sein het doi'p binnen te trekken. Tegen den avond vertoonden de rijksveldwachters zich in de straten van Wassenaar, waar zich wel meer men sehen dan gewoonlijk op de openbare wegen bewogen en men hier ©n daar wel troepjes pratende personen zag staan, doch waarbij het bleef. Ook hoorde men in de verte een paar schoten vallen welke echter niets bizon- ders schenen te beteekenenalthans in bedoelde richting was geen onraad te bespeuren. Toch viel vrij duidelijk uit de ge sprekken op te maken, dat de gemoede ren nog allesbehalve tot kalmte zijn Men acht den termijn van 1 Decem ber a. s., tegen welken de gemeente opzichter Dinsdagnamiddag door den Raad zijn eervol ontslag heeft gekregen, veel te lang, en gelooft niet dat hij het in de gemeente nog tot dien tijd zal kunnen uithouden. Het grootste gedeelte der gemeente naren is sedert zijn tweede huwelijk met eene haagsche kamenier, die bij een© adellijke familie in betrekking was, welk huwelijk in de geheele historie eene hoofdrol speelde, tegen hem kant; alsmede tegen hen, die hem op bizondere wijze in bescherming namen In den toestand van den door den gemeenteveldwachter Zwartbol ernstig gewonden 24-jarigen jongeling M. Oos terveen ia gelukkig eenige verbetering te bespeuren, ten minste de dokter, on der wiens behandeling hij is, meende weer eenige hoop te kunnen geven. De gekwotste bracht heden (Woensdag) een rustigen nacht door. Zonder van hunne geladen revolvers of andere wapenen gebruik te hebben behoeven te maken, konden de rijksveld wachters tegen middernacht weer naar Den Haag terugkeeren. De orde werd in het geheel nieo verstoord." Te Alkemade is een 4-jarig zoontje van een werkman te water ge raakt en verdronken. Te Bennekom is een jongentje van gelijken leeftijd, van een landbouwer levenloos opgehaald uit een zinkput, waarin hij spelende was gevallen. Terwijl bij gelegenheid dor kermis te Groessen Maandag op eene bovenzaal druk werd gedanst, had iemand het ongeluk tegen eene petroleumlamp te stooten, die in het midden der zaal hing. De lamp sprong met een vreese- lijken slag uiteen en dit veroorzaakte een begin van brand. Een der bezoe kers schopte de brandende lamp van de trap, zoodat toen ook de uitgan. versperd was. De paniek, die daardoor onder de talrijke bezoekers ontstond, was zeer groot, zoodat velen onder den voet geraakten, vele anderen uit het raam sprongen en dus velen zich be zeerden, gelukkig echter slechts één ern stig. Het ongeluk is dus betrekkelijk nog goed afgeloopen. Zondagavond wachtte een elftal boerenjongens nabij een boschwe« te Ermelo de onderwijzeres der openbare school aldaar, mej. F. M., op, die met haar aansLaande dien weg moest passee- ren om naar haar woning te gaan. Toen die jongens hen zagen, eischten zij, dat de joDge man, zekere K. uit Harderwijk, zou terugkeeren en dat aan hen werd overgelaten om het meisje verder te be geleiden. Daar aan dit verlangen geen gevolg werd gegeven, hebben die helden de beide jongelieden mishandeld. Naar wij ver nemen, zijn de daders door de politie opgespoord. Vad der vorige 25 jare.x. Alle loggers en bomschuiten te zarnen brachten 444,000 ton pekelharing en bovendien ruim 50 millioen stuks aan om tot bokking te worden gerookt. Aldus zijn in 1889 ruim 376 millioen haringen door de neder- landsche nijverheid uit de Noordzee ver kregen. Verblijdend is het ook, dat, terwijl de uitvoer van schotscha haring sedert 1884 met 35 pet. afnam, die van Neder- landsche met 60 pet. vermeerderde. Niet alleen naar