NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. HEROPENING Muzikale Kroniek. ^atfyaxma ^Jtegina. Januari 1891. No. 2313. 8e Jaargang. Zaterdag 17 Jam I ABONNEMENTSPRIJS ADVERTENTIËN: Opleidingsschool voor Meisjes tot het Middelbaar Snderwijs. FEUILLETON. HAABLEWTS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers. 0,05. Dit blad verschijnt dagelijkB, behalve op Zon- en Feestdagen. [Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Ad verten tiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Puölicité Mrangère G. X. DAG BE 8p Co., JOHN F. JONES, SuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre. De BURGEMEESTER van Haar lem brengt ter kennis van de ouders en voogden van de Leerlingen der bovengemelde inrichting, dat de school weder zal zijn GEOPEND op Maandag den 19en Januari e. k., voornjiddags ten negen ure. Haarlem, 16 Januari 1891. De Burgemeester E. A. JORDENS. STADSNIEUWS. Haarlem 16 Januari 1891. Betreffende den gezondheidstoestand dezer gemeeata in de afgeloopen maand December, kan 't volgende worden mede gedeeld Van in de wet genoemde be smettelijke ziekten werden ter gemeente secretarie aangegeven 46 gevallen van mazelen, 6 van febris typhoïdea en 1 geval van roodvonk terwyl ééa lijder aan febris typlaoSdea bezweek. Het totaal der overledenen, daaronder begrepen 3 levenloos aangegoveaen, bedraagt 131. Verhouding der overledenen tot 1000 inwoners per jaar, voor deze maand be rekend 09.6 tegsn 21.2 m do vorige maand. Deze verhouding is de ongun stigste die in vele jaren voorkwam. Aan lichaamszwakte stierven 26, aan gebrek kige ontwikkeling 5, aan kanker 2, aan stuipen 10, aan apoplexie 5, aan orga nische hartgebreken 2, aan ziekten der ademhalingsorganen 51, dus meer dan een derde van het getal der overledenen, waarvan 12 aan keel- en longtering of bloedspuwing, aan ziekten der spijsver teringswerktuigen stierven 5, aan ziekten -der organa urogenitalia 4, aan andere oorzaken 13 personen. Naar de leeftyden was de sterfte als volgt: beneden 1 jaar 42, van 15 jaren 8, van 514 jaren 2, van 1420 jaren 4, van 2050 jaren 16, van 5065 jaren 18, van 6580 jaren 29, boven 80 jaren 9. Geboren zijn 66 jongens en 81 meisjes. Gedurende het jaar 1890 zijn op de Kaasmarkt alhier aangevoerd 389973 kazen of 8054 stapels. Verkocht werden 384282 kazen of 3002 sta pels, wegende 751984 KG. De middenprij8 was 28,12£ per 50 KG. Gedurende het jaar 1890 zijn op de alhier gehouden graan- en zaad markten de volgende hoeveelheden verkocht 480 heet. roode tarwe, 12500 heet. witte tarwe, 2637 heet. rogge, 9084 heet. haver, 1652 heet. gerst, 2802 heet. dui- venboonen1380 heet. paardenboonen, 215 heet. bruine boonen, 1747 heet. groene erwten, 522 heet. capucyners, 74 heet. kanariezaad, 296 heet. bruin mosterdzaad, 8 heet. geel mosterdzaad, 30 heet. kool zaad, 25 heot. lijnzaad, 8 heet. grauwe erwten. Concert van de Maatschappij tot bevordering van Toonkunst. „SAMSON". Oratorium van G. F. Handel. Wanneer de een of andore afdeeling van bovengenoemde Maatschappij een concert aankondigt, is men steeds ver zekerd, het hoogste kunstgenot te zullen smaken, dat de betredende plaats haar inwoners kan aanbieden. Sedert 62 jaren toch, is de Maatschappy van Toonkunst de hoofdader van het muzikale leven in Nederland; bijna al hot goede op dat ge bied is door haar bevorderd en gesteund. Juist in de vereeniging van vrienden en beoefenaars der kunst, met de kun stenaars zeiven, zit haar kracht. De ruimte laat hier niet toe, zelfs io het kort, na to gaan, wat al niet door haar is opge bouwd. Hoevele kunstenaars danken haar niet hunne muzikale opleiding Hoevelen stelde zy door bekroningen niet in staat hunne werken te doen opvoeren en druk ken? enz. enz., terwyl toch door haar répertoire de kleinere afdeelingen in de gelegenheid gesteld werden, de nieuwste en kostbaarste meesterwerken uit te voe ren. Zelfs de ouden van dagen werden door haar bedacht, door een gedeelte der gelden als pensioenfonds voor hen of hunne nagelaten betrekkingen disponibel te stellen. De afdeeling Haarlem is voorzeker een parel aan Toonkunsts kroon. Zy be- heerscht in vereeniging met do Muziek school het geheele muzikale leven alhier, 't Was alweer Toonkunst, dat bij de op richting van ons Stedelijk Muziekkorps, met een vorstelijke toezegging van 1000 subsidie voor het eerste jaar, daaraan het leven gaf, en de sympathie voor een eigen orkest opwekte. Het was dus niet te verwonderen, dat de zaal der Vereeniging" gisterenavond weder met een dankbaar publiek geheel gevuld was. Een beschrijving van den tekst van //Samson" houd ik hier voor overbodig: de geschiedenis van Sim&on uit den Bijbel is ons allen bekend, natuurlijk is dit verhaal, om als oratorium dienst te kun nen doen, sterk gefantaseerd. De muziek werd door Haudel in de volle kracht van zijn leven (hij was toen 57 jaar oad) gecomponeerd. Onder de kunstkenners wordt //Samson" als zijn vierde greote kunstwerk (in de toenma lige nieuwe richting) beschouwd. „Israël in Aegypten 1737, „S?.ul" 1738, „Mes sias" 1741, „Samson" 1742. l) Voor de uitvoering alhier had het be stuur zich de medewerking van de ons welbekende en beminde solisten ala me vrouw Haase-Bosse (sopraan), mejuffrouw Ribbe (alt), de heeren Rogmans (tenor) en Messchaert (bas), v irzekerd; door de ongesteldheid van den heer Rogmans, werd de tenorpartij door den heer Kirch- ner, uit Berlin, vervuld. Ik wenschte in dit verslag eenigsziï-a de plaatsing der P«tg.n in de partituur te volgen en begia (verontsehuldiging aan de dames solisten verzoekende) maar het eerst met den heer Kirchner. Reeds by den aanvang van het reci tatief „Das Fest das heute sie dem Dagon weih'n" 2), gaf ons weinig hoop dat hy voor dien avond Rogmans zou kunnen vervangen, wat dan ook dadelyk na het zingen van ïecit.no. 12 „o 8Ü8808 Licht" door de detonatie beves tigd werd; by de aria no. 24 „Warum liegt Judas Gott im '^hlaf" gaf het publiek eenige teekenen van goedkeuring, terwyl de zanger in het derde gedeelte resit, en aria no. 66, volgens myn meening eerst het middelmatige bereikte. Reeds dadelijk bij het begin van no. 11 „Blickfc herden Helden schaut" door Micha, mejuffrouw Ribbe, werden wij getroffen door haar schoene stem, en rustige voordracht, welke tot aan het l) Vóór dien tijd componeerde Handel o. a. 33 opera'sAlmira, Nero, Rodrigo, Agrippina, Rittaldo, Theseus, Silla, Ama- dieRadamistoMucin ScévolaFbridante OttoneFlavioGiulio Gesare, Tamerlane, RodelindéScipione, Alessandro, Admeto, Riécardo primoSirae, Talomeo, Toro, EzioSosarmoOrlandoAriadne, Ario- danteAlcinaFaramondo, SerseImeweo Deidamia. -) Muziek en tekst werden gezongen naar de uitgave van Rittor en Bieder- mann, te Leipzig, zoodat de toehoorders, die van een Peters-editie voorzien wa ren, veel misten. De sopraan-aria stond echter in Ritter in G., en werd in A-majeur gezongen terwyl de Trauer-marsch in C gespeeld werd. einde van den avond bewaard bleven waardig was haar voordracht in de aria „o Aubild der Hinfalligkeit", prachtig werd de lage G door haar uitgehouden in „in dunkier Nacht", ovenzoo was no. 34 „o komm, o komm, du Gott des Heils". Zeer innig zong zij het recit. de daarop volgende aria no. 81 „Erheb, o Israel, Klagesang". Mevrouw Haase Bosse (haar partij komt eerst laterreden waarom ik de sopraan na den alt noem) won dadelijk alle harten met het recitatief en aria no. 37, zoo meesterlijk door den heer Coenen op de viool begeleid. Het vol gende recit. alsook het duet met koor, „Vertrau o Samson, mein Wort", was eenvoudig en waar, vooral echter no. 88 „Kommt alle ihr Seraphim in Flam- menreich'n" (waarin ook de trompettist een woord van lof toekomt voor de