tweede dl ad,
UIT INSULINDE.
De sluikhandel in opium1).
Xabctrachting
FEUILLETON.
BEHOOBENDB BIJ
jiaarlem's dagblad
VAN
Maandag 8 Dec. 1890.
Hebt gy wel eens, waarde lezer, van
den sluikhandel in opium gehoord, zooals
thans op Java in grove mate wordt
ire ven Wat naea onder sluikhandel
of smokkelhandel verstaat, zal ik u wel
niet behoeven te verklaren, doch wellicht
1 ik u ©erst moeten vertellen wat opium
Opkm is het verdikte sap, dat besloten
I ligt iu de onrijpe zaadbol der witte papa-
w, Papaver somniferumdie groeit in
ypte, Arable, Perniode LevantBen
galen en China. De maleisohe naam is
\oen, die, afgeleid van het arabische
afiosn, toont, wie dit genotmiddel bij de
volkeren van den Indischen Archipel
brachten hetzelfde volk, zooals Craw-
iurd tereeht opmerkt, dat hen met geest»
rijke dranken bekend maakte en tevens
hun een godsdienst gaf, die beide ver
bood. Het jniste tijdstip te bepalen, waarop
j opium werd iogevoerd, heeft men tot
dusverre nog niet kunnen doea dan by
benadering, doch met zekerheid kunnen
wij zeggen, dat deze narcotische stof vóór
komst der Nederlanders op Java daar
ede was gebracht en dat nog vóór 1600
in de Molukken opiumgebruik bekend
was.
De opium wordt gewoonlyk ingevoerd
d de gedaante vas bellen van 5 of 6
c.Bl. in middellijn. Oorepronkelyk zacht
en roodachtig bruin van kleur, wordt de
opium zwarter «n harder hoe langer zy
bewaard wordt. Zy is op het gevoel
eeoigszins elastisch, bezit een glans als van
was, verspreidt een sterken, enaangena-
moii geur on heeft een bittere» walge
lijken smaak, die lang in den mond blyft.
In dezen toestand is de apioen echter
nog niet geschikt tot onmiddellyk gebruik
voor den schuiver. Daartoe meet z^j
worden gepraepareerd op de volgende
wijze: Men laat haar in warm water
jkon en oplossea. Vervolgens zift men
baar door een doek of soort papier en
laat dan het product op een zacht vuur
koken en uitdampen, totdat de massa
de dichtheid verkrijgt van dik teer. Deze
gepraepareerde opium, tjandoe genoemd,
wordt nu vermengd aaet wat javaansche
suiker en de zeer fijn gekorven bladeren
van do atoar-atear, waarna men haar
kneedt tot balletjes zoo groot als een
erwt. Aldus draagt zy don naam van
mdat. Volgens pref. Albert S. Bickmoro
zyn „Réizen in den Oost-Indischen
Archipelwordt er onder het koken
somtijds tabak en sirih bijgevoegd, het
laatste waarschijnlijk, om er een geurigen,
prikkelenden, speceryachtigen smaak aan
te geven.
Wanneer da amfioensehuiver no wil
genieten, wordt een lampje aangestoken.
De schuiver gaat lang uit op z^n rust-
bank balé balé liggen, met den
elleboog op een kusson geleund en neemt
i een® kleine hoeveelheid opium op de
punt van een yzerdraad, in den vorm van
een breinaald. Deze houdt hy in de vlam
vau het lampje, totdat de massa week
wordt en epzwolt. Gedurende deze be
merking neemt hy het balletje nu en dan
uit de vlam en rolt het tusschen duim
voorvinger. Dan brengt hij het in
ne kleine holte in den grooten kop
van z$n pyp, terwijl de ijzerdraad er
uitgetrokken wordt, waardoor eene kleine
opening u&tstaat voor het inzuigen
der lueht. Vervolgens houdt de opi
umschuiver den kop der pijp tegen
de vlam en zuigt den rook op in twee
of drie lange trekken, zoodal hij tot diep
in de longen binnendringt. De hoeveel
heid opium is nu verteerd. Deze bewer
king wordt zoolang herhaald, totdat de
oogleden eeD zwaar gevoel beginnen tw
krijgen en het gan«öhe lichaam eerio
onweder8taawbare neiging tot slapen
krygt.