Midden- en Zuid-, maar ook naar Noord-Duitschland werd veel ver zonden, o. a. het vroeger ongekende cijfer van 78,774 ton voor Hamburg be reikt. Daarentegen gaan de beug- en schrobnetvïsscherij en de kustvisscherij zeer achteruit, niettegenstaande de ver bazend hooge prijzen, en wel omdat de vangst steeds schaarscher wordt. Even als op de engelsche en schotsche kusten vermindert ©ok op de onze de productie van de edelste vischsoorton, van tong en tarbot vooral, op sterk in 't oog loopende wijze. Alleen oen ongewoon groote hoe veelheid kleine schol gaf in 1889 een tegemoetkoming. De Zuiderzeevangst was overigens verre van schitterend. De ansjovis-vis- scherij, anders de voordeeligste, mislukte getieelharing bleef beneden het middel matige, behalve in het najaar. Voor de oesterteelt was de weersge steldheid van 1889 uitnemend gunstig. De prijzen waren echter minder voor- deelig, niet omdat de vraag minder levendig werd, maar omdat vele kwee kers het gunstige tijdstip niet wilden of wellicht niet konden afwachten. De ge- I heele visschersvloofc telde in 1889 3987 schepen met 13.653 man, tegen 3236 schepen en 11.906 man in 1884. Financieele mededeelingen. Zeevissciierij. In zijn uitvoerig verslag van den staat der ned. zeevisscheryen over 1888, zegt het College voor de zeevisscherijen, dat de haringvangst alleszins bevredigend is geweest. In geen vorig jaar is, naar heugenis, de vangst zoo overvloedig ge weest. Zij klom tot 92)4 laat per logger, of 13 last meer dan in het gunstigste Het Weekblad van Broekman en Hon- ders bevat a. de volgende opgave van minder courante of incourante fondsen, de week, tot den datum van 23 Sept, loopende, doer hun tusschenKomst ver handeld. Aand. Ned. Zuid-Afrik. Landbouw-Mpij. a 99 pet, Aand. Verkooplokaal „Frascati". 99^ Aand. Arnh. Hypoth.b. voor Nederland. 104 Aand. Dagbl. v. Z.-Holl. en 's Gravenh. te 's-Gra- venhage10Q)£ Aand. Veestallen en Vee transport (Mij. tot espl. van) te Utrecht. 100 Aand. Batjan Mij. te Rot terdam 1889. 75 Aand. Billiton Mpij. 2de rubriek te 's-Hage. f 2800. Aand. Ned. Ind.Cult.-mij. 140 Aand. Almelo-Salzbergen Spoorweg-Mpij. 80 Aand. Groninger Tramw. Maatseh. (Ferste). 109 Opricht.-Aand. Kon. Ned. Paketvaart-Mpij 100. Aand. Ned. Westfaalsche Spoorweg-Mpij. u 200'Ü Inkomsten Oblig. 2e Hyp. Ned. Zuid-Ooster Spw. u 30 Aand. Oldambt-Pekela (Stoomtram)u 4% Aand. IJsel stoomtram- Maatschappij. 6^-6% Aand. Ned. Gist- en spir. fabriek te Delft. 110 Aand. Amst. Br.-Assur. Compagnie n 180 Onder leiding van jhr. G. Verspijck werd Woensdag te Amsterdam eene derde buitengewone algemeene vergadering ge houden van de Amsterdam-Sïak Tabak- maatschappij. Vertegenwoordigd waren 256 aandeelen, uitbrengende 75 stemmen. De voorzitter stelde aan de orde de vraag zal de Maatschappij geliquideerd worden, hoe en door wie zal dat ge schieden Door een der aandeelhouders, die in de vorige vergadering niet aanwezig was, werd alweder de vraag gestold, of het bestuur inmiddels ook by den heer Taets van Amerongen eene poging ge daan had, om eene restitutie van de hem verstrekte 75,000 te verkrijgen? Deze vraag werd ontkennend beantwoord door den rechtskundigen raadsman van het bestuur, mr. J. C. de Vries, die daaraan toevoegde, dat het bestuur volhardde bij meening, dat de heer Taets van Amerongen voor de teleurstelling niet aansprakelijk kan gesteld worden. Een ander aandeelhouder wilde den heer T. v. A. in deze zaak verder niet moeien. Hij geloofde dat een proces met hem aan te vangeü, zeker