POLITIEK OVERZICHT.
GEMENGD NIEUWS.
over het verdelingsvraagstuk, aan de
hand van het ingediende ontwerp. Voorat
gaf hij eene toelichting van zijne houding
tegenover het wetsontwerp tot herziening
der wet op het Lager Onderwijs.
Alvorens te eindigen, deelde de heer
R. zijn kiezers mede, dat hij vast besloten
was, bij de eerstvolgende verkiezing zich
niet meer candidaat te stellen. Hij zou
geen bruikbaar officier blijven, als hij
niet in de gelederen terugkeerde. Bo
vendien zou hij langzamerhand niet ge
noeg op de hoogte blijven, om in de
Kamer naar den eisch te kunnen spre
ken over de militaire belangen.
Te Maastricht hebben zich
in den nacht tusschen Zondag en Maan
dag drie personen door middel van eon
vaischen sleutel toegang weten te ver
schaffen tot de branderij van den heer
Gonst. Marres. De knecht, die te 3 uren
in de branderij kwam, vond den sleutel
op de deur en dia geopend. Binnenko
mende, bevoüd hij zich tegenover een
persoon, die op de vraag wie hij was
geen antwoord gaf, maar zich, terwijl de
eerste bezig was met licht te ontsteken,
ijlings verwijderde. De knecht, die hem
naliep, zag toen, dat nog twee andere
personen de branderij verlieten. Er is
niets ontvreemd. Men verdiept zich in
gissingen naar de reden van dit nach
telijk bezoek, te meer omdat er niets te
stelen viel.
Zaterdag avond te onge
veer acht uren is te Rozendaal (N.-Br.)
een der passagiers, komende van den
trein van Antwerpen, plotseling ineen
gezakt en overleden. Na 22 jaren rond
gezworven te hebben op de baren, schijnt
vooral een tneer ziekelijke lichaamstoe
stand den lust naar hnis bij hem te heb
ben opgewekt. Vandaar dat hij uit Liver
pool aan zijne vrouw te Rotterdam had
geschreven hem van Antwerpen af te
halen. Op die thuisreis nu, te Roozen-
daal, na uitgestapt te zijn om gevisiteerd
te worden, zou hij weer instappen, doch
viel voor de trede dood «eer. De vrouw
viel van zichzelve en moest Zondag de
reis naar huis vervolgen met het lijk
van haren man.
mmmu.
Enkhuizen, 16 November. Gedu
rende de afgeloopen week werd alhier
aangevoerd 2800 kg. schol, 1800 kg.
bot, 100 schelvisschen en 92 manden
garnaleD schol gold 5 6 per 50 kg.,
bot 15 e. per kg.; schelvisch 24 per
stuks en garnalen 75 e. per mand.
Te s se 1, 16 November. Naar Londen
en Huil werden in de afgeloopen week
groote partyen mosselen verscheept. De
verzending van alikruiken, die met
2.50 per H. L. betaald werden, is in
België weer in vollen gang. De Noord-
zeevissehers besomden van ƒ69 tot 125
per schuit. Paling werd zeer weinig
gevangen en gold van 20 tot 60 ct.
per KG. Voor de rookerijen had veel
aanvoer van scharren plaats, tegen 1.50
a 2 per mand.
Nieuwediep, 17 November. He
dan kwam van de groote visscherij bin
nen de sloep Saturnm (H.D. 32), seh.
Van Veelec, met 130 levende-, 300
doode kabelj., en 300 doode seheiv., ter
wijl door 8 beugers 2 tot 3 kabelj. en
10 tot 70 schelv. werden aangevoerd;
lev. kabelj. gold 2.35 a 2.65, doode
id. ƒ1.20 a 1.55 per st.uk, lev. schelv,
ƒ39 a 42 en doode id. ƒ6 het honderd,
met de artillerie en net deta
chement genietroepen en de goeverne-
mentsstoomer Gier met den mijninge
nieur Van Schelle en diena personeel
zich reeds bevonden, en welke plaats
door den gezagvoerder van laaistgemel-
den bodem verklaard werd Toa te moe
ten zijn.
Nog dienzelfden dag werd eeue ver
kenning aan den wal gemaakt en bij
die gelegenheid eene uitstekende landings
plaats aangetroffen en in de nabijheid
daarvan ook eene goede bivakplaats met
zeer goed drinkwater. Den 26sten Sep
tember werd daarop met het debarke
ment een aanvang gemaakt.
