalm in den nek.
Wast Pierreux draaide toornig het
hoofd om, herkende Odette en kwam
aanstonds tot bedaren. Zijn gelaat werd
verhelderd vau vreugde en deze man be
toonde zich haast onderworpen en vrees
achtig tegenover dit kind. Hij sloeg zijn
arm om haar middel en dwong haar
naast hem te gaan zitten. Hij zag haar
lang aan en zeide
«Gij wilt dus niet van mij houden,
Odette
Het jonge meisje hief hot hoofd op.
Wast Pierreux hernam op doffen toon
«Gij houdt wel van hem, hé?"
«Jaloeraoke," antwoordde zij.
Jaloerschdat is waar, ik ben ja-
loerach! jaloersch op dien mooien Oême.
Ik ben jaloersch, want er worden al
eenige haren van mijn hoofd grijs en dat
maakt mij oud.... Ik ben jaloersch! Cóme
is een vlugge jongen, hij danst op den
dorsehvloer bij de verjaardagen, de meis
jes kyken naar hem en jij houdt van
hem, jij viud hem knap, knapper daa
my. Maar zie je, meisje, al ben ik maar
een arme boerenknecht, jou Come is een
bsdelaar en een hongerlijder! Ea toch
wanneer je mij met je groote oogen zoo
aankijk en je rozenmondje tot mij spreekt,
als je me amuseer door den draak met
me te stckeu en als jo het katje uit
hang, dan vergeet ik en ik bemin, ik
bemin, ik bemis je!... Wat nu? je ant
woord me niet, je zwijgt en blijft onver
schillig? Ocb, houd toch niot van dien
Cóme, en als je dat niet doet, dan zal
dat mij een ware vertroosting zyn, want
houd ik niet alleen maar van jou?"
«Ik ben een meisje," zeide Odette, «en
bijgevolg te misleiden, maar wij zyn van
nature coquet en wij willen dat mea ons
verwent. Het is zoo aardig, zoo prettig!
Pierreust, je zoud te vergeefs trachten
de komst vaneen wynreiziger, een schip
breukeling is, die dagen achtereen op
een vlot rondgezworven heeft en nu in
den oceaan sterft van dorst maar dan
nog maar alleen naar hem verlangt, op
voorwaarde dat hy eenige proef flessche»
bij zich heeft, omdat bestellen toch niet
baten zou.
Ik wil hier niet de wel wat kwaad
aardige vraag behandelen, of er niet
aaéer wijn wordt geleverd dan uit drui
ven geperst maar een raadsel is het
mij toch, hoe al die reizigers in wijnen
hun kost, zij het dan ook een kostje,
verdienen. Van de 25 offerten aanvaardt
men er hoogstens een en volgens dien
maatstaf maken de reizigers in wijnen
24 vruchtelooze bezoeken voor elke order
die ze krijgen uitgezonderd natuur
lijk enkele oude huizen, raec oude klan
ten. Maar die, de huizen zoowel als de
klaoteri, zijn zeldzaam. Rekent mon nu
een bezoek op een half uur, dan is een
wijnreiziger 12 uur per dag voor niets
bozig eu aangezien hy des morgens be
zwaarlijk vóór tien uur kan beginnen
en des avonds na acht uur toch ook
moeilijk meer bezoeken kan afleggen,
komt men tot eene voor hem zeer
treurig uitvallende berekening. Daar
uit volgt noodwendig, dat myn maatstaf
van Vs4 niet deugt en dat er derhalve
veel menschen moeten wezen, die meer
wijn drinken dan ik
Indien het voorgaande de reizigers kon
bewegen, mijn naam van het lijstje hunner
bezoeken te schrappen, zgu my dat, ik
beken het ronduit, niet eens de nacht
merrie bezorgen.
Maar wat is het geduld van een rei
ziger in wijnen, vergeleken bij dat van
den agent eener levensverzekering. Hier
strekt de overtreffende trap niet half ver
genoeg. Met welke hinderpalen heeft deze
weldoener der menschheid niet te kam
pen Hij begint met u te herinneren
aan de omstandigheid, dat gy sterfelijk
zijt iets, dat gij waarlijk wel weet,
maar waaraan gij liever niet herinnerd
wordt, althans niet door een wildvreemd®.
