tweede dl ad, UIT INSULINDE. De sluikhandel in opium1). Xabctrachting FEUILLETON. BEHOOBENDB BIJ jiaarlem's dagblad VAN Maandag 8 Dec. 1890. Hebt gy wel eens, waarde lezer, van den sluikhandel in opium gehoord, zooals thans op Java in grove mate wordt ire ven Wat naea onder sluikhandel of smokkelhandel verstaat, zal ik u wel niet behoeven te verklaren, doch wellicht 1 ik u ©erst moeten vertellen wat opium Opkm is het verdikte sap, dat besloten I ligt iu de onrijpe zaadbol der witte papa- w, Papaver somniferumdie groeit in ypte, Arable, Perniode LevantBen galen en China. De maleisohe naam is \oen, die, afgeleid van het arabische afiosn, toont, wie dit genotmiddel bij de volkeren van den Indischen Archipel brachten hetzelfde volk, zooals Craw- iurd tereeht opmerkt, dat hen met geest» rijke dranken bekend maakte en tevens hun een godsdienst gaf, die beide ver bood. Het jniste tijdstip te bepalen, waarop j opium werd iogevoerd, heeft men tot dusverre nog niet kunnen doea dan by benadering, doch met zekerheid kunnen wij zeggen, dat deze narcotische stof vóór komst der Nederlanders op Java daar ede was gebracht en dat nog vóór 1600 in de Molukken opiumgebruik bekend was. De opium wordt gewoonlyk ingevoerd d de gedaante vas bellen van 5 of 6 c.Bl. in middellijn. Oorepronkelyk zacht en roodachtig bruin van kleur, wordt de opium zwarter «n harder hoe langer zy bewaard wordt. Zy is op het gevoel eeoigszins elastisch, bezit een glans als van was, verspreidt een sterken, enaangena- moii geur on heeft een bittere» walge lijken smaak, die lang in den mond blyft. In dezen toestand is de apioen echter nog niet geschikt tot onmiddellyk gebruik voor den schuiver. Daartoe meet z^j worden gepraepareerd op de volgende wijze: Men laat haar in warm water jkon en oplossea. Vervolgens zift men baar door een doek of soort papier en laat dan het product op een zacht vuur koken en uitdampen, totdat de massa de dichtheid verkrijgt van dik teer. Deze gepraepareerde opium, tjandoe genoemd, wordt nu vermengd aaet wat javaansche suiker en de zeer fijn gekorven bladeren van do atoar-atear, waarna men haar kneedt tot balletjes zoo groot als een erwt. Aldus draagt zy don naam van mdat. Volgens pref. Albert S. Bickmoro zyn „Réizen in den Oost-Indischen Archipelwordt er onder het koken somtijds tabak en sirih bijgevoegd, het laatste waarschijnlijk, om er een geurigen, prikkelenden, speceryachtigen smaak aan te geven. Wanneer da amfioensehuiver no wil genieten, wordt een lampje aangestoken. De schuiver gaat lang uit op z^n rust- bank balé balé liggen, met den elleboog op een kusson geleund en neemt i een® kleine hoeveelheid opium op de punt van een yzerdraad, in den vorm van een breinaald. Deze houdt hy in de vlam vau het lampje, totdat de massa week wordt en epzwolt. Gedurende deze be merking neemt hy het balletje nu en dan uit de vlam en rolt het tusschen duim voorvinger. Dan brengt hij het in ne kleine holte in den grooten kop van z$n pyp, terwijl de ijzerdraad er uitgetrokken wordt, waardoor eene kleine opening u&tstaat voor het inzuigen der lueht. Vervolgens houdt de opi umschuiver den kop der pijp tegen de vlam en zuigt den rook op in twee of drie lange trekken, zoodal hij tot diep in de longen binnendringt. De hoeveel heid opium is nu verteerd. Deze bewer king wordt zoolang herhaald, totdat de oogleden eeD zwaar gevoel beginnen tw krijgen en het gan«öhe lichaam eerio onweder8taawbare neiging tot slapen krygt. Ziedaar, waarde lozer, een vluchtige schets van de opium en den opiumschui ver 1 Een schoone photografische afbeel ding vaa zoo iemand kunt gij bezich tigen in het Koloniaal Museum, alhier. De photografie is naar het leven geno men door de heeren Woodburg en Page, te Batavia. Waar koopt de Javaan zyn tjandoe Als gij deze vraag tot hem zeiven richt, zal hij u antwoorden by den chineeschen pachter! Chineesehe pachters? Dat zyn menecben, die tegen betaling van eene aanzienlijke som en onder soliede borg stelling, van het Nederl. G«evorn«maut het recht hebben gekocht, om de dooi de Regeering verstrekte opium aan de Javaxen te verkoopen, mot dien versland» dat hij, die het heogste bod doei, de vergunning erlangtDeze som bedraagt eenigts duizenden guldens 1 Doch de prijs, waarvoor de chinoesohe pachter de opium van de Regeering koopt is thans 2 h 3 maal hooger dan de marktprijs Als de pachter de opium uit Britsch» Iadië laat komen betaalt by per katti of 0,61761 KG. f 10, terwyl het Goe- vernement hem voor die zelfde hoeveel heid laat betalen f30. Wat volgt daar uit? Dat de pachter, wil hij mst zijn opiunaverkoop aan de bevolking winnen, zijn waar moet laten komen uit BritsGh- Indië de Levant ef Singapoera. Dit is hem echter ten strengste verboden, want het Goevernement heeft den alleea-ver- koop vaa opium in den Oost-Indischen Archipel, en geen andere markt mag leverancier zyn der chineesehe pachters! Maar de Chinees wil niet verliezo», hy wil en moet winnen. De hawdel met de R8geering zou hem tot den bedelstaf brengen. «Ik moet schatryk worden," zegt de pachter, en hy word6 dan ook sehatryk 1 Waarom Wel hy verhoogt den prys der opium by den verkoop Hij zou dit met vrueht kunnen doen, zoo de koopkracht der sehuivendo bevolking gelijken tred hield met de duurte der opium, zoo de opium iaetede van een artikel van weeld© een levensbehoefte was; zoo er geen sluikhandel bestond, die met goedboope opium concurreerde en zoo de dood niet telkens het aantal schuivers verminderde en daarmede oek het aantal afnemersDe packter moet dus een anderen weg inslaan en die weg: hij ligt open en bloot in don smokkelhan del] Dat moet zyn goudmijn worden! In de eerste plaats koopt hy de opium buiten het monopoliegebied goedkooper (te Singapoera 10 a 15 maal goedkooperen in dc tweede plaats gebruikt de bevol king sluikopium tweemaal meer en hon derdmaal liever dan Goevernomonts-opi- um. De chineesehe paohter gaat dus smokkelen,hy wordt de grootste smokkelaar en wel in dienst van het Nederlandscho Goevernement. Maar hoe, als de pachter wordt betrapt, dat hij sluikopium, d.w.z. ongepraepareerde opium in zijn woning heett? Dan beloopt hy geen straf, want de pachter mag ruwe opium bezitten, hy moet haar bezitten. Voorts is hy bijna altijd kapitein of luitenant der Chinee- zen, zoodat zijn waardigheid hot mede brengt, dat men hems niet te nauw op de vingers kyktMaar van d® zijde der bevolking Heeft hy van haar niet te vreezen, dat zy hem verraadt Dit ge vaar is voor hem slechts denkbeeldig Want de inlandsche politie en voor ©en groot deel de inlandsche hoofden zijn vaq hem afhankelijkterwijl hg zelf be reid is, vreemde smokkelwaar op te koo- pen. Uit een en ander volgt, dat de chineesehe pachter vry kan smokkelen, en van geene zyde, welke ook, eoDÏg go- vaar ducht. De pachter-smokkelaar houdt er een heirleger van handlangers op nadie voor hem opium smokkelen en die aan hem zijn gehecht als de hond aan zyn baas. Maar wanneer zij eens weigeren te ge hoorzamen aan do bevelen van hun mees ter? Welnu dan wacht hun zekerlijk de gevangenis. Stel, dat een Javaan weigert te smokkelen. «Het is goed," zegt do Chinees, «gy zult er de gevolgen van ondervinden." Tegelijkertijd, dat de lander huiswaarts keert, om tenminste een rein en zuiver geweten te bewaroa, zendt de Chinees zijn spionnen er op uit, om het oogenblik waar te nemen, waarop de Javaan zyne woning verlaat. Dan treden zij binnen, en geven de vrouw des huizes voor, doortrekkende reizigers te zijn. Terwyl de vrouw iets gereed maakt, om den vreemdelingen een warm kopje koffie te bezorgen, leggen zij er gens op een verborgen plaats eene aan zienlijke hoeveelheid sluikopium neder. Zij geven voor haast te hebben en ver trekken dan ook spoedig. Zoodra de chi neesehe pachter bericht heeft ontvangen, dat de zending met goed gevolg bekroond ia gewerden, stuurt hij om du politie, stelt zich aan haar hoofd en gaat naar de woning v«a den Javaan. Deze is in middels teruggekeerd cn terwijl hij, niets kwaads vermoedende, de woorden van den Chinees overdenkt, staat deze geheel on verwachte, omriDgd door de dienaren der wet, vóór hem in levenden lijve! Een rilling gaat hem door de leden, want naar alle waarschijnlijkheid zal hij wor den gevangen genomen! Waarom? Dat weet hij niet, maar aanstonds zal hij het weten! De gansche bende dringt zijn woning binnen op enkelen na, die buiten blijven staan om hem het ontvluchten te beletten. «Wat heb ik gedaan?" vraagt de Ja vaan. Wat gij hebt gedaan," klinkt het barsch uit den mond van den -Chinees, die reeds grinnikt dat zyn list naar wensch is geslaagd, dat zult gij wel het beste weten! «Ontkleed u!" Wat nu volgt, lezer, durf ik niet neer te schryven, man, vrouw en kinderen worden onder luid gelach der omstanders aan eene onteer ends lij f visitatie onder worpen, iets wat niet moest kunnen ge beuren in een land, dat onder bescherming staat van het nederlandscho gezag De onderzoekingen hebben plaats gehad, doch zonder resultaat. De woning wordt nu geïnspecteerd en ziedaar ginds onder dien balé-balé ligt een dichtgenaaid zakje gevuld mes ongepraepareerde opiumDat is de sluikopium De Javaan, die van niets afweet, valt op zyn knieën en betuigt in een woordenvloed zyn onschuld! Tever geefs roept hy Allah en den Profeet aaD, om zyn onschuld te getuigen. De chineesehe pachter grinnikt en neemt de opium in beslag. De Javaan komt voor hef gerecht en zal aanstonds den kerker binnentreden 1 Dergelijke too- neeitjes gebeuren op Java, ja men gaat er nog erger te werk. Ziehier wat een officieel persoon eens schreef „Hier (in de residentie Pasoeroewan) ontzagen de Chineezen zich zelfs niet inlandsche huisgezinnendie hen kondèn verradenbuiten hunne haardsteden en tot in andere gewesten te verbannenop straffe des doods by terugkeer zonder vergunning Talrijk zijn de opium-smokkelaars. Men moet er soms over verbaasd staan, hoe brutaal zij de spionnen weerstaan De voorwerpen, de werktuigen van den smokkelhandel, wedijveren met elkander in oorspronkelijkheidblikken bussen gevuld met petroleum en voorzien van een dubbelen bodem, uitgeholde wagen assen, geslachte varkens opgevuld met opium, holle koperen cylinders aan de kielen der roeibootjes, darmen om den middel gewonden, gevuld met dit genot middel, zijn aelfs bij Hadji's gevonden, want gij moet weten lezers, dat 'schoon het opiumschuiven door den Koran ten strengst® wordt verboden, de Mohamme daan zich in dit opzicht siiet stoort aan de uitspraken van het heilige boek. Voeg daarbij de geslepenheid en listig heid der smokkelaar», dan zult gij tot de condusio komen, dat het onmogelijk is den sluikhandel tegen te gaan. In een officieel schrijven, gedateerd 3 October 1866, lezen wy „Oost en Wést Java zyn overdekt met een goed georganiseerd net van sluik handelwaarvan de draden zich bevinden in handen der pachters, een handeldie om de ongehoorde voordeelendie hij oplevert trots de hoogste boeten, trots de zwaarste straf en, zal blijven bestaanzoolang het belang der pachters medebrengt hem te be houdenA Nu is de vraag gedaanzal de neder- landsch© Regeering genegen zijn door geleidelijke maatregelen de opium uit hare bezittingen te verbannen Tal van antwoorden zyn op deze vraag ingeko men van voor- cn tegenstanders der opium-pacht. Men sprak Verliest gij dan uit het oog het Materieel Voordeel dat verloren zou gaan als de amfioen uit de Koloniën verdween In 1888 bracht zij de schatkist twaalf millioen op Maar, geeft een ander ten antwocsrd kent gij dun mes de weerde* van dun Minister, loon hij zeide dat het goever nement by slot van rekening in de demo ralisatie ondermijning en slooping der kraehten van de bevolking meer verliest dan in de bate der opium wint." En wat zult gy zoggen, lezer, wanneer men u eens zou vragen, wat gij denkt van de afschaffing der opiatn-pacht Zult gij u scharen aan de zijde der voorstan ders, of a vereenigen met de tegenpartij Zal ook by u het Materieel Voordeel zwaarder wegen dan het zedelijke wel zijn van een groot volk, dat ten prooi wordt gegeven aan de uitzuigingen en afpersingen, geweldenarijen en schraap zucht van een handjevol Chmeezpn Ja, de schatkist wint er bij, zoo de opium pacht behouden blijft, maar bedenk dan, dat elk dubbeltje een druppel bloede heeft gekost cn vergeet dan niet, dat elke minuut duizend vloeken ten Hemel worden gezon den, om ons te treffen, wy, Nederlanders, wy, die bij de wet aangestelde zielver- woesters in dienst hebben, diedeD Javaan uitzuigen, gelijk de spin het vliegje. Of gaat 't ons niet aan, dat do eene Javaan na den andere uitgemergeld, inwendig gesloopt, neerzygt van uitputting on den gtfest geeft? „Verlost ene van de opium/" smeekt de Javaan „van den kanker, die aan 't geluk van ons, onze vrouwen en kitideren knaagt, als de worm aan het houtl Want wij hunnen nietI" Welnu lezers, laat die klaagtoon niot onbeantwoord, laat zzj niet zyn de stem eens roependen in den woestijn Niet zoo zeer uw geldelijke steun dan wel uw zedelijke hulp is gowenscht 1 Kent gy niet den Anti-Opium-Bond, die schoone ver- eeniging van mannen, den Bond, die ge nezing traehb te brengen in dien ziekelij- ken volkstoestand Staat op, werdt wakker, en sluit u aan by den Bond, wordt lid. De eoatribufcie bedraagt slechts f 1,—- per jaar, maar die éóne gulden is voldoende, opdat de kracht groot worde tot bestrijding van het ingekankerde kwaad Toont u waardig, Koloniën te bezitten in de vrijwillige bevordering van haar bloei en welvaartHelpt het volk, dat voor u arbeidt en zwoegt in het zweet zijns aanschijn8Zult gij dat waarlijk doen En zal ook mijne roepstem niet tot u zijn, gelijk de stemme eens roependen in den woestijn 3) Haarlem December '90. TJAMPAKA. Bij de beschrijving van het een en ander heb ik mij gehouden aan onbetwistbaar zuivere bronnen. Den belangstellenden lezer, die hier omtrent uitvoeriger berichten wil lezen, verwijs ik naar "De Opium-Vloek op Java« door jtir. mr. VV. Elout van Soeterwoude en het "Opium- Vraagstuk in Ned. Oost-Inaië« door J. L. Zegers. 2) Zij, die genegen mochten zijn, lid van den Anti-Opium-Boud te worden, gelieven zich daartoe aau te melden bij de Redactie. uit deu O- emeenteraacL. XVII. De heer Huet heeft derhalve voor zyn lidmaatschap van den Raad bedankt. Ik voor my acht het gelukkig, dat de mo tie die ik myne vorige nabetrachting aan den hand deed, niet noodig is ge weest en dat de heer Huet toch nog, al is het wat laat, uit eigen beweging is Er ligt in dezen afloop van 's heeren Huets openbare werkzaamheid iets wee moedigs. Wat had deze hoogst begaafde man niet kunnen zyn voor de gemeente, wanneer zijne zelfbeheersching even groot ware geweest als zijne verstande lijke ontwikkeling! Want er is voor een bestuurder nog meer noodig, dan wat men gewoonlyk knapheid pleegt te noe men hij moet alles beoordeelen met een koel hoofd, met kalm overleg I En dat hoeft, wij weten hef allen, nu roeds tweemaal bij den heer Huet ontbroken Teen hij indertijd zijné onjuiste en overdreven beschuldigingen inbracht te gen gemeente-ambteoaren, die zich ge lukkig van blaam kouden zuiveren, toen heeft men hem dat vergeven, omdat hij overigens was een begaafd man, met een eerbiedwekkende werkkracht en een algemeene kennis, die hiyi steeds bereid was aan te wenden tot Dut van ieder, die hulp en raad kwam vragen. Een tijdlang was niemand in Haarlem zoo populair als fay Maar thans, nu de heer Huet zich ten tweeden male heeft laten verleiden tot het uitbrengen van ongemotiveerde beschuldigingen thans is de maat volgemeten. Hij moest heengaan. Hij is heengegaan! Wat nu zoo hoort men velen vragen. Zal zich de heer Huet weer candidaat stellen Dat hangt van de kiezers af, was eenige weken geleden het ant woord, dat de heer Huet zelf ons gaf op deze vraag. Maar zullen, zoo vragen wij op onze beurt, zullen de kiezers hem weer candidaat stellen Weken lang heeft men daarover ge praat. Er zijn weddenschappen aange gaan over de vraag, of hij al dan niet weer in den Raad zal komen. Maar zoolang men mij niet overtuigt, dat de heer Huet in de zes maanden rust die hy gehad heeft, bezadigder is geworden, zóólang zal ik mij scharen aan de z^jde van hen, die liever zijne capaciteiten in den Raad willen ontbereD, dan gevaar loopen van een derde óclat-geschiedenis. Intusschen is men zoover nog niet. Er behoeft vooreerst nog niet voor of tegen hem te worden gestreden. Maar zoodra de strijd ontbrandt (en het is wel waarschijnlijk dat hij komen zal) dan hoop ik met myn pen mee te doen. Aan welken kant behoef ik wel niet meer te zeggen. Met de stoomtrams wil het ia den Raad nog maar niet lukken. Geregeld worden ze in den laatsten tyd op de agenda van den Raad gezet en even geregeld verdaagd tot de volgende zit ting. De conducteur fluit pardon, ik be doel de voorzitter geeft een slag met den hamer en weg stoomen de trams, om de volgende maal hoopvol, weer te verschijnen. Buiten de stad of door de stad ziedaar de vraag, die de leden van den Raad zullen hebben te beslissen. Ik moet zeggen, dat ik mij niet be grijpen kan welk nut er gelegen is in een tram, die, aan de Rozenstraat be ginnende, den buitenkant der gemeente houdt. Vlak bij de Rozenstraat is het spoorwegstation, vanwaar do treinen der hollandacho spoor naar Zandvoort ver trekken. De omwonenden zullen dus als ze naar Zandvoort willen, in tweestryd staan «spoor of tram en ik zou er mijn hoofd niet onder durven verwedden dat de keus op de tram zal vallen. Naar het duit s@& van WILHELM FISCHER. De kantonrechter Hilverkus lag op oen sohoonen herfstdag be- 'aaglyk op de breede sofa van zijn studeervertrek met een elegante nitgave van den romeinschen dichter Propertius in de hand. Hg was gewoon een groot gedeelte van den vryen tijd, dien zijn ambt hem liet, in trouwe toewyding aan de Ouden door te brengen. Maar heden was zyn aandacht niet daarbij. Na eens zonk de arm neder, dan eens zag het