De psciMeiis van fast Pisrreni. kleine kinderen achter, terwyl zijne zaak zeer slecht giug. Zooals u zooals je weet, betaalde hij het schoolgeld van zijae kinderen door my zijne diensten als barbier te bewijzen. Hij had juist da eene helft van mijn gelaat geschorentoen plotseling zijn gelaat zich afschuwelijk ssacaeutrok, het scheermes beefde in zijne handen ea met een zenuwachtige b«weging bracht bij het ter hoogte van mijn hals. Op dat oogsnblik was ik werkelijk bang", zaide de° oude meester, nog bleek door de herinnering; «ik wilde schreeuwen, de «kin bleef mij in de keel steken.... Iutusscben scheen Jaqucs tot^zicb zolven ie komen. Hy verwijderde zich van mij, wierp zyn scheermes hot venster uit en vluchtte als een bezetene. Gedurende twee dagen wist men niet wat er van hem geworden was. Ik had zijne kinderen in mijn huis opgenomen en wij zaten aan tafel, toen op den avond van den derden dag aan dc deur werd geklopt. Het was Jacques! maar in welk eon toestand, groote God bleek, verwilderd, stervende van honger en dorst. Het haar om zijne slapen was wit geworden. Op het gezicht van zijae kinderen by mij, begon hij vreeselijk te weeuen en te kermen, zoodat het akelig was om aan to hooron, vervolgens bekende hij, dat hij mij had willen vermoorden. Hij had geen cent meer in huis; zync klei nen schreeuwden van honger en bij het gezicht van het op tafel uitgetelde geld, werd hij door een duizeling aangegre pen; het was rood voor zijne oogen ge worden en hij had stapels goud gezien, in één woord hij was gek geworden. En nu vroeg hy my op zijne knieën om vergiffenis eu wilde zich vervolgens aan het gerecht overleveren. Ik stelde hem gerust en troostte hem zooveel mogelijk. De kleiacjes hingen hem om syn hals en een hunner maakte deze opmerking: «Kijk, vader, waarom heeft u witte haren?" Men bracht hese naar huis terug. Hy werd door hevige koortsen aangetast, maar taen slaagde erin, hem te redden. Thans gaan zijne zaken goed, hij heeft drie flinke kinderen, twee jongens achter de ploeg en uen lief meisje en hij wordt door iedereen bemind. «En daarom, mijn jongen," voegde de oude schoolmeester er aan toe, ditmaal mot een glimlach, «scheer ik tegenwoor dig mij zilvei?." üAAULiiMIKlv HALLETJES, Een Zaterdagavondpraatje. LXXXVII. Alles heeft zoo zijn seizoen. Water tochtjes in den winter zijn al even ongerijmd als warme grog in den zomer en het moet een vervaarlijk excentriek persoon wezen, die in de lente naar een kersenboomgaard gaat om te smullen, of in den herfst madeliefjes wil plukken. Zoo komen ook tooneel- en operagezel schappen ons speciaal in het barre jaar getijde van ons geld afhelpen, terwijl congressen, kermissen en muziekfeesten daarvoor het zonnige seizoen te baat nemen. Kortom, alles kooit op een be paalden tijd van het jaar behalve reizigers in wijoen en agenten van levensverzekering- maatschappijen. Van don eersten Januari tot den 31sten December, zwerven zij over bet aard rijk rond, van groote eu van kleine hui zen, deftig of armoedig, goed gesalari eerd of enkel levende van karige provi sie de een trachtende uw leven te verzekeren en de ander pogende om uw leven te veraangenamen. 