Hij moet spreken over uwe financieele
omstandigheden, een allerverdrietigst on
derwerp, om te hooren behandelen door
iemand, die noch van den eeaen, noch van
den anderen kant aan u ook maar in de
verte verwant is. Met een» vriendelijke
welwillendheid wijst hij u op het wen-
schelijke om uw vrouw en kinderen na
uw dood een kapitaaltje na te laten. Gij
wordt wel wat kregel, want kan die
man dan zéo precies nagaan, of gij uw
familie geen voldoend kapitaal zult kunnen
nalaten? Maar gy vergeet, dat de man
mij van de liefde voor Cóme af te bren-
gen."
PierreuK zeide: «Ik wil je hart van
die liefde zuivereD. Ik wil je eens wat
van die Cóme zeggen."
En na een korte stilte ging hij voort
«Kijk! Op je geweten af, kun je
werkelijk liefde gevoelen voor dien jongen
aap, die niet anders doet dan meisjes
naloopen en voor den gek houden; ant
woord mij, mijn liefje, en een kus zal
onze tweedracht bijleggen."
«Ik bemin hem," zeide O lette.
De zon neeg ter kimme, eu wierp een
rossen gloed over de verre wouden. Een
verwijderde klok sloeg en kondigde den
arbeiders bet einde van hun dagtaak aan.
Reeds suisde de avondwind door de top
pen aer boomen en men hoorde het ge
blaat \an kudden schapen in de verte.
De kleuren van het landschap veran
derden allengs en verloren hunne schit
tering.
Plotseling weerklonk een voetstap op
het grintpad. Er verscheen een man, die
met de handen in den zak voortliep en
een liedje floot.
Op hetzelfde oogenblik hadden Pierreux
en Odette Cóme herkend.
Hij kwam naderbij, hij had het paar
gezien en liep op hen toe.
Odette kleurde van genoegen. De blik
vau Wast Pierreux, die dreigend was,
toonde hoezeer hij de nabijheid van dien
man voor hem een lastige omstandig
heid vond.
Plotseling verdween hot dreigende uit
zijn blik en Pierreux zeide tot Cóme:
«Ga zitten we zullen eens samen
praten."
Cóme geraakte eenigszins in de war,
maar voldeed en ging rechts van Odette
zitten.
«Luister eens," zeide Pierreux, «ik
houd van die vrouw en van niemand
anders ter wereld dan van haar, begrijp je,
en als zij «iet de mijne wordt, dan sterf
ik van verdriet. Jij loop andere meisjes
na en ik doe dat niet, ik alleen houd
van Odette. Word niet boos, wanneer ik
je dat zeg, maar laat mij Odette bezit
ten! Wil je dat? Laat mij Odette!
Cóme zat onverschillig aen deuntje te
fluiten. Pierreux zehle tot Odette:
«Je ziet het, ik bemin je. Yoor jou
offer ik alles op. Ik heb nog nooit be
mind. Jij hob mijn hart overwonnen.
Cóme is jong en een losbol. Hij zal je
laten loopen en andere meisjes opzoeken
ea jij zult alleen blijven. Bovendien heb
ik geld en Cóme is arm. Kies!...."
Wast Pierreux wachtte het antwoord
af, in spanning, angstig en gejaagd.
En Odette, het ondeugende stijfkopje,
die gedurende al dien tijd had gemom
peld«Ik bemin Come!" zeide nog
maals:
«Ik bemin Cóme."
die zoo bedaard bij u zit te praten, vooraf
naar uwe omstandigheden heeft geïnfor
meerd bij deze en gene in de plaats
uwer inwoning. En het publiek kent
uwen financieelen toestand zoo goed als
gij zelf', geloof mij 1
Maar terwijl de man daar zoo over-
tuigead zit te redeneeren, kunt gy er
toch niet buiten hem een of ander tegen
te werpen. Hij laat u doodbedaard uit
spreken, kijkt u zelfs aan wanneer gij
zwijgt, om te'zien of er nog iets volgen
zal en begint u daarna te weerleggen,
langzaam en duidelijk, als een onder
wijzer, die voor de duizendste maal eea
zelfde antwoord geeft op een zelfde vraag.
Eu hij heeft gelijk ook maar gij hebt
meer koorden op uw boog, en waagt een
nieuwen aanval.
Nu zal bij dan toch eens geen be
vredigend antwoord kunnen geven. Maar
zie, hij logt. bedaard ziju eene been over
zijn andere en weerlegt uw tegenwerping
met het grootste gemak alsof hy de
vraag beantwoordde, hoeveel tweemaal
twee is en, gij moet het erkennen, ziju
antwoord vernietigt uw bezwaar geheel.
