Vrijdag 30 Januari 181)1.
mS&* ill «ss flMr mmk iKH si
7//\ 1 ,H
jffj\ ,,W JL^
Vijl en twintig CulÉn,
Eci nieuwe Beklim ia Haarlem.
^aifyaxxxta ~%legïxxa.
be Jaargang.
NIEUWS- EN ADV EETENTIEBLAI).
A BON N EMEN TSPRIJS
Voor Haarlem per 3 icaandenj1,20.
Franco door liet gebeele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dit blad veritchyrit dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Teiei'oouimnsraer 122.
-JS.
i' 0
'0X
pi h II
#S3pi«a
A I) Y E E E N TIN
van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Grooie letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advortentiëir worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en cour anders.
6#®
Directeuren-Uitgevers 3. C. FEEEBBOQJfi en I. li. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland'. Compagnie Générale de PuhlicUé Etraoglre G. Z. BJVBB df Co.. JOHN E. JONi'S, Socc., T'arys 31 Ms Baulourg Monlmartre.
Bij dit Nummer ie gevoegd
het OemeenteraadenereUig van
28 Januari.
Onze Wedstnjd.
Da voorwaarden van «n nadere hizon-
defhed«n over onsen E D S T K 1.1 D,
waarbij wij uitloven een prijs van
voor de best geslaagde Schets of kleine
Novelle,
die voorwaarden en bizonderhedeo Bul
len worden nekeaa gemaakt in ons num
mer van 2 Februari e. k.. dai Zaterdag
avond wordt uitgegeven.
Directeuren- Uitgevers
S T-A IIS K S. E U ÏÏS.
Haarlem 29 Januari 1891.
Woensdagavond werd in de groote
zaal der sooieieit „VereeDiging" de ge
wone jaarlijksche uitvoering g ë0'-ea
door leerlingen der Muziekschool van de
MaRschappy ter bevordering dor Toon
kunst, alhier. Alle leerlingen, wier na
men op het uitgebreide programma wa
ren vermeld, vonden gelegenheid hunne
verkregen vaardigheid te toonen. Wij
sluiten ons geheel aan bij do voldoening,
die de talrijke toehoorders, ouders en
verdere familieleden der jeugdige disci
pelen bij herhaling uitten. Ontegenzeg
gelijk waren een groote eenheid en vast
heid te bespeuren in hetgeen do leer
lingen voortbrachten. Meer en maer wor
den wij doordrongen van de overtuiging
dat onze Muziekschool is ecse inrichting,
v/aar, vooral door de keuze van leerares
en loeraren. de kiaderen een elementair
onderricht ontvaDgen, dai niet aoders dan
de schoonste resultaten kan opleveren.
Wij zijn van meening dat allen, die ia
ouzo Muziekschool belangstellen het
daarin ten volle met ons eens zullen zijn.
Burgemeester en Wethouders deen een
ingrijpend voorstel aan den Raa i, tot
verbetering der gemeente-inkomsten. Zij
hebben daartoe het oog gericht op de ge
meente-reiniging, die sedert 1877 (toen
de gemeeote haar in eigen beheer nam)
ruim een half millioen aan de stad heelt
gekost.
Hoe willen B. en W. nu dezen tak
van dienst winstgevend maken? Door te
booaW. dat voortaan alle beerputten
pneumatisch moeten worden geledigd. Tot
nu toe geschiedde die pneumatische ledi
ging pleehts op verlangen van de inge
zetenen, die daarvoor dan ƒ2.90 betaal
den voor een tender en 0.80 voor eiken
tender meer. Uitgezonderd alleen zouden
worden die beerputten, welke moeilijk
zijn te bereiken. In dat geval zou 0.75
voor elke benooatgde baerkar moeten
worden betaald.
Dit wat betreft diegenen welke hunne
faecaliën in beerputten bergen. In her
voorstel worden echter zij, die onder het
tonnenstelsel leven, niet vergeten. Hun
wil men eene vergoeding aan de gemeente
van 1 per jaar eD per ton opleggen.
Volgt een derde categorie, diegenen,
wier faecaliën worden afgevoerd direct
of door stads-riolen, in de openbare wa-
toren. Billijk achten R. en W. het, dat
ook zij betalen voor do gomeente-riolen
die zij gebruiken en, wanneer directe
afvloeiing plaats heeft voor het meerdere
baggeren, dat de gemeente op die plek
ken moet doen. In het eerste geval stel
len B. «n W. voor, f 3 on in het tweede
geval 2 voor elk gebouw te heffen.
Uitzonderen wil reen evenwel diegenen,
die volgens verkregen rechten van zulke
betaling moeten worden vrygesteld.
Men ziet, dat bier eon voorstel wordt
gedaan van zeer ingrijpenden aard, dat
er, laat ons den waren naam noemen,
een nieuwe belasting wordt voorgesteld,
die, men ziet het al dadelijk, voor velen
weder drukkend zal zya, m«t name voor
dss arbeidende klasse. Hoezoer ieder bur
ger van Haarlem het ook zal moeten
waardeeren, dat Burgemeester en Wet
houders er op uit zijn de gemeente-
inkom sten te versterken, zoo rijst toch
de vraag„Waartoe eane nieuwe be
lasting, zoo men nog oude heelt die ver
beterd konden worden?" Dat wij hier
ODze ongelukkige verteringsbelasting be
doelen, begrijpt ieder.
