1863 werd hij benoemd tot landdrost klerk van Harrismith en in 1865 tot landdrost. Yele diensten heeft hy den staat bewezen in de moeitevolle tijden gedurende den oorlog, en in de schaarsch- heid zoowel van geld als producten, toonde hij zieh een bekwaam administra teur, en bracht er veel toe om orde in de oostelijko districten te handhaven. In 1873 werd bij, tot belooning zijner diensten, aangesteld als auditeur en post meester generaal, en toen deze betrekt kingen gescheiden werden, bleef hij auditeur- generaal tot in 1886, en werd toen gepensioneerd wegens belooning voor zijne veeljarige diensten. In 1874 werd hij door den Koning der Neder landen benoemd als consul en bewees hij vele diensten door de goede ver standhouding van het land zijner aan neming met zijn geboorteland te onder houden. Hij toonde zich gedurende zijn leven een godvruchtige christen, een goed vader voor zijn huisgezin, een eer lijk ambtenaar tegenover de burgerij, een getrouw burger tegenover den staat, een liefhebbende man voor zijn© ega, en een vriend voor de maatschappij. Verschenen is //Bericht no. 89" van de Landbouw-kolonie Neder- landsch Mettray, op Ryeselt bij Zutphen. Beschermheer Z. M. Koning Willem III. Het verslag is toegezonden aan mede stichters, leden en begunstigers. Er blijkt uit, dat deze inrichting steeds uitmun tend aan haar doel beantwoordt. Het bestuur van de vereeni- ging //Moed, beleid en trouw", die ter gelegenheid van don 75en gedenkdag van het bestaan der Militaire Willems orde, op 30 April 1890, werd opgerieht ten einde werkzaam te zijn in het be lang van de ridders dier orde beneden den rang van officier, heeft eene circu laire rondgezonden ten einde onze land- genooten op te wekken om de gemelde ridders bij hun terugkeer in de burger maatschappij zoo mogelijk aan eene pas sende betrekking te helpen, hen gelde lijk te steunen wanneer zij, voor wer ken ongeschikt, buiten hun schuld in armoede vervallen en na hun dood zoo veel mogelijk te zorgen voor hunne weduwen en weezen. Het loffelijk doel en het humaan streven waarvan d© vereeniging uitgaat, verdient ongetwijfeld aanmoediging en sympathie van alle weidenkenden. Ne derland toch vergeet de zonen niet d«e in de overzeesche gewesten waakten voor de eer van Nederlands vlag en medewerkten om ons gezag in de sehoone koloniën hoog te houden. Wij vertrouwen dat velen zich zullen voelen opgewekt, aan de roepstem van 't bestuur gehoor te geven en 't zij door aanzienlijke of geringer giften bij dragen om de vereeniging in staat te stellen zich op lofwaardige onbekrom- pen wijze te kunnen kwijten van de taak, die zij zich ten doel heeft gesteld. Door den gemeenteraad van Amsterdam, is met 23 tegen 12 stem men besloten tot het nemen van eene proef met de inrichting van schoolbaden aan twee lagere scholeu lBte klasse. Naar Be Op merit er verneemt, heeft de oproeping van sollicitanten voor de betrekking van stads-arehitect te Am sterdam, waaraan een jaarwedde van 4000 verbonden is, niet tot een schit terend resultaat geleid, te oordeelen althans naar het getal sollicitanten, dat nog niet eens een tiental moet bedragen. Men schrijft uit Den Haag: Voor de ambtenaren en beambten van het RijDspooretation was het Dinsdag avond, bij den overgang der Rijnspoor maatschappij een soort van oud- en nieuwjaar. In het goederen- en bestelkantoor, op het kaartjesbureau, in het bureau van den stationschef, overal was men druk in de weer om de boekeu der oude Rijn spoorwegmaatschappij af te sluiten, de kas op te maken en den stroom van aanschrijvingen ea instructiëndie