eenige malen voorkomende hooge D. op de A trompet) vormde met 37 voor h8ar het glanspunt van den avond. Voor Manoach, Messchaert, hebben wy niets dan lof, wij weten niet wat wij in hem het meest moeten bewonderen stem, artistieke manier van zingen en uitspraak vormen by hem één geheel. Met het recit. „o jammervolles Loos i" on daarna met de aria No. 21 „Dein Heldenarm war eisst mein Sang," had by zooveel bijval, dat het tusschenspel voor het Largodoor de uiterlijke tee- keaen van voldoening van het auditorium, niet gehoerd kon worden. Hoe schoon maakte hy aan het einde van deze aria het crescendo op de woorden„Weh klagt mein Sangtniet minder schoon was No. 51 „Nein aoleii ein Kaapf", eu hoe duidelyk en met welk een zeg gingskracht vertolkte bij niet No. 621 Het koor was zeer goed, de buitenge wone sterkte in vergelyking met andere koren, was reeds by het „Erschallt Trom peten" merkbaarby dit, en in het an dante uit No. 14 „o erstgeschaffner Strahl", zakten de sopranen een weinig. Het koor No. 26 „Dann sollt ihr aehn", werd ook zeer goed gezongen, ofschoon wij het tempo wat langzaam vonden. Zuiver en goed werd No. 30 „Dann wird zum gold'ner Sternenzelt" ten ge- hoore gebracht; onverbeterlijk was het zesstemmige koor „Hër' Jacobs Gott", opmerkelijk was hier de zuiverheid der eerste sopranen. Van koor No. 58 vonden wy het rhyfch- mu8 onrustig, heerlijk vol was No. 60 „Ehret Seine Herrliehheit", ook 72 en 78, terwyl eindelyk No. 82 „Streut die Blumen", met de vorige de kroon op het werk zetten. Een gedeelte van het Utrechtsehe Or kest begefeidde meesterlijk het geheel; behalve de solo's voor viool en trompet verdienen vooral de hoornisten een woord van lof. Het Tempo van de Trauer- rnarsoh zijn wy langzamer gewend, 't stond misschien evenals het vroege begin in verband met het uur van vertrek. Laat ons hopeD, dat de commissie van OB8 Stedelyk Muziekkorps spoedig de lago stemming invoere, waardoor dan ook een Haarlemsch Koor door een Haar- lem8ch Orkest kan begeleid worden. Een bizondere hulde aan den heer Robert, die alles met vaste, geroutineerde hand, op artistieke wyze leidde! Q De le luit. W. A. Backers, van het 4e reg. inf. alhier, wordt overgeplaatst bij het Instr.-bat. te Kampen. In de plaats van den 2e-luit. der inf. C. J. Asselberge zal de 2e-luit. van dat wapen V. J. van Marle den 31sten Jan a. 8. per stoomschip Prinses Sophie van Amsterdam naar Oost-Indië ver trekken, als medegeleider van het deta chement aanvullingstroepen onder bevel van den len luit. A. A. van Vloten. Bij het correspondentsehap lste klasse der Nederlandsehe Bank alhier, hadden in het jaar 1890 de volgende geld ver wisselingen plaats, t. w. Bkp. tegen bkp. voor f 4,108,075 specie 1,441,845 Specie bkp. 1,009,855 6,559,775. Aan specie werd voor f 432,000 meer in- dan «^gevoerd. Voor de uitvoering van de Konink lijke Liedert^fel „Zaug en Vriendach-?.^" op a. s. Maandag zal in de Muziekzaal der „Vereeniging" een ronwbuate wor den aangebracht, terwijl ook het vaan del en de insignes der leden met rouw- loers zullen omkleed zijn, een en ander wegens den rouw door de liedertafel aangenomen na den dood van Z. M. Koning Willem III. De haarlemsche scbietclub „Willem IIÏ", hield Donderdagavond haie ge wone halfjaarlyksche vergadering. Uit het verslag bleek, dat de geldmiddelen van de club in een bloeienden toestand verkeerden, ondanks de groote uitgaven in het afgeloopen jaar. Binnenkort viert zij haar 8-jarig bestaan. De lezing van den heer Theod. West mark is Donderdagavond niet doorge gaan. Onze verslaggever kwam aan een leege zaal en zelfs de spreker van den avond had door taal noch teeken aan gekondigd, dat by niet komen zou. Men is somtyds de dupe van zonderlinge manieren De deur van de bovenzaal der Vereeniging is tooh groot genoeg om er een biljet te kunnen plakken. Ge- Naar het en q el SC h van WALTER BESANT. 