Meer wenschen wij wij op dit oogen-
blik over het zeer belangrijke voorstel
van B. en W. niet te zeggen. Zoodra
wij er echter in geslaagd zullen rijn,
meerdere gegevens over de zaak te
verkrijgen, komen wij er nader op terug
Prtfeeeor B. H. Pekelharing uit Delft
trad Woensdagavond op in de bovenzaal
der Vereeniging", voor de vereeniging
„Volksbelang."
De wetgever, zeide spreker, is over
het algemeen van grooten invloed op de
verdeeling van; dan rijkdom. Zoo io het
niet zeker, dat het bizonder grondeigen
dom zal blijven geregeld zooals het thans
is, daar toch in vroegere tyden do grond
j ook aan allen toebehoorde.
En ia hot erfrecht onveranderlijk Het
majoraat en de fidei-commisse* van
voorheen zijn afgeschaft, en wij hebben
de vrije beschikking over ons bezit,
[met wo'teüjke regeling van de legitime
portie en het recht der ascendenten.
Maar ook die legitime portie bestaat in
Amerika niet meer.
Ook het successierecht kan verschillend
worden bepaald, roet vaste ot opklimmen
de percentage. Maar kan er behalve d&t
iechf, ook niet een ataats-erfrecht
korneD?. Op de conditiën by het huwe
lijk, gemeenschappelijk of afzonderlijk
bezit, of wel gemeenschappelijk vrucht
gebruik, kan do wetgever veel influen-
oeeren.
Door Bismarcks protectie-wet op tarwe
en rogge, is daarop inT8S8 353 millioen
mark meer gelegd. Slechts 78 millioen
kwam in de schatkist, de rest in de zak
ken dor grondeigenaren. Ware er geen
belasting op zout, dan betaalden we 5
ets. por pond, nu 14 cents. Ook op zeep,
dat eveneens vooral door de behoeftigen
wordt gebruikt, ligt zware belasting.Zou
de rijkdom niet beter verdeeld zijn,
wanneer die accijnzen werden vervangen
door een progressieve inkomsten-belas
ting?
Ook concessiën van particulieren
oefenen invloed uit op de verdoeling
van den rijkdom en vormen groote for-!
tuinen,als bij de nederl. Bank, rie spoorwe
gen, do Billiton-concessie. Nu staan we
voor de kwestie van de Ombiliën kolen
velden. De Staat aarzelt nog tusschen
concessie aan particulieren en eigen
exploitatie.
Oek in de lagere regéerende kringen
is eigen beheer van; alp wat daarvoor
vatbaar is, van gas, water en tram, van
groot belang.
Zoo heb it betoogd, dat do wetgeving
in het algemeen een sociaal karakter
draagt.
Wat de verhouding tusschen kapitaal
eo arbeid betreft, wil ik alleen herinno
ren dat 20 j*ar geleden door de gegoede
klasse het bestaan van een maatschap
pelijk vraagstuk werd genegeerd. Ten
lijde van de gilden was de verhouding
tusschen patroons en knecht geregeld,
maar teen die gilden werden opgeheven,
kwam er vrijheid van contract voor in de
plaats. Dit was een fout, want het
arbeidend kapitaal (niet alle kapitalisten
zyn rentenier) is sterker dan de onge
fortuneerde arbeider.
Men hecht geen waarde meer aan de in
de studeercel opgeworpen, zoogenaamde
natuurwet, dat de prijs der waren wordt
bebeersoht door vraag en aanbod. De
werkman weet dat bij geen koopwaar
is en wil stem hebben in het bestuur.
Daarom hebben zij zich vereenigd, doch
ook de koogere klasse moet zijn stelsel
van individualisme laten varon, en daar
de ervaring heeft geleerd, dat -ook zij to
zamen nog niet voldoende zijn ona den
werkman een menschwaardig bestaan te
verschaffen, is <ie hulp van de wet daar
voor noodig.
Do social o
wetgever moet stuitende
j De heer doJtram doet opmerken, dat
b. v. bij do laatste snootiwruiiaing hier
belasting, dienstplicht verhouding
den arbeider togen zijn patroon
:l
i moet hij leerplicht geven, opdat men den
werkman niet meer als hy om kiesrecht
vraagt, zegge „gij zijt niet knapgenoeg I"
Noodig is uitbreiding van de wette
lijke bepalingen voor vrouwen- en kin
derarbèid, beperking van den arbeid der
volwassenen en vaststelling van een nor
malen arbeidsdag. De wetgever moet
minimum eïschea stellen aan de kwaliteit
der woningen* moet de gezondheids- en
veiligheids maatregelen in de fabrieken
control oer en zo: gen voor de opleiding
van jongens voor een ambacht, waarvoor
de werkplaats der Holl. Spoor eene
vingerwijzing is. En als de Staat eene
technische school opricht voor vermo
geneer:, waarom dan ook niet voor hen,
die de kosten daarvan niet kunnen betalen?
Hiermede eindigde spreker, luid toege
juicht door de vergadering. Yan do ge
legenheid tot debat word gebruik gemaakt
door do hoeren C. Prins Szn.JGr. J. ten
Bokkel, v, d, Weiden, Fr. Lieftinck,
W. L, Schram, Jacs. Post, Portegijs en
Misset.
De heer Prins doet opmerken, dat na
de afschaffing der gilden do loonen 50
percent en meer zijn gestegen. Spreker
zