1863 werd hij benoemd tot landdrost
klerk van Harrismith en in 1865 tot
landdrost. Yele diensten heeft hy den
staat bewezen in de moeitevolle tijden
gedurende den oorlog, en in de schaarsch-
heid zoowel van geld als producten,
toonde hij zieh een bekwaam administra
teur, en bracht er veel toe om orde in
de oostelijko districten te handhaven. In
1873 werd bij, tot belooning zijner
diensten, aangesteld als auditeur en post
meester generaal, en toen deze betrekt
kingen gescheiden werden, bleef hij
auditeur- generaal tot in 1886, en werd
toen gepensioneerd wegens belooning
voor zijne veeljarige diensten. In 1874
werd hij door den Koning der Neder
landen benoemd als consul en bewees
hij vele diensten door de goede ver
standhouding van het land zijner aan
neming met zijn geboorteland te onder
houden. Hij toonde zich gedurende zijn
leven een godvruchtige christen, een
goed vader voor zijn huisgezin, een eer
lijk ambtenaar tegenover de burgerij,
een getrouw burger tegenover den staat,
een liefhebbende man voor zijn© ega, en
een vriend voor de maatschappij.
Verschenen is //Bericht no.
89" van de Landbouw-kolonie Neder-
landsch Mettray, op Ryeselt bij Zutphen.
Beschermheer Z. M. Koning Willem III.
Het verslag is toegezonden aan mede
stichters, leden en begunstigers. Er blijkt
uit, dat deze inrichting steeds uitmun
tend aan haar doel beantwoordt.
Het bestuur van de vereeni-
ging //Moed, beleid en trouw", die ter
gelegenheid van don 75en gedenkdag
van het bestaan der Militaire Willems
orde, op 30 April 1890, werd opgerieht
ten einde werkzaam te zijn in het be
lang van de ridders dier orde beneden
den rang van officier, heeft eene circu
laire rondgezonden ten einde onze land-
genooten op te wekken om de gemelde
ridders bij hun terugkeer in de burger
maatschappij zoo mogelijk aan eene pas
sende betrekking te helpen, hen gelde
lijk te steunen wanneer zij, voor wer
ken ongeschikt, buiten hun schuld in
armoede vervallen en na hun dood zoo
veel mogelijk te zorgen voor hunne
weduwen en weezen.
Het loffelijk doel en het humaan
streven waarvan d© vereeniging uitgaat,
verdient ongetwijfeld aanmoediging en
sympathie van alle weidenkenden. Ne
derland toch vergeet de zonen niet d«e
in de overzeesche gewesten waakten
voor de eer van Nederlands vlag en
medewerkten om ons gezag in de sehoone
koloniën hoog te houden.
Wij vertrouwen dat velen zich zullen
voelen opgewekt, aan de roepstem van
't bestuur gehoor te geven en 't zij door
aanzienlijke of geringer giften bij
dragen om de vereeniging in staat te
stellen zich op lofwaardige onbekrom-
pen wijze te kunnen kwijten van de
taak, die zij zich ten doel heeft gesteld.
Door den gemeenteraad van
Amsterdam, is met 23 tegen 12 stem
men besloten tot het nemen van eene
proef met de inrichting van schoolbaden
aan twee lagere scholeu lBte klasse.
Naar Be Op merit er verneemt,
heeft de oproeping van sollicitanten voor
de betrekking van stads-arehitect te Am
sterdam, waaraan een jaarwedde van
4000 verbonden is, niet tot een schit
terend resultaat geleid, te oordeelen
althans naar het getal sollicitanten, dat
nog niet eens een tiental moet bedragen.
Men schrijft uit Den Haag:
Voor de ambtenaren en beambten van
het RijDspooretation was het Dinsdag
avond, bij den overgang der Rijnspoor
maatschappij een soort van oud- en
nieuwjaar.
In het goederen- en bestelkantoor, op
het kaartjesbureau, in het bureau van
den stationschef, overal was men druk in
de weer om de boekeu der oude Rijn
spoorwegmaatschappij af te sluiten, de
kas op te maken en den stroom van
aanschrijvingen ea instructiëndie de
Staatsspoorweg-maatschappij bijna mot
eiken trein liet binnenloopen, te schiften
en te verdeelen.
De biljetten voor den winterdienst aaa
de muren herinnerden niet eens meer
aan de oude Rijnspoorwegmaatschappij.
Op de bestelwagens waren de huisschil
ders tot diep in den nacht bezig om de
opschriften van de R. S. M. te meta-
morphoseeren in de opschriften en initialen
van de Exploitatie-maatschappij.
Ea toen de laatste trein precies te
middernacht binnen kwam met één pas
sagier 3e klasse, werd die reiziger als
een gewichtige persoonlijkheid nagewezen
als de laatste!
Het uur van overgang werd aange
kondigd door eenige knalsignalen, die
zeker V8r in de stad zijn gehoord.
Het was bij den terugkeer van
laaiste locomotief naar de loods onder
het oude regime, dat deze saluutschoten
weerklonken.
Woensdagochtend kregen de koetsiers
van de passagiers last, hen naar het
Staatsspoorwegstatien te rijden, een order,
die menigen voerman, die niet precies
de geschiedenis de spoorwegovereenkom
sten had gevolgd, nog naar d@n weg
deed zoeken.
Woensdag middernacht zyn
te Utrecht, in het stationsgebouw van
de Rijnspoorwegmaatschappij, met mr.
I. Ph. van Bosse, regeerings-commissaris
bij die maatschappij, de directeur-gener
en de secretaris der Maatschappij tot
exploitatie vanStaatsspoorwegen, benevens
de administrateur der Hollandsche IJzeren
spoorwegmaatschappij bijeengekomen. Met
klokslag 12 uur heeft door de directie
der Ned. Rijnspoorwegmaatschappij de
overdracht aan des regeerings-commissaris
plaats gehad en vervolgens door hem aau
den directeur-generaal en den secretaris
der Maatschappy tot exploitatie van
Staatsspoorwegen, resp. aan den admi
nistrateur der Hollandsche IJzeren Spoor
wegmaatschappij.
De onderstaande brief is door de di
rectie der Nedei landsche Rijnspoorweg
maatschappij aan haar personeel gezonden,
Utrecht in den avond van 14 Otitobór 1890-
Het tijdstip nadert, waarop het bedrijf
der Maatschappij door ons moet worden
overgegeven aau den Staaf, en zij daar
mede wordt ontbonden. Bij rondschrijven
van 1 Augustus No. 7921 a 337 be-
hieldea wij ons voor, in de laatste ure
van haar bestaan afscheid van u to ne
men, onder erkenning van en danl
ging voor uwe aan haar bewezen diensten
Dat voor ons allen zoo gewichtige uur
is thans geslagen de aangenaamste plicht,
die wij daarin hebben te betrachten, is
gevolg te geven aan dat voornemen.
Werd het steeds do©r ons als een goed
voorrecht beschouwd, te staan aan het
hoofd van een personeel, dat uitblonk in
goede hoedanigheden, en waarmede het
weinig moeite kostte een groot bedrijf
uit te oefenen tot tevredenheid van velen,
zoo zou het van grove ondankbaarheid
getuigen, als wij u verlieten, zonder uwe
verdiensten te erkenaen, u dank te zeg
gen voor den ijver en de trouw, waar
mede allen schier zonder uitzondering
wedijverden om de ons toevertrouwde
belangen, elk naar zijne vermogens, te
helpen bevorderen, en u toe te wenschen
dat het u goed moge blijven gaan, ook
nadat het ons niet meer zal zijn gegeven
uw welzijn te behartigen.
Wij richten ons hierbij tot de oud-ge-
dienden, die aanspraak hebben om op
hunne lauweren te gaan rusten, en tot
jongeren van verschillenden leeftijd, die
reeds rijk zijn aan kennis en ervaring
of daarnaar streven met inspanning van
jeugdige krachten. Aan eerstbedoelden
vallen ten deel het genot eener zoete
rust na gewaardeerden arbeid, in dank
bare herinnering aan het goede dat door
hen van de Maatschappij werd genoten,
tijdens haar leven en bij hare ontbinding.
Door de jongeren van meer of minder
gevorderden leeftijd worde bevonden, dat
dc Maatschappij gepaste maatregelen wist
te treffen om bij hare ontbinding hunne
toekomst te waarborgen. Van hen, die
daarbij overgaan in den dienst der Maat
schappij tot exploitatie van Staatsspoor
wegen met of zonder verkregen rechten,
verwachten wij dat zij den goeden naam
van het personeel der Nederlandsche
Rhynspoorwegmaatschappij ook daar in
eer© zullen houden. Dit strekke hun tot
zegen op de verdere loopbaan, welke zij
onder nieuwe leiding hebben af te leg
gen. Ook dengenen, die zieh in de kracht
van hun leven vrijwillig terugtrekken,
wenschen wij toe dat die keuze niemand
moge berouwen. Aan allen roepen wij
daarmede toe een welgemeend //vaartwel."
In een winkel te Rotterdam
kregen twee personen over eene kleinig
heid twist, die zoo hoog liep, dat de
één een in zijn bereik liggenden hamer
opnam en zijne tegenpartij een
daarmede op het hoofd toebracht, zoodat
deze eene ernstige verwonding bekwam.
De dader is naar het politiebureau over
gebracht.
Men schrijft uit Maastricht
van 13 October:
Aan den heer Goovaerts, die heden
zijne besroniog met den lsten prijs
(prix de Rome) in zijne vaderstad
terugkeerde, viel een luisterryke OBt-
vangst te beurt. Door eene deputatie aan
het spoorwegstation afgehaald, werd hij
naar het Stadhuis geleid, waar de ge
meenteraad, vele kunstliefhebbers en be
langstellenden vereenigd waren. Daar
hield de burgemeester, de heer Pyls,
eene toespraak en werd de bekroonde de
eerewijn aangeboden. Hedenavond wordt
namens de vereeniging //Kunst ®n
Vermaak" een serenade gebracht.
Te Vueht werden Woens-
dagmorgen in de R. K. kerk door den
koster drie mannen gevonden in de
sacristie, eene plaats niet voor het pu
bliek toegankelijk. Op zijn verzoek om
heen te gaan, werden zij brutaal, zoodat
door hem de hulp werd ingeroepen van
een voorbijganger. Daar zij er zeer ver
dacht uitzagen en blijkbaar met geen
eerlijke bedoelingen ter plaatse aanwezig
waren, riep men de hulp in van een
korporaal met twee soldaten, die toe
vallig in de nabijheid op post stonden,
als behoorende tot het garnizoen uit
's-Bosch, dat te Vnchfc velddienst had.
Onder geleide dezer militairen werden
de drie mannen naar het gemeentehuis
gebracht, waar ze door de maréchaussée
uit 's-Bosch in verhoor werden genomen
en daarna geboeid naar 's-Bosch over
gebracht. Misschien blykt het eene goede
vangst.
Rechtszaken.
In zake het Volkspark te Amsterdam,
is eindelyk het eindvonnis geveld en is
de gedaagde Fortuyn veroordeeld tot be
taling van f 1200, tot welk bedrag do
reohtbank de niet betaling van één jaar
huur heeft beperkt. Het vonnis is uit
voerbaar by lijfsdwang en by voorbaat.
Rv. A.)
VISSCHERIJ.
Ni e we diep. 14 Octobe-, Door 22
korders werden heden 10 tot 70 groote,
10 tot 20 kl. toDgen, enkele roggen, 1
tarbot, 1 tot 15 mandjes kl. schol en 1
tot 3 manden schar, en door trekkers
45 tal haring aangevoerdgr. tong gold
60 a 65 c., kleine id. 20 c., rog f 1,25
k 1.40 per ftuk, de tarbot ƒ12, kl,
schol ƒ2.50 a 3 per mandje, schar
f 1.50 per mand en haring f 5 h 5.50
per tal.
Nieuwediep, 15 Oct. Door 155
korders en beugetrs werden heden 10 tot
80 groete, 10 tot 150 kleine tongen,
5 tarbotten, 1 tot 10 roggen, 2 tot 8
mandjes kleiae schol en 1 tot 5 manden
schar, en door trekkers 16 tal haring
aangevoerd; gr. tong gold 55 60 ct.,
kleine id. 20 ct., tarbot f 9 a 12, rog
f 1.20 per stak, kleine schol f 2 a 2.50
per mandje, schar f 1.50 per mand
haring f 2.25 a 6.50 por tal.
75
98
90
104
1001
116X
pet.
Financieele mededeelingen.
Het Weekblad van Broekman en Hea
ders bevat o. a. de volgende opgave van
minder courante of incourant© fondsen,
in de week, t®t den dalem van 14 Oct.
loopende, door hun tusseheakomst ver
handeld.
Oblig. Groot Mijdrecht
Waterschap a
Aand. Duinw.-Mpij
Aand. Expl. van Waterl.
in Nederl. (Mpij. tot)
Aand. Gez. Buskruitm.
v. N.-Holl.,Utr.en Zeel.
Pandbr. Ned. Hypoth.b,
in liquidatie.
Aand. Asah. Tab.-Mpij. u
Aand. Billiton Mpij, 2e
rubriek te 's-Hage.
Oblig. Moluksahe Han
dels-Vennootschap.
Aand. N.-Ind. Cult.-Mij.
Aand. Oost Java Cultuur-
Maatschappij. o
Aand. Tabak Mij. Deli-
Asahan Serie A-E. ,t
Scrip. Boxtel-Wezel Spw.
(van le Hyp. Oblig.)
Aand. Kon. Ned. Locaal
Spw.-Mij. Se Apeldoorn
Aand. Oldambt-Pekela
(Stoomtram).
Aand. IJscl stoomtr.-mij.
Aand. Meel- en Brood-
Fabr. (Mpij voor).
Aand. Nederl. Oliefabr.
te Delft
Aand. Nederl. Stoombl.
te Nij verdal.
Aand. Oost.-Ind. Zee- en
Brand Assur.-Mpij.
KQLONIEN.
(Uit de bataviaeche bladen van 1013
September en de Beli Ct. van den lOen.
De vorige mail liep tot den 4en).
BATAVIA, 13 September.
2650.
55
150
n
125 pet.
ex
148
pet
8
H
25&
n
5S-6
ii
ii
120
u
110
ii
107
u
70
i
De regeering heeft eene poging
om aan het hand over band toenemende
pauperisme onder de «uropeesche inge
zetenen tegemoet te komen door eeDe som
van f 5000 toe te staan voor het nemen
van eene proef met de uitgifte ter ont
ginning van stukjes grond niet grooter
dan vijf bouw. Een paar districten in
Pasoeroean zijn daarvtor aangewezen,
©n de resident van dat gewest is met «le
leiding belast. Minvermogende Europea
nen, die een bewijs van geed gedrag
kannen overleggen, en gegageerde mili
tairen van eiken landaard, kunnen zich
daarto® aanmeldenbehalve het stukje
grond worden hun eene woning, gereed
schappen, zaden en levensonderhoud voor
de eerste maanden gegeven, terwijl bun
hulp wordt verleend voor den afzet der
producten van den kleinen land- en tuin
bouw door hen gedreven, en zij met toe
stemming va» den resident zelfs koffie
mogen planten. Wanneer deze proef
slaagt, en de maatregel daarna algemee-
ner wordt toegepast, zal een geschikt
middel zijn gevonden tegen armoede van
Europeanen, zonder dat de belangen van
Inlanders daardoor worden geschaad,
gelijk by de uitgifte van woeste gronden
in erfpacht zoo ïicht het geval is.
Volgens eea telegram van den
22ea Augustus, in de Javaboiehebben
de Rokkaneezen een transport over
dat de ravynhelling afdaalde. Aan onze
zijde werden gedood 12 soldaten, terwijl
gewond werden 31 soldaten, dwang;
beiders en vrouwen.
Een later telegram aan hetzelfde blad
meldt dat gesneuveld zijn de sergeant
Benjamins, 7 fuseliers, 4 vrouwen, een
kind en een aantal kettinggangers. E«n
onderofficier werd gewond. De vijand
maakte zes geweren en eene hoe
veelheid ammunitie buit. Vijf Rok
kaneezen sneuvelden, en de kampong
Ekofeto werd door onze trospen geslecht.
Het Bat. Nietmsblod meldt, ter aan
vulling van het ontvangen telegram, dat
de aanval op 22 Angustus te Flores
geschiedde door 300 Rokkaneezen op
een transport van 16 gewapenden, 100
dwangarbeiders en eenige vrouwen
kinderen, met klewang.
Het is eene zoo goed als uitge
maakte zaak, dat drie compagnieën van
het 5e bataljon te Semarang naar Flores
Noordkust zullen vertrokken.
Naar wii vernemen, was bij de overwe
ging, of de te Willem I gelegerde rest
van het 8ste bataljon naar Flores kon
vertrekken, eerst een geneeskundig onder
zeek van de manschappen gelast, dat
door den eerstaanwezend offieier vaa
gezondheid geleid, tot resultaat had, dat
slechts enkele militairen geschikt waren
om te velde te trekken.