80 nmigen geven kranig gesteendrukte kaartjes at aan uwe dienstbode, ronduit meldende wat zij bij u komen doenanderen laten alleen hun naam aan u mededeelen, om u, zoodra gij hen ontvangt, de noodlottige tijding mede te deelen, dat zij van dit of dat franseh huis echte Bardeauxwijn en uiet minder echte cognac hebben teoffrearen, in origineele fuBteu. meneer, en van het beroemde gewas 1866 en 1874, u weet wel, meneer, toen de oogst zoo overvloe dig is geweest. Alsof we dat na 24 of 16 jaar nog wisten! Allerendankbaarat vak, dat van wijn reiziger! De overtreffende trap is nog nauwelijks voldoende, om uit te drukken, hoe ondankbaar dat vak wel is. In ge- moede, lezer, hebt gij ooit verlangd naar de komst vaneen reiziger in wijnen? Naar hem verlaDgd? terwijl gij een neef hebt, die agent is voor een (na tuurlijk) allerpuikst huis en minstens drie goede kennissen, aan wie gij reeds zoo dikwijls hebt beloofd eens aan hen te denkeu Naar hem verlangd terwijl uw tijd zoo beperkt is en gij uit onder vinding zeker weet, dat hij u minstens een uur van uwe bezigheden afhoudt? Naar hem verlangd, terwijl gij zelf weinig wijn drinkt, noch groote partijen aanricht? Neen, ik voor mij houd het ervoor, dat de eenige die vurig en hartgrondig snakt naar ]Jaar het franseh. Hij heette eigenlijk Eueher Ludger Wast Pierreux. Hij was een man met krachtigs gelaatstrekken, gebruinde tint, hij sprak weinig, maar wat hij zich voor nam veerde hij uit, hij week niet van zyn doel. Dien dag had hij in de bos- schea rondgedoold en gevoelde zieh ver moeid. Het stof bad zich aan zijn neus vleugels gehecht en was i« zijn keel gedrongen. Hij greep zijn veldflesch en natn een teug. Ernstig en bedroefd zat hij daar neer. De onvoorzichtige, die hem in zijne overpeinzingen zou hebben ge stoord, zou het duur hebben moeten be- koopen. Intusschen kwaai een jong en mooi meisje langzaam achter hein aen- geloopen en als door eene kinderlijke ingeving krieuwelde zij hem met een atrochalm in den nek. Wast Pierreux draaide toornig het hoofd om, herkende Odette en kwam aanstonds tot bedaren. Zijn gelaat werd verhelderd vau vreugde en deze man be toonde zich haast onderworpen en vrees achtig tegenover dit kind. Hij sloeg zijn arm om haar middel en dwong haar naast hem te gaan zitten. Hij zag haar lang aan en zeide «Gij wilt dus niet van mij houden, Odette Het jonge meisje hief hot hoofd op. Wast Pierreux hernam op doffen toon «Gij houdt wel van hem, hé?" «Jaloeraoke," antwoordde zij. Jaloerschdat is waar, ik ben ja- loerach! jaloersch op dien mooien Oême. Ik ben jaloersch, want er worden al eenige haren van mijn hoofd grijs en dat maakt mij oud.... Ik ben jaloersch! Cóme is een vlugge jongen, hij danst op den dorsehvloer bij de verjaardagen, de meis jes kyken naar hem en jij houdt van hem, jij viud hem knap, knapper daa my. Maar zie je, meisje, al ben ik maar een arme boerenknecht, jou Come is een bsdelaar en een hongerlijder! Ea toch wanneer je mij met je groote oogen zoo aankijk en je rozenmondje tot mij spreekt, als je me amuseer door den draak met me te stckeu en als jo het katje uit hang, dan vergeet ik en ik bemin, ik bemin, ik bemis je!... Wat nu? je ant woord me niet, je zwijgt en blijft onver schillig? Ocb, houd toch niot van dien Cóme, en als je dat niet doet, dan zal dat mij een ware vertroosting zyn, want houd ik niet alleen maar van jou?" «Ik ben een meisje," zeide Odette, «en bijgevolg te misleiden, maar wij zyn van nature coquet en wij willen dat mea ons verwent. Het is zoo aardig, zoo prettig! Pierreust, je zoud te vergeefs trachten de komst vaneen wynreiziger, een schip breukeling is, die dagen achtereen op een vlot rondgezworven heeft en nu in den oceaan sterft van dorst maar dan nog maar alleen naar hem verlangt, op voorwaarde dat hy eenige proef flessche» bij zich heeft, omdat bestellen toch niet baten zou. Ik wil hier niet de wel wat kwaad aardige vraag behandelen, of er niet aaéer wijn wordt geleverd dan uit drui ven geperst maar een raadsel is het mij toch, hoe al die reizigers in wijnen hun kost, zij het dan ook een kostje, verdienen. Van de 25 offerten aanvaardt men er hoogstens een en volgens dien maatstaf maken de reizigers in wijnen 24 vruchtelooze bezoeken voor elke order die ze