NIEUWS- EN ADV ERTEN TIEBLAD. ^aifyaxma ^leqxna. No. 2299. ABONNEMENTSPRIJS ADVERTENTIËN: Woensdag 31 December 1899. Jaargang. SIECWJAARSWENSCHEN, KATHARINA REGINA. Wintergave. stadsnieuws. Mej. Brncker om YronwoirMil. FEUILLETON. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Fublicité Etrengère G. IDAUBE 8f Co,, JOHN F, J ONES, bucc., F ar ijs 31 bis Faubourg Montmartre, Voer Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad verschijnt dageljjke, behalve op Zon- en Feestdagen. BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Adveitentiön worden aangenomen door onze atenten en door all<o kha: uelaron en eouianticrs. ftaggg*» Evenals vorige jaren zal iu «rv ons op 9adejaai-saveud vcr- scliijoend nummer de gelegenheid opengesteld worden tot plaatsing vau naar gelang van ieders maatscliap- pelijke betrekking, ad 21 S Cents per advertentie, mits men ze ons doe toe komen uiterlijk op Woensdag 31 Deo. a. s., te kalfdi'ie des namiddags. Dweetewm- Uitgevers. Zy die zich met lo. Januari op dit Blad aboEneeren, ontv&agen gratis het tot dien datum verschenen gedeelte van het Feuilleton Men abonBeert zich aan ons Bureau, Kleine Heutstraat 9, bij onze Agenten, de Heeren H. N.j MUL, Kruisstraat; D. J. VAN DER WILK, Greets Houtstraat 105; C. VAN DÜIJN, Ane- gang, eo verder bij alle Boekhandelaars. Directeuren- Uitgever J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Het doet obs veel genoegen te hunnen ■mededeeleD, dat onze oproeping, tot de ingezetenen gericht, om de behoeftigon in dit barre seizoen te gedenken, zulk een goed gevolg heeft gehad. Het totaal der vorigen opgaven van ingekomen giften, ingevolge onze op roeping, bedroeg 635. Thans is achtereenvolgens ingekomen van: N. N25. E. en F. J. v. R5. Kerstmisgave van R. F. v. V. 20. in de bus Stadhuis. .45 van den heer A. K. 5. N. N., aan kantoer Haarl. Bank2.50 N. N., van een whistpartytje 3.30 Opbrengst eener tombola op de ba«n der IJsclub175. N. N., by den penningmeester 300. N. N., bg den penningmeester u 10. Makende met de vorige opgave een som van 1081.25. Haarlem 30 December 1890. Doer den makelaar A. H. Poortman alhier is wederom eene statistiek opge maakt van de ia het verkooplokaal //de Gouden Leeuw" gehouden veilingen in 1890. Verkocht zyn 187 perceelen voor 640,855. Opgehouden 39 perc. voor j 224,355. Totaal 226 pereeelen voor f 864,710. In de groote Doeleeaal te Rotterdam had Zaterdagavond vaawege den Wiel- rijdersboad een wedstrijd plaats em het kampioenschap in ket scheon- en figuuf- rijden op hot rywisl. Daaraan namen o. a. deel de «Haarlemsclie Vélecip4de- elub", dimmer weiter* uit Deventer en //E. D. O." uit Amsterdam, die respec- tievelyk dea len, 2en en 3en prijs be kaaiden. Won de //Haarlemsche Véleci- pèdeclub* het in het flguurryden, //Im mer weiter" spande in ket sckoenrydwn de kroon. Een en ander werd afgewisseld en besloten met een *jeu de rose", een his torische opteeht, waaria de entwikkeling van bet rywiel werd veorgeateld ea een ringrijdotij. De heer Tkeodor Westmark een zweedsche reiziger in Afrika, die op zijne openbare voordrachten in Fraokryk, België en Duitschland alge- meene belangstelling mocht ondervinden, vertoeft thans hier te lande en is voornemeus in onze voornaamsie steden lezingen te honden. Hy heeft o. a. vyftien maanden onder de Cenge-negevs doorgebracht, en zal zyno inzichten uiteenzetten over de negerstamueu, ever don slavenhandel en de andere hinder palen, die de ontwikkeling dezer volken in den weg staan, over dea handel in hot Congo-bekken, ook in verband tot de inkomende rechten in dun Cengo- staat, ten opzichte waarvan hij de door de nederlandsehe regeering gevolgde gedragslijn onvoorwaardelijk goedkeurt. Over Stanley's reizen en de eaanier waarop deze en zyne trawanton Afrika pogen te //beschavea". weet de heer Westmark een aantal pikanto mededeo- lingen