POLITIEK OVERZICHT. GEMENGD NIEUWS. over het verdelingsvraagstuk, aan de hand van het ingediende ontwerp. Voorat gaf hij eene toelichting van zijne houding tegenover het wetsontwerp tot herziening der wet op het Lager Onderwijs. Alvorens te eindigen, deelde de heer R. zijn kiezers mede, dat hij vast besloten was, bij de eerstvolgende verkiezing zich niet meer candidaat te stellen. Hij zou geen bruikbaar officier blijven, als hij niet in de gelederen terugkeerde. Bo vendien zou hij langzamerhand niet ge noeg op de hoogte blijven, om in de Kamer naar den eisch te kunnen spre ken over de militaire belangen. Te Maastricht hebben zich in den nacht tusschen Zondag en Maan dag drie personen door middel van eon vaischen sleutel toegang weten te ver schaffen tot de branderij van den heer Gonst. Marres. De knecht, die te 3 uren in de branderij kwam, vond den sleutel op de deur en dia geopend. Binnenko mende, bevoüd hij zich tegenover een persoon, die op de vraag wie hij was geen antwoord gaf, maar zich, terwijl de eerste bezig was met licht te ontsteken, ijlings verwijderde. De knecht, die hem naliep, zag toen, dat nog twee andere personen de branderij verlieten. Er is niets ontvreemd. Men verdiept zich in gissingen naar de reden van dit nach telijk bezoek, te meer omdat er niets te stelen viel. Zaterdag avond te onge veer acht uren is te Rozendaal (N.-Br.) een der passagiers, komende van den trein van Antwerpen, plotseling ineen gezakt en overleden. Na 22 jaren rond gezworven te hebben op de baren, schijnt vooral een tneer ziekelijke lichaamstoe stand den lust naar hnis bij hem te heb ben opgewekt. Vandaar dat hij uit Liver pool aan zijne vrouw te Rotterdam had geschreven hem van Antwerpen af te halen. Op die thuisreis nu, te Roozen- daal, na uitgestapt te zijn om gevisiteerd te worden, zou hij weer instappen, doch viel voor de trede dood «eer. De vrouw viel van zichzelve en moest Zondag de reis naar huis vervolgen met het lijk van haren man. mmmu. Enkhuizen, 16 November. Gedu rende de afgeloopen week werd alhier aangevoerd 2800 kg. schol, 1800 kg. bot, 100 schelvisschen en 92 manden garnaleD schol gold 5 6 per 50 kg., bot 15 e. per kg.; schelvisch 24 per stuks en garnalen 75 e. per mand. Te s se 1, 16 November. Naar Londen en Huil werden in de afgeloopen week groote partyen mosselen verscheept. De verzending van alikruiken, die met 2.50 per H. L. betaald werden, is in België weer in vollen gang. De Noord- zeevissehers besomden van ƒ69 tot 125 per schuit. Paling werd zeer weinig gevangen en gold van 20 tot 60 ct. per KG. Voor de rookerijen had veel aanvoer van scharren plaats, tegen 1.50 a 2 per mand. Nieuwediep, 17 November. He dan kwam van de groote visscherij bin nen de sloep Saturnm (H.D. 32), seh. Van Veelec, met 130 levende-, 300 doode kabelj., en 300 doode seheiv., ter wijl door 8 beugers 2 tot 3 kabelj. en 10 tot 70 schelv. werden aangevoerd; lev. kabelj. gold 2.35 a 2.65, doode id. ƒ1.20 a 1.55 per st.uk, lev. schelv, ƒ39 a 42 en doode id. ƒ6 het honderd, met de artillerie en net deta chement genietroepen en de goeverne- mentsstoomer Gier met den mijninge nieur Van Schelle en diena personeel zich reeds bevonden, en welke plaats door den gezagvoerder van laaistgemel- den bodem verklaard werd Toa te moe ten zijn. Nog dienzelfden dag werd eeue ver kenning aan den wal gemaakt en bij die gelegenheid eene uitstekende landings plaats aangetroffen en in de nabijheid daarvan ook eene goede bivakplaats met zeer goed drinkwater. Den 26sten Sep tember werd daarop met het debarke ment een aanvang