Die keuring schijnt echter wel een
beetje al te nauwgezet gehouden te zijn,,
want de later van Semarang naar Wil
lem I in commissie gezonden overste doc
tor Ten Bosch beeliste, dat tweehonderd
man lichamelijk geschikt waren om naar
Flores t® vertrekken.
Den 14den S«pt. vertrekt, het stoom
schip Snmbawa van Batavia naar Sema
rang en den volgenden dag de Karang
terwyl de Tambora, onmiddellijk nadat
zij gcloBt zal hebben, eveneens die be
stemming zal volgen. Op de vloot, be
staande uit bovengenoemde drie stoom
schepen, zal da nieuwe Florea-expeditie
worden ingescheept.
Bij het 5e bataljon infanterie te
Semarang in garnizoen, dat naar de
Noordkust van Flores gedirigeerd wordt,
staan de volgende officieren
W. J. N. Bosboom, majoorK. W.
Steinmetz, F. C. Thamsoc, D. J. A.E.
de Brauw en P. A. Le Maire, kapi
teins H. G. v. Kesteren, R. B. M. de
Wijs, M. Kuneman en P. H. van der
Wedden, 1© luitenants E. K. H. Pluim
Meute, A. W. A. de Koek v. Lseuwen,
J. P. A. Koentze, J. C. M. Liefrinck,
F. H. Vroom, H. W. de Back ©n T.
Ketjen, 2e luitenants.
Aangezien echter van dit bataljon
ééue compagnie, vermoedelyk eene euro-
peosche, te Semarang zal achterblijven,
kan nog niet worden opgegeven welke
officieren deel zullen uitmaken van de
expeditie en welke zullen thuis blijven.
De kapitein van den generalen staf
F. C. Granpré Molière zal ais chef van
den staf optrwden, terwijl de le luite-
nant-kwartiermoester J. Kuijk den inten
dance-dienst zal verrichten.
Aan het verslag der voornaamste
;ebeurtenissen in het goevernement
Atjeh en Onderhoorigheden, loopende
van 12 tot en met 24 Augustus jl., wordt
het volgende ontleend
Groot-Atjeh. Op Groot-Atjeh viel
weinig belangrijks voor de posten wer
den aanmerkelijk minder beschoten dan
gedurende den laatsten en voorlaatsten
verslagtijd.
Den 13en Augustus rukte van de
benting Lamreng eene patrouille uit
onder luitenant Bruut, ten einde den
vijand te verdrijven, die van nabij de
burg over de Kraeng Tandjoeng onzen
post Lamreng beschoot. Bij die gelegen
heid werd bovengenoemd officier alsme
de een mindere licht gewond, en de
vijand teruggedreven tot eene meer
achterwaarts liggende versterking.
Den 15en Augustus trok eene gewa-
ponde bende van pl. m. 30 man met een
man te paard aan het hoofd, in het
gezicht van onze post te Ketapang Doe-
wa, naar kampong Goï Kotjil.
Een op die bende afgeschoten granaat
kartets deed onder meer, het te paard
m hoofd neerstorten en dreef de
anderen op de vlucht.
Later bleek dat die man te paar h et
bekende bendehoofd NjMakam was,
die zich naar de IVde Moekims wilde
begeven om een onderhoud te hebben
met Toekoe Oemar, en dat hij eene
wond had bekomen in de kuit, die echter
niet doodelijk scheen te zijn.
Onderhoorigheden. In het Edischu werd
de rust niet verstoord en kwamen van
daar vrij bevredigende berichten binnen,
zoodat last werd gegeven om de twee
aldaar nog vertoevende compagnieën van
het 14de bataljon, met den stat van het
korps, naar Kota-Radja to doen terug-
keeren.
De eerste compagnie van dat bataljon
kwam dientengevolge den 24sten te
Kota-Radja aan, terwijl eenige dagen
later ook de andere compagnie werd
verwacht.j
Toekoe-Tjihiq van Edi was nog steeds
te Penang.
Zooals in het vorig verslag reeds werd
I gemeld, werden op het établissement van
ik zeker." //Ja, het is waar," zeide No. 2. ;/Ik houd het er voor,
dat hij nu niet meer misdadigers zal trachten op te sporen, maar
zich zal toeleggen op wedrenneD, met het vierspan van den ouden
Whitehead zal gaan rijden en dergelijke dingen meer. Ik zou er niets
op tegen hebben, wanneer Fanny het in haar hoofd kreeg om op mij
te verlieven. Wanneer de oode heer er uitknijpt, dan is alles voor
Bland en ik heb gehoord, dat hij meer dan twee millioen bezit."