te doen. Hy houdt zyne voor drachten ia het franseh en in het duitschin beide talen wordt zijne be spraaktheid zeor geroemd. Binnenkort treedt de heer Westmark ook hier ter stede op. Kostelooze verstrekking van brood en koffie. Een onzer stadgonootes, de heer H. H. Kolkmeijar van der Stadt, Groote Houtstraat 98, heeft een plan opgevat, dat zeker algemeeneu bijval zal vinden, daar het in een groote, oogenblikkeljjke behoefte voorziet. Hot betreft namelijk hot gratis toedienen van brood en warme koffie, in eene geschikte localiteit, aan behoeftige personen, die zich daartoe aan melden. Hij roept daartoe den fioanci- eelea stoma ea medewerking zijner stad- gesooten in (tie hem zeker ni«t zullen worden ontkenden. Hun alio ziek daartoe genegen mochten gevoelen, wordt beleefd verzocht zich by hem to vervoegen. Do bedoeling is om aan de be'aoeftigen, die zieh daarto* slechts aan een nader aan te wyzen lokaliteit eo op nader te bepalen uren behwevea aan te melden, het boveogeooemde te verstrekken. De heer van dor Stadt weraacht om trent eea en ander mek hen, die hem ter zydo willen staan, in nadere bespreking te treden. We kunnen er nog aan toe voegen, dat do onkosten by eene betrek kelijk kleine financieels bijdrage spoedig gedekt zullen zyn, en wij verwachten dat een beroep daartoe op de ingezetenen, zeker niet vruckteleoa zul zyn. Reeds in eon aantal gemeenten zyn thans zulke instellingen ia working, en zij voorzien in een behoefte, die zeker ook wel hier ter stede wordt gevoeld. De spreekbeurt in Weten en Werken" werd Maandagavond vervuld door den beer Scholten van Amsterdam, voorzitter van de Vereeuiging veor Volksvoordrach ten aldaar. De heer Scholten, die reeds menigmaal de hoorders van Maandagavond op aan gename wijze wist bezig te koudon slaagde ook nu weder uitmuntend daarin met een drietal nouvelles, waarvan ons vooral beviel „Boum-Boum" van Jules Clarótie en de uitstekend voorgedragen geschiedenis van den loods, van Weru- méus Buning, waarvan de persoons- en karakterteekening als uit hot leveu ge grepen waren. Een dankbaar applaus, dat ongetwy- feld een welgemeend //tot weerziens'7 in zich bevatte, beloonde den heer Scholten voor de gezellige uren door hem aan zoovelen verschaft. Maandagavond trad deze spreekster voor de vereenigiDg //Volksbelang" in de bovenzaal der Vereeniging op met haar geliefkoosd oaderwerp Vrouwen arbeid." Yóer zy hare rede bagon, bood mej. Mul ler van hier een door baar vervaardigd vaandel aan de Vereniging aan, voer de kostan waarvan de meeste leden hun penningske hadden bijgedragen. Hek is van groen fluweel, mut zilver bewerkt, en de woorden //Volksbelang, Haarlem 1887," in sierlijke letters daarop gebor duurd. Do voorzitter, de heer D. da ClerGq, dankte mot een kort woord voor het fraai geschenk. Daarop kreeg mej. Drucker het woord tfDo strijd tusschen de heerechappy van man «n vrouw," zeifU zy, Hi& reeds everoud. In dien strijd is stoeds gehui eheltl. Is om bestwil, dat ik je niet aan dun arbeid laat, heeft altijd de man gezegd. I* Ruth vinden wij reeds van vrouwenarbeid gewaagd, en in dun tijd dor gildea b. v. werd do landbouw geheel a«n de vronw gelaten. Ook het kantwerken was uitsluitend vreuweavak, aee slecht vak trouwens, daar zij er slechts 25 cents per dag moe verdienden en in 7 jaar blind waren. Teen nu du kant fabriekmatig werd gemaakt, gingen de vroHwun n&taurlyk de fabriek in, waar zij altyd nog 50 eenis daags verdienden. Vroeger waren alleen vruuw*B in hat apiavak en zydevak, maar ook daaruit hebben haar de mannen godcelielijk ver dreven. Arbeid is beschaving en buscha- ving is arbeid. Wie een ander den ar beid belet, stelt dien buiten de bescha ving, du8 buiten de maatschappij. Het ideaal heet altyd een man en een vrouw, samen wonend in een kluisje, de raaa het brood verdienende buitenshuis, de vrouw de huishouding