gemaakt. Vau de opvarenden van een paar nlandsche prauwen vernam men intus sen al spoedig, dat men zieh niet voor Toa, maar voor de kampong Toren] zou bevinden en dat eerstgenoemde plaats oostelijker gezocht moest worden. Het hoofd van Toreng verscheen den 29sten in het bivak, vergezeld van een honderdtal volgelingen, en gaf zijne goede gezindheid te kennen. Ook de gezaghebber Kleiau, die den 30en September ter plaatse aankwam, verklaarde dat kampong Toa oostelijker ^jelegen moest zijn, waarop het lossen voorloopig gestaakt, en door den kolonne commandant en den chef' van den staf, vergezeld van genoemden ambtenaar, eene nadere verkenning gemaakt werd. Aan het punt gekomen, waar volgens dezen Toa moest liggen, bevond men dat bedoelde landingspuut niet aan de monding der rivier Nanga Kole gelegen doch bij voortgezet onderzoek werd deze stroom oostwaarts govonden en vijf honderd meters opgeroeid. Het bleek echter dat bet terrein om de monding ongeschikt was om te debar- keoren, waarop de volgende dagen be- werden met het zoeken naar een beter landingspuut, dat op li paal oos telijk der monding van genoemde rivier werd gevonden. Över vlak terrein en langs een bestaand goed voetpad kon men van hier uit in vrij korten tijd de rivier 2 palen boven de monding berei ken. Zij bleek te stroomen door eene vallei, welke in zuidelijke en zuidweste lijke richting diep het land binnendringt. Den 7den dezer stoomden de Tambora en de Karang de Soembawa was reeds den 4den afgedankt na alles weder boord te hebben genomen met uit zondering van een gedeelte troepen en materialen, die later werden afgehaald, naar het gekozen landingspunt, waar dadelijk met de ontscheping werd be gonnen, zoodat den volgenden dag eene compagnie infanterie met 150 dwangar beiders benevens den chef vau den staf. den gezaghebber Kleian en een tolk, welke laatste per Gier van Maumeri ontboden was, naar de rivier konden oprukken en aldaar een aanvang maken met de inrichting vau bet bivak. Op den 9en kwam het stoomschip Giór, dat inmiddels wederom naar Rioem vertrokken was om op aanwijzing van den posthouder van Maumeri zendelingen te halen, terug, medebrengende vier zendelingen, waaronder de schoonzoons een neef vaa den Radja van Rioem. Die Radja zelf had toen de kolonue- commandant zich nog voor Toreng be vond, aan dezen een bezoek gebracht en dit herhaald, bij welke gelegenheid ge schenken gewisseld werden. Aan de plaats van ontscheping was totdusver nog geen aanraking met de bevolking verkregen. De gezondheidstoestand was uitmun tend, de geest der troepen uitstekend. KOLOMBEN. 14 de Aan de Javasohe Courant van October 11. is het volgende ontleend Van den commandant der naar Noordkust van Flores gedirigeerde expe- dionnaire kolonne zyn onder dagteeke- ning van 4 tot 10 dezer telegraphische berichten ontvangen, waaraan het vol gende ontleend wordt Tegen den middag van den 26sten September jl. kwamen de stoomschepen Tambora en Karanq, waarmede het groot ste gedeelte der troepen overgevoerd werd, op de Noordkust van Flores ten anker ter plaatse waar het stoomschip UIT ATJEH. Partiouliere Correspondentie Deli Courant). KOTA RADJA, 11 October 1890. Op Groot Atjeh maakte de vijand het ons nog altijd lastig, zoowel in als bui ten de linie. Onze bentings hebben hier altijd een schietbeurt van den vijand, doch in den laatsten tijd wat veel en met verliezen. Te Siroen sneuvelde een europeesch fuselier cn werd daar ook een ander zwaar gewond. Te Lampene- roet werd een artillerist zwaar getroffen door een vijandelijken kogel, terwijl bij een