Vau de opvarenden van een paar
nlandsche prauwen vernam men intus
sen al spoedig, dat men zieh niet voor
Toa, maar voor de kampong Toren]
zou bevinden en dat eerstgenoemde plaats
oostelijker gezocht moest worden.
Het hoofd van Toreng verscheen den
29sten in het bivak, vergezeld van een
honderdtal volgelingen, en gaf zijne goede
gezindheid te kennen.
Ook de gezaghebber Kleiau, die den
30en September ter plaatse aankwam,
verklaarde dat kampong Toa oostelijker
^jelegen moest zijn, waarop het lossen
voorloopig gestaakt, en door den kolonne
commandant en den chef' van den staf,
vergezeld van genoemden ambtenaar,
eene nadere verkenning gemaakt werd.
Aan het punt gekomen, waar volgens
dezen Toa moest liggen, bevond men
dat bedoelde landingspuut niet aan de
monding der rivier Nanga Kole gelegen
doch bij voortgezet onderzoek werd
deze stroom oostwaarts govonden en
vijf honderd meters opgeroeid.
Het bleek echter dat bet terrein om
de monding ongeschikt was om te debar-
keoren, waarop de volgende dagen be-
werden met het zoeken naar een
beter landingspuut, dat op li paal oos
telijk der monding van genoemde rivier
werd gevonden. Över vlak terrein en
langs een bestaand goed voetpad kon
men van hier uit in vrij korten tijd de
rivier 2 palen boven de monding berei
ken. Zij bleek te stroomen door eene
vallei, welke in zuidelijke en zuidweste
lijke richting diep het land binnendringt.
Den 7den dezer stoomden de Tambora
en de Karang de Soembawa was reeds
den 4den afgedankt na alles weder
boord te hebben genomen met uit
zondering van een gedeelte troepen en
materialen, die later werden afgehaald,
naar het gekozen landingspunt, waar
dadelijk met de ontscheping werd be
gonnen, zoodat den volgenden dag eene
compagnie infanterie met 150 dwangar
beiders benevens den chef vau den staf.
den gezaghebber Kleian en een tolk,
welke laatste per Gier van Maumeri
ontboden was, naar de rivier konden
oprukken en aldaar een aanvang maken
met de inrichting vau bet bivak.
Op den 9en kwam het stoomschip
Giór, dat inmiddels wederom naar Rioem
vertrokken was om op aanwijzing van
den posthouder van Maumeri zendelingen
te halen, terug, medebrengende vier
zendelingen, waaronder de schoonzoons
een neef vaa den Radja van Rioem.
Die Radja zelf had toen de kolonue-
commandant zich nog voor Toreng be
vond, aan dezen een bezoek gebracht en
dit herhaald, bij welke gelegenheid ge
schenken gewisseld werden.
Aan de plaats van ontscheping was
totdusver nog geen aanraking met de
bevolking verkregen.
De gezondheidstoestand was uitmun
tend, de geest der troepen uitstekend.
KOLOMBEN.
14
de
Aan de Javasohe Courant van
October 11. is het volgende ontleend
Van den commandant der naar
Noordkust van Flores gedirigeerde expe-
dionnaire kolonne zyn onder dagteeke-
ning van 4 tot 10 dezer telegraphische
berichten ontvangen, waaraan het vol
gende ontleend wordt
Tegen den middag van den 26sten
September jl. kwamen de stoomschepen
Tambora en Karanq, waarmede het groot
ste gedeelte der troepen overgevoerd
werd, op de Noordkust van Flores ten
anker ter plaatse waar het stoomschip
UIT ATJEH.
Partiouliere Correspondentie Deli Courant).
KOTA RADJA, 11 October 1890.
Op Groot Atjeh maakte de vijand het
ons nog altijd lastig, zoowel in als bui
ten de linie. Onze bentings hebben hier
altijd een schietbeurt van den vijand,
doch in den laatsten tijd wat veel en
met verliezen. Te Siroen sneuvelde een
europeesch fuselier cn werd daar ook
een ander zwaar gewond. Te Lampene-
roet werd een artillerist zwaar getroffen
door een vijandelijken kogel, terwijl bij
een hinderlaag van de benting Lamper-
meij de fuselier den Bester lichtgewond
werd.
Bij Lamreng trachtte des nachts eene
bende Atjehers ons verlies te berokke
nen, maar zonder succes. In dien naeht
hebben de Atjehers van de rails over
de Kroeng Tandjong 15 laschplaten en
42 schroefbouten en moeren losgemaakt
medegenomen. Gelukkig werd deze
degradatie, die de tram zoude doen de-
railleeren, tijdig ontdekt.
Kota Karang, dat de vorige week
werd verlaten, omdat onze granaten daar
leelijk huishielden, is thans wederom
bezet, niet door de vroegere bevolkinj
maar door eene gewapende bende, sterk
50 geweerdragenden onder Mad Saleb,
zoon van Tengkoe Tekarang. Deze be
zetting werd daarna nog versterkt door
20 gewapende volgelingen van Tengkoe
di Tiroe. Dat die hoeren aldaar niet
stilzitten behoef' ik niet te zeggende
voor die kampongs liggende versterkin
gen kunnen er van getuigen. Tal van
projectielen werden van daar uit ons toe
gezonden. Dat wij van onze zijde hunue
toegezonden projectielen met woeker
teruggaven is ongetwijfeld waar, want
Siroen, dat kleine postje, heeft op den
dag van de eerste beschieting uit Kota
Karang 12 granaten en granaatkartetsen
van 20 cm. en 7 granaten van 8 cm.
verschotendus hoeveel door do geheole
linie naar die en andere kampongs ver
schoten zijn, naar rato vaa Siroen, zal
het aantal granaten en granaatkar
tetsen wel een paar honderd bedra
gen.
De cholera schijnt buiten onze posten-
linie nog niet geweken te zijn. Een paar
dagen geleden kwam hier het bericht,
dat een voornaam Atjehhoofd, Patjoet
Mohamad, aan die vreeselijke ziekte is
bezwekeD.
De ziektetoestand in Groot-Atjeh is
gunstiger dan de vorige week. Met de
laatste westboot werden geëvacueerd
naar Batavia en Padang 145 lyders.
Oui zes uur op *t Koningsplein.
De nagalm van het morgenschofc, ver
mengd met de klanken der klokken en
tongtongs, trilt nog door het luchtruim,
als nieuwe geluiden zich doen hooren,
en men duidelijk van verschillende kan
ten en in verschillenden toonsoort het
steken dor trompetten en hoorns verneemt.
Reveille! Reveille!
In de rivieren wordt het nu levendig.
Als eertijds de ruiggeborste stam der
f'orsche Batavieren, springt ook de tengere
bruingebrande zoon der tropen zoo da
delijk van z'n legersteé in 't schuimend
nat der even bruine wateren. Maar niet
daar alleen wordt met water geplast en
gemorst.
Daar komen de wegbesproeiers in
functie, en metamorphoseeren de wegen
in 'n ommezien tot slikkerige modder-
poeltjes, waarin de wielen der melkkar-
retjes, of de platte voeten der melkftes-
sehendragers de eerste diepe sporen tra-
ceeren. 't Is alles water, ea nog eens
water waaraan de mensch zich in de
vroege morgenuren het eerst bezondigt!
Onderwijl ie ook hot vogelenheir z'n
nest ontstegen en begint allengs het lof
gezang der ontwakende natuur luider te
klinken. De eerste tram, met anderhalven
passagier eerste klasse gevuld, stuift ra
telende en bellende ons voorbij en aan
de stations en halton der spoorwegen is
men druk bezig met het rangeeren der
wagens en 't verkoopen van kaartjes aan
tallooze Priokgangers.
Als we om 6 uur het Waterlooplein
zullen omwandelen, zien we de eerste
stralen der zon het aardige poeltje ver
gulden, en successievelijk, onder trom
melslag en trompetgeschal, de ter exer
citie uitrukkende troepen de kazernes
verlaten.
Politieoppassers, schouten, of andere
maatregelen van de bevoegde autoriteiten
schijnen hiermee echter niets te maken
te hebben die lui vertoonen zich nergens
in den omtrek. Trouwens er is vandaag
ook geen spraak van witte pantalons en
witte uniformen.
En
wikkelder en interessanter.
De huizen worden geopend, de wei
nige wandelaars en vooral wandelaar-
sters komen in I03 of elegant négligé
voor den dag; hier ea daar vertoont zich
raeds een ijverig handelsman op weg naar
z'n kantoor.