Eeuo derde tegenwerping volgt, een
vierde het wordt nu een kwestie van
eergevoel, een soort van boosaardige lust
om hem in den hoek to drijven, nog ver
scherpt door een blik op de pendule, die
u bewijst, dat gij reeds drie kwartier
met hem hebt zitten praten. Maar steeds
komt het antwoord, flink, toepasselijk, u
niet weer veroorlovend op dat bezwaar
terug te komen. Eindelijk zwijgt gij, hij
ziet u aan,bereid om u met nog meer tegen
werpingen te verpletteren, maar het heeft
nu waarlijk al een vol uur geduurd
«Neem mij niet kwalijk, maar ik moet
aan mijne bezigheden. Ik heb al veel
te lang zitten praten!"
Dat is niet beleefd, maar het is de
spijt van den overwonnene die er uit
spreekt en als edelmoedig overwinnaar
neemt de bezoeker van de manier waarop
hij zij» congé krijgt, geen notitie. Hy
staat op en zegt op denzelfden gelijk-
matigea toon van daareven«En mag ik
u nu niet onder onze leden tellen? Een
kleine polis om mee te beginnen mag ik
u toch wel opmaken
«Werkelyk niet, ik zie er nog geen
heil in, ik heb al zoovele onkosten."
«Maar gene, die u zooveel intrest op
brengen in den vorm van gerustheid
voor u en levensgeluk voor uwe nablij-
venden. Maar denkt u er nog eens over,
ik zal u bier een boekje laten," en met
een vriendelijk gebaar legt hij een dier
welbekende boekjes voor u neer, dat uw
weerstrevende hand niet gretig was om
Eu Cóne zat maar steeds to fluiten.
Pierreux was plotseling opgestaan,
vroeselijk, dreigend en als zoekende wat
hij zou gaan doen. Zijne dwalende strakke
blikken vielen op een zwaren wilg. Hij
rukte er een dikken tak van af, zwaaide
dien in de lucht en deed hem nederdalen
op het hoofd van Odette.
En het lijk ontvluchtend, greep Wast
Pierreux als verbijsterd van schrik, den
arm vau Cóaae en hem medetrekkende,
zeide hij tot hem
«Waarom hield ze van je?"
Cóme antwoordde: «Ik beminde haar
niet."
VARIA,
ZoekVolgens de gomeenterekening
van Leiden over 1889 waren daar
46,328 inwoners en volgens do 10-jarige
volkstelling waren er 43,379; er ziju
dus zoowat 2650 Leidenaars zoekge
raakt.
Middel om geel geworden ivoor weder
geheel wit te maken. Als zoodanig wordt
aanbevolen, het ivoor in oud, met een
beetje vet besmeerd linnen te wikkelen,
het twee of drie uren op eeu niet al te
hoete plaats te laten liggen en het dan
eenigen tijd te kooken in water met
wijnsteen en potaseh in gelijke hoeveel
heden vermengd, of in een loog, waarin
een weinig potaseh is gedaan.
RSAslKTBESICmK.
ahgtkkdam 18 Sept.
Do prijzou dor Aardappelen waron aio volgt:
Fr. Dokk. Jammen f 2.50 a 2.80, id. Saayers
f 1.50 a 1.70, Geld. Blauwe f2.50 a 2.65, dito
Kralen iO.0.Pruis. Hambuigers f4. -
a 4.10, Katwijker Zand i0.-- a Hillegom-
iner Zand f 1.50 a 4.Haarlemmer Zand f 0.-
a 0.—, Andijker Muisjes 0.-- A 0,Zceuw-
6cli Spuiscke Jammen f0.a 0.idem Flak-
keeaclio Jammen f 3.a 3.10, idem Blauwe
[2.40 a 2.50, aliei per Boet.
Leiden, 12 Sept. Aangevoerd 53 partijen
Goadszslie Kaas f 20,a 26, -, Darby 28.a
Leidsche, de 150 kilo f a Edammer K&aa
2e kwal. f0,a 0,
Leiden, 12 Sept. Da aanvoer on prijzen te:
Veemarkt van heden waren als volgt: ö2 Stieren
70 a 258, 180 vette Oasen en Koeien f 145 a
295 of f 0,60 a 0,76 per Kg., 115 Vare id. f98
1244, 82 Graskalveren f 17-a 49, 50 vette id.
f 38 a 80 of f 0,60 a 0,80 per Kg., 20 nuchtere
id. f 9,50 a 18,— 620 vette Schapen f 24a 85,—
ot t 0,50 a 0,60 per Kg., 370 weide do. 16,
a 30,2(J8 Lammeren f 13,a 19, -, 132
magere Varkens f 17 a 41, 288 Biggen f9.75
16,4 Baarden f 32 a 45, 120 Kalf-er.