31) HOOFDSTUK XI. Een nacht op straat. Het is niets buitengewoons, wanneer vermoeide menschen een museum bezoeken, om daar wat te gaan slapen, en het als een toevluchtsoord beschouwen, wanneer er vrije toegang is. Men is van meening, dat het museum Bethnal Green slechts gesticht is voor de kinderen, en dat het bij slecht weer een schuilplaats voor hen is. De opzichter verwonderde zich dan ook volstrekt niet over de aanwezigheid van deze slapende meisjes. Het was ongeveer half vier toen Katharina ontwaakte. //Gij hebt lang geslapen, liefste," zeide Lily. /.Gevoelt gij u nu beter?" //Ja, veel beter. Maar o, Lilyik heb zulk een honger „Het was toch maar goed, dat ik er aan dacht, om wat brood mee te nemen. Laten wij gaan eten." Zij deden dit en gevoelden zich daarna weer krachtiger. „En nu moeten wij weg, Katharina. Ik weet echter nog niet waarheen wij zullen gaan. Het zal toch echter het beste zijn, wat wij kunnen doen." Zij gingen de straat op en zetten den zwerftocht voort in westelijke richting. Gelukkig was het helder, mooi weer en tame lijk warm. Nu zij weer iets gegeten hadden, waren zij weer sterk genoeg om te loopen. Na een half uur geloopen te hebben, bevonden zij zich in St. James Park. Plet was toen vijf uur. „Katharina," zeide Lily, „ziet gij die zitbanken Die bevinden zich overal langs den buitenkant van het hek. Deze zullen voor van nacht ons bed zijn. Morgen neen, wij mogen niet aan morgen denken zouden wij nu onzen shilling gaan aanspre ken? O, wat is het hier vervelend. Kijk eens naar al die men schen, welke niets doen; ik zou wel eens willen weten of zij even arm en ongelukkig zijn als wij." St. James Park was op dien namiddag vol menschen. Zij lagen in het gras, zaten op de banken, leunden over het hek, stonden op de brug, wierpen brood naar de eenden; het was alsof zij nooit werkten, nooit behoefden te werken of nooit werk konden krijgen. Zij waren wellicht even arm als de twee meisjes, maar ongetwijfeld niet zoo ongelukkig. Wij kunnen het als een grondbeginsel aannemen, dat niemand ongelukkig is, die het vraagstuk heeft opgelost, hoe men kan leven zonder te wer ken. Om zes uur begon de duisternis te vallen. Lily en Katha rina die nu in alles berustten, verlieten omstreeks dien tijd het Park. „Wij zullen drie stuivers uitgeven," zeide eerstgenoemde. „Wij zullen niets dan brood koopen, omdat dit het goepkoopst is. Met drie stuivers brood kunnen wij het wel uithouden tot mor genochtend. Wanneer wij nu spaarzaam zijn, Katharina, kunnen wij het met onzen shilling nog tot Maandagmorgen volhouden. Is dat niet mooi. Daarna zullen wij de roeping vervullen, die bij onze geboorte voor ons werd weggelegd en van honger ster ven. Kom, liefste, geef den moed niet op; het hoofd omhoog gehouden, en doe alsof de toekomst ons toelacht." Toen de straten en de winkels waren verlicht, hadden zij een paar minuten afleiding, maar dit duurde zeer kort. „Lily," zeide Katharina, „ik kan niet meer loopen. Breng mij naar een plek, waar ik kan gaan zitten." „Welnu, laten wij dan naar het Sfc. James Park terugkeeren. Dat is de eenige plek, die ik weet, waar wij kunnen zitten." Op dat oogenblik deden zij een gelukkige ontmoeting. Toen zij op het Waterlooplein liepen, zagen zij eensklaps Dittmer Bock voor zich. Hij had zijn Zaterdagmiddag goed be steed door den handel in West-End gade te slaan. „Oriep Katharina uit. //Wij zijn gered Lily „Dittmer, gij kunt ons helpen 1" Zij vertelde hem haar toestand in een paar woorden. Het gelaat van den jongen Duitscher teekende evenwel teleur stelling. Helaas I hij bezat in het geheel maar acht stuivers; hij had drie en een halven shilling aan een vriend geleend een van de drie met wie hij zijn kamer deelde en deze kon het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1