Ziedaar, waarde lozer, een vluchtige
schets van de opium en den opiumschui
ver 1 Een schoone photografische afbeel
ding vaa zoo iemand kunt gij bezich
tigen in het Koloniaal Museum, alhier.
De photografie is naar het leven geno
men door de heeren Woodburg en Page,
te Batavia.
Waar koopt de Javaan zyn tjandoe
Als gij deze vraag tot hem zeiven richt,
zal hij u antwoorden by den chineeschen
pachter! Chineesehe pachters? Dat zyn
menecben, die tegen betaling van eene
aanzienlijke som en onder soliede borg
stelling, van het Nederl. G«evorn«maut
het recht hebben gekocht, om de dooi
de Regeering verstrekte opium aan de
Javaxen te verkoopen, mot dien versland»
dat hij, die het heogste bod doei, de
vergunning erlangtDeze som bedraagt
eenigts duizenden guldens 1 Doch de
prijs, waarvoor de chinoesohe pachter de
opium van de Regeering koopt is thans
2 h 3 maal hooger dan de marktprijs
Als de pachter de opium uit Britsch»
Iadië laat komen betaalt by per katti
of 0,61761 KG. f 10, terwyl het Goe-
vernement hem voor die zelfde hoeveel
heid laat betalen f30. Wat volgt daar
uit? Dat de pachter, wil hij mst zijn
opiunaverkoop aan de bevolking winnen,
zijn waar moet laten komen uit BritsGh-
Indië de Levant ef Singapoera. Dit is
hem echter ten strengste verboden, want
het Goevernement heeft den alleea-ver-
koop vaa opium in den Oost-Indischen
Archipel, en geen andere markt mag
leverancier zyn der chineesehe pachters!
Maar de Chinees wil niet verliezo», hy
wil en moet winnen. De hawdel met de
R8geering zou hem tot den bedelstaf
brengen. «Ik moet schatryk worden,"
zegt de pachter, en hy word6 dan ook
sehatryk 1 Waarom Wel hy verhoogt
den prys der opium by den verkoop Hij
zou dit met vrueht kunnen doen, zoo de
koopkracht der sehuivendo bevolking
gelijken tred hield met de duurte der
opium, zoo de opium iaetede van een
artikel van weeld© een levensbehoefte
was; zoo er geen sluikhandel bestond,
die met goedboope opium concurreerde
en zoo de dood niet telkens het aantal
schuivers verminderde en daarmede oek
het aantal afnemersDe packter moet
dus een anderen weg inslaan en die weg:
hij ligt open en bloot in don smokkelhan
del] Dat moet zyn goudmijn worden! In
de eerste plaats koopt hy de opium
buiten het monopoliegebied goedkooper (te
Singapoera 10 a 15 maal goedkooperen
in dc tweede plaats gebruikt de bevol
king sluikopium tweemaal meer en hon
derdmaal liever dan Goevernomonts-opi-
um. De chineesehe paohter gaat dus
smokkelen,hy wordt de grootste smokkelaar
en wel in dienst van het Nederlandscho
Goevernement. Maar hoe, als de pachter
wordt betrapt, dat hij sluikopium, d.w.z.
ongepraepareerde opium in zijn woning
heett? Dan beloopt hy geen straf, want
de pachter mag ruwe opium bezitten, hy
moet haar bezitten. Voorts is hy bijna
altijd kapitein of luitenant der Chinee-
zen, zoodat zijn waardigheid hot mede
brengt, dat men hems niet te nauw op
de vingers kyktMaar van d® zijde der
bevolking Heeft hy van haar niet te
vreezen, dat zy hem verraadt Dit ge
vaar is voor hem slechts denkbeeldig
Want de inlandsche politie en voor ©en
groot deel de inlandsche hoofden zijn
vaq hem afhankelijkterwijl hg zelf be
reid is, vreemde smokkelwaar op te koo-
pen. Uit een en ander volgt, dat de
chineesehe pachter vry kan smokkelen,
en van geene zyde, welke ook, eoDÏg go-
vaar ducht.
De pachter-smokkelaar houdt er een
heirleger van handlangers op nadie
voor hem opium smokkelen en die aan hem
zijn gehecht als de hond aan zyn baas.