De schooljeugd, van bookentasch of
ransel voorzien, haast zich naar de tram
men om zieh een uurtje te oofeaen in
waaghalzige loop- en springgymnastiek,
alvorens die gymnastiek mot de hersen
tjes op geestelijk gebied voort te zetten.
De weeshuizen loopen leeg, de scholen vol.
Gerij en gehos over do wegen ra®t
allerlei slag van voertuigen is in vollen
gang, en wie de riviarkanten volgt en
nog niet achter de schermen hesft ge
zien, zou een hoog denkbeeld krygea van
do zindelijkheid oczer bruine zusjes in
den Heere, zoo verdiept als die zuster
schap schijnt te zijn in de natte wasch.
Daar slaat het zeven uurHet post
kantoor is geopend! Halt! dat zullen
'n volgenden keer eens nader onderzooken.
LeuteraarBatEd.)
MILITAIR DEPARTEMENT.
Vergund'. Om wegens langd. ve rblij*
in O.-I. naar Nederland terug te keeren?
de off. van adm. Ie en 2e kl. P. A»
Molenaar en E. G. de Wijs.
Trouw-, Geboorte- en. Doodberiaktm.
(Uit de ind. bladen van 12 tot 16 Oct.)
GEBOORTEN A. van IJsseldyk
Nijland d. Mr. Cornelia. - A. L. W.
GasteiaaraWensing d. Mr. Cornelig. -
C. A. MatthesDoorman z. Ponang.
C. M; MarijtDriesse z.L. A. Eman
- Hofman z.K. da Kosta— Handriksz
z. Boorabaja. - E. K. SandersWander
d. Magelaag. - Mevr. C. E. Roep
Striiwer d. Cheribon. - P. E. Bodaan
Coert d. Semarang.
GEHUWD(Bij volmacht) O. R.
Agerbeek en S. M. Trauerbacb. Batavia-
Telok Betoeog. - J. M. Jacobsz en M,
A. Hovestadt. Batavia. - K. F. Hordijk
en C. A. Alma. Deli-Haarlem. - G.
Ruijs Czn. en O. F. van Wely. Batavia,
- C. E. van Kappen en S. W. S. Har-
loff. Semarang. - A. F. Miesogaes en
A. M. Homans. Soerabaia. - J. A. Boe
mer en E. M. D. Ridder. Soerabaia.
OVERLEDENJ. Beer 22 d. Se
marang. - A. M. MeijerPliosfcer. Ban
doeng. - Dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke
50 j. Bandoeng. - W. P. C. Blok
Dahrnen 28 j. Rembang. - G. C. Spaa
jaardHuffenreuter. Suekaboami. - W,
R. Hnber. Batavia. - F. H. Mist 7
Semarang. - H. F. v. d. Heijde 43 j,
Solo. - Th. J. Townsond 32 j. Padang,
- Mr. M. A. M. 's-Gravesande Guickerit
76 j. Sragen. - J. Smith 24 j. Dempot,
- J. H. Koenz 45 j. Semarang. - G.
L. Esser 28 j. Pasoeroean. - W. J. C,
Leuring j.; D. van der Hart 26 j,
J. J. Manz 6L j.E. L. F. Abalain 14
m. C. A. Muller 9 j.H. E. Gerardts
73 j. en O. Johan 70 j. allen te Soe
rabaia.
Het Congres zal eene commissie he-
noemen tot het opstellen van een adre^
van dankbetuigingen aan generaal Da
Fonseca.
Ter gelegenheid van den verjaarda*
van het uitroepen der republiek hebben
o de voornaamste steden onder
root© geestdrift wapenschouwingen en
openbare feestvieringen plaats gehad.
De leiders der republikeinsche partij
in de Vereenigde Staten schynen toen
van plan te zijn ten opzichte vau de 1
M'c Kinley-wet bakzeil te halen.
Uit New-York wordt toa minste »e-
meld, dat president Harrison oen onder
houd hooft gehad met den minister Blaine
een d®r republikeiasohe hoofdleiders en'
daarna de meest invloedrijke republikein-
sche afgevaardigden en senatoren heeft
ontboden. De uitslag dezer besprekingen
wa" het besluit tot het beneemen van
eene commissie, dio moet onderzoeken
hoever eene wyziging van de M'c
Kiniey-wet raadzaam is.