krijgen uitgezonderd natuur lijk enkele oude huizen, raec oude klan ten. Maar die, de huizen zoowel als de klaoteri, zijn zeldzaam. Rekent mon nu een bezoek op een half uur, dan is een wijnreiziger 12 uur per dag voor niets bozig eu aangezien hy des morgens be zwaarlijk vóór tien uur kan beginnen en des avonds na acht uur toch ook moeilijk meer bezoeken kan afleggen, komt men tot eene voor hem zeer treurig uitvallende berekening. Daar uit volgt noodwendig, dat myn maatstaf van Vs4 niet deugt en dat er derhalve veel menschen moeten wezen, die meer wijn drinken dan ik Indien het voorgaande de reizigers kon bewegen, mijn naam van het lijstje hunner bezoeken te schrappen, zgu my dat, ik beken het ronduit, niet eens de nacht merrie bezorgen. Maar wat is het geduld van een rei ziger in wijnen, vergeleken bij dat van den agent eener levensverzekering. Hier strekt de overtreffende trap niet half ver genoeg. Met welke hinderpalen heeft deze weldoener der menschheid niet te kam pen Hij begint met u te herinneren aan de omstandigheid, dat gy sterfelijk zijt iets, dat gij waarlijk wel weet, maar waaraan gij liever niet herinnerd wordt, althans niet door een wildvreemd®. Hij moet spreken over uwe financieele omstandigheden, een allerverdrietigst on derwerp, om te hooren behandelen door iemand, die noch van den eeaen, noch van den anderen kant aan u ook maar in de verte verwant is. Met een» vriendelijke welwillendheid wijst hij u op het wen- schelijke om uw vrouw en kinderen na uw dood een kapitaaltje na te laten. Gij wordt wel wat kregel, want kan die man dan zéo precies nagaan, of gij uw familie geen voldoend kapitaal zult kunnen nalaten? Maar gy vergeet, dat de man mij van de liefde voor Cóme af te bren- gen." PierreuK zeide: «Ik wil je hart van die liefde zuivereD. Ik wil je eens wat van die Cóme zeggen." En na een korte stilte ging hij voort «Kijk! Op je geweten af, kun je werkelijk liefde gevoelen voor dien jongen aap, die niet anders doet dan meisjes naloopen en voor den gek houden; ant woord mij, mijn liefje, en een kus zal onze tweedracht bijleggen." «Ik bemin hem," zeide O lette. De zon neeg ter kimme, eu wierp een rossen gloed over de verre wouden. Een verwijderde klok sloeg en kondigde den arbeiders bet einde van hun dagtaak aan. Reeds suisde de avondwind door de top pen aer boomen en men hoorde het ge blaat \an kudden schapen in de verte. De kleuren van het landschap veran derden allengs en verloren hunne schit tering. Plotseling weerklonk een voetstap op het grintpad. Er verscheen een man, die met de handen in den zak voortliep en een liedje floot. Op hetzelfde oogenblik hadden Pierreux en Odette Cóme herkend. Hij kwam naderbij, hij had het paar gezien en liep op hen toe. Odette kleurde van genoegen. De blik vau Wast Pierreux, die dreigend was, toonde hoezeer hij de nabijheid van dien man voor hem een lastige omstandig heid vond. Plotseling verdween hot dreigende uit zijn blik en Pierreux zeide tot Cóme: «Ga zitten we zullen eens samen praten." Cóme geraakte eenigszins in de war, maar voldeed en ging rechts van Odette zitten. «Luister eens," zeide Pierreux, «ik houd van die vrouw en van niemand anders ter wereld dan van haar, begrijp je, en als zij «iet de mijne wordt, dan sterf ik van verdriet. Jij loop andere meisjes na en ik doe dat niet, ik alleen houd van Odette. Word niet boos, wanneer ik je dat zeg, maar laat mij Odette bezit ten! Wil je dat? Laat mij Odette! Cóme zat onverschillig aen deuntje te fluiten. Pierreux zehle tot Odette: «Je ziet het, ik bemin je. Yoor jou offer ik alles op. Ik heb nog nooit be mind. Jij hob mijn hart overwonnen. Cóme is jong en een losbol. Hij zal je laten loopen en andere meisjes opzoeken ea