Niet minder dan 34 getuigen zijn in deze zaak gedagvaard. Ais aan de beklaagden ambtshalve toegevoegde verdedigers treden op: voor Collewijn jhr. mr. F. W. van Styrum, en voor Volkers mr. Z. W. Straatman. De diefstal had plaats op den 19den Juni, den dag van het Waterleo-feest, toen ook door de [Oostzaners een optocht werd gehouden, ter herinnering aan de afschudding van het fransche juk. Wat den twee beklaagden betreft, de een, Collewyn, is een vroegere verpleegde van Meerenberg, terwijl de ander, Vol ders, reeds meer met de justitie in aan raking is geweest en een mauvais sujet genoemd kon worden. Daar het getuigenverhoor eerst te haifvijt' was afgeloopen, werden het re quisitoir en de pleidooien uitgesteld tot Vrijdagmorgen 10 uur. De Rechtbank, uitspraak doende in de zaak van Labohm en Caspers te Purmerend (laster tegen notaris van Os en den kantonrechter te Purmerend in het blad Récht voor Allen) veroordeelde beiden tot een gevangenisstraf van 6 maanden. met beleedigingen en laffe bang makerij een kromme zaak niet recht kan maken. (Avondp.) Dank zij den veelzijdigen steun, dien het bestuur van de „Prins Hendrik-stichting" te Egmond-aan-Zee vond, heeft het de noodige middelen kunnen bijeenbrengen voor eene sedert lang reeds beraamde vergrooting van het gebouw der stichting. Er is een flinke waardoor vroeg of hij deze eenvoudige methode a i N fi N L a. In de afdeelingen van de Tweede Kamer is Woensdag het onder zoek aangevangen van de indische be grooting voor 1891. Tot rapporteurs zijn benoemd de heeren Mackay, Keuchenius, Smidt, Van Asch van Wijck en W. van Dedem. De commissie voor de ar beiders-enquête is AVoensdagvoormiddag in volle vergadering in het gebouw van het departement van justitie bijeenge komen tot hervatting van hare werk zaamheden. In een uit Brussel gedag- teekend artikel in de Kolnische Ztg wordt de houding der nederlandseho regeering in zake de te Brussel gehouden antislavernij-conferentie besproken. Wij komen thans op dat stuk terug, niet omdat het nieuwe gezichtspunten levert, want die zoeken wij or tevergeefs in, maar omdat er beweringen in voorkomen, waarop de aandacht gevestigd dient te wordeD. In de eerste plaats dan spreekt de schrijver ten opzichte van het door ons kabioet ingenomen standpunt van partij politiek en geeft hij dus terstond blijk zonder kennis van zaken te oordeelen. Voor eiken Nederlander is het duidelijk dat men wat de kwestie der in komende rechten aan den Congo betrett in den Haag juist geen partijpolitiek gevolgd heeft. Verder wordt in het artikel gezegd, dat bij ons alle tegemoet koming ophoudt, wanneer buitenlandsche belangen met binnenlandsche in botsing komen, en vergeet men dus geheel en al de opofferingen, welke wij ons voor de slavernij-bestrijding getroost hebben. Onze toegevendheid ten opzichte van de visscherij op den Rijn zoo heet het moet slechts toegeschreven worden aan vrees voor den machtigen duitschen nabuur! Uit deze vinnige en geheel ongegronde opmerking blijkt zeker ten duidelijkste, hoe zwak men zich gevoelt. Had men betere argumenten, dan toch zou men zijn toevlucht niet behoeven te nemen tot dergelijke beweringen, waar vau het beleedigende overigens terugvalt op den schrijver of op degenen, die zich achter hem verschuilen. Zeer zonderling moet ons 's mans fabeltje treffen dat „menige diplo aat in het bizonder wordt Frankrijk genoemd reeds onomwonden als zyne meening te kennen heeft gegeven, dat het tijd wordt het trotsche staatje eene harde les fee geven". Wij