NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 8e Jaargang'. Vrijdag' 5 December 181)0. Jeidadiytiaid naar Vermogs»" BE YEOUW VAH Blit SFELEB. HAARLEM'S ABON NEMEN TSPBIJS Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. ADVERTENTIËN: van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génerale de Publicity Etrangère G. L. DAUBE 8g Co., JOHN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre. Bij dit Nummer is gevoegd iiet Gemeenteraadsver slag van 3 December. STADSNIEUWS. Haarlem 4 December 1899. Heden waaide van vele gebouwen en particuliere woningen hier ter stede de rouwvlag. Terseheidene ingezetenen had den de gordijnen «n do luiken hunner huizen, ten teeken van rouw, gesleten. Op het perron van het station waren reeds zeer vroeg in dea morgen reizi- gors voor Delft en den Haag aanwezig. Uaar de meeste van Amsterdam ko mende treinen echter reeds overvol wa ren, moest men langen tijd wachten zoo zelfs, dat velen, vreezende dat zij toch te laat zouden komen, hun plaats kaartje teruggaven en van de reis af zagen. Met genoegen voldoen wij aan het verzoek tot plaatsing van het volgende gedicht Ontboezeming bij de Begrafenis van wijlen onzen geëerfeiedigden Zoo daalde dan deez' dag ten grave Oud Neêrïands Vorst Die voor ons Volk als Eed'le brave Veel heeft getorst. Thans ligt heel Nederland in rouwe. Een laatste groet Brengt diep weemoedig elk dien trouwe, Zoo groot en goed. Ons hart volgt tot de Delftsche Veste Zijn overschot, En zendt de Beê nog eens ten leste Omhoog tot God I Maar met die bede in het harte Vol droefenis, Volgt ons een straal van hoop en smarte Die troostryk is. Is d'Eed'le, Oude Stam gevallen, Ben nieuwe Loot Is toch ontsproten voor ons allen Die, is Zy groot, Door d'ievloed der Oranjedaden Ons Volk betoond, Met Liefde ons zal overladen, Door trouw beloond. Daarom, op heden trouw gezworen Met hart en hand Aan Haar, dia ons wil toebehooren, En 't Vaderland. Ban weg nu die partijgeschillen, Zijt allen éónl Voor 't Vaderland het goede willen, Word' algemeen. Stijg uit ons hart de Zucht der minne Den Doode na, Lang Leve Neêrlands KoniDginne, Wilhelmina HaarlemDec. 1890. A. v. D. Toen de vorige week bekend werd, dat het orkest, onder leiding van den heer W. Kes, hier een concert zou geven nog vóórdat 's Konings begrafenis had plaats gehad, gingen vele stemmen op, die dat ten zeerste afkeurden. Naar aan leiding daarvan telegrafeerden wij aan de ondernemers, dat zij wèl zouden doen op dien grond, het concert uit te stellen. Niettemin ging het concert tóch door en.... de uitkomst beantwoordde aan onze verwachting het publiek dat zich Dins dagavond in de groote zaal der Ver- eeniging bevond, was zeer klein en be stond uit nog geen driehonderd personen. De ondernemers deelden ons mede, dat uitstellen nog grooter (financieele) ellende zou zijn geweest. Het is echter de vraag, of in zulke omstandigheden de financieele kwestie de eenige is, waarmede moet worden rekening gehouden. Hoe dit zij, het concert hóeft plaats gehad en wy zyn dus gehouden er ver slag over uit te brengen. Toen wij het programma doorzagen, trof het ons, dat op een concert, dat „populair" heet, Beethovens „symphonie pastorale" werd uitgevoerd. Dit werk toch, hoe schoon ook, is voor een dusdanig concert o. i. te groot en te ingewikkeld en eischt van de hoorders groote inspanning, dan men op een populair concert geneigd is te schenken. De uitvoering was overigens hoogst verdienstelijk. Gedurig weer bewondert men het magnifique ensemble van dit orkest en de expressie, waarmee het alles wat het voordraagt, weet te kleuren. De vertolking van het onweer en den brand was forsch en realistisch, tot by het brutale af. Uit de eerste afdeeling stippen wy in het bizonder de ouverture „Mignon" aan. Zonder tot weekelijkheid over te slaan, was de uitvoering in hooge mate „mignon". De door de ouverture heen- gewerkte coloratuur-aria, „Je suis Tita- nia" werd door de violen haast g e- zongen. Weber-Berlioz„Auffordemng zum Tenz", vond eene vertolking, dit geliefde concertnummer meer dan waardig. Onze speciale muzikale, verslaggever Q, die thans nog door ongesteldheid ver hinderd was het concert bij te wonen, is voornemens, bij het volgende, dat den 9en e. k. zal plaats hebben, de samen stelling van het orkest te behandelen en zal in diezelfde week van eene opera en van het eerste winter-concert van „Cres cendo" verslag doen. De heer D. Nierop Jr., winkelier aan de Botermarkt alhier, heeft aan een der kostelooze lagere scholen alhier geschon ken 77 hoeden en petten, 11 leien, 600 griffels en 200 sponaendoozen, alles nieuw. Hedenmorgen zijn op het perron van de Holl. Spoorweg, bij het gedrang om in de treinen te komen, vermoedelijk gerold Eene portemonnaie, waarin on geveer ƒ40 en eene gouden broche met gevlekte steen, een fransch gouden hor loge met glazen cuvet, een zilveren cy- linder-horlog®, een gouden schakelketting, waaraan een vierkant gouden medaillon met steen, waarop een paardenkop. Bij de Vereeniging hebben zich de volgende personen voor werk aangemeld Een voor stalknecht. - Twee voor oppasser. -Een voor ziekenoppasser. - Een voor schrijver. - Drie voor kantoorlooper.- Een voor portier. - Een voor behanger. - Een voor schoenmaker. - Een voor metselaars knecht. - Een voor broodbakkersknecht. - Twee voor tuinmansknecht. - Een voor opzichter. - Vijf voor aardwerkers of los werkman. - Tien voor werkster of schoon maakster. - Een voor burgerwaschvrouw. - Een voor hulpkookster. - Drie voor burgernaaister.- Drie voor breister. - Twee voor mangelwerk. - Een voor strijkster Particulieren en werkgevers, die van deze aanbiedingen wenschen gebruik te makenwordt beleefd verzocht zich schriftelijk tot het Bestuur der Vereeni ging te richten, (bus Stadhuis of Doelen). De torenklok te Spaarndam is heden (Donderdag) weder in dienst gesteld kunnen worden. In de Dinsdagavond gehouden raads vergadering van Beverwijk, werd met algemeene stemmen benoemd tot ge meente-secretaris de heer J. W. A. C. an Lóenen, 1ste ambtenaar ter secro- tarie van Wormerveer. Met den be noemde stond op de voordracht de heer Verweij, lste ambtenaar te Sloten (N.H.) - Uit Beverwijk meldt men aan de N. R. C: Het tekort in kas, veroorzaakt door het onjuiste beheer van den vorigen gemeente-ontvanger, bedraagt in zijn gehsel eene som van ƒ4419.59. BINNENLAND. Onmiddelijk na zyne komst te 's=Hage heeft prins Victor van Italië, die koning Humbert bij de be grafenisplechtigheid vertegenwoordigt, zich begeven naar het paleis, waar Z. K. H. ontvangen is geworden door HH. MM. Koningin Wilhelmina en de KoniDgin-weduwe. Aan de Regentes werd door Z. K. H. overhandigd een eigenhandig schryven van Z. M. den Koning van Italië. De ontvangst van den Prins door Hare majesteiten was buitengewoon hartelijk. Door Z. K. H., vergezeld van zijn adjudant en van den italiaanschen ge zant, markies de Spinola, en den secre taris van het gezantschap, markies de Malespina, werd vervolgens names Ko ning Humbert een zeer fraaie kraDS neergelegd op de lijkkist des Konings. 'tWas Dinsdag buitenge woon levendig op het Staatsspoorweg station te 's-Hage. De eene trein met Vorstelijke ver tegenwoordigers volgde op den anderen en reeds geruimen tijd te voren wachtten de betrokken leden der diplomatie en de vertegenwoordigers van het Hof de voor name reizigers af. Op het praalbed des Ko- nings werd Woensdagochtend een kolos sale krans in massief zilver nedergelegd, die uitmunt door rijkdom van bewerking en schoonheid van gedachte. De gedre ven lauwerbladen zijn met linten om strengeld. Het wapen van Indië, een omkranst zwaard, komt van achter een monumentaal schild te voorschijn. Schild, wapen en laurieren zijn door zilveren strikken te zaam verbonden. Op het schild leest men in zwart geëmailleerd schriftHet korps ambtenaren bij het binnenlandsch bestuur in Nederlandsch Indië. Aan de nagedachtenis van Z. M. Willem III. Het ontwerp en de uitvoering van dit kostbaar huldeblijk werd toevertrouwd aan de firma J. M. van Kempen Zo nen te Voorschoten. Het huldeblijk werd namens het ge melde korps bij de katafalk nedergelegd door eene deputatie, bestaande uit de j res'dentens A. Sol en G. A. Scherer, de I assistent-residenten E. Siebnrgh en M. A. T. Goos8ens, alsmede de controleurs W. E. M. S. Aernout en L.F.Schneider. De lauwerkrans van de op per-, hoofd- en verdere officieren van het leger werd Woensdagmorgen door de gezamenlijke generaais-inspecteurs van wapens en dienstvakken op de rouwesirade neergelegd. Het is eene fraaie zilveren krans van 70 c.M. lengte en 56 c.M. breedte voorzien van een zilveren lint, waarop in rouwletters: „Hulde van het leger." De senaat der Utrechtse he hoogeschool bracht Dinsdag eene laatste hulde aan het stoffelijk overschot van Z. M. Koning Willem III. Die hulde bestond in een groeten palmtak, voorzien van een strik van zeer breed oranje lint, waarover twee zwarte strepen loopen. Op een der afhangende linten van dien strik stood „Piae Memoriae Optimi Regis Augusti Guilieimi III." I Op het andere „Senatus Universitatis Ulfcrajectinae." Dat blijk van hulde werd door den rector-magnificu8 en den secretaris van senaat, de hoogleeraren Gallée en Pols, overgebracht. Het is ondoenlijk, van al het huldebetoon, dat aan den overleden Koning wordt gebracht, melding te ma ken. By al de adressen van rouweeklag, die reeds vermeld werden, zouden nog te voegen rijn die van gemeenteraden, van kerkeraden en andere kerkelijke besturen, van tal van vereenigingen en ook van vele particulieren. Ongehoord groot is ook de hulde, die in den vorm van kransen en bloemen aan 's Konings nagedachtenis wordt gebracht. Zelfs het ontluikend geslacht neemt daaraan deel. In sommige plaat sen des lands hebben leerlingen van middelbare en ook van lagere scholen zich vereenigd om kransen aan te bie den. De eerowachten, die gist e- ren voor het paleis in Den Haag ston den opgesteld, waren grootendeels saam- gesteld uit militairen, niet behoorende tot het garnizoen dezer stad. Genietroepen uit Utreoht, in groot tenue uitgerust, met spade, houweel ot bijl op den ïug, kwamen van 12 tot 2 uren op de wacht, onder algemeen bevel van majoor Weenink, van de jagers. Dit gedeelte werd te 2 uren afgelost door een detachement geweerdragende schepelingen en mariniers, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee Tade- ma, met de muziek der Kon. Ned. ma rine aan het hoofd. Het postvatten van de Hollandsche FEUILLETON. Naar het engelseh van JAMES WYTTON. 68* HOOFDSTUK XXXIX. „Nu, waarom zouden wij ons iets aan deze vrouw laten gelegen liggen P Zy zal op het hooren van pistoolschoten van angst ge vlucht zijn, zeodat zy nergens te vinden is. Waarschynlyk heeft zij hare vriendinnen weer opgezocht, en daar wy zelfs geen be schrijving van haar uiterlyk hebben, zullen wij niet trachten haar op te sporen. Bovendien is de zaak zoo uiterst eenvoudig en kan men uit den toestand en de ligging der beide lijken zoo ge makkelijk opmaken, wat er gebeurd is, dat wij haar volstrekt niet noodig hebben. Ik heb van middag bevolen om niet langer naar haar te zoeken. Waar was het ook eigenlijk goed voor? Arm ding, als zij niet is, voor wie ik haar houd, dan zou ik haar noodeloos voor het gerecht laten slepen en haar in de bank der getuigen haar eigen schande laten bekennen De politie is in zulke zaken voorzichtiger dan men oppervlakkig denkt." Beiden hadden niet het minste vermoeden, hoe verheugd ik was over de woorden van den inspecteur, want daaruit begreep ik, dat myn aangebedene voor een grievend leed gespaard bleef. Het geluk begon my nu van alle kanten toe te lachen, en terwyl ik daar in gezelschap van mijne beide vrienden zat, zond ik uit het diepst van mijn hart een vurig dankgebed op tot God, voor al zijn goedheid aan mij bewezen. HOOFDSTUK XL. Ofschoon ik den volgenden morgen om half tien het kantoor reeds binnentrad, was de oudste patroon, Smith, reeds aanwezig. „Ik had u gistermiddag willen spreken, Fowler, maar gij waart niet thuis. De eerste bediende vertelde my, dat gij geheel in de war waart door dat verkeerde telegram, waarin de dood van Bland werd gemeld. Mag ik u geluk wenschen, dat gij zulk een onverschrokken man tot vriend hebt, en dat hij er geheel onge deerd onder vandaan is gekomen. Mijnheer Ball heeft mij bezocht nadat gij reeds vertrokken waart, en hij heeft my verteld, dat de kooplieden Bland een blyk van waardeering willen geven, om hem te toonen, hoe zy zijn moed bewonderen, welken hij heeft ge toond, door de kolonie van deze bende schavuiten te zuiveren. Wat zegt giy van dat plan „Ik geloof, dat Bland met zulk een blijk van waardeering zeer vereerd zal zyn. Hoe kan het ook anders Wij zyn allen men- schelijk en vinden het een streelende gedachte, dat de menachen ons achten en hoogschatten." „Welnu, dan moet de firma voor 20 pd. st. inschrijven," en nadat hg gebeld had, beval hij een bediende om naar den beer Ball te gaan en hem mede te deelen, dat hg de firma voor dat bedrag kon debiteeren. Op dat oogenblik hoorde ik in het andere kantoor de stem van Whitehead, die op luiden toon vroeg of de heer Fowler aanwe zig was, en een seconde daarna vloog de deur van mijn vertrek open en de oude heer trad binnen. „Wel, Fowler, mijn jongen," zeide hij, nam met de eene hand zyn hoed van het hoofd en wischte zich, zooals gewoonlijk, het zweet van zyn voorhoofd met een rooden zakdoek, dien hy in zyn andere hand hield, „er is, dunkt my, heel wat veranderd sedert wij elkaar gisteren gesproken hebben."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1