NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 8e Jaargang. Dinsdag 14 October 1890. No. 2234, ABOÜÏtlMENTSPRIJS:: ADVÏSÏ1HIÏEK: STADSNIEUWS. Stukken van den Raad. ERNST POSSART. FEUILLETON. BI TOUW VAI Bil SFIÏilB. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden/1.S0. Franco door het geheels Rijk. per 3 maanden. -1.65. Afzonderlijke nummers -0 05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.; Bnrean: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. VeleffooimGniuisiaisiep 1ST3. van 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 tent» Groote letter» naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentie» worden aangenomen door onze agenten on door alle boekhandelaren en conrantier». Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM ©n J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale ie Fubliciti Etrangire G, L DAOBB f Co., JOHN JJONES, SuceFarjjt 31bis Faubourg Montmartre, Haarlem 13 October 1890. VERGADERING van den Raad der ge meente Haarlemop Jf oensdag 15 Oct. I 1890, des namiddags ten 1 ure De volgende stukken en punten zullen aan de orde worden gesteld, i 1. Mededeeling van ingekomen stuk kenOntslag-aanvragen, dankbetuigin gen, uitgebrachte benoemingen, goedge keurde besluiten. 2. Voorstel B. en W. wijziging algemeene politie-verordening, met advies comm. straf ver or den. 3. Idem idem. crediet-aanvragen bestrating en rioleering Eijlweg enz. 4. Idem idem idem idem. Barondsestraat, grond be westen Leidscho Vaart enz. 5. Idem idem. op adressen omtrent «kom der .gemeente", in zake de Rijks personeele belasting. 6. Idem idem. vergoeding •extra-bewaking, door verlenging der openstelling overweg Spoorweg aan het einde der Leidsche straat. 7. Idem idem. op adres omtrent teruggaaf van betaald schoolgeld. 8. Voordracht idem. benoe ming onderwijzer kostelooze school letter D. 9. Benoeming stembureanx verkiezing raadslid. 10. Idem idem idem. leden Jtamer van Koophandel en Fabrieken. 11. Idem, regent Barbera-gasthuis. 12. Idem idem. onderwijs boekhouden mid delbare meisjesschool. 13. Idem idem. verlenging erfpacht grond Leidsche vaart, met adv. comm. v. fin. 14. Rapport .comm. v. fin. begrooting 1891 stads apotheek. 15. Voorstel B. en W. vast stelling reglement bank van leening. 16. Advies commissie aanbestedingen, op adres vereenigde timmerlieden. B. en W. stellen voor, om het onder wijs ia boekhouden aan H. B. S. veer ■meisjes, op to dragen aan de leerares aan die schoei mej. E. C. M. van der Ven, in afwachting dat deze de vereischte bevoegdheid zal hebben verkregen en wel tegen f 75 'sjaars, welk honorarium zal worden gebracht op 100, zoodra de bevoegdheid is verkregen. Voor regent van bet Barbara-gast- huis (vacatnre dr. D. de Haan) worden voorgedragen de heeren M. N. Beets en J. A. Fontein. B. en W. stellen voor, afwijzend te beschikken op een verzoek van den peer D. Vonk, om teruggave van school geld. Adressant heeft n.l. een halfjaar jchoolgeld (H. B. S. 5 j. c.) betaald, fterwijl zijn zoon slechts 3 weken onder licht heeft ontvangen. B. en W. adviseeren daarom on gunstig, wijl bedoelde ex-leerling de stad niet heeft verlaten, hetgeen voor de teruggave van schoolgeld uitdruk kelijk wordt vereischt. B. en W. vragen een krediet van f 17244 tot bestrating, rioleering en ver lichting van een deel der Barendsestraat van over te nemen gronden bewesten de Leidschevaart en van een deel van den weg langs den Kindorhuissiögel. Verschenen is thans het rapport der Comm. v. Fin. over de gemeente-feegroo- ting voor 1891. Deze Commissie stelt o. a. voor, het aantal Wethouders uit te breiden on hunne traktementen te verhoogen vraagt of f 500 voor het ge reorganiseerde herhalingsonderwijs wel genoeg is en geeft hare teleurstelling te kennen, dat het vergunningsrecht slechts f 1000 meer opbrengt dan ten vorigen jarebrengt in herinnering het denk beeld van evenredige schoolgeldheffing en van een contract mot omliggende gemeenten over de vandaar komende leerlingen en geeft in overweging, aan hot Rijk verhooging van de subsidie voor het