de Staatsspoorweg-maatschappij bijna mot eiken trein liet binnenloopen, te schiften en te verdeelen. De biljetten voor den winterdienst aaa de muren herinnerden niet eens meer aan de oude Rijnspoorwegmaatschappij. Op de bestelwagens waren de huisschil ders tot diep in den nacht bezig om de opschriften van de R. S. M. te meta- morphoseeren in de opschriften en initialen van de Exploitatie-maatschappij. Ea toen de laatste trein precies te middernacht binnen kwam met één pas sagier 3e klasse, werd die reiziger als een gewichtige persoonlijkheid nagewezen als de laatste! Het uur van overgang werd aange kondigd door eenige knalsignalen, die zeker V8r in de stad zijn gehoord. Het was bij den terugkeer van laaiste locomotief naar de loods onder het oude regime, dat deze saluutschoten weerklonken. Woensdagochtend kregen de koetsiers van de passagiers last, hen naar het Staatsspoorwegstatien te rijden, een order, die menigen voerman, die niet precies de geschiedenis de spoorwegovereenkom sten had gevolgd, nog naar d@n weg deed zoeken. Woensdag middernacht zyn te Utrecht, in het stationsgebouw van de Rijnspoorwegmaatschappij, met mr. I. Ph. van Bosse, regeerings-commissaris bij die maatschappij, de directeur-gener en de secretaris der Maatschappij tot exploitatie vanStaatsspoorwegen, benevens de administrateur der Hollandsche IJzeren spoorwegmaatschappij bijeengekomen. Met klokslag 12 uur heeft door de directie der Ned. Rijnspoorwegmaatschappij de overdracht aan des regeerings-commissaris plaats gehad en vervolgens door hem aau den directeur-generaal en den secretaris der Maatschappy tot exploitatie van Staatsspoorwegen, resp. aan den admi nistrateur der Hollandsche IJzeren Spoor wegmaatschappij. De onderstaande brief is door de di rectie der Nedei landsche Rijnspoorweg maatschappij aan haar personeel gezonden, Utrecht in den avond van 14 Otitobór 1890- Het tijdstip nadert, waarop het bedrijf der Maatschappij door ons moet worden overgegeven aau den Staaf, en zij daar mede wordt ontbonden. Bij rondschrijven van 1 Augustus No. 7921 a 337 be- hieldea wij ons voor, in de laatste ure van haar bestaan afscheid van u to ne men, onder erkenning van en danl ging voor uwe aan haar bewezen diensten Dat voor ons allen zoo gewichtige uur is thans geslagen de aangenaamste plicht, die wij daarin hebben te betrachten, is gevolg te geven aan dat voornemen. Werd het steeds do©r ons als een goed voorrecht beschouwd, te staan aan het hoofd van een personeel, dat uitblonk in goede hoedanigheden, en waarmede het weinig moeite kostte een groot bedrijf uit te oefenen tot tevredenheid van velen, zoo zou het van grove ondankbaarheid getuigen, als wij u verlieten, zonder uwe verdiensten te erkenaen, u dank te zeg gen voor den ijver en de trouw, waar mede allen schier zonder uitzondering wedijverden om de ons toevertrouwde belangen, elk naar zijne vermogens, te helpen bevorderen, en u toe te wenschen dat het u goed moge blijven gaan, ook nadat het ons niet meer zal zijn gegeven uw welzijn te behartigen. Wij richten ons hierbij tot de oud-ge- dienden, die aanspraak hebben om op hunne lauweren te gaan rusten, en tot jongeren van verschillenden leeftijd, die reeds rijk zijn aan kennis en ervaring of daarnaar streven met inspanning van jeugdige krachten. Aan eerstbedoelden vallen ten deel het genot eener zoete rust na gewaardeerden arbeid, in dank bare herinnering aan het goede dat door hen van de Maatschappij werd genoten, tijdens haar leven en bij hare ontbinding. Door de jongeren van meer of minder gevorderden leeftijd