jij zult alleen blijven. Bovendien heb ik geld en Cóme is arm. Kies!...." Wast Pierreux wachtte het antwoord af, in spanning, angstig en gejaagd. En Odette, het ondeugende stijfkopje, die gedurende al dien tijd had gemom peld«Ik bemin Come!" zeide nog maals: «Ik bemin Cóme." die zoo bedaard bij u zit te praten, vooraf naar uwe omstandigheden heeft geïnfor meerd bij deze en gene in de plaats uwer inwoning. En het publiek kent uwen financieelen toestand zoo goed als gij zelf', geloof mij 1 Maar terwijl de man daar zoo over- tuigead zit te redeneeren, kunt gy er toch niet buiten hem een of ander tegen te werpen. Hij laat u doodbedaard uit spreken, kijkt u zelfs aan wanneer gij zwijgt, om te'zien of er nog iets volgen zal en begint u daarna te weerleggen, langzaam en duidelijk, als een onder wijzer, die voor de duizendste maal eea zelfde antwoord geeft op een zelfde vraag. Eu hij heeft gelijk ook maar gij hebt meer koorden op uw boog, en waagt een nieuwen aanval. Nu zal bij dan toch eens geen be vredigend antwoord kunnen geven. Maar zie, hij logt. bedaard ziju eene been over zijn andere en weerlegt uw tegenwerping met het grootste gemak alsof hy de vraag beantwoordde, hoeveel tweemaal twee is en, gij moet het erkennen, ziju antwoord vernietigt uw bezwaar geheel. Eeuo derde tegenwerping volgt, een vierde het wordt nu een kwestie van eergevoel, een soort van boosaardige lust om hem in den hoek to drijven, nog ver scherpt door een blik op de pendule, die u bewijst, dat gij reeds drie kwartier met hem hebt zitten praten. Maar steeds komt het antwoord, flink, toepasselijk, u niet weer veroorlovend op dat bezwaar terug te komen. Eindelijk zwijgt gij, hij ziet u aan,bereid om u met nog meer tegen werpingen te verpletteren, maar het heeft nu waarlijk al een vol uur geduurd «Neem mij niet kwalijk, maar ik moet aan mijne bezigheden. Ik heb al veel te lang zitten praten!" Dat is niet beleefd, maar het is de spijt van den overwonnene die er uit spreekt en als edelmoedig overwinnaar neemt de bezoeker van de manier waarop hij zij» congé krijgt, geen notitie. Hy staat op en zegt op denzelfden gelijk- matigea toon van daareven«En mag ik u nu niet onder onze leden tellen? Een kleine polis om mee te beginnen mag ik u toch wel opmaken «Werkelyk niet, ik zie er nog geen heil in, ik heb al zoovele onkosten." «Maar gene, die u zooveel intrest op brengen in den vorm van gerustheid voor u en levensgeluk voor uwe nablij- venden. Maar denkt u er nog eens over, ik zal u bier een boekje laten," en met een vriendelijk gebaar legt hij een dier welbekende boekjes voor u neer, dat uw weerstrevende hand niet gretig was om Eu Cóne zat maar steeds to fluiten. Pierreux was plotseling opgestaan, vroeselijk, dreigend en als zoekende wat hij zou gaan doen. Zijne dwalende strakke blikken vielen op een zwaren wilg. Hij rukte er een dikken tak van af, zwaaide dien in de lucht en deed hem nederdalen op het hoofd van Odette. En het lijk ontvluchtend, greep Wast Pierreux als verbijsterd van schrik, den arm vau Cóaae en hem medetrekkende, zeide hij tot hem «Waarom hield ze van je?" Cóme antwoordde: «Ik beminde haar niet." VARIA, ZoekVolgens de gomeenterekening van Leiden over 1889 waren daar 46,328 inwoners en volgens do 10-jarige volkstelling waren er 43,379; er ziju dus zoowat 2650 Leidenaars zoekge raakt. Middel om geel geworden ivoor weder geheel wit te maken. Als zoodanig wordt aanbevolen, het ivoor in oud, met een beetje vet besmeerd linnen te wikkelen, het twee of drie uren op eeu niet al te hoete plaats te laten liggen en het dan eenigen tijd te kooken in water met wijnsteen en potaseh in gelijke hoeveel heden vermengd, of in een loog, waarin een weinig potaseh is gedaan. RSAslKTBESICmK. ahgtkkdam 18 Sept. Do prijzou dor Aardappelen waron aio volgt: Fr. Dokk. Jammen f 2.50 a 2.80, id. Saayers f 1.50 a 1.70, Geld. Blauwe f2.50 a 2.65, dito Kralen iO.0.Pruis. Hambuigers f4. - a 4.10, Katwijker Zand i0.