Middelbaar Onderwijs te ver zoeken. De Stct. (co. 240) bevat de statuten van de ^Christelijke bewaarschool te Haarlem". Bij de Zaterdagmiddag te Amsterdam gehouden internationale rnnning-matches enz. werden door een aantal jongelieden uit Haarlem en Bennebroek prijzen be haald. Zaterdag 11 dezer trad Possart voor de tweede maal van dit seizoen in onzen schouwburg op. De zaal was niet voor de helft bozet en onzo slotindruk was: //Is het wel noodig, dat men opzettelijk uit Duitschland hierheen komt, om zoo te spelen? Is werkelijk Possart beter dan Bouwmeeester?" Kritiek toch is altijd grootendeels vergelijkend. Wanneer op eenmaal al de acteurs van den eersten raBg stierven, dan zouden weldra de beste acteurs van den tweeden rang, na die veronderstelde epidemische acteurs-sterfte, evenveel lau weren inoogsten als hunne voorgangers. Daarom is de vraag geoorloofd: „Is Possart beter dan Bouwmeester?" Wij gelooven het niet en blyven de voorkeur geven aan onzen landgenoot. Overigens maakt Possart de vergelij king niet gemafckelyk, want hij speelt stukken, die men van een ander nooit ziet. Ten vorige jare gaf hij Schillers //Raüber", een stuk, dat (met allen eer bied voor de nagedachtenis van den duitschen poeët zij het gezegd) tegen woordig niet meer op de planken thuis behoort; daarna kregen wij Othello" te zien ook een stuk van ouden stempel, dat zelden meer voor het voet licht komt en nu jl. Zaterdag werd vertoond «der Richter ron Zalamea" van den spaaaschen schrijver Calderon de la Barca. Het tooneelgezelschap, dat dit stuk durfde geven zoo als het oorspronkelijk geschreven is, zou het gansche publiek halverwege zien knikkebollen. Om het opvoerbaar te maken, heeft men moeten schrappen en niet enkele regels, maar halve en driekwart filosofische beschou wingen en bespiegelingen, wier preek achtigheid ze voor het tooneel onge schikt maakt. Zoo kwam het, dat wy do opvoering met de duit- sche vertaling van Gries volgende, dikwijls drie bladen voor een moesten omslaan. O. i. behoort het stuk tot die welke men wel leest, doch niet speelt. De intrigue wordt, evenals door vele spaansche schryvers, door Calderon ver waarloosd. Het is hem om eene nobele figuur te doen, de rest is bijwerk. De historie luidt aldus: Een rijke boer krijgt inkwartiering; de kapitein, die bij hem intrekt raakt verliefd op zijne dochter, schaakt haar en ontrooft haar geweld dadig hare eer. Haar broeder wondt hem. Juist op dat tijdstip wordt de vader be noemd tot dorpsrechter, hij laat den ka pitein gevangen nemen, smeekt hem eerst om zijne dochter te trouwen en maakt wanneer de edelman dat weigert zijn proces, dat kort en goed //hangen" heet. De leger-kommandant eischt zijn kapi tein op, niet wetende dat hij al gehangen is; de //rechter van Zalamea" weigert en roeds geeft de kommandant bevel om alles plat te schieten wanneer opeens op het tooneel verschijntde Ko ning. Hem onderwerpt de boer de be oordeeling der zaak, de Koning geeft hem gelijk. Uit is het! Waar blijft nu eigenlijk het edeleder figuur van den rechter Niets natuurlijker, dan dat hy dengene opknoopt, die schande over zijn huis heeft gebracht. Van 's rech ters zoon, dien hij heeft laten gevangen nemen omdat hij den kapitein had ver wond, vernemen wy niets meerdenkelijk wordt hij losgelaten. En het ongelukkige meisje blijft ongelukkig. Waarschijnlijk heeft Calderon bedoeld te schrijven een stuk, waarin het goed recht van den boer tegenover den edel man in het licht werd gesteld. Maar daarvan is thans ieder zoodanig over tuigd, dat het geen betoog meer behoeft. Niettemin komen er fraaie momenten ia het stuk voor. Possart toonde zich een zeer verdienstelijk acteur in de scène waar hij verklaart, geen adelbrief te wil len koopen, omdat toch ieder hem als boer kent; verder in het tooneel met zijne dochter wanneer hij haar ongeluk ver- aeemt en in den dialoog met den gevan gen kapitein, dien hij verzoekt, zyn kind te trouwen, maar het geheel was te tafereel-achtig, er zat te weinig gangiE. Hoewel wij derhalve Possart niet voor een kder besten onder de besten