worde bevonden, dat dc Maatschappij gepaste maatregelen wist te treffen om bij hare ontbinding hunne toekomst te waarborgen. Van hen, die daarbij overgaan in den dienst der Maat schappij tot exploitatie van Staatsspoor wegen met of zonder verkregen rechten, verwachten wij dat zij den goeden naam van het personeel der Nederlandsche Rhynspoorwegmaatschappij ook daar in eer© zullen houden. Dit strekke hun tot zegen op de verdere loopbaan, welke zij onder nieuwe leiding hebben af te leg gen. Ook dengenen, die zieh in de kracht van hun leven vrijwillig terugtrekken, wenschen wij toe dat die keuze niemand moge berouwen. Aan allen roepen wij daarmede toe een welgemeend //vaartwel." In een winkel te Rotterdam kregen twee personen over eene kleinig heid twist, die zoo hoog liep, dat de één een in zijn bereik liggenden hamer opnam en zijne tegenpartij een daarmede op het hoofd toebracht, zoodat deze eene ernstige verwonding bekwam. De dader is naar het politiebureau over gebracht. Men schrijft uit Maastricht van 13 October: Aan den heer Goovaerts, die heden zijne besroniog met den lsten prijs (prix de Rome) in zijne vaderstad terugkeerde, viel een luisterryke OBt- vangst te beurt. Door eene deputatie aan het spoorwegstation afgehaald, werd hij naar het Stadhuis geleid, waar de ge meenteraad, vele kunstliefhebbers en be langstellenden vereenigd waren. Daar hield de burgemeester, de heer Pyls, eene toespraak en werd de bekroonde de eerewijn aangeboden. Hedenavond wordt namens de vereeniging //Kunst ®n Vermaak" een serenade gebracht. Te Vueht werden Woens- dagmorgen in de R. K. kerk door den koster drie mannen gevonden in de sacristie, eene plaats niet voor het pu bliek toegankelijk. Op zijn verzoek om heen te gaan, werden zij brutaal, zoodat door hem de hulp werd ingeroepen van een voorbijganger. Daar zij er zeer ver dacht uitzagen en blijkbaar met geen eerlijke bedoelingen ter plaatse aanwezig waren, riep men de hulp in van een korporaal met twee soldaten, die toe vallig in de nabijheid op post stonden, als behoorende tot het garnizoen uit 's-Bosch, dat te Vnchfc velddienst had. Onder geleide dezer militairen werden de drie mannen naar het gemeentehuis gebracht, waar ze door de maréchaussée uit 's-Bosch in verhoor werden genomen en daarna geboeid naar 's-Bosch over gebracht. Misschien blykt het eene goede vangst. Rechtszaken. In zake het Volkspark te Amsterdam, is eindelyk het eindvonnis geveld en is de gedaagde Fortuyn veroordeeld tot be taling van f 1200, tot welk bedrag do reohtbank de niet betaling van één jaar huur heeft beperkt. Het vonnis is uit voerbaar by lijfsdwang en by voorbaat. Rv. A.) VISSCHERIJ. Ni e we diep. 14 Octobe-, Door 22 korders werden heden 10 tot 70 groote, 10 tot 20 kl. toDgen, enkele roggen, 1 tarbot, 1 tot 15 mandjes kl. schol en 1 tot 3 manden schar, en door trekkers 45 tal haring aangevoerdgr. tong gold 60 a 65 c., kleine id. 20 c., rog f 1,25 k 1.40 per ftuk, de tarbot ƒ12, kl, schol ƒ2.50 a 3 per mandje, schar f 1.50 per mand en haring f 5 h 5.50 per tal. Nieuwediep, 15 Oct. Door 155 korders en beugetrs werden heden 10 tot 80 groete, 10 tot 150 kleine tongen, 5 tarbotten, 1 tot 10 roggen, 2 tot 8 mandjes kleiae schol en 1 tot 5 manden schar, en door trekkers 16 tal haring aangevoerd; gr. tong gold 55 60 ct., kleine id. 20 ct., tarbot f 9 a 12, rog f 1.20 per stak, kleine schol f 2 a 2.50 per mandje, schar f 1.50 per mand haring f 2.25 a 6.50 por tal. 75 98 90 104 1001 116X pet. Financieele mededeelingen. Het Weekblad van Broekman en Hea ders bevat o. a. de volgende opgave van minder courante of incourant© fondsen, in de week, t®t den dalem van 14 Oct. loopende, door hun tusseheakomst ver handeld. Oblig. Groot Mijdrecht Waterschap a Aand. Duinw.