fijnbesnedea gelaat op de dooreec- gewerkte figuren van het vloerkleed, en dan weder wendde het zich ongeduldig naar de pendule, die op den wit marmeren schoorsteen tikte. Daar trok iemand haastig aan de huisbel, Hil— Verku8 sprong op, sohoof de zware gordijnen weg en opende het venster; maar reeds klonken haastige schreden op de trap, in de gftDg, de deur vloog open en in zyne armen stortte zich Emil zyn jongste, nauwelijks achttienjarige zoon. //Wat lang duurt, wordt eindelyk gosd, papa, ik ben met glans door het eindexamen, ob hier, vriend Heinrieh, ook Heinrich, reeds jong een wees en zonder middelen, was door zyn aanleg, zijn vlijt en deugdzaamheid in de huizen van ver scheidene voorname kameraden welgezien. Een oogenblik drukte Hilverkus zijn zoon zwijgend aan de borst z/Bravol" riep hij daarop uit; /,ik feliciteer je en noodig Hein rieh gedurende de vacantie uit. Wij telegrafeeren direot aan mama. En zoodra jo de getuigschriften heb, maken wij met ons drieën een reis, zooals ge er nog geen genoten hebt, onafhankelijk van spoor en stoomschip, en toch Diet alleen voor de twoe onder danen bestemd, een reis naar ouderwetschen trant en kloppen bij een ouden vriend aan, dien ik sedert jaren niet gezien heb. Het weder schynt zioh goed te houden. De kantonrechter was rijkacht dagen later reden zy in zijn eigen flinken reiswagen, waarvan de kap was opgeslagen en die door twee welgevoede bruinen getrokken werd, vergenoegd uit in het frissche door de zon beschenen landschap. Wel is dit een ge notvol reizen, zoo hier en daar eens te vertoeven, al naar het in den zin komt, over de vlakte te vliegen, door prachtige dalen stapvoets te rijden eo de jongelieden genoten volop. Zij waren zeer vroolijk, rookten, thans boven school en leeraren verheven, deftig een sigaar en hadden de een door zijn ouders, de ander omdat hy het kostgeld voor verscheiden maanden spaarde, geld in overvloed om zich kleine uitgaven te veroorlooven. Daarbij de zorgzame, goedige vader en vriend geen wonder, dat ze wat lichtzinnig werden. Op den negenden dag van hunne reis kwamen zij des middags in een stadje, waar het juist kermis was. Hilverkus trok zich na het eten een weinig terugde jongelieden echter, onverzadelijk en onvermoeid, stortten zich vroolijk in het volle gejoel van de jaar markt en beproefden en bezagen alles: Geluksspellen en wafelen, vertooningen en wilde dieren. Op de groene schuttersplaats ver hief zich een hooge mastboom en droeg aan den top op een reus- achtigon stang de vlag met de stadskleuren. Aan zijn voet zag een menigte toeschouwers naar de kunsten van een akrobaat en zijn bleeken knaap, wiens buigzame en rekbare ledematen zich op de wonderbaarlijkste wyze bogen en wrongen. Emil, zelf een goed turner, had de toeren met het gelaat eens kenners bewonderd, en wierp, toen het kind al huppelende de giften inzamelde, een groot geldstuk op het blikken bord. z/Kunt ge ook klauteren, ja? Dan maar eens vlug naar boven in den mastboom!" Het kind was moede, maar nauwelijke had het den ommegang volbracht, of het gleed haastig als eon eekhorentje naar boven, en had spoedig den spits bereikt. «Hoera riep de menigte. Het kind werkte zich geheel naar boven tot aan den vlaggestok. //Bravo!" riep nu ook Emil uit met fonkelende oogen; «staat de stang vast De knaap schudde onderzoekend daaraan. «Tien groschen, als go nog tot aan het vlaggedoek klimt «Twintig, wanneer ge terstond naar beneden komtriep een diep bewogen stem, waaraan het arme kind gaarne gehoorzaamde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 5