gelooven, dat de bru8selsche correspondent der Kol nische niet weinig in het nauw zou zit ten, wanneer hij eens gehouden was de namen van die diplomaten te noemen. Het geheele artikel maakt een treu- rigen indruk, daar er uit blijkt, dat men er niet voor terugdeiust met slijk te gaan werpen, nu men tevergeefs naar goede gronden heeft gozocht voor de verdediging van het voorstel, dat strekt tot wijziging van art. 4 der berlijnsehe Congo akte. Men vergeet echter, dat bovenverdieping op nu 117 personen in het gebouw gehuis vest kunnen worden, tegen 82 tot hier toe. De stichting zal dus op ruimeren voet dan tot dusver kunnen voorzien in de behoefte, die nu 15 jaren geleden tot hare oprichting den stoot gat; 35 oude zeelieden meer dan tot heden zullen er, een leven vol gevaren, een onbe- zorgden ouden dag kunnen genieten. De „Neder 1. Hotelhouder s- bond" zal zijne algemeene vergaderinj houden op Zaterdag 4 October, in het „Gebouw voor Kunsten en Wetenschap pen" te Utrecht. Onder de punten van beschryving behoort o. a. het benoemen van een directeur van het bondsbureau, waartoe de heer Agema, secret, van het voorloopig bestuur, wordt aanbevolen. De heer Müller, dir. der Internationale Gasthof-Besitzcr Ferein, te Keulen, zal de alg. verg. bijwonen. Te Rotterdam, bijNyghen Van Ditmar, zal weldra een weekblad het licht zien, gewijd aan de belangen van Californië. Het Rotterdamsche Sana torium is Zaterdag gespend. Het ruime, hooge huis ontvangt van twee kanten licht en lucht, aan den voorkant van den Westersingel en aan den achterkant van eene tot tuin ingerichte open ruimte. Het 80usterrain levert voldoende ruimte op, voor keuken, provisiekamer, keider, eDz., alsmede voor de woniug der huis meesteres. Beneden, gelijk met den be- ganen grond, bevindt zich, behalve eene ruime receptie- en consultatiekamer en de woning voor den portier, eene tweede klasse mannenkamer met vier bedden. Op de late verdieping eene eerste-klasse- kamer voor één patiënt en eene tweede klasse-vrouwenkamer met vier bedden. Voorts eene badkamer, eene ruime, uit stekende operatiekamer met isoleerkamer voor zwaar geopereerden. Op de tweede verdieping eene eerste-klasse-kamer voor éen patiënt en eene derde-klasse-kamer voor vrouwen, met vier bedden, üp de derde verdieping eene derde-klasse- mannenkamer met vier bedden, zolder, enz. Al de kamers zijn behangen met pa pier sanitaire, zoodat het afgewasschen met desinfecteerende vloeistof behau- deld kan worden. De inrichting van de operatiekamer, hare vlakke, witte muren afgeronde hoeken biedt voortdurend deze\fde gelegenheid tot ontsmetting aan. Uit het reglement, dat bij deze gele genheid verkrijgbaar was, blijkt dat in dit Sanatorium gelegenheid bestaat tot het opnemen en verplegen van patiëoten van alle gezindten en beide geslachten, met uitzondering van lijders ot lijderessen aan besmettelijke ziekten of krankzinnig heid. De zieken worden behandeld door den arts hunDer keuze, mits aan de re glementaire voorwaarden van den genees kundigen dienst worde voldaan. Aan hem betalen zij hunne behandeling, zoo- dat deze afrekening geheel buiten de bemoeiing van het Sanatorium blijft. Geestelijken van alle gezindten heb ben, op aanvrage der verpleegden recht tot bezoek. „Weinige menschen schij- nen te weten, dat elk goedloopend hor loge een kompas is. Draait men het waterpas gelegen horloge zoo, dat de kleine wijzer naar de zon wijst, dan ligt het zuiden juist in het midden tus- schen dien wijzer en het cijfer XII op het horloge. Draait men bijv. den klei nen wijzer als het 6 uren is naar de zon, dan ligt het zuiden in de richting van het cijfer IXom 10 uren is het zuiden in de richtiag van XI enz. Zoo weinig is dit bekend, dat Stanley, toen men hem na terugkeer van zijn reis om de windstreek te weten, kende, zeide dat hij hiervan nooit gehoord had." Dit leest men in het Handelsblad. Volkomen geven wij toe dat het wer kelijk een ingenieuse inval ia om een horloge op deze wijze te gebruiken, maar ontbreekt nog iets aan, nl. een middel om het horloge te waterpas sen zooals het ia de vaktaal heet, daar men ander3 zeer onjuiste aanwyzingen krijgt. Zooals het Handelsblad het horloge gebruiken wil, kan men elk ander voor werp gebruiken. Wanneer de zon aan den hemel staat kan ieder zieh oriën- teeren, die eenig begrip heeft van wind streken, die weet dat de zon altijd ia 't oosten opgaat en evenzoo in 't westen daalt en dat hij zich naar het oosten richtende het zuiden aan zijn rechter- en het noorden aan zijn linkerhand beeft. Stanley zal echter wel wat veili ger en beter ingerichte kompassen gehad hebben dan een horloge en zich waarlijk wel niet op zoo gebrekkige wijze heb ben geholpen. Eene uit de vereeniging ter bevordering van de volksgezondheid te Leeuwarden benoemde commissie, be staande uit de heeren dr. J. Ariëns Kappers, dr. Jac. Baart de la Faille, dr. Bruiusma, A. Duparc, H. van Gel der, dr. A. Meursinge Hz., D. J. de Vogel on J. D. M. Westholtz, richtte eenigen tijd geleden aan het bestuur van het Nutsdepartement het verzoek, met haar te willen samenwerken, om te Leeuwarden een bureau voor oaderzoo- kingen van levensmiddelen enz. tot stand te brengen, in den geest als door de maatschappij tót Nut van het Algemeen hare voorlaatste algemeene vergade ring was aangegeven. Voor dat doel wenschte men met het bestuur van het departement of met eene commissie uit zijn midden een voorloopig comité te vormen. Het bestuur vau het departe ment heeft aan «lit verzoek gevolggege- ven en tot genoemd einde uit zijn mid den benoemd de heeren mr. E. Star Bu8mann (sedert naar Amsterdam ver trokken), mr. A. Bloembergen Ez. en H. Lam Az. Door dit voorloopig comité is thans een volledig plan opgemaakt, om aan de zaak uitvoering te geven. Een voor Nederlanders zeer zeker vreemd verschijnsel zou het zijn, zegt de Ned. Sportwaaneer men een of andere clubtocht naar eene kerk, waar een predikant zal optreden, uitschreef, en toch in Engeland zooals trouwens wel bekend is zijn deze church-para des lang geen bizonderheid. De predi kanten rekenen er dan ook op en houden voor de wielrijdende bezoekers een af zonderlijken, meestal toe paasei ij ken dienst. Zoo werd vóór eenige weken door de clubs van het Bladford-district een tocht met dit doel ondernomen naar Weeton, waaraan een 300 rijders deelnamen. De rev. C. A. Lambert had als tekst ge kozen Prediker II, vers 9: „Verblijd u, jongeling, in uwe jeugd en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap en wandel in de wegen uws harten en in de aanschouwing uwer oogen, maar weet, dat God om al deze dingen u zal doen komen voor het ge richt". Hij sprak een ernstig woord over het rijden op Zondag, in Engeland eene groote kwestie, welke menig droppeltje inkt heeft doen vloeien, en kwam tot het besluit, dat rijden op Zondag geen kwaad kan, mits men geen ver keerde dingen uithaalt. Ruim 60 gulden werd gecollecteerdna afloop werden de wielrijders vanwege de kerk op thee met gebak onthaald. Het klinkt voor nederlandsche ooren vrij vreemd, maar 't is toch een bewijs, dat het rijwiel in Engeland zeer popu lair is. Gedurende het 8e kwartaal 1890 zijn door de Amsterdamsche Om nibus maatschappij vervoerd 3,763,721 passagiers, tegen 2,739,005 in hetzelfde tijdvak van 1889. Totaal van 1 Januari af 10,080,318 passagiers, tegen 7,591,724 in het vorige jaar. Uit Amsterdam meldt men: In het Circus Carré zal het voorbeeld worden gevolgd van het „Nouveau Cirque" te Parijs, waar de arena na de equestrische voorstelliugen verdwijnt, om plaats te maken voor een bekken, met water gevuld. Ook bij Carré zal de arena zeer snel met caoutchouc worden bedekt, en door krachtige Vechtwater- stralen gevuld. Ia het aanstaande sei zoen, dat den 15n November aanvangt, zullen dan waterballetten in den circus worden gegeven. Dinsdagnacht is op de Prins-Hendrikkade te Amsterdam in een ledige pakkist gevonden het lijk van een onbekend man, oud naar gissing 50 jaar, gekleed met grijsgestreepte jasje, donker kleurige pantalon en lage schoenen. De echtgenoote van den broodbakker K. te Den Helder is Vrij dag door een slaapziekte overvallen en sinds dien tijd nog niet wakker geweest. Alle pogingen, om haar wakker te krij gen, schijnen vruchteloos te zijn. Te Nijmegen is gevangen genomen en van daar gevankelijk naar Arnhem gebracht een brievenbesteller, verdacht van diefstal van geld uit een postpakket, dat hem ter bezorging was toevertrouwd. Woensdag ochtend maakte te Maastricht eene juffrouw gebruik van de sluisdeur om de overzijde van het Luikerkanaal bij de Maasburg te berei ken. Daar een deur openstond, wat zij blijkbaar niet gezien had, plofte zij in het kanaal, waaruit zij echter spoedig met dreggen op het droge gebracht werd. Toen zij evenwel bemerkte, dat zij bij de indompeling haren hoed had verloren, sprong zij weer in 't water en haalde hem zelf er uit. Te Vucht had Dinsdagnacht weder een poging tot diefstal plaats op de villa Bergenbewoond door jhr. mr. De Grez. Gelukkig werden de bewoners wakker; door den heer De Grez werd nog met een geweer geschoten, waardoor de inbrekers vluchtten. Het bleek bij onderzoek, dat zij al 4 gaten in de deur hadden gemaakt en op het punt waren 3st het slot er af fee krijgen. Een acht dagen geleden werd eene dergelijke poging op hetzelfde buiten verijdeld door het ontwaken der bewoners. Zij hebben toen dien nacht hun geluk beproefd bij jhr. v. Meeuwen, alwaar ze eenig geld uit de keuken medenamen. Men meldt uit Leeuwarden: Een jeugdig werkman, die Woensdag ochtend omstreeks 10 uur den Arends- tuiD alhier passeerde, ontving een schot in het been boven den enkel. Een wei nig later kwam de luitenant De B., alhier aan den Noorderweg wonende, naar baiten en verhaalde dat hij op zijne kamer een kamergeweer op de tafel willende leggen en niet wetende dat het geladen was, op eens bespeurde dat het was afgegaan en dat het kogel tje den jongen had getroffen. De com missaris vau politie heeft zijnerzijds onmiddellijk een onderzoek naar het voorgevallene ingesteldde jongen is in het ziekenhuis opgenomen. Paketvaart-Mpij. f 100. Oblig. Kon. Fabriek van Stoom en andere Werk tuigen „20 Aand. Ned. Gist- en Spir. fabr. te Delft 110^ Aand. Utr. Brood- en Meelfabriek 125 Aand. BaarnscheKoudw.- Geneesinriehting 25 Aand. Bergb.-Gesellsch. „Holland". Serie A. 130'i Financieel© mededeelingen. Het Weekblad van Broekman en Hon- ders bevat- o. a. de volgende opgave van minder courante of incourante fondsen, in de week, tot den datum van 30 Sspt. loopende, door hun tusschenKomst ver handeld. Aand. Expl. v. Bouw terreinen (Mpij tot) a 57 pet. Aand. Gezam. Buskruitm. v. N.-Holl., Utrecht en Zeeland Aand. Ned. Bouw-Mpij. Oblig. Bouw-Mpij. Sche- veningen (Oranje-Hot.) Aand. Asah. Tab.-Mpij. Aand. Billiton Mpij. Ie rubriek te 's-Hage. Aand. Borneo Tab.-Mpij. „Sugut" te Rotterdam. Aand. Landb.-Mij. Getas Aand. Ned.-Ind. Gas-mij. te Rotterdam. Aand. Tab.-Mpij. Deli- Asahan Serie A-E. Aand. Haagsche Tramw. Maatschappij. Oprieht.-Aand. Kon. Ned. 104 f 215. 70 123 f 3100. - 83i t 110 103 150 75 KOLONIËN. BATAVIA, 27 tot 30 Aug. Aan eene correspondentie van den 12den dezer van de Loc. uit Atjeh^ ontleenen wij het volgende: Zooeven ontving ik de tijding, dat de sultan- pretendent op morgen de reis naar Groot-Atjeh zal ondernemen in het ge zelschap van vijf hoeloebalangs, waar van de Toekoe Bintara Komala en Toekoe Tjoefi Atjeh de voornaamste zijn. De kapitein-kwartiermeester De Jeer wordt naar Padang geëvacueerd met leverziekte. Hij werd hedenmorgen in een taodoe vervoerd. Wederom moest een aantal lijders be stemd tot evacuatie, achterblijven uit in scheepsruimte. Twee zelfmoorden hebben hier plaats namelijk van een cavalerist, die zich doodschoot, omdat zijn kameraad beter zong dan hij, en van een euro- peeseh fuselier van het 3de bataljon, die om niet bekende redenen zich deor een geweerschot het leven benam. Een bloedig treffen, zegt de Soer. Ct. wordt heden of morgen verwacht .usschen den heer G., denzelfden, die dezer dagen reeds een paar keeren in dit blad genoemd werd en zijne vijan den. Boos omdat zij gerechtelijk vervolgd zijn, hebben ze met eenige bekende vechtersbazen tegen G. een complot op touw gezet. Zijne gangen worden bespied, en G. acht zijn leven niet meer zeker. Dag en nacht heeft hij eene gelad revolver bij zich. Een inlandsche pikeur zat te Se- maran; heel genoeglijk te paard. Op den weg van Bodjong, ter hoogte van Sepaton, kreeg hij eene koliek, steeg van het paard, bond het aan een boom vast, doch kon toen niet meer verder en moest per dogcart naar huis gebracht worden, waar men slechts zijn lyk in ontvangst kon nemen. Uit Makassar meldt menMet eene groote prauw, zegt de Cel. CU voeren eeoige dagen geleden 17 personen (mannen en vrouwen), waaronder ook de Arabier Brahima Matar, van hier naar het eiland Dewakang, ter viering van eene bruiloft aldaar. Of 't was wegens een onderweg ont stane lekkage door 't losraken van eene der planken van 't vaartuig, of om ande oorzaak, hoe 't geweest zij, de prauw zonk, met 't noodlottig gevolg, dat 12 der opvarenden verdronken een, die, hoewel door een mengiwang gebe ten, zich nog wist te redden, bracht hier de tyding van 't onheil. Van de vier overigen, die eerst vermist werden, later nog éen teruggekeerdde drie anderen moeten dus ook het leven er bij hebben ingeschoten. Al het goudwerk en de juweelen, wel ke de verongelukten bij zich hadden, en die, naar beweerd wordt, eene waarde vertegenwoordigden van pl. m. 15 a 20 mille, moeten bij de ramp verloren zijn g eraakt. Uit Samarang: Een adjudant-on derofficier, hier ter stede woonachtig, schrijft de Xoc., werd eenige weken ge leden ingedeeld bij de expeditionnaire macht voor Flores en vertrok met de troepen derwaarts, te Semarang zijne vrouw en kinderen achterlatende. Kort na zijn vertrek werd een zij Der kinde ren ongesteld en stierf het, na eenige dagen te hebben geleden. De arme vrouw trok zich het verlies van haar kind zoodanig aan, dat zij steeds in eene zeer bedroefde stemming verkeerde en weinig voedsel gebruikte, terwijl zij het graf van haar kind dikwijls bezocht. Een aan te spreken, dat evenzeer voor mij beleedigend was als voor zijn dochter; hij voorkwam mij evenwel. Mij met een norsch ge laat aanziende, zeide hij, op verwaanden toon „Gij zijt zeker de heer Bland Ik antwoordde kortaf, dat zijne veronderstelling juist was en verzocht hem my te veroorloven, hem geluk te wen- schen met zijne scherpzinnigheid, die van een goede opvoeding kon getuigen. Hij wierp een verpletterenden blik op mij, toen ik deze woor den zeidedie oude, opgeblazen gek, alsof hij zich verbaasde over mijne vermetelheid tegenover een millionnair; ik liet mij ech ter volstrekt niet door hem overbluffen, zooals ik vermoedde, dat hij gedacht zou hebben en ik beantwoordde uittartend zijn blik, „Vervloekt, als ik n begrijp!" bulderde hij eindelijk zoo luid, dat alle omstanders hem konden verstaan. „Het is wat moois van een politie-agent, om van eene goede opvoeding te spreken." Ik had alle bedaardheid verloren doer deze opmerking van dien boosaardigen man en ik antwoordde op fleren toon„Een politie agent kan evengoed over goede manieren oordeelen als een vee- kooper en hij moet ook een betere opvoeding hebben genoten, mijnheer, want hij moet kunnen lezen en schrijven." Een luid gelach van de omstanders zeide hem, hoe goed men de beteekenis van deze woorden had begrepen (de oude Whitehead was vroeger eeu veekoopor g-jweest en zeer onontwikkeld;) ik maakte gebruik van deze vroolijkheid om mij op waardige wijze te verwijderen. „Drommels, Dick, ik geloof niet, dat gij met de meeste omzich tigheid hebt gehandeld, welke gij mij dezen avond nog zoo drin gend hebt aanbevolen. Ik vrees, dat gij u met den ouden White head nooit meer zult kunnen verzoenen. Hij zal u die zinspeling op dat lezen en schrijven nooit vergeven. Ik ben wel eenigszins met hem bekend, ofschoon hij mij van uiterlyk onbekend is. Hij is zeer eerzuchtig en daarom juist zal hij u nooit voor die woor den vergiffenis willen schenken." „Drommelswaarom beleedigde hij mij en zijn dochter dan en nog wel in het publiek?" antwoordde Dick, op somberen toon. „Ik heb een scherpe tong, David, wanneer ik toornig ben, en ik trilde van schaamte en gramschap. „Ik vrees maar, dat hij het u nooit zal vergeven," her haalde ik. „Ja, ik vrees het ook en daarom zeide ik ook zooeven, dat de kans om het meisje, dat ik zoo vurig bemin, de mijne te kunnen mogen noomen, hopeloos is. Ik geloof zelfs niet, dat ik haar ooit zal weerzien, nog minder tot haar zal kunnen spreken," zeide hij, op droeven toon. „Onze hoofdcommissaris, die hem had gesproken, want hy was op dien bewusten avond ook aanwezig, vertelde mij deu volgenden dag, dat Whitehead zijn dochter een schitterend huwelijk wil laten doen en de oorzaak van zijn gramschap was dat een gedienstige geest hem verteld bad, dat ik miss Whitehead meer dan gewone oplettendheden bewees. Hij zeide„Whitehead beschouwt armoede als een van de grootste gebreken, welke een man kan hebben. Welnu, waarde vriend, dat is mijn liefdesge schiedenis en gij zult wel moeten toestemmen, dat zij even hope loos is als de uwe." „Dat weet ik nog niet, Dick. Wat betreft miss Fanny zoudt gij denken, dat gij op haar een zoo grooten indruk gemaakt hebt als zij op u? Dat zult gij wel, want zonder u te willen vleien, zij6 gij» volgens mijn meening, een van de knapste mannen in Melbourne." „Houd u hierover stil, beste vriend; geen vleierij, dat weet gij." {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2