Het was voor mij zeer onaangenaam, om zulk een gesprek aan te
hooren, nietwaar?"
z/Dafc zal u zeer pynlijk in do ooren hebben geklonken, mijnheer
Whitehead," antwoordde ik.
z/Dat was het. Ik moet bekennen, dat ik wel wat opgewonden
was en een minuut later zie ik mijn dochter gearmd met die»
edelen Bland, lachende en schertsende, zoo vertrouwelijk mogelijk.
Ik begaf mij oogenblikkelijk naar Bland, dat kan ik u verzekeren,
maar ik was gerechtvaardigd, nietwaar
z/Ja, dat waart gij," was ik verplicht te bekennen.
wGij zult het u wel kunnen voorstellen, dat ik niet in een al
te beste luim was en ik beval miss Whitehead, dat zij zich moest
aankleeden en met mij meegaan, en toen zij wegging en gehoor
zaamde aan mijne bevelen, werd uw vriend Bland zeer onbe
schaamd. Gij zult het niet willen gelooven, maar hij noemde my
een dom men veekooper. Ja, bij George, dat zeide hij En dat ten
aanhoore van het geheele publiek. In mijn gansche leven had ik
mij nog nooit zoo klein gevoeld, want alle omstanders barstten
uit in lachen. Ik noem het wat moois, wanneer een man zijn
dochter niet onder zijn hoede mag nemen, zonder in het publiek
door zulk een jongen melkmuil beleedigd te worden."
z/Maar neem mij niet kwalijk, mijnheer Whitehead, weet gij
wel zeker, dat gij in uw gramschap niets gezegd hebt, wat Bland
wellicht in toorn heeft doen ontsteken Het is mij anders geheel
onbegrijpelijk, hoe hij zieh zoover heeft kunnen vergeten."
z/Ik heb u reeds verteld, dat ik hem in mijn drift niet el te
vriendelijk toesprak ik sprak op dat oogenblik mijne gedachten
overluid uit en die waren niet vleiend voor hem. Dat was in deze
omstandigheden zeer natuurlijk; niemand zal het evenwel in een
jongmen8ch kunnen verdedigen, dat hij een oudere toespreekt,
zooals uw vriend mij. Gij zijt zelf nog jong, maar gij zoudt zoo
iets nooit ten aanhoore van het publiek zeggen, nietwaar
Klaarblijkelijk ontstemd over mijn veronderstelling, dat Blands
onbeschaamdheid in zekeren zin te wijten was aan zijn eigen
ruwheid, stond Whitehead, toen hij uitgesproken had, van zijn
stoel op zonder mijn antwoord af te wachten en wierp zijn sigaar,
welke hij bijna nog niet in den mond had gehad, in het vuur. Hij
stak een andere aan, draaide zich weer om met den rug naar den
haard toegekeerd en dampte er geweldig op los; ik zag dit ten
minste aan de dikke rookwolken, die hy voor zich uitblies. Daar
hij van mij geen antwoord scheen te verwachten, hield ik my
maar stil en achterover in mijn stoel geleund, overwoog ik wat
mij verder te doen stond. Tot dusverre was het niet slecht ge
gaan. De oude landontginner was meer vatbaar voor rede, dan
ik verwacht had en het was mij gebleken, dat hij uiterst bevreesd
was, dat men hem een schreeuwer zou noemen; dit was dus het
meest kwestbare punt voor z|ju eigenwaan en daartegen moest ik
al mijne strijdkrachten richten om de zaak van mijn vriend te
steunen.
Na een oogenblik te hebben nagedacht, hervatte ik het gesprek.
z/Mijn beste mijnheer Whitehead, wanneer uwe woorden van zoo
even de koloniste» in het algemeen golden, dan zou ik u gelijk
geven, maar Bland behoort volstrekt niet tot het type der austra-
lisehe kolonisten; integendeel, ik verzeker u, dat hij eenvoudig
en beschaafd is. Daar gij mij verzocht hebt met u over deze zaak
te spreken, wil ik, om mijn vriend te verdedigen, u eens mede-
deelen, uit welk oogpunt ik de geheele zaak beschouw."
(Wordt vervolgd