-Mpij Aand. Expl. van Waterl. in Nederl. (Mpij. tot) Aand. Gez. Buskruitm. v. N.-Holl.,Utr.en Zeel. Pandbr. Ned. Hypoth.b, in liquidatie. Aand. Asah. Tab.-Mpij. u Aand. Billiton Mpij, 2e rubriek te 's-Hage. Oblig. Moluksahe Han dels-Vennootschap. Aand. N.-Ind. Cult.-Mij. Aand. Oost Java Cultuur- Maatschappij. o Aand. Tabak Mij. Deli- Asahan Serie A-E. ,t Scrip. Boxtel-Wezel Spw. (van le Hyp. Oblig.) Aand. Kon. Ned. Locaal Spw.-Mij. Se Apeldoorn Aand. Oldambt-Pekela (Stoomtram). Aand. IJscl stoomtr.-mij. Aand. Meel- en Brood- Fabr. (Mpij voor). Aand. Nederl. Oliefabr. te Delft Aand. Nederl. Stoombl. te Nij verdal. Aand. Oost.-Ind. Zee- en Brand Assur.-Mpij. KQLONIEN. (Uit de bataviaeche bladen van 1013 September en de Beli Ct. van den lOen. De vorige mail liep tot den 4en). BATAVIA, 13 September. 2650. 55 150 n 125 pet. ex 148 pet 8 H 25& n 5S-6 ii ii 120 u 110 ii 107 u 70 i De regeering heeft eene poging om aan het hand over band toenemende pauperisme onder de «uropeesche inge zetenen tegemoet te komen door eeDe som van f 5000 toe te staan voor het nemen van eene proef met de uitgifte ter ont ginning van stukjes grond niet grooter dan vijf bouw. Een paar districten in Pasoeroean zijn daarvtor aangewezen, ©n de resident van dat gewest is met «le leiding belast. Minvermogende Europea nen, die een bewijs van geed gedrag kannen overleggen, en gegageerde mili tairen van eiken landaard, kunnen zich daarto® aanmeldenbehalve het stukje grond worden hun eene woning, gereed schappen, zaden en levensonderhoud voor de eerste maanden gegeven, terwijl bun hulp wordt verleend voor den afzet der producten van den kleinen land- en tuin bouw door hen gedreven, en zij met toe stemming va» den resident zelfs koffie mogen planten. Wanneer deze proef slaagt, en de maatregel daarna algemee- ner wordt toegepast, zal een geschikt middel zijn gevonden tegen armoede van Europeanen, zonder dat de belangen van Inlanders daardoor worden geschaad, gelijk by de uitgifte van woeste gronden in erfpacht zoo ïicht het geval is. Volgens eea telegram van den 22ea Augustus, in de Javaboiehebben de Rokkaneezen een transport over dat de ravynhelling afdaalde. Aan onze zijde werden gedood 12 soldaten, terwijl gewond werden 31 soldaten, dwang; beiders en vrouwen. Een later telegram aan hetzelfde blad meldt dat gesneuveld zijn de sergeant Benjamins, 7 fuseliers, 4 vrouwen, een kind en een aantal kettinggangers. E«n onderofficier werd gewond. De vijand maakte zes geweren en eene hoe veelheid ammunitie buit. Vijf Rok kaneezen sneuvelden, en de kampong Ekofeto werd door onze trospen geslecht. Het Bat. Nietmsblod meldt, ter aan vulling van het ontvangen telegram, dat de aanval op 22 Angustus te Flores geschiedde door 300 Rokkaneezen op een transport van 16 gewapenden, 100 dwangarbeiders en eenige vrouwen kinderen, met klewang. Het is eene zoo goed als uitge maakte zaak, dat drie compagnieën van het 5e bataljon te Semarang naar Flores Noordkust zullen vertrokken. Naar wii vernemen, was bij de overwe ging, of de te Willem I gelegerde rest van het 8ste bataljon naar Flores kon vertrekken, eerst een geneeskundig onder zeek van de manschappen gelast, dat door den eerstaanwezend offieier vaa gezondheid geleid, tot resultaat had, dat slechts enkele militairen geschikt waren om te velde te trekken. Die keuring schijnt echter wel een beetje al te nauwgezet gehouden