Melkkoeien f 102 a 290.
Schikdz.1I, 18 Sept. Moutwijn f 10 50, Jenevei
16.Aiast. Proef f 17.25
aan te nemen.
Hij is geen zier minder beleefd dan
toen hij kwam, wanneer hij nu afscheid
van u neemt en naar de deur gaat, maar
één zorg kwelt hem toch, terwijl hij op
het punt is u te verlaten. «Ik mag toen
wel hopen, dat u, wanneer u tot het
sluiten van een verzekering overgaat,
dat zal doen bij onze Maatschappij
«O ja, dat beloof ik u," antwoordt gij
haastig. Hij mocht eens opnieuw begin
nen. En wanneer hij voor het laatst u
goedendag zegt en de straat opgaat, zijn
hoed nauwelijks op het hoofd, dan sluit
gij de deur wat harder dan noodig is.
«Goddank dat hij weg is!"
Maar de agent op straat blijft even
staan en noteert u in zijn boekje. Hij
is zeker van u. Reken er op, dat hy
over eene week terugkomt, en als gij
hem dan niet kunt ontvangen, zegt hij
met eeu ahervriendelijksten glimlach tot
ae m©id, dat by nog wel eons lerug zal
kooien. En dat doet hij ook, ik verzeker
het u totdat.... gij hem niet langer wilt
afwijzen of totdat gij.... tot de conclusie
zijt gekomen, dat het toch eigenlijk niet
kwaad zou wezen, om eens een kleine
polis te nemen.
Merkwaardige menschen, die agenten
van levensverzekeringenZij zijn de
levend© bewijzen, hoe met zachte vol
harding de hoekigste weerstand wordt
overwonnen. Gewapend met een voor
raad geduld, zoo groot als van tien ge
wone menschen, beantwoorden zij dag
ira, dag uit met onverstoorbare kalmte
dezelfde bezwaren, dezelfde t«gonwerpin
gen, waarvan er niet weinigen van kin
derachtiger! aard zijn de moeilijke taak
die zij hebben van eeu wandelende
«memento mori" te zijn voor onbezorgde
meuschenkinderen, vervullen zij met blij
moedigheid.
En wanneer zij zoover hebben ge
kregen, dat gij met aandacht hunne
voorwaarden wilt nalezen, dan wacht
hun gewoonlijk nog een zware taak, die
van u te doen heenstappen over uw
tegenzin voor de voorgeschreven keuring
door den geneesheer. Die tegenzin ont
spruit niet alleen uit zekere mannelijke
preutschheid, maar zij vindt haren oor
sprong vooral in de vage vrees, dat de
dokter, wie weet, de kiemen van de eene
of andere kwaal, waarvan gij zelf tot
nu toe nog geen kannis draagt, by u
zou kunnen vinden. Och, wij menschen
gelijken zooveel op struisvogels, wij ste
ken zoo gaarne den kop in het zand
om den naderenden vijand maar niet
te zien
Maar wanneer dat bezoek bij den
fredikkeurten Her M Her». Kesta
TE HAARLEM.
op ZONDAG 14 Sept. 1890.
Groote Kerk.
Voorm. 10 ure, Hoog.
Nam. 2 ure. Barbas. 10e Zondag.
*8 Avonds G ure, Smeding.
Nieuwe Kerk.
Voormiddag 10 ure, Moeton.
Jam-Kerk.
Voorm. 10 ure, Knottenbelt.
Woensdagavond 7 ure, Snethlage,
Exod. 2 li tv.
liakenesser Kerk
(Voor de Kinderen.)
Voorm. 10 ure, Barbas.
Waahche Kerk.
Voorm. 10 ur«, Bourlier, paar. a. ia Haye
C/iristeitjn Gerejormvtide G-r/ieemo
Gedempte Oude Gracht.
Voorin. 10 ure, 'b Av. 5 ure, Mulder.
Klein Heiligland.
Voorm. 10 ure, 's Avouds 5 ure, Schotel.
Luthersche Kerk.
Voorru. 10 ure, Boolmnn.
Kerk der Vereeniyde Doopsgezinden.