waarnemende binnenshuis. Maar men vergeut, dat de man die uitvliegt beschaving opdoet en dat da vrouw ia hnia verstompt, zoodat zy elkaar eindelijk niet meer begrijpen. Altijd draagt do man aan de vrouw den geestdoodendon arbeid op. Zelfs het speelgoed dat men aan het meisje geeft,1 is dood: de opvoeding leidt reeds tot het eeuwig systeem: de vrouw temaken tot «de doffo onderdanige." Tegen vrouwenarbeid heeft men altijd drie bezwaren, de welgeordende maat schappij, de familie, en de concurrentie. Als de vrouw door don man moet worden onderhouden, dan moet de laat ste ook zijn moeder en zusters onder houden. Dat is natuurlijk ondoenlijk. En al ware het doenlijk, dan zou het kwaad zich voordoen, dat de maatschappij be stend uit een paar tirannen en een massa slavinnen. Men zegt, dat door den vrouwenarbeid in fabrieken het familieleven dier vrouwen verdwijnt* Maar vóór den tijd der fa brieken was dat familieleven ook al niet mooi. Wij zijn net, rein, goed gekleed om ODze burnen. Als vry van kindsbeen af op onszelve hadden gestaan, zouden wij aan het varken gelijk zijn. Alle bescherming die men aan de vrouw verleent, strekt om haar onmon dig te houden. De man ia bang uic zijne positie te worden gedrongen. Corcurrentie ia be lachelijk, ze ia ounocdig. Men bezigt de concurrentie als middel om armoedo en rykdom in stand te houden. Men zegt altijd, dat de vrouw te zwak is om te werkun. Waarom? Omcal men hare ont wikkeling belet. M#n gedoogt wel, dat de vrouw naaister en huishoudster is, tweo arm zalig botaaldo vakken. Zelfs do vrouw die in haar eigen huis works, verdient minder dan do fabriekarbeidstar. In de maatschappij behoort geen hu maniteit, maar recht. Doerdai men de vrouw den arbeid verbiedt, drijft men haar tot drie gebreken peezie (senti mentaliteit), prostitutie en diefstal. Ovor do beide eerste punten weidde do spreekster nog wat uit, het derde punt bleef achterwege. Zij sloot hare rede, dia met veel kracht en hartstocht was uitgesproken, met de vertaling van een duitsch versj9 uit het blad //die Ar- beitarin". Van de gelegenheid tot debat maakte bet eerst gebruik de heer Van der Veer, socioal-demoeraat uit den Haag, die vaak lezingen houdt. Hij betoogde, dat ook vaak de vrouw don man uit zijn bedryf hooft gedroDgeu, zooals uit het wevers- vak. Ook mannen verrichten ODproduc- tieven arbeid, b.v. in branderyen en tabaksfabrieken. Aan de werkloosheid alleen ia alle maatschappelijk kwaad te wijten. Is kantwerken schadelijk, welnu men make dat luxe artikel niet meer. Werden alle vrouwen aan het werk gezot, dan zou de werkloosheid nog groeter worden. SleGhts van een verkorten arbeidsdag ia verbetering voor den toestand der vrouw te wachten: dan kan ook de vrouw werk bekomen. De heer Fr. Lieftinck zegt, dat men een voordracht als deze niot lezen, maar zien en hooren moet. Een vrouw die aldus durft optreden, geeft blyk van een groots mate van moed en gevoel vaa verant woordelijkheid. Ik heb daarom veoral gelet op de vrouw die sprak, maar in de gan- sche rede van Mej. Drucker, Biets van de vrouw kunnen vinden. Ja toch een ding heb ik er in gevonden, dat vrouwelyk was: de hart.-tocht maar niet do hartstocht voor den man, maar wel de hartstocht tegen den man. Juflr. Draoker heeft gezegd, dat de vrouw met kuust, beschaving en vrede in deze maatschap pij niot heeft te maken. Ik zou wel eena willen weton, wie meer be schaving in het huishouden kan brengen dan do vrouw. En heeft niet de vrouw een juist, een ongekunsteld gevoel voor kunst Zyn uiot onze beste schilderessen vrouwen En vrede Hoo vaak zal niet de vrouw door een enkelen klemtoon, het Naar het engelsch WALTER BESANT. 