te zijn,, want de later van Semarang naar Wil lem I in commissie gezonden overste doc tor Ten Bosch beeliste, dat tweehonderd man lichamelijk geschikt waren om naar Flores t® vertrekken. Den 14den S«pt. vertrekt, het stoom schip Snmbawa van Batavia naar Sema rang en den volgenden dag de Karang terwyl de Tambora, onmiddellijk nadat zij gcloBt zal hebben, eveneens die be stemming zal volgen. Op de vloot, be staande uit bovengenoemde drie stoom schepen, zal da nieuwe Florea-expeditie worden ingescheept. Bij het 5e bataljon infanterie te Semarang in garnizoen, dat naar de Noordkust van Flores gedirigeerd wordt, staan de volgende officieren W. J. N. Bosboom, majoorK. W. Steinmetz, F. C. Thamsoc, D. J. A.E. de Brauw en P. A. Le Maire, kapi teins H. G. v. Kesteren, R. B. M. de Wijs, M. Kuneman en P. H. van der Wedden, 1© luitenants E. K. H. Pluim Meute, A. W. A. de Koek v. Lseuwen, J. P. A. Koentze, J. C. M. Liefrinck, F. H. Vroom, H. W. de Back ©n T. Ketjen, 2e luitenants. Aangezien echter van dit bataljon ééue compagnie, vermoedelyk eene euro- peosche, te Semarang zal achterblijven, kan nog niet worden opgegeven welke officieren deel zullen uitmaken van de expeditie en welke zullen thuis blijven. De kapitein van den generalen staf F. C. Granpré Molière zal ais chef van den staf optrwden, terwijl de le luite- nant-kwartiermoester J. Kuijk den inten dance-dienst zal verrichten. Aan het verslag der voornaamste ;ebeurtenissen in het goevernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van 12 tot en met 24 Augustus jl., wordt het volgende ontleend Groot-Atjeh. Op Groot-Atjeh viel weinig belangrijks voor de posten wer den aanmerkelijk minder beschoten dan gedurende den laatsten en voorlaatsten verslagtijd. Den 13en Augustus rukte van de benting Lamreng eene patrouille uit onder luitenant Bruut, ten einde den vijand te verdrijven, die van nabij de burg over de Kraeng Tandjoeng onzen post Lamreng beschoot. Bij die gelegen heid werd bovengenoemd officier alsme de een mindere licht gewond, en de vijand teruggedreven tot eene meer achterwaarts liggende versterking. Den 15en Augustus trok eene gewa- ponde bende van pl. m. 30 man met een man te paard aan het hoofd, in het gezicht van onze post te Ketapang Doe- wa, naar kampong Goï Kotjil. Een op die bende afgeschoten granaat kartets deed onder meer, het te paard m hoofd neerstorten en dreef de anderen op de vlucht. Later bleek dat die man te paar h et bekende bendehoofd NjMakam was, die zich naar de IVde Moekims wilde begeven om een onderhoud te hebben met Toekoe Oemar, en dat hij eene wond had bekomen in de kuit, die echter niet doodelijk scheen te zijn. Onderhoorigheden. In het Edischu werd de rust niet verstoord en kwamen van daar vrij bevredigende berichten binnen, zoodat last werd gegeven om de twee aldaar nog vertoevende compagnieën van het 14de bataljon, met den stat van het korps, naar Kota-Radja to doen terug- keeren. De eerste compagnie van dat bataljon kwam dientengevolge den 24sten te Kota-Radja aan, terwijl eenige dagen later ook de andere compagnie werd verwacht.j Toekoe-Tjihiq van Edi was nog steeds te Penang. Zooals in het vorig verslag reeds werd I gemeld, werden op het établissement van ik zeker." //Ja, het is waar," zeide No. 2. ;/Ik houd het er voor, dat hij nu niet meer misdadigers zal trachten op te sporen, maar zich zal toeleggen op wedrenneD, met het vierspan van den ouden Whitehead zal gaan rijden en dergelijke dingen meer. Ik zou er niets op tegen hebben, wanneer Fanny het in haar hoofd kreeg om op mij te verlieven. Wanneer