verloren zou worden, en om een don gratuit van hem ontvangen, achtte hij beneden de waardigheid van de aandeelhouders. Hierop werd met algemeene stommen tot liquidatie besloten. Wie zal liquideeren? zou thans be antwoord worden. De voorzitter zeide, geen deel uit te willen maken van eene commissie van liquidatie, die in opdracht had, den heer Taets van Amarongen aan te spreken voor restitutie der f 75,000. Mr. C. A. Cosman stelde weder kort het stand- puut uiteen, door hem in de vorige ver- aderiog ingenomen. Hij wilde nl. eerst eene zedelijke pressie bij den heer T. Amerongen uitoefenen, om bij wei gering, hem in rechten daartoe te nood zaken, want dat een eventueel proces tegen hem verloren zou worden, tot die conelusie was hij nog niet kunnen komen Op de vragen van den heer Cosman antwoordde de directeur, de heer M. J Boissevain, dat thans nog 18 aandeelen ten name van den heer T. v. Ameron gen stonden dat hij geheel deelde het gevoelen van den voorzitter, en ook geen deel zou kunnen uitmaken van eene commissie van liquidatie, die den heer T. v. Amerongen in rechten zou moeten aanspreken. Hierna werd door een aandeelhouder de slechte kans besproken, om een even tueel proces tegen den heer T. Amerongen te winnen. Dit ontraadde J. C. de Vries, waarop de aandeel lei verantwoordelijkheid op zich voor mogelijke staking der uitgave van een blad, of andere tekortkomingen der uit gevers. Zij verbinden zich alleen om in dat geval te trachten, van de uitgevers öle of gedeeltelijke terugbetaling van ;den abonnementsprijs te verkrijgen, De administratie van het land, waar het blad wordt uitgegeven, mag aan de aangrenzende landen geen hooger prijs in rekening brengen, dan in zijn binaen- landsch verkeer aan de abonneaten op hetzelfde blad wordt in rekening ge bracht. Voor de niet aangrenzende lan den wordt die prijs verhoogd met de verschuldigde transitkosten, berekend naar het gemiddelde gewicht van het blad, vermenigvuldigd met het aantal nommers. Het land van bestemming verhoogt die prijzen met een commissieloon, dat echter niet mag te boven gaan het recht, hetwelk voor binnenlandsche abon- nenten berekend wordt. V1SSCHERIJ. Nieuwediep, 23 Sept. Door 60 korders en beugers werden heden 10 tot 80 groote, 10 tot 70 kl. tongen, tarbot, 3 tot 10 roggen, 1 tot 10 mand jes k). schol en 1 tot 5 manden schar aangevoerd; gr. tong gold 45 a 55 ct. k'i. id. 20 ct., de tarbot f 9, f0.90 a 1 per stuk, kl. schol f243 per mandji en schar f 2,50 3 per mand. houder antwoordde, dat hij dit wel noo dig achtte, omdat dit van invloed kon zijn op de te benoemen commissie van liquidatie. De heer Meijer herhaalde, dat ook hij geen gift van den heer T. vaa Ameron gen wenschto te ontvangen, maar hij meende dat de heer Taets van Ameron- gen eene zedelijke verplichting had, want dat nog altijd waar was dat noblesse oblige. Hierop werd gestemd over de vr of de liquidatie zal geschieden door de directie, onder toezicht van commissaris sen, dan wel door eene commissie uit de aandeelhouders. 