Vaa het verslag, dat deze commissie
zal uitbrengen, zal het afhangen of de
republikeinen in dit jaar nog iets zullen
doen om de ontevredenheid over de
werking der wet te verminderen.
In Europa duren de vreedzame her
vormingen voort:
De voornaamste bepalingen van het
bij den pruisischon Landdag ingediende
ontwerp tot hervorming der klassenbe-
lasting in eene inkomstenbelasting, mat
het doel de groote middenklasse minder
zwaar te drukken, zijndat inkomens
beneden 900 mark blijven vrijgesteld;
dat van inkomens boven dat bedrag voor
elk kind beneden do 14 jaar 50 mark
worden afgetrokkendat de belas
ting, voor 900 mark inkomen slwchts
!/a pGt. bedragende, progressief zal zijn tot
eea inkomen van 9500 mark, waarvan 3
pCt. geheven wordt; dat maatschappijen op
aandeelen inkomstenbelasting zullen heb
ben te betalen van hare dividenden, an dat
grondeigonaars ook zullen worden aan-
eslagen voor .de inkomsten uit vaste
;oederen, buiten Pruisen gelegen. De
mindere opbrengst, welke een gevolg zal
zijn van do gedeeltelijke Ontlasting der
inkomens beneden ,9500 mark, denkt de
regeering te kunnen dekken door eene
juistere taxatie der grootere inkomens.
Van liberale zyde zal de belasting der
,at8chappyen op aandeelen worden be- I
streden, op grond dat de aandeelhouders
dan dubbel belasting zullen betalen, ter
wijl zij de ontlasting der middenklasse
lang niet voldoende acht.
Uitgezonderd het dezer da jen aan kot
licht gekomen Yamboeya-schandaai, zijn
er niet veel feiten op politiek gebied, die
de aandacht gaande houden. Alleen uit
Middel-Amerika komen eonige ernstige
tijdingen. In Honduras, een der staten,
waar men nooit uitgevochten schijnt te
zijn, is de overwinning behaald door de
wettige regeering, die korte metten met
de opstandelingen heeft gemaakt. Als
afschrikkend voorbeeld zyn geaeraal Sa»-
chez ea eea aantal zijner officieren op
het voornaamste plein van Tegucigalpi
gefusilleerd.
De beide Kamers van Brazilië
zijn Maandag in vereenigde Congres-
zitting bijeengekomen, onder voorzitter
schap van don president van den Senaat,
Door den secretaris word eene bood
schap voorgelezen van den president der
republiek, generaal Da Fonseca, waarin
deze het bestuur in handen der Kamers
sterker en vlugger worden nu de j overgeeft, van de handelingen der voor-
polsslagen van het pas ontwaakte leven, j loopige regeering verslag doet en do taak,
Met lederen voetstap wordt de kaleidos-welke op de vertegenwoordiging rust,
coop van indrukken en indrukjes inge-uiteenzet.
Het blad S p er ting Truth
hetwelk beweerd bad, dat door eeue
bekende actrice te Londen, miss Saint-
John, valschelijk, om reclame te maken,
gepubliceerd was, dat men haar voor
een waardo van 25,000 gulden diaman
ten ontstolen had, is tot 300 pond ster
ling schadevergoeding' veroordeeld.
Drievoudige moord. In
den nacht van Maandag op Dinsdag in
de vorige week zijn te Bouffry (Loir-et-
Cher) een man van 64 jaar, Robours
genaamd, met zijne vrouw van 62 en
hunne gebrekkige en onnoozele dochter
van 31 j*ar met [bijlslagen vermoord.
Men denkt dat de daders op zijn hoogst
600 fr. uit de woniDg hebben kunnen
ontvreemden.