de oode heer er uitknijpt, dan is alles voor Bland en ik heb gehoord, dat hij meer dan twee millioen bezit." Het was voor mij zeer onaangenaam, om zulk een gesprek aan te hooren, nietwaar?" z/Dafc zal u zeer pynlijk in do ooren hebben geklonken, mijnheer Whitehead," antwoordde ik. z/Dat was het. Ik moet bekennen, dat ik wel wat opgewonden was en een minuut later zie ik mijn dochter gearmd met die» edelen Bland, lachende en schertsende, zoo vertrouwelijk mogelijk. Ik begaf mij oogenblikkelijk naar Bland, dat kan ik u verzekeren, maar ik was gerechtvaardigd, nietwaar z/Ja, dat waart gij," was ik verplicht te bekennen. wGij zult het u wel kunnen voorstellen, dat ik niet in een al te beste luim was en ik beval miss Whitehead, dat zij zich moest aankleeden en met mij meegaan, en toen zij wegging en gehoor zaamde aan mijne bevelen, werd uw vriend Bland zeer onbe schaamd. Gij zult het niet willen gelooven, maar hij noemde my een dom men veekooper. Ja, bij George, dat zeide hij En dat ten aanhoore van het geheele publiek. In mijn gansche leven had ik mij nog nooit zoo klein gevoeld, want alle omstanders barstten uit in lachen. Ik noem het wat moois, wanneer een man zijn dochter niet onder zijn hoede mag nemen, zonder in het publiek door zulk een jongen melkmuil beleedigd te worden." z/Maar neem mij niet kwalijk, mijnheer Whitehead, weet gij wel zeker, dat gij in uw gramschap niets gezegd hebt, wat Bland wellicht in toorn heeft doen ontsteken Het is mij anders geheel onbegrijpelijk, hoe hij zieh zoover heeft kunnen vergeten." z/Ik heb u reeds verteld, dat ik hem in mijn drift niet el te vriendelijk toesprak ik sprak op dat oogenblik mijne gedachten overluid uit en die waren niet vleiend voor hem. Dat was in deze omstandigheden zeer natuurlijk; niemand zal het evenwel in een jongmen8ch kunnen verdedigen, dat hij een oudere toespreekt, zooals uw vriend mij. Gij zijt zelf nog jong, maar gij zoudt zoo iets nooit ten aanhoore van het publiek zeggen, nietwaar Klaarblijkelijk ontstemd over mijn veronderstelling, dat Blands onbeschaamdheid in zekeren zin te wijten was aan zijn eigen ruwheid, stond Whitehead, toen hij uitgesproken had, van zijn stoel op zonder mijn antwoord af te wachten en wierp zijn sigaar, welke hij bijna nog niet in den mond had gehad, in het vuur. Hij stak een andere aan, draaide zich weer om met den rug naar den haard toegekeerd en dampte er geweldig op los; ik zag dit ten minste aan de dikke rookwolken, die hy voor zich uitblies. Daar hij van mij geen antwoord scheen te verwachten, hield ik my maar stil en achterover in mijn stoel geleund, overwoog ik wat mij verder te doen stond. Tot dusverre was het niet slecht ge gaan. De oude landontginner was meer vatbaar voor rede, dan ik verwacht had en het was mij gebleken, dat hij uiterst bevreesd was, dat men hem een schreeuwer zou noemen; dit was dus het meest kwestbare punt voor z|ju eigenwaan en daartegen moest ik al mijne strijdkrachten richten om de zaak van mijn vriend te steunen. Na een oogenblik te hebben nagedacht, hervatte ik het gesprek. z/Mijn beste mijnheer Whitehead, wanneer uwe woorden van zoo even de koloniste» in het algemeen golden, dan zou ik u gelijk geven, maar Bland behoort volstrekt niet tot het type der austra- lisehe kolonisten; integendeel, ik verzeker u, dat hij eenvoudig en beschaafd is. Daar gij mij verzocht hebt met u over deze zaak te spreken, wil ik, om mijn vriend te verdedigen, u eens mede- deelen, uit welk oogpunt ik de geheele zaak beschouw." (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2