35 stemmen verklaarden zich voor liquidatie door de directie, 32 door eene commissie, terwijl 8 buiten scemminj bleven. Besloten is dus, dat de liquidatie zal geschieden door de directie, die daarvoor geen honorarium ontvangt, we gens den ongunstigen afloop van zaken. PJiiTERIJüN EN TELEGRAPMÏE. De postadministratiën nemen geener- vier zijden de huizen naast elkander ZljU KOLONIËN. (Uit bataviasche bladen van 18- i de Leli Ot. tot den 23n Augustus, BATAVIA, 21 Augustus. (Vervolg). De plaats waar en de wijze waarop deze rokkaneesche versterking is opge worpen kon niet beter gekozen zijn, en ware zij verdedigd geworden, de troop zou het zeker zwaar te verantwoorden hebben gehad. Eenmaal over den kam van den Sei- Rèngé (4450 voet zijnde), komt men langs een niet al te moeilijk voetpad in eene prachtige vallei en ziet men recht voor zich uit de kampongs Eko-feto en Wolowio, respectievelijk op 20 en 25 minuten van den kam verwijderd, en die zich als twee groote oasen vertoonen, te midden eener groote grasvlakte. Zeer schilderachtig achter dichte bam- boebosschen verscholen liggende, worden beide kampongs door eene rivierde Mokkoe fokka genoemd, van elkander der Door het internationaal bureau Algemeene Postvereeniging te Bern het nieuwe ontwerp tot regeling van den internationalen dienst tot levering van abonnementen door de post, open baar gemaakt. De voornaamste bepalin gen zijn Alle postkantoren worden belast met het aannemen van abonnementen op dag bladen en andere periodieke geschriften, die uitgegeven worden in de landen, welke tot de overeenkomst zijn toegetre den of door tusschenkomst dier landen kunnen geleverd worden. De abonnementsprijs moet door de abonnenü bij de bestelling onmiddellyk in zijn geheel worden voldaan, de abon nementen loopen over éen jaar, 6 of 3 maanden. Abonnementen voor éen of twee maanden worden slechts geleverd als aanvulling voor een loopend kwar taal. In deze vallei ligt ook de bevriende Bolonga, doch zij schynt geen onderdeel te zijn van Wolowio of Eko-feto. Ofschoon er van te voren, door zende lingen van de kampong Bolonga, was te kennen gegeven, dat de troep geone vij andelijkheden zoude plegen, en de be volking rustig in hare kampongs konden blijven, was echter bij onze aankomst alles gevlucht met meenenaing van have en goed. Wij vonden dan ook slechts in Wolowio verlaten wijken en ledige huizen. Wij hielden onze richting op Welowio, omdat het voetpad daarheen leidt an ook omdat eene bivakplaats moest worden gekozen, welke dicht bij het water is. Eene enkele wijk van Wolowio, waarin zich een twintigtal mannen bevonden, welke op onzo aankomst eene vijandige of liever vreesachtige houding aannamen, werd tot de orde gebracht, toen werd te kennen gegeven, dat geen hunner eeni leed zou geschieden. Ik sprak hierboven van eene wijk in Wolowio en zal daarom aanteonen, wat men hieronder verstaat. Eko-feto nl. telt 3 en Wolowio 5 wijken ot buurtschappen, welke naast elkander gebouwd en slechts door bamboepaggers van elkander zijn Tot Eko feto behooren de wijken Noea- mérè, Bo Toelie en Eko-feto; tot Wo lowio de wijken Bo Rèwoe, Bo Pé Bo Kaba, Bo Lodjie en Bo Mada. Elke wijk heeft den vorm van een langwerpig vierkant, waarin tegen allo gebouwd. Hierdoor ontstaat er eene bin nenruimte, welke benut wordt voor ver gaderplaats als anderszins. In de wijk Bo-Réwóe heeft de troep bivak betrokken en er zal voorlcepig niets gebeuren, voor en aleer de resident gereed is met zijne onderhandelingen. Alhoewel Anggo-Molo zich ©p genade of ongenade heeft overgegeven, en niet tegenstaande onderscheidene invloed heb bende hoofden van de Rokkavallei (zooals bijv. het hoofd van Langga), hunne op. wachting zyn komen maken bij den re sident, is do houding der bevolking toch vreemd. Met uitzondering van de kampong Bolonga, waarvan de vrouwen en kinde ren ook zijn uitgeloopen, zijn alle wijken van Eko-feto en Wolowio veriaten, en men zegt dat de vluchtelingen eene schuil plaats hebben