-- a Hillegom- iner Zand f 1.50 a 4.Haarlemmer Zand f 0.- a 0.—, Andijker Muisjes 0.-- A 0,Zceuw- 6cli Spuiscke Jammen f0.a 0.idem Flak- keeaclio Jammen f 3.a 3.10, idem Blauwe [2.40 a 2.50, aliei per Boet. Leiden, 12 Sept. Aangevoerd 53 partijen Goadszslie Kaas f 20,a 26, -, Darby 28.a Leidsche, de 150 kilo f a Edammer K&aa 2e kwal. f0,a 0, Leiden, 12 Sept. Da aanvoer on prijzen te: Veemarkt van heden waren als volgt: ö2 Stieren 70 a 258, 180 vette Oasen en Koeien f 145 a 295 of f 0,60 a 0,76 per Kg., 115 Vare id. f98 1244, 82 Graskalveren f 17-a 49, 50 vette id. f 38 a 80 of f 0,60 a 0,80 per Kg., 20 nuchtere id. f 9,50 a 18,— 620 vette Schapen f 24a 85,— ot t 0,50 a 0,60 per Kg., 370 weide do. 16, a 30,2(J8 Lammeren f 13,a 19, -, 132 magere Varkens f 17 a 41, 288 Biggen f9.75 16,4 Baarden f 32 a 45, 120 Kalf-er. Melkkoeien f 102 a 290. Schikdz.1I, 18 Sept. Moutwijn f 10 50, Jenevei 16.Aiast. Proef f 17.25 aan te nemen. Hij is geen zier minder beleefd dan toen hij kwam, wanneer hij nu afscheid van u neemt en naar de deur gaat, maar één zorg kwelt hem toch, terwijl hij op het punt is u te verlaten. «Ik mag toen wel hopen, dat u, wanneer u tot het sluiten van een verzekering overgaat, dat zal doen bij onze Maatschappij «O ja, dat beloof ik u," antwoordt gij haastig. Hij mocht eens opnieuw begin nen. En wanneer hij voor het laatst u goedendag zegt en de straat opgaat, zijn hoed nauwelijks op het hoofd, dan sluit gij de deur wat harder dan noodig is. «Goddank dat hij weg is!" Maar de agent op straat blijft even staan en noteert u in zijn boekje. Hij is zeker van u. Reken er op, dat hy over eene week terugkomt, en als gij hem dan niet kunt ontvangen, zegt hij met eeu ahervriendelijksten glimlach tot ae m©id, dat by nog wel eons lerug zal kooien. En dat doet hij ook, ik verzeker het u totdat.... gij hem niet langer wilt afwijzen of totdat gij.... tot de conclusie zijt gekomen, dat het toch eigenlijk niet kwaad zou wezen, om eens een kleine polis te nemen. Merkwaardige menschen, die agenten van levensverzekeringenZij zijn de levend© bewijzen, hoe met zachte vol harding de hoekigste weerstand wordt overwonnen. Gewapend met een voor raad geduld, zoo groot als van tien ge wone menschen, beantwoorden zij dag ira, dag uit met onverstoorbare kalmte dezelfde bezwaren, dezelfde t«gonwerpin gen, waarvan er niet weinigen van kin derachtiger! aard zijn de moeilijke taak die zij hebben van eeu wandelende «memento mori" te zijn voor onbezorgde meuschenkinderen, vervullen zij met blij moedigheid. En wanneer zij zoover hebben ge kregen, dat gij met aandacht hunne voorwaarden wilt nalezen, dan wacht hun gewoonlijk nog een zware taak, die van u te doen heenstappen over uw tegenzin voor de voorgeschreven keuring door den geneesheer. Die tegenzin ont spruit niet alleen uit zekere mannelijke preutschheid, maar zij vindt haren oor sprong vooral in de vage vrees, dat de dokter, wie weet, de kiemen van de eene of andere kwaal, waarvan gij zelf tot nu toe nog geen kannis draagt, by u zou kunnen vinden. Och, wij menschen gelijken zooveel op struisvogels, wij ste ken zoo gaarne den kop in het zand om den naderenden vijand maar niet te zien Maar wanneer dat bezoek bij den fredikkeurten Her M Her». Kesta TE HAARLEM. op ZONDAG 14 Sept. 1890. Groote Kerk. Voorm. 10 ure, Hoog. Nam. 2 ure. Barbas. 10e Zondag. *8 Avonds G ure, Smeding. Nieuwe Kerk. Voormiddag 10 ure, Moeton. Jam-Kerk. Voorm. 