Uit Berlijn wordt van 15
Nov. gemeld
Onder de geleerden te Weenen schij
nen de gisteren door dr. Koch gedane
mededeelingen een ontzaglijken indruk
gemaakt te hebben. De hoogleeraren
Nothnagel en Billroth hebben er op hun
colleges terstond over gesproken en
Koch's verdiensten gehuldigd. Prof. Bill
roth zeide dat indien het door Koch uit
gevonden middel ook de in de excavaties
van door tering aangetaste longen aan
wezige bacillen deed sterven, een chi
rurg zonder eenig gevaar die excavaties
openen kan, dewijl dan alleen nog de
afgestorvene substantie verwijderd be
hoefde te worden. Evenzoo zou de ge
nezing van kanker dan nog slechts eene
kwestie van tijd wezen, want op grond
met het dobbelen zijn geld terug te kunnen verdienen, een harts
tochtelijk speler was geworden en tevens verslaafd was geraakt
aan den drank. Vervolgens sprak hij van het Alfred-hospitaal,
waar zijn vrouw aan tyhpeuze koortsen was bezweken. Medelijden
met hem vervulde mijn hart, maar ik was niet in staat om mijne
gedachten te bepalen op hetgeen hij zeide. De maan scheen een
zekere betoovering voor mij te hebben.
Zooals ik reeds gezegd heb, stond Walters tusschen my en de
maan en wel zoodanig, dat het licht eerst over zijn linkerschou
der en vervolgens over zijn rechterschouder viel, tengevolge van
zijne heftige gebaren, zooals het mij tenminste voorkwam. De
maan, wier zilveren stralen de duisternis van den plechtigen,
stillen nacht verbraken, trok al mijn aandacht tot zich. Zij scheen
achter den rug van Walters schuilevinkje met mij te spelen
eerst vertoonde zij zieh boven zijn linkerschouder, verborg zich
toen weer boven zyn rechterschouder een twee drie,
een twee drie; en met myn hoofd maakte ik dezelfde be
weging, eerst naar links, toen naar reehts, om den hemelbol niet
uit het oog te verliezen, wanneer hij zich achter het hoofd van
Walters verborg.
Plotseling nam de gestalte van Walters reusachtige afmetingen
aan, zoodat de maan voor my onzichtbaar werd en weer greep
hij mijn hand en drukte die in zijn ijzeren vuist.Vaarwel, Fow
ler, gij zult morgen van mij hooren," en de zwarte gestalte ver
dween, zoodat de maan weer zichtbaar werd en de zilveren, tin
telende stralen mij voor een oogenblik verblindden.
Een pistoolschot weerklonk toen volgde een doffe val van
een zwaar lichaam een vreeselijk vermoeden kwam plotseling
bij mij op en bracht my een oogenblik tot bezinning. Ik sprong
op en toen ik de steengroeve naderde, waarin Andrews den dood
had gevonden, zag ik het lijk van den armen Walters uitgestrekt
op den grond liggen, met zijn hoofd op den rand van den afgrond.
Ik boog mij over hem heen en zag, dat hij zich door den rechter
slaap had geschoten en morsdood was. Ik legde iüijn hand echter
tegen zijn hoofd om het een weinig op te tillen en bemerkte toen,
dat de kogel het geheele achterhoofd had verbrijzeld.
HOOFDSTUK XXXIII.
Bittere gedachten doorkruisten myn brein, toen ik bij het lijk
van myn vriend neergeknield lag en mijn blik van het gelaat
van den doode afwendde en dien gevestigd hield op de heider-
schijnende maan, die door Gods almacht als Koningin der Nacht
regeert. In mijne droevige verontwaardiging scheen zij mij toe als
een wreede, meedoogeuiooze macht, schitterende in baar koude,
kristalheldere reinheid; zij was voor mij het toonbeeld van onge
voelige zuiverheid, koud, zielloos en voor geen
hartstocht vatbaar, onverdraagzaam voor menschelyke
Terwijl ik aldus zat te peinzen over het droevige uiteinde van
den armen Walters, werd ik plotseling opgeschrikt door een zucht,
die, naar het geluid te ©ordeelen, van den bodem der steengroeve
kwam. Ik begaf mij naar den rand en mijne blikken trachtten
door de duisternis van den afgrond heen te dringen, maar ik kon
niets onderscheiden. Een tweede zucht steeg opwaarts en meteen
scherp luisterend oor boog ik mij over den rand. Vervolgens een
derde, nog duidelykar dan de beide andere.
Was het mogelijk, dat Andrews nog niet dood was? Zou hy
niet onmiddellijk gedood zyn, toen de kogel door zijn hoofd drong,
daar de loop van het revolverpistool bijna zijn voorhoofd
raakte Zou hij niet op den steenachtigen bodem te pletter zijn
gevallen
{Wordt vervolgd.)