gevonden in de achterge legen kampongs Biposo, Likoewalie en Badjawa. Door dezen toestand ia het voor den resident zeer moeilijk eenige onderhandelingen aan te knoopen en de schuldigen te straffen, zoodat de zaken geen voortgang kunnen hebben. Behalve met Bolonga, welks hoofd niet dan met veel tegenzin in het bivak komt, bestaat er met de bevolking hoegenaamd aanraking. Het hoofd van Bolonga, dat als tusschenpersoon in alle mogelijke aangelegenheden wordt gebezigd, beijvert zich wel om de schuldigen voor het hoofd van bestuur te brongen, doch ai zijne pogingen dienaangaande zijn tot dusverre vruchteloos gebleven. De gevluchte be volking scheen hem te wantrouwen en hij ia bovendien ook niet al te best te ver trouwen, afgaande op zijne dikwijls on begrijpelijke handelwijzen welke handel wijzen evenwel te rechtvaardigen zijn, als men nagaat in welke netelige potitie hij zich op het oogeablik bevindt. Op den 18den Juli dezer i'viel er hier iets voor, dat ons licht gaf omtrent de houding der bevolking ©n ons waar schuwde voortaan op onze hoede te wezen, niettegenstaande hare schijnbare goedge zindheid. Een vijftal Timoreezen der hulptroepen, dat achter een vertrekkend transport naar Watoe Loko aaDkwam, werd ter hoogte van een terreinstrook, welke èn voor het bivak Bo Ré woe èn voor het transport onzichtbaar was, plotseling overvallen en door eene bende Rokka's ter sterkte van plm. 50 man. Op het hooren van enkele geweer schoten, rukte terstond van het bivak een detachement uit, doch het kwam te laat ter plaatse waar het onheil gebeurd was. Het drama was reeds afgespeeldvier zwaar verminkte lyken der Timoreezen werden in de alang-alang gevonden en daarnevens eone menigte lansen van bam boe, die de Rokka's in hunne overhaaste vlucht hadden achtergelaten. De vijand, die aanvankelijk het plan had het terugkeerendo transport van Watse Loko aan te vatten, had zich ontijdig verraden door den aanval op de Timoreezen. Het uitgezonden detache ment zag den vijand, die intusschen tot op plm. 300 man was aangegroeid, in eene Z. W. richting aftrekken en zond hem nog eenige salvos achterna. In eene poging om langs den voet van het ge bergte de achtergelegen kampongs te bereiken, werd hij door een ander uit het bivak gezonden detachement verijdeld. Tal van goedgerichte salvo's, die met succes werden afgegeven, dedenfl den vijand in alle richtingen uit elkander stuiven. Ook de artillerie liet zich niet onbe tuigd en wierp een zeventiental granaten op de opeengehoopte massa en in de kampong Likowalie en Waroesoeba waar heen de vijand zich had teruggetrokken. Dat de granaten ook uitwerking zullen hebben gehad, behoeft niet in twijfel te worden getrokken, want wij konden die duidelijk waarnemen. De afstanden waarop door de artillerie was geschoteD, waren van 800 tot 1200 M. De aanvallers op de Timoreezen be» hoorden grootendeels tot Wolowio, en tot straf hunner verraderlijke handelwijze werd denzelfden middag de geheele kam pong in de asch gelegd. HOOFDSTUK XII. Op zekeren avond, ongeveer zes maanden nadat men my de leiding van een gedeelte der zaak had opgedragen, waarvan ik in het vorige hoofdstuk reeds heb gesproken, kwam ik om half twaalf thuis, na mijn meest geliefde opera, de „Faust", te hebben gehoord. De avond was mistig en kil en toen ik, rillende van de koude, mijn huisje binnentrad, bemerkte ik, tot mijn groote vreugde, dat mijn oude, zorgzame huishoudster een flink vuurtje voor mij had aangelegd. Met een tevreden gevoel blikte