hinderlaag van de benting Lamper- meij de fuselier den Bester lichtgewond werd. Bij Lamreng trachtte des nachts eene bende Atjehers ons verlies te berokke nen, maar zonder succes. In dien naeht hebben de Atjehers van de rails over de Kroeng Tandjong 15 laschplaten en 42 schroefbouten en moeren losgemaakt medegenomen. Gelukkig werd deze degradatie, die de tram zoude doen de- railleeren, tijdig ontdekt. Kota Karang, dat de vorige week werd verlaten, omdat onze granaten daar leelijk huishielden, is thans wederom bezet, niet door de vroegere bevolkinj maar door eene gewapende bende, sterk 50 geweerdragenden onder Mad Saleb, zoon van Tengkoe Tekarang. Deze be zetting werd daarna nog versterkt door 20 gewapende volgelingen van Tengkoe di Tiroe. Dat die hoeren aldaar niet stilzitten behoef' ik niet te zeggende voor die kampongs liggende versterkin gen kunnen er van getuigen. Tal van projectielen werden van daar uit ons toe gezonden. Dat wij van onze zijde hunue toegezonden projectielen met woeker teruggaven is ongetwijfeld waar, want Siroen, dat kleine postje, heeft op den dag van de eerste beschieting uit Kota Karang 12 granaten en granaatkartetsen van 20 cm. en 7 granaten van 8 cm. verschotendus hoeveel door do geheole linie naar die en andere kampongs ver schoten zijn, naar rato vaa Siroen, zal het aantal granaten en granaatkar tetsen wel een paar honderd bedra gen. De cholera schijnt buiten onze posten- linie nog niet geweken te zijn. Een paar dagen geleden kwam hier het bericht, dat een voornaam Atjehhoofd, Patjoet Mohamad, aan die vreeselijke ziekte is bezwekeD. De ziektetoestand in Groot-Atjeh is gunstiger dan de vorige week. Met de laatste westboot werden geëvacueerd naar Batavia en Padang 145 lyders. Oui zes uur op *t Koningsplein. De nagalm van het morgenschofc, ver mengd met de klanken der klokken en tongtongs, trilt nog door het luchtruim, als nieuwe geluiden zich doen hooren, en men duidelijk van verschillende kan ten en in verschillenden toonsoort het steken dor trompetten en hoorns verneemt. Reveille! Reveille! In de rivieren wordt het nu levendig. Als eertijds de ruiggeborste stam der f'orsche Batavieren, springt ook de tengere bruingebrande zoon der tropen zoo da delijk van z'n legersteé in 't schuimend nat der even bruine wateren. Maar niet daar alleen wordt met water geplast en gemorst. Daar komen de wegbesproeiers in functie, en metamorphoseeren de wegen in 'n ommezien tot slikkerige modder- poeltjes, waarin de wielen der melkkar- retjes, of de platte voeten der melkftes- sehendragers de eerste diepe sporen tra- ceeren. 't Is alles water, ea nog eens water waaraan de mensch zich in de vroege morgenuren het eerst bezondigt! Onderwijl ie ook hot vogelenheir z'n nest ontstegen en begint allengs het lof gezang der ontwakende natuur luider te klinken. De eerste tram, met anderhalven passagier eerste klasse gevuld, stuift ra telende en bellende ons voorbij en aan de stations en halton der spoorwegen is men druk bezig met het rangeeren der wagens en 't verkoopen van kaartjes aan tallooze Priokgangers. Als we om 6 uur het Waterlooplein zullen omwandelen, zien we de eerste stralen der zon het aardige poeltje ver gulden, en successievelijk, onder trom melslag en trompetgeschal, de ter exer citie uitrukkende troepen de kazernes verlaten. Politieoppassers, schouten, of andere maatregelen van de bevoegde autoriteiten schijnen hiermee echter niets te maken te hebben die lui vertoonen zich nergens in den omtrek. Trouwens er is vandaag ook geen spraak van witte pantalons en witte uniformen. En wikkelder en interessanter. De huizen worden geopend, de wei nige wandelaars en vooral wandelaar- sters komen in I03 of elegant négligé voor den dag; hier ea daar vertoont zich raeds een ijverig handelsman op weg naar z'n kantoor. De schooljeugd, van bookentasch of ransel voorzien, haast zich naar de tram men om zieh een uurtje te oofeaen in waaghalzige loop- en springgymnastiek, alvorens die gymnastiek mot de hersen tjes op geestelijk gebied voort te zetten. De weeshuizen loopen leeg, de scholen vol. Gerij en gehos over do wegen ra®t allerlei slag van voertuigen is in vollen gang, en wie de riviarkanten volgt en nog niet achter de schermen hesft ge zien, zou een hoog denkbeeld krygea van do zindelijkheid oczer bruine zusjes in den Heere, zoo verdiept als die zuster schap schijnt te zijn in de natte wasch. Daar slaat het zeven uurHet post kantoor is geopend! Halt! dat zullen 'n volgenden keer eens nader onderzooken. LeuteraarBatEd.) MILITAIR DEPARTEMENT. Vergund'. Om wegens langd. ve rblij* in O.-I. naar Nederland terug te keeren? de off. van adm. Ie en 2e kl. P. A» Molenaar en E. G. de Wijs. Trouw-, Geboorte- en. Doodberiaktm. (Uit de ind. bladen van 12 tot 16 Oct.) GEBOORTEN A. van IJsseldyk Nijland d. Mr. Cornelia. - A. L. W. GasteiaaraWensing d. Mr. Cornelig. - C. A. MatthesDoorman z. Ponang. C. M; MarijtDriesse z.L. A. Eman - Hofman z.K. da Kosta— Handriksz z. Boorabaja. - E. K. SandersWander d. Magelaag. - Mevr. C. E. Roep Striiwer d. Cheribon. - P. E. Bodaan Coert d. Semarang. GEHUWD(Bij volmacht) O. R. Agerbeek en S. M. Trauerbacb. Batavia- Telok Betoeog. - J. M. Jacobsz en M, A. Hovestadt. Batavia. - K. F. Hordijk en C. A. Alma. Deli-Haarlem. - G. Ruijs Czn. en O. F. van Wely. Batavia, - C. E. van Kappen en S. W. S. Har- loff. Semarang. - A. F. Miesogaes en A. M. Homans. Soerabaia. - J. A. Boe mer en E. M. D. Ridder. Soerabaia. OVERLEDENJ. Beer 22 d. Se marang. - A. M. MeijerPliosfcer. Ban doeng. - Dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke 50 j. Bandoeng. - W. P. C. Blok Dahrnen 28 j. Rembang. - G. C. Spaa jaardHuffenreuter. Suekaboami. - W, R. Hnber. Batavia. - F. H. Mist 7 Semarang. - H. F. v. d. Heijde 43 j, Solo. - Th. J. Townsond 32 j. Padang, - Mr. M. A. M. 's-Gravesande Guickerit 76 j. Sragen. - J. Smith 24 j. Dempot, - J. H. Koenz 45 j. Semarang. - G. L. Esser 28 j. Pasoeroean. - W. J. C, Leuring j.; D. van der Hart 26 j, J. J. Manz 6L j.E. L. F. Abalain 14 m. C. A. Muller 9 j.H. E. Gerardts 73 j. en O. Johan 70 j. allen te Soe rabaia. Het Congres zal eene commissie he- noemen tot het opstellen van een adre^ van dankbetuigingen aan generaal Da Fonseca. Ter gelegenheid van den verjaarda* van het uitroepen der republiek hebben o de voornaamste steden onder root© geestdrift wapenschouwingen en openbare feestvieringen plaats gehad. De leiders der republikeinsche partij in de Vereenigde Staten schynen toen van plan te zijn ten opzichte vau de 1 M'c Kinley-wet bakzeil te halen. Uit New-York wordt toa minste »e- meld, dat president Harrison oen onder houd hooft gehad met den minister Blaine een d®r republikeiasohe hoofdleiders en' daarna de meest invloedrijke republikein- sche afgevaardigden en senatoren heeft ontboden. De uitslag dezer besprekingen wa" het besluit tot het beneemen van eene commissie, dio moet onderzoeken hoever eene wyziging van de M'c Kiniey-wet raadzaam is. Vaa het verslag, dat deze commissie zal uitbrengen, zal het afhangen of de republikeinen in dit jaar nog iets zullen doen om de ontevredenheid over de werking der wet te verminderen. In Europa duren de vreedzame her vormingen voort: De voornaamste bepalingen van het bij den pruisischon Landdag ingediende ontwerp tot hervorming der klassenbe- lasting in eene inkomstenbelasting, mat het doel de groote middenklasse minder zwaar te drukken, zijndat inkomens beneden 900 mark blijven vrijgesteld; dat van inkomens boven dat bedrag voor elk kind beneden do 14 jaar 50 mark worden afgetrokkendat de belas ting, voor 900 mark inkomen slwchts !