10 ure, Knottenbelt. Woensdagavond 7 ure, Snethlage, Exod. 2 li tv. liakenesser Kerk (Voor de Kinderen.) Voorm. 10 ure, Barbas. Waahche Kerk. Voorm. 10 ur«, Bourlier, paar. a. ia Haye C/iristeitjn Gerejormvtide G-r/ieemo Gedempte Oude Gracht. Voorin. 10 ure, 'b Av. 5 ure, Mulder. Klein Heiligland. Voorm. 10 ure, 's Avouds 5 ure, Schotel. Luthersche Kerk. Voorru. 10 ure, Boolmnn. Kerk der Vereeniyde Doopsgezinden. Voorm. 10 ure, Craaiulyk. Remonstrantsche Kerk. Voorm. 10 ure, ds. J. 11. Boelie, pred. te Hilversum. Kerk der Nroeuergemeeme. Voorm. 10 ure, Baron vau Doorn. 's Avonds 6 ure, Barou van Doorn. Noor dekkerk Ridderstraat Nederd. Geref. Gem. (doloereude). Voorm. lü ure, 'b Av. 6 ure, ds. J. Langkout. VVoensdagavoud 8 ure, ds. J. Langhout. Nederd. Herv. Kerk. Voorm. 10 ure, J. van Locnen Martinet. pred. te Sandpoort. Beverwiffc. Voorm. 10 ure. J. C. Boon. Bvaiuj. Luthersche Kerk. Voorm. 10 ure, K. A. Gonial Doopsgezinde Kerk. Voorm. 10 ure, J. Sepp. Bloemendaal. Voorm. 10 ure, J. D. van Arkei. Nam. 2^ ure, J. D. van Arkel. KSecmstede. Voorm. 10 ure, J. Kuylmau. Mifilegom. Voorm. 9% ure, M. Bucti.i Feat. Etoutrijk en Polanen. Vos m. 10 ure, geen dienst. Nam. 21 ure, C. van Koetsveld C.Ez. Sandpoort. Voorm. 10 ure, geen dienst. Nam. 2 ure, J van Loenen Martinet. Sgmarudain. Voorm. 10 ure, H. J. Bergsma. Voorbereiding. IVeSseia. Voorm. 10 ure, N. de Jonge, pred. te Brussel. Doopsbediening. 'sAv. 6% ure, geen dienst. i&atrB«iw<u>©rÉo Voorm. 10 ure, O. Sclirieke. Nam. 2% ure, O. Sckrieke. Doopsbediening. dokter achter den rug is en hij u voor perfect gezond heeft verkiaard en alle andere formaliteiten zijn afgeloopen, hebt gij dan niet een verheugd gevoel bij u Een gevoel van voldoening, dat gij reeds bij uw leven zorgt voor de toekomst van uw gezin En zal het straks geen vriendelijke groet wezen, dien gij toe zendt aan don agent der levensverzeke ring, wanneer hy u op straat passeert Eu welbeschouwd is dan de agent der levensverzekering niet een weldoe ner voor de menschheid? Ik weet wel dat hij niet uit pbilantropie, maar voor zijn brood, zijn vak beoefentmaar zou niet menigeen, wanneer hij in tijden van ziekte en doodsgevaar, de overtuiging heeft dat wat er ook gebeure, zijne dierbaren voor geen broodsgebrek heb ben to vreezen erkentelijkheid gevoelen yoor den man, die indertijd zijne bezwa ren en tegenwerpingen met zooveel geduld heelt uit una weg geiuimd, en die toch eigenlijk daardoor de aanlei ding is, dat de zieke zonder knagend zelt'verwyt en met kalmte afwacht de dingen, die kunntn gebeuren? Daar ligt jui&t het verschil tusschen een wijnreiziger en een agent in levensver zekeringen. De eeiste heett voor, dat hij zijnen klanten zelf genot schenkt, terwijl de tweede hunne nabestaanden het leven veraangenaamt en vergemakkelijkt. Maar wijn drinken is een prettig iets en niemand zal het edele druivensap ver smaden, maar men kan er buiten beter dan buiten een» levensverzekering, welke alleen onnoodig mag heeten voor menschen, die zóóveel bezitten, dat hunne nablijvende» genoeg overhouden om van to leven. Maar dezen vormen slachts een kleine groep. Daarom zou ik, moest ik een loop baan kiezen, liever den dood dan het leven der menschen willen v»rzoeten al heb ik, hoeren wijnreizigers, groet respect voor de volharding, waarmede gy uwe zaken tracht te doen. In ieder geval, al drink ik geen wijn, ik zou nimmer u onbeleefd willen behandelen of barsch afschepeu, want wie voor zijn brood werkt, heeft aanspraak op elks achting, al noodzaakt zyn vak hem wel eens, u te storen als gij juist niet ge stoord wildet wezen. En met deze philippica aan het adres van brombeeren ea lastige lui schei ik voor ditmaal uit FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 7