ik in mijn gezellige, kleine zitkamer rond. Het was er heerlijk warm en vroolijk, in tegenstelling met den mist en koude daarbuiten. Het roode be hangsel aan den wand scheen mij glimlachende te verwelkomen en door het flikkerend licht der steenkolen in den haard, was het beurtelings helder rood verlicht en dan weer met een schaduw bedekt. Met een zucht van verlichting, zette ik mijn parapluie, nat van den mist, tegen den wand, meer om te luchten dan om te drogen. Mijn vriendelijke huishoudster had op de tafel een flesch brandewijn en een karaf met water neergezet, dat blijkbaar voor mij een wenk moest zijn om iets tegen de koude te nemen. Goede vrouw, zij was zoo zorgzaam voor mij, alsof ik haar zoon was nadat wij dan ook twaalf jaar onder hetzelfde dak hadden gewoond, had zij bijna moederlijke teederheid voor my opgevat. Daar ik zeer koud was, bezweek ik voor de verleiding en maakte een ste- vigen grog gereed, dien ik in één teug uitdronk. Ik zette mij in mijn leuningstoel neer, trok mijne schoenen uit ea mijne pantof fels aan, met het voornemen, om mij naar mijne slaapkamer te begeven. Toen ik echter mijn schoenen voor mijne warme, zachte pantoffels had verwisseld, gevoelde ik mij zoo op mijn gemak, dat inplaats van naar bed te gaan, ik mijn stoel dichter bij den haard schoof en een pijp aanstak. „Hij, die niet weet te genieten, is een domoor," dacht ik bij mijzelf; „ik zal nog een grog nemen," en de daad bij het woord voegende, vulde ik mijn glas ten tweeden male en maakte den grog nog sterker; het glas werd spoedig ge ledigd en daarna ging ik achterover in mijn stoel geleund, liggen dampen en gaf mij over aan een diep gepeins. Weldra geraakte ik half dommelend in een zoete sluimering en een oogenblik scheen ik daarin geheel verzonken te zyn en toen ik wakker werd, viel mijn blik zeer toevallig op den knop van mijn parapluie. Deze was gemaakt van uitgesneden ivoor zeer fijn uitgesneden zelfs en stelde voor een menschelijk gelaat, er was echter niets bizonders aan den knop op te merken en be halve, dat de neus wat lang was, was er ook niets bizonders aan het gelaat te zien. De trekken waren zeer gewoon, maar terwijl mijne blikken er op gevestigd waren, scheen het gelaat een ver andering te ondergaan. De kleine, zwarte kralen, die de oogen voorstelden, schitterden en glinsterden in het licht der opflikke rende vlammen in den haard met eene byna menschelijke uitdruk king en beantwoordden mijn slaperigen, starenden blik met ondeu gende knipoogjes. Eerst begon het eene oog te leven en toen het andere, zonder dat er echter de minste beweging in de gelaatstrek ken kwam. Ik wist, dat het slechts verbeelding van mij was, maar inplaats van dezen indruk te willen «verwinnen, gaf ik my wil loos aan dien half wakenden, half slapenden toestand over en met half gesloten oogen, staarde ik naar het gelaat, dat scheen te loven. Ik wist natuurlijk wel, dat die beweging der oogen en voortdu rende verandering der gelaatstrekken veroorzaakt werden, doordat de knop der parapluie nu eens verlicht werd door de opflikkerende vlammen en dan weer voor 6en gedeelte in duisternis was gehuld. Mijn wegsluimerende zinnon vermaakten zich echter met die ver andering in de gelaatstrekken. Het was alsof de steeds voortdu rende afwisseling in de uitdrukking van dit gelaat, nu glim lachende, dan knipoogende, gelijken tred hield met het plechtige tik-tak, tik-tak van de pendule op den schoorsteenmantel. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2