/a pGt. bedragende, progressief zal zijn tot eea inkomen van 9500 mark, waarvan 3 pCt. geheven wordt; dat maatschappijen op aandeelen inkomstenbelasting zullen heb ben te betalen van hare dividenden, an dat grondeigonaars ook zullen worden aan- eslagen voor .de inkomsten uit vaste ;oederen, buiten Pruisen gelegen. De mindere opbrengst, welke een gevolg zal zijn van do gedeeltelijke Ontlasting der inkomens beneden ,9500 mark, denkt de regeering te kunnen dekken door eene juistere taxatie der grootere inkomens. Van liberale zyde zal de belasting der ,at8chappyen op aandeelen worden be- I streden, op grond dat de aandeelhouders dan dubbel belasting zullen betalen, ter wijl zij de ontlasting der middenklasse lang niet voldoende acht. Uitgezonderd het dezer da jen aan kot licht gekomen Yamboeya-schandaai, zijn er niet veel feiten op politiek gebied, die de aandacht gaande houden. Alleen uit Middel-Amerika komen eonige ernstige tijdingen. In Honduras, een der staten, waar men nooit uitgevochten schijnt te zijn, is de overwinning behaald door de wettige regeering, die korte metten met de opstandelingen heeft gemaakt. Als afschrikkend voorbeeld zyn geaeraal Sa»- chez ea eea aantal zijner officieren op het voornaamste plein van Tegucigalpi gefusilleerd. De beide Kamers van Brazilië zijn Maandag in vereenigde Congres- zitting bijeengekomen, onder voorzitter schap van don president van den Senaat, Door den secretaris word eene bood schap voorgelezen van den president der republiek, generaal Da Fonseca, waarin deze het bestuur in handen der Kamers sterker en vlugger worden nu de j overgeeft, van de handelingen der voor- polsslagen van het pas ontwaakte leven, j loopige regeering verslag doet en do taak, Met lederen voetstap wordt de kaleidos-welke op de vertegenwoordiging rust, coop van indrukken en indrukjes inge-uiteenzet. Het blad S p er ting Truth hetwelk beweerd bad, dat door eeue bekende actrice te Londen, miss Saint- John, valschelijk, om reclame te maken, gepubliceerd was, dat men haar voor een waardo van 25,000 gulden diaman ten ontstolen had, is tot 300 pond ster ling schadevergoeding' veroordeeld. Drievoudige moord. In den nacht van Maandag op Dinsdag in de vorige week zijn te Bouffry (Loir-et- Cher) een man van 64 jaar, Robours genaamd, met zijne vrouw van 62 en hunne gebrekkige en onnoozele dochter van 31 j*ar met [bijlslagen vermoord. Men denkt dat de daders op zijn hoogst 600 fr. uit de woniDg hebben kunnen ontvreemden. Uit Berlijn wordt van 15 Nov. gemeld Onder de geleerden te Weenen schij nen de gisteren door dr. Koch gedane mededeelingen een ontzaglijken indruk gemaakt te hebben. De hoogleeraren Nothnagel en Billroth hebben er op hun colleges terstond over gesproken en Koch's verdiensten gehuldigd. Prof. Bill roth zeide dat indien het door Koch uit gevonden middel ook de in de excavaties van door tering aangetaste longen aan wezige bacillen deed sterven, een chi rurg zonder eenig gevaar die excavaties openen kan, dewijl dan alleen nog de afgestorvene substantie verwijderd be hoefde te worden. Evenzoo zou de ge nezing van kanker dan nog slechts