houden, zoo mag hem talent, een fraaie stem en een goede grime niet worden ontzegd. Mocht hij een volgend jaar weêr komen, dan zouden wij hem in bedenking geven, zich in een andere soort stukken te doen zien. Tusschen Ibsen en Calderon ligt nog zóóveel dat geed is. G. A. Labohm en J. J. Caspers, on langs door de rechtbank alhier veroor deeld wegens laster gericht tegen den kantonrechter te Pirmerend en den no taris D. van Os aldaar, in artikelen voorkomende in Recht voor Allen, zyn an dit vonnis in heoger beroep gekomen. Zondagavond is de werkman F. Pape door de duisterais en het mistige weder in de Bakenessergracht gevallen en met veel moeite gered door den brugwaehter Kion. Zaterdagnamiddag is Jan Masten broek, knecht bij den zaandamschen schipper, door «en ongelukkig toeval, te Zaandam over boord gevallen en verdron ken. De overledene was alhier woon achtig en laat eeae weduwe en twee kinderen achter. Men meldt ons uit Houtrijk en Po- lanen Zaterdag en Zondag hebben zich al hier geene ongeregeldheden voorgedaan en bepaalde men zich tot luid straatru moer de politie was versterkt. Door den kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Aalsmeer, is toezegging van beroep gedaan aan den heer G. H. Wa genaar, candidaat te Leiden. Yan wege de genie wordt te Haar lemmermeer, een begin gemaakt met het aanleggen van verschillende hnlpwegen, ter vervanging van de bestaande kunst wegen, waarin heiwerk moet gemaakt worden voor het slaan van verschillende bruggen; benevens met den aanleg van een gedeelte inundatiedijk te Hoofddorp. Wegens het heerschen der mazelen in een gedeelte van Haarlemmermeer, is school no. 2 aldaar tijdelijk gesloten. Als eene bizonderheid verdient ver melding, dat zich onder de gemeente Al kemade nog vier gerechtigden tot het dragen van het metalen kruis bevinden, alle omstreeks 80 jaar en in het genot van een goede gezondheid. Teneinde het verloren gaan van tor pedo's te voorkomen zyn thans aan de in88hietplaats van zijkanaal F versper- ringsnetten aangebracht, dienende om het kanaal af te sluiten. Moewei op het vinden der vermiste torpedo eene premie is gesteld van ƒ250 en vele particulieren met allerlei werk tuigen dagelijks vissshen, is hy nog niet teruggevonden. De torpedoboot le kl. groot model ,/Batok" is onder bevel van den luitenant t/z L. A. v. der Moolen van de torpedo- ioschietplaats naar Amsterdam gestoomd ©m verder zijne bestemming naar Wil lemsoord te volgen. Het lanceeren was geëindigd. Letteren en Kunst. De heer W. van Zuylen ontving Vrij dagavond bij zijn optreden in //De familie Kegge", te Utrecht, een fraai bloemge- schenk van den senaat van het Utrechtsch Studentenkorps. Bij de uitgevers de Munck en Co. te Arnhem is een werkje verschenen van de hand des heeren F. W. Balabrega, docent M. O. aan de bizondere handels school te Scheveningen. Het draagt tot titel //De Leer van het Boekhouden, vol gens wiskundige grondbeginselen, toege licht zonder debet of credit." Zooals alle zaken kan ook het boek houden van een verschillend standpunt worden Beschouwd en dit heeft den heer Balabrega er aanleiding toe gegeven, om de beginselen dezer wetenschap op eene wijze uiteen te zetten, die ten eenenmale verschilt van de totnutoe gevolgde. Of hij daarin geslaagd is zonden wij niet kunnen beslissen, zonder een doorwrochte studie van dezen zijnen arbeid te hebben gemaakt. De wijze echter waarop hij zijn onderwerp heeft verdeeld en behandeld doet ons vermoeden, dat hij de theoreti sche zijde van het boekhouden zoodanig heeft toegelicht in dit werkje, dat het allicht een welkome leiddraad zal zijn voor velen, die langs wetenschappelyken weg in de geheimen van deze zoo nuttige wetenschap willen doordringen. Inhoud Nieuwe Gids 1 Oct.Over de Toekomst, Frederik van Eeden. Treinbeelden, Delaeg. Over Doelleer I, dr. D. G. Jelgersma. Het wets ontwerp-Van Houten betreffende ont eigening, Hugo Muller. Brief aan F. v. d. Goes, prof. A. Pierson. Dagen, Herman Gorter. Kunst, Etstentoon stelling, Jan Veth. Nederlandache Politiek, P. L. Tak. Lento, Frans Erena. Literaire Kroniek (Verzen door Herman Gorter.) Huet herdacht K Naar het eng els ch JAMES WYTTON. 