Voorm. 10 ure, Craaiulyk.
Remonstrantsche Kerk.
Voorm. 10 ure, ds. J. 11. Boelie,
pred. te Hilversum.
Kerk der Nroeuergemeeme.
Voorm. 10 ure, Baron vau Doorn.
's Avonds 6 ure, Barou van Doorn.
Noor dekkerk Ridderstraat
Nederd. Geref. Gem. (doloereude).
Voorm. lü ure, 'b Av. 6 ure, ds. J. Langkout.
VVoensdagavoud 8 ure, ds. J. Langhout.
Nederd. Herv. Kerk.
Voorm. 10 ure, J. van Locnen Martinet.
pred. te Sandpoort.
Beverwiffc.
Voorm. 10 ure. J. C. Boon.
Bvaiuj. Luthersche Kerk.
Voorm. 10 ure, K. A. Gonial
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 ure, J. Sepp.
Bloemendaal.
Voorm. 10 ure, J. D. van Arkei.
Nam. 2^ ure, J. D. van Arkel.
KSecmstede.
Voorm. 10 ure, J. Kuylmau.
Mifilegom.
Voorm. 9% ure, M. Bucti.i Feat.
Etoutrijk en Polanen.
Vos m. 10 ure, geen dienst.
Nam. 21 ure, C. van Koetsveld C.Ez.
Sandpoort.
Voorm. 10 ure, geen dienst.
Nam. 2 ure, J van Loenen Martinet.
Sgmarudain.
Voorm. 10 ure, H. J. Bergsma.
Voorbereiding.
IVeSseia.
Voorm. 10 ure, N. de Jonge,
pred. te Brussel.
Doopsbediening.
'sAv. 6% ure, geen dienst.
i&atrB«iw<u>©rÉo
Voorm. 10 ure, O. Sclirieke.
Nam. 2% ure, O. Sckrieke.
Doopsbediening.
dokter achter den rug is en hij u voor
perfect gezond heeft verkiaard en alle
andere formaliteiten zijn afgeloopen, hebt
gij dan niet een verheugd gevoel bij u
Een gevoel van voldoening, dat gij reeds
bij uw leven zorgt voor de toekomst
van uw gezin En zal het straks geen
vriendelijke groet wezen, dien gij toe
zendt aan don agent der levensverzeke
ring, wanneer hy u op straat passeert
Eu welbeschouwd is dan de agent
der levensverzekering niet een weldoe
ner voor de menschheid? Ik weet wel
dat hij niet uit pbilantropie, maar voor
zijn brood, zijn vak beoefentmaar zou
niet menigeen, wanneer hij in tijden van
ziekte en doodsgevaar, de overtuiging
heeft dat wat er ook gebeure, zijne
dierbaren voor geen broodsgebrek heb
ben to vreezen erkentelijkheid gevoelen
yoor den man, die indertijd zijne bezwa
ren en tegenwerpingen met zooveel
geduld heelt uit una weg geiuimd, en
die toch eigenlijk daardoor de aanlei
ding is, dat de zieke zonder knagend
zelt'verwyt en met kalmte afwacht de
dingen, die kunntn gebeuren?
Daar ligt jui&t het verschil tusschen een
wijnreiziger en een agent in levensver
zekeringen. De eeiste heett voor, dat hij
zijnen klanten zelf genot schenkt, terwijl
de tweede hunne nabestaanden het leven
veraangenaamt en vergemakkelijkt. Maar
wijn drinken is een prettig iets en
niemand zal het edele druivensap ver
smaden, maar men kan er buiten
beter dan buiten een» levensverzekering,
welke alleen onnoodig mag heeten voor
menschen, die zóóveel bezitten, dat hunne
nablijvende» genoeg overhouden om van
to leven. Maar dezen vormen slachts een
kleine groep.
Daarom zou ik, moest ik een loop
baan kiezen, liever den dood dan het
leven der menschen willen v»rzoeten
al heb ik, hoeren wijnreizigers, groet
respect voor de volharding, waarmede
gy uwe zaken tracht te doen. In ieder
geval, al drink ik geen wijn, ik zou
nimmer u onbeleefd willen behandelen
of barsch afschepeu, want wie voor zijn
brood werkt, heeft aanspraak op elks
achting, al noodzaakt zyn vak hem wel
eens, u te storen als gij juist niet ge
stoord wildet wezen.
En met deze philippica aan het adres
van brombeeren ea lastige lui schei ik
voor ditmaal uit
FIDELIO.