eene kwestie van tijd wezen, want op grond met het dobbelen zijn geld terug te kunnen verdienen, een harts tochtelijk speler was geworden en tevens verslaafd was geraakt aan den drank. Vervolgens sprak hij van het Alfred-hospitaal, waar zijn vrouw aan tyhpeuze koortsen was bezweken. Medelijden met hem vervulde mijn hart, maar ik was niet in staat om mijne gedachten te bepalen op hetgeen hij zeide. De maan scheen een zekere betoovering voor mij te hebben. Zooals ik reeds gezegd heb, stond Walters tusschen my en de maan en wel zoodanig, dat het licht eerst over zijn linkerschou der en vervolgens over zijn rechterschouder viel, tengevolge van zijne heftige gebaren, zooals het mij tenminste voorkwam. De maan, wier zilveren stralen de duisternis van den plechtigen, stillen nacht verbraken, trok al mijn aandacht tot zich. Zij scheen achter den rug van Walters schuilevinkje met mij te spelen eerst vertoonde zij zieh boven zijn linkerschouder, verborg zich toen weer boven zyn rechterschouder een twee drie, een twee drie; en met myn hoofd maakte ik dezelfde be weging, eerst naar links, toen naar reehts, om den hemelbol niet uit het oog te verliezen, wanneer hij zich achter het hoofd van Walters verborg. Plotseling nam de gestalte van Walters reusachtige afmetingen aan, zoodat de maan voor my onzichtbaar werd en weer greep hij mijn hand en drukte die in zijn ijzeren vuist.Vaarwel, Fow ler, gij zult morgen van mij hooren," en de zwarte gestalte ver dween, zoodat de maan weer zichtbaar werd en de zilveren, tin telende stralen mij voor een oogenblik verblindden. Een pistoolschot weerklonk toen volgde een doffe val van een zwaar lichaam een vreeselijk vermoeden kwam plotseling bij mij op en bracht my een oogenblik tot bezinning. Ik sprong op en toen ik de steengroeve naderde, waarin Andrews den dood had gevonden, zag ik het lijk van den armen Walters uitgestrekt op den grond liggen, met zijn hoofd op den rand van den afgrond. Ik boog mij over hem heen en zag, dat hij zich door den rechter slaap had geschoten en morsdood was. Ik legde iüijn hand echter tegen zijn hoofd om het een weinig op te tillen en bemerkte toen, dat de kogel het geheele achterhoofd had verbrijzeld. HOOFDSTUK XXXIII. Bittere gedachten doorkruisten myn brein, toen ik bij het lijk van myn vriend neergeknield lag en mijn blik van het gelaat van den doode afwendde en dien gevestigd hield op de heider- schijnende maan, die door Gods almacht als Koningin der Nacht regeert. In mijne droevige verontwaardiging scheen zij mij toe als een wreede, meedoogeuiooze macht, schitterende in baar koude, kristalheldere reinheid; zij was voor mij het toonbeeld van onge voelige zuiverheid, koud, zielloos en voor geen hartstocht vatbaar, onverdraagzaam voor menschelyke Terwijl ik aldus zat te peinzen over het droevige uiteinde van den armen Walters, werd ik plotseling opgeschrikt door een zucht, die, naar het geluid te ©ordeelen, van den bodem der steengroeve kwam. Ik begaf mij naar den rand en mijne blikken trachtten door de duisternis van den afgrond heen te dringen, maar ik kon niets onderscheiden. Een tweede zucht steeg opwaarts en meteen scherp luisterend oor boog ik mij over den rand. Vervolgens een derde, nog duidelykar dan de beide andere. Was het mogelijk, dat Andrews nog niet dood was? Zou hy niet onmiddellijk gedood zyn, toen de kogel door zijn hoofd drong, daar de loop van het revolverpistool bijna zijn voorhoofd raakte Zou hij niet op den steenachtigen bodem te pletter zijn gevallen {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 2