Maar wanneer zij eens weigeren te ge
hoorzamen aan do bevelen van hun mees
ter? Welnu dan wacht hun zekerlijk de
gevangenis. Stel, dat een Javaan weigert
te smokkelen. «Het is goed," zegt do
Chinees, «gy zult er de gevolgen van
ondervinden." Tegelijkertijd, dat de
lander huiswaarts keert, om tenminste
een rein en zuiver geweten te bewaroa,
zendt de Chinees zijn spionnen er op
uit, om het oogenblik waar te nemen,
waarop de Javaan zyne woning verlaat.
Dan treden zij binnen, en geven de vrouw
des huizes voor, doortrekkende reizigers
te zijn. Terwyl de vrouw iets gereed
maakt, om den vreemdelingen een warm
kopje koffie te bezorgen, leggen zij er
gens op een verborgen plaats eene aan
zienlijke hoeveelheid sluikopium neder.
Zij geven voor haast te hebben en ver
trekken dan ook spoedig. Zoodra de chi
neesehe pachter bericht heeft ontvangen,
dat de zending met goed gevolg bekroond
ia gewerden, stuurt hij om du politie,
stelt zich aan haar hoofd en gaat naar
de woning v«a den Javaan. Deze is in
middels teruggekeerd cn terwijl hij, niets
kwaads vermoedende, de woorden van den
Chinees overdenkt, staat deze geheel on
verwachte, omriDgd door de dienaren der
wet, vóór hem in levenden lijve! Een
rilling gaat hem door de leden, want
naar alle waarschijnlijkheid zal hij wor
den gevangen genomen! Waarom? Dat
weet hij niet, maar aanstonds zal hij het
weten! De gansche bende dringt zijn
woning binnen op enkelen na, die buiten
blijven staan om hem het ontvluchten te
beletten.
«Wat heb ik gedaan?" vraagt de Ja
vaan.
Wat gij hebt gedaan," klinkt het
barsch uit den mond van den -Chinees,
die reeds grinnikt dat zyn list naar wensch
is geslaagd, dat zult gij wel het beste
weten! «Ontkleed u!"
Wat nu volgt, lezer, durf ik niet neer
te schryven, man, vrouw en kinderen
worden onder luid gelach der omstanders
aan eene onteer ends lij f visitatie onder
worpen, iets wat niet moest kunnen ge
beuren in een land, dat onder bescherming
staat van het nederlandscho gezag De
onderzoekingen hebben plaats gehad, doch
zonder resultaat. De woning wordt nu
geïnspecteerd en ziedaar ginds onder
dien balé-balé ligt een dichtgenaaid zakje
gevuld mes ongepraepareerde opiumDat
is de sluikopium De Javaan, die van niets
afweet, valt op zyn knieën en betuigt
in een woordenvloed zyn onschuld! Tever
geefs roept hy Allah en den Profeet
aaD, om zyn onschuld te getuigen. De
chineesehe pachter grinnikt en neemt
de opium in beslag. De Javaan komt
voor hef gerecht en zal aanstonds den
kerker binnentreden 1 Dergelijke too-
neeitjes gebeuren op Java, ja men gaat
er nog erger te werk. Ziehier wat een
officieel persoon eens schreef
„Hier (in de residentie Pasoeroewan)
ontzagen de Chineezen zich zelfs niet
inlandsche huisgezinnendie hen kondèn
verradenbuiten hunne haardsteden en tot
in andere gewesten te verbannenop straffe
des doods by terugkeer zonder vergunning
Talrijk zijn de opium-smokkelaars.
Men moet er soms over verbaasd staan,
hoe brutaal zij de spionnen weerstaan
De voorwerpen, de werktuigen van den
smokkelhandel, wedijveren met elkander
in oorspronkelijkheidblikken bussen
gevuld met petroleum en voorzien van
een dubbelen bodem, uitgeholde wagen
assen, geslachte varkens opgevuld met
opium, holle koperen cylinders aan de
kielen der roeibootjes, darmen om den
middel gewonden, gevuld met dit genot
middel, zijn aelfs bij Hadji's gevonden,
want gij moet weten lezers, dat 'schoon
het opiumschuiven door den Koran ten
strengst® wordt verboden, de Mohamme
daan zich in dit opzicht siiet stoort aan
de uitspraken van het heilige boek.
Voeg daarbij de geslepenheid en listig
heid der smokkelaar», dan zult gij tot
de condusio komen, dat het onmogelijk
is den sluikhandel tegen te gaan. In een
officieel schrijven, gedateerd 3 October
1866, lezen wy
„Oost en Wést Java zyn overdekt met
een goed georganiseerd net van sluik
handelwaarvan de draden zich bevinden
in handen der pachters, een handeldie om
de ongehoorde voordeelendie hij oplevert
trots de hoogste boeten, trots de zwaarste
straf en, zal blijven bestaanzoolang het
belang der pachters medebrengt hem te be
houdenA
Nu is de vraag gedaanzal de neder-
landsch© Regeering genegen zijn door
geleidelijke maatregelen de opium uit
hare bezittingen te verbannen Tal van
antwoorden zyn op deze vraag ingeko
men van voor- cn tegenstanders der
opium-pacht. Men sprak Verliest gij
dan uit het oog het Materieel Voordeel
dat verloren zou gaan als de amfioen uit
de Koloniën verdween In 1888 bracht
zij de schatkist twaalf millioen
op Maar, geeft een ander ten antwocsrd
kent gij dun mes de weerde* van dun
Minister, loon hij zeide dat het goever
nement by slot van rekening in de demo
ralisatie ondermijning en slooping der
kraehten van de bevolking meer verliest
dan in de bate der opium wint."
En wat zult gy zoggen, lezer, wanneer
men u eens zou vragen, wat gij denkt
van de afschaffing der opiatn-pacht Zult
gij u scharen aan de zijde der voorstan
ders, of a vereenigen met de tegenpartij
Zal ook by u het Materieel Voordeel
zwaarder wegen dan het zedelijke wel
zijn van een groot volk, dat ten prooi
wordt gegeven aan de uitzuigingen en
afpersingen, geweldenarijen en schraap
zucht van een handjevol Chmeezpn Ja,
de schatkist wint er bij, zoo de opium
pacht behouden blijft, maar bedenk dan,
dat elk dubbeltje een druppel bloede heeft
gekost cn vergeet dan niet, dat elke minuut
duizend vloeken ten Hemel worden gezon
den, om ons te treffen, wy, Nederlanders,
wy, die bij de wet aangestelde zielver-
woesters in dienst hebben, diedeD Javaan
uitzuigen, gelijk de spin het vliegje. Of
gaat 't ons niet aan, dat do eene Javaan
na den andere uitgemergeld, inwendig
gesloopt, neerzygt van uitputting on den
gtfest geeft?
„Verlost ene van de opium/" smeekt de
Javaan „van den kanker, die aan 't geluk
van ons, onze vrouwen en kitideren knaagt,
als de worm aan het houtl Want wij
hunnen nietI"
Welnu lezers, laat die klaagtoon niot
onbeantwoord, laat zzj niet zyn de stem
eens roependen in den woestijn Niet zoo
zeer uw geldelijke steun dan wel uw
zedelijke hulp is gowenscht 1 Kent gy niet
den Anti-Opium-Bond, die schoone ver-
eeniging van mannen, den Bond, die ge
nezing traehb te brengen in dien ziekelij-
ken volkstoestand Staat op, werdt
wakker, en sluit u aan by den Bond,
wordt lid. De eoatribufcie bedraagt slechts
f 1,—- per jaar, maar die éóne gulden
is voldoende, opdat de kracht groot worde
tot bestrijding van het ingekankerde kwaad
Toont u waardig, Koloniën te bezitten
in de vrijwillige bevordering van haar
bloei en welvaartHelpt het volk, dat
voor u arbeidt en zwoegt in het zweet
zijns aanschijn8Zult gij dat waarlijk
doen En zal ook mijne roepstem niet tot u
zijn, gelijk de stemme eens roependen in
den woestijn 3)
Haarlem December '90.
TJAMPAKA.
Bij de beschrijving van het een en ander
heb ik mij gehouden aan onbetwistbaar zuivere
bronnen. Den belangstellenden lezer, die hier
omtrent uitvoeriger berichten wil lezen, verwijs
ik naar "De Opium-Vloek op Java« door jtir.
mr. VV. Elout van Soeterwoude en het "Opium-
Vraagstuk in Ned. Oost-Inaië« door J. L. Zegers.
2) Zij, die genegen mochten zijn, lid van den
Anti-Opium-Boud te worden, gelieven zich daartoe
aau te melden bij de Redactie.
uit deu
O- emeenteraacL.
XVII.
De heer Huet heeft derhalve voor zyn
lidmaatschap van den Raad bedankt. Ik
voor my acht het gelukkig, dat de mo
tie die ik myne vorige nabetrachting
aan den hand deed, niet noodig is ge
weest en dat de heer Huet toch nog, al
is het wat laat, uit eigen beweging is
Er ligt in dezen afloop van 's heeren
Huets openbare werkzaamheid iets wee
moedigs. Wat had deze hoogst begaafde
man niet kunnen zyn voor de gemeente,
wanneer zijne zelfbeheersching even
groot ware geweest als zijne verstande
lijke ontwikkeling! Want er is voor een
bestuurder nog meer noodig, dan wat
men gewoonlyk knapheid pleegt te noe
men hij moet alles beoordeelen met een
koel hoofd, met kalm overleg I En dat
hoeft, wij weten hef allen, nu roeds
tweemaal bij den heer Huet ontbroken
Teen hij indertijd zijné onjuiste en
overdreven beschuldigingen inbracht te
gen gemeente-ambteoaren, die zich ge
lukkig van blaam kouden zuiveren, toen
heeft men hem dat vergeven, omdat hij
overigens was een begaafd man, met
een eerbiedwekkende werkkracht en een
algemeene kennis, die hiyi steeds bereid
was aan te wenden tot Dut van ieder,
die hulp en raad kwam vragen. Een
tijdlang was niemand in Haarlem zoo
populair als fay
Maar thans, nu de heer Huet zich
ten tweeden male heeft laten verleiden
tot het uitbrengen van ongemotiveerde
beschuldigingen thans is de maat
volgemeten. Hij moest heengaan. Hij is
heengegaan!
Wat nu zoo hoort men velen vragen.
Zal zich de heer Huet weer candidaat
stellen Dat hangt van de kiezers
af, was eenige weken geleden het ant
woord, dat de heer Huet zelf ons gaf op
deze vraag. Maar zullen, zoo vragen
wij op onze beurt, zullen de kiezers hem
weer candidaat stellen
Weken lang heeft men daarover ge
praat. Er zijn weddenschappen aange
gaan over de vraag, of hij al dan niet
weer in den Raad zal komen. Maar
zoolang men mij niet overtuigt, dat de heer
Huet in de zes maanden rust die hy
gehad heeft, bezadigder is geworden,
zóólang zal ik mij scharen aan de z^jde
van hen, die liever zijne capaciteiten in
den Raad willen ontbereD, dan gevaar
loopen van een derde óclat-geschiedenis.
Intusschen is men zoover nog niet.
Er behoeft vooreerst nog niet voor of
tegen hem te worden gestreden. Maar
zoodra de strijd ontbrandt (en het is
wel waarschijnlijk dat hij komen zal)
dan hoop ik met myn pen mee te doen.
Aan welken kant behoef ik wel niet
meer te zeggen.
Met de stoomtrams wil het ia den
Raad nog maar niet lukken. Geregeld
worden ze in den laatsten tyd op de
agenda van den Raad gezet en even
geregeld verdaagd tot de volgende zit
ting. De conducteur fluit pardon, ik be
doel de voorzitter geeft een slag met
den hamer en weg stoomen de trams,
om de volgende maal hoopvol, weer te
verschijnen. Buiten de stad of door de
stad ziedaar de vraag, die de leden
van den Raad zullen hebben te beslissen.
Ik moet zeggen, dat ik mij niet be
grijpen kan welk nut er gelegen is in
een tram, die, aan de Rozenstraat be
ginnende, den buitenkant der gemeente
houdt. Vlak bij de Rozenstraat is het
spoorwegstation, vanwaar do treinen der
hollandacho spoor naar Zandvoort ver
trekken. De omwonenden zullen dus als
ze naar Zandvoort willen, in tweestryd
staan «spoor of tram en ik zou er
mijn hoofd niet onder durven verwedden
dat de keus op de tram zal vallen.
Naar het duit s@&
van
WILHELM FISCHER.
De kantonrechter Hilverkus lag op oen sohoonen herfstdag be-
'aaglyk op de breede sofa van zijn studeervertrek met een elegante
nitgave van den romeinschen dichter Propertius in de hand. Hg
was gewoon een groot gedeelte van den vryen tijd, dien zijn ambt
hem liet, in trouwe toewyding aan de Ouden door te brengen.
Maar heden was zyn aandacht niet daarbij. Na eens zonk de
arm neder, dan eens zag het fijnbesnedea gelaat op de dooreec-
gewerkte figuren van het vloerkleed, en dan weder wendde het
zich ongeduldig naar de pendule, die op den wit marmeren
schoorsteen tikte. Daar trok iemand haastig aan de huisbel, Hil—
Verku8 sprong op, sohoof de zware gordijnen weg en opende het
venster; maar reeds klonken haastige schreden op de trap, in de
gftDg, de deur vloog open en in zyne armen stortte zich Emil
zyn jongste, nauwelijks achttienjarige zoon.
//Wat lang duurt, wordt eindelyk gosd, papa, ik ben met glans
door het eindexamen, ob hier, vriend Heinrieh, ook
Heinrich, reeds jong een wees en zonder middelen, was door
zyn aanleg, zijn vlijt en deugdzaamheid in de huizen van ver
scheidene voorname kameraden welgezien.
Een oogenblik drukte Hilverkus zijn zoon zwijgend aan
de borst
z/Bravol" riep hij daarop uit; /,ik feliciteer je en noodig Hein
rieh gedurende de vacantie uit. Wij telegrafeeren direot aan mama.
En zoodra jo de getuigschriften heb, maken wij met ons drieën
een reis, zooals ge er nog geen genoten hebt, onafhankelijk van
spoor en stoomschip, en toch Diet alleen voor de twoe onder
danen bestemd, een reis naar ouderwetschen trant en kloppen bij
een ouden vriend aan, dien ik sedert jaren niet gezien heb. Het
weder schynt zioh goed te houden.
De kantonrechter was rijkacht dagen later reden zy in zijn
eigen flinken reiswagen, waarvan de kap was opgeslagen en die
door twee welgevoede bruinen getrokken werd, vergenoegd uit in
het frissche door de zon beschenen landschap. Wel is dit een ge
notvol reizen, zoo hier en daar eens te vertoeven, al naar het in
den zin komt, over de vlakte te vliegen, door prachtige dalen
stapvoets te rijden eo de jongelieden genoten volop. Zij waren
zeer vroolijk, rookten, thans boven school en leeraren verheven,
deftig een sigaar en hadden de een door zijn ouders, de ander
omdat hy het kostgeld voor verscheiden maanden spaarde, geld
in overvloed om zich kleine uitgaven te veroorlooven. Daarbij de
zorgzame, goedige vader en vriend geen wonder, dat ze wat
lichtzinnig werden.
Op den negenden dag van hunne reis kwamen zij des middags
in een stadje, waar het juist kermis was. Hilverkus trok zich na
het eten een weinig terugde jongelieden echter, onverzadelijk en
onvermoeid, stortten zich vroolijk in het volle gejoel van de jaar
markt en beproefden en bezagen alles: Geluksspellen en wafelen,
vertooningen en wilde dieren. Op de groene schuttersplaats ver
hief zich een hooge mastboom en droeg aan den top op een reus-
achtigon stang de vlag met de stadskleuren. Aan zijn voet zag
een menigte toeschouwers naar de kunsten van een akrobaat en
zijn bleeken knaap, wiens buigzame en rekbare ledematen zich op
de wonderbaarlijkste wyze bogen en wrongen.
Emil, zelf een goed turner, had de toeren met het gelaat eens
kenners bewonderd, en wierp, toen het kind al huppelende de
giften inzamelde, een groot geldstuk op het blikken bord.
z/Kunt ge ook klauteren, ja? Dan maar eens vlug naar boven
in den mastboom!"
Het kind was moede, maar nauwelijke had het den ommegang
volbracht, of het gleed haastig als eon eekhorentje naar boven,
en had spoedig den spits bereikt.
«Hoera riep de menigte. Het kind werkte zich geheel naar
boven tot aan den vlaggestok.
//Bravo!" riep nu ook Emil uit met fonkelende oogen; «staat
de stang vast
De knaap schudde onderzoekend daaraan.
«Tien groschen, als go nog tot aan het vlaggedoek klimt
«Twintig, wanneer ge terstond naar beneden komtriep een
diep bewogen stem, waaraan het arme kind gaarne gehoorzaamde.