17) HOOFDSTUK VI. Ditimer Bock Toch had de familie Emptage een geregelden bezoeker. Hij kwam er iederen avond een sigaar rooken in Hamburg ge fabriceerd en onderhield zich met Emptage en de dames. In den beginne kwam hij er om daar in den familiekring con versatieles in het engelsch te nemen, maar den laatsten tijd kwam hij hoofdzakelijk om Katharina. Hij was een jonge Duitscher, Dittmer Bock genaamd. Hij was correspondent op hetzelfde kantoor waar Emptage werk zaam was; schreef brieven in verschillende talen en nam les in het snelschrijven; hij verdiende veertig pond per jaar en leefde van dit salaris, terwijl hij, naar zijne kleeding te oordeelen, vier maal zooveel moest verdienen. Jonge Duitschers, die in Londen een klein salaris verdienen, weten in alles de zuinigheid te be trachten zij deelen hunne slaapplaatsen met elkaar, weten de gelegenheden te vinden, waar zij een goedkoop maal kunnen krijgen, stevig genoeg echter om de duitsche maag te be vredigen. De meesten hunner vinden een uitgave van achttien stuivers per dag voor hun eten genoeg; een Duitscher, die verderop wil, moet zich wachten voor alle uitgaven, die niet strikt nood zakelijk zijn. Dittmer was een flinke, rijzige jongeling, zonder bril. Hij had de blauwe oogen en het blonde haar van zijne landslieden; hij was welgemanierd en van meening, dat de Duitschers over alle andere natiën een groot overwicht uit oefenden. Hij hield van dansen, ofschoon hij nooit een bal be zocht; hij kon zingen, terwijl hij zichzelf op de piano begeleidde bij de duitsche volksliederen, die hij werkelijk met veel gevoel zong. Wanneer des avonds de lamp de groote gaslamp was aangestoken, en de kinderen met mevrouw Emptage en Katharina aan de tafel zaten te naaien, terwijl Emptage bij het vuur zat met de beenen over elkaar gekruist en een krant voor zich, genietende van zijn rust, dan was het aardig om te zien, hoe hij zijne handen over de toetsen liet glijden, en allen luis terden naar de volksliederen van zijn land, welke hij achte: elkaar ten gehoore gaf, zonder vermoeid te worden. Het was gewoonte geworden, dat, wanneer Katharina des avonds om negen uur het huis verliet niemand kon langer blijven, daar de familie dan het avondmaal nuttigde hij haar tot Harley House- bracht. Jongë Engelschen, evenals jonge Duitschers, spreken gaarne over zichzelf, over hunne vooruitzichten, over hun eerzucht en over het doel, dat zij najagen, maar de opwellingen van het hart weten zij te verbergen. Zij spreken er met elkaar over, maar eerst dan, wanneer hun loopbaan werkelijk begonnen is. Een jonge Duitscher daarentegen, ziet spoedig uit naar iemand v an de vrouwelijke sekse, die hij zijn geheele vertrouwen kan schenken; zij wordt zijn vriendin, zijn raadgeefster. Somtijds is zij jong en vriendelijk, zoodat de gevolgen dan onvermijdelijk zijn; somtijds is zij jong en openhartig, hoewel de gevolgen dan meestal ook dezelfde zijn; somtijds is zij op middelbaren of be jaarden leeftijd, en dan wordt de vriendschap innig en teeder. Hoeveel goeds zou er gedaan kunnen worden, wanneer dames van zekeren leeftijd wilden erkennen, dat zij als troosteressen en raadgeefsters van jongelieden zouden willen optreden. Het spreekt vanzelf, dat men hetzelfde ook voor een jong meisje zou kunnen zijn. Welnu, Katharina was zoo iemand voor den jongen Duitscher, wanneer hij van zichzelf sprak. «Ik ben niet hochgeboren Fraulein," zeide Dittmer Bock. «Mijn vader heeft een delicatessenhandel in Hamburg, tegenover de Jacobikerk," Men vergeve den goeden Dittmer zijn gebrekkige taal. //De eerzucht van mijn vader is, dat zijae zoons het verder zullen brengen dan een delicatessenhandel. Hij wenschte, dat zij groote kooplieden zouden worden, zooals er hier in Londen veel werden gevonden." z/Zijn er dan niet meer?" Dittmer haalde de schouders op. /,De herinnering aan de groote engelsche kooplieden blijft nog over; zij hebben voorde Duitschers plaats gemaakt. Hamburg is nu de stad van de groote

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1890 | | pagina 1