29» HOOFDSTUK XIX. Het mishaagde mij volstrekt niet op die wijze //weggezonden" te worden, want de gedachte kwam bij mij op, dat ik nu mis kien in de gelegenheid zou zijn om iets voor Bland te kunnen Boen, en ik besloot om mij van de gunst van zijn aangebedene te Verzekeren en de gelogenheid niet te laten voorbij gaan, om alles te doen, waarmee ik zijn zaak zou kunnen bevorderen. Toen ik de kamer binnentrad glimlachte miss Whitehead jgoede hemel, welk een verrukkelijk meisje was zij toch en zij Zeide, ,;ik veronderstel dat mijn vader u verzocht heeft om mij gezelschap te houden, nietwaar, mijnheer Fowler? Na het diner gaat hij altijd een uurtje slapeneen uiltje knappen, zooals hij pet noemt. Ik was vroeger bang, dat het niet goed voor hem was, maar als ik hem wakker trachtte te houden, dan was hij steeds zoo norsch, dat ik het weldra liet, en nu doe ik het ook nooit weer. Ik gaf hierop oen onbeduidend antwoord en weldra babbelden wij zoo openhartigalsof w j elkander reeds sinds jaren kenden. Onder de betoorering van haar schoonheid en lieftallig heid kwamen verraderlijke gedachten in mijn brein op, om namelijk de zaak van Dick te verlaten en zelf een kansje bij haar te wa gen maar de herinnering aan het eerlijke gelaat van mijn vriend en aan de droeve trekken van die vrouw met hare donkere oogen, deed mij oogenblikkelijk die zondige gedachte verbannen, ea ik hield mij mijn afspraak met den knappen Dick voor oogen. Weldra kwam ik tot de ontdekking dat miss Whitehead een meisje van veel talent was. Zij liet mij eenige teekeningen zien, welke zij zelve had gemaakt, en het waren werkelijk kunststukken. Ik vond deze teekeningen zeer mooi en was dan ook uitbundig in mijn lof, daar ik meende ze te kunnen beoordeelen; zij scheen door mijn lof zeer gevleid en zeide: /{Daar gij zooveel belangstelling voor die teekeningen schijnt te hebben, mag ik veronderstellen, dat gij zelf ook teekent?" Ik antwoordde zeer nederig//Ik heb er vroeger iets van ge kend," en toen zij dit hoorde, verzacht zij my oogenblikkelijk of ik iets in haar album wilde teekenen. Zooeven beweerde ik, dat ik er vroeger iets van had gekend, maar dit was niet geheel juist, want ik kon uitstekend goed tee kenen en dat wist ik zelf drommels goed. Ik bezit het talent om caricaturen goed te kunnen weergeven en wel uit het geheugen, met de meeste getrouwheid. Wanneer gij mij pen en inkt kunt verschaffen, dan wil ik met genoegen een schetsje maken," zeide ik. z/Wilt gy het nu doen, of neemt gij mijn album liever mee?" z/Als gij het goed vindt, dan zal ik het nu doenmyn gekrab bel heeft ten minste één verdienste, namelijk dat het niet vee tijd vordert." „Oheel graag. Ik zal dadelijk pen en inkt voor u halen. Wat voor pen wilt gij hebben?" //Zoo mogelijk een met zeer fijne punt." Zij begaf zich oogenblikkelijk naar een tafeltje, dat tegen den wand stond, zette een inktkoker met een penhouder voor my neer en zeide: «18 die pen fijn genoeg? Ik heb er wel andere en zal ze oogenblikkelijk voor u laten halen." z/Deze pen is uitstekend, dank u," en ik begaf my aan het werk en teekende haar gelijkenis in het album. Toen deze gereed was, reikte ik haar het boek over de tafel toe en vroeg haar of zij kon zien, wat het voorstellen moest. Zij antwoordde met een bekoorlijken glimlach. «Ik kan het na tuurlijk dadelijk zien. Wat lief!" «Ik zou zoo iets niet van mij zelf durven zeggen," antwoordde ik, «maar ik sluit mij geheel bij uw oordeel aan. Het oorspron kelijke heeft in de teekening iets verloren, maar toch geloof ik dat gij gelijk hebt met te zeggen, dat het «lief" is. Zij scheen verlegen over de uitlegging, die ik aan haar woorden had gegeven. «Neen mijnheer Fowler, dat bedoel ik niet; ik wilde alleen maar zeggen, dat de teekening lief was." «O, de teekening Ik dacht, dat gij bedoeldet maar dit doet niets ter zake; dat gij mijn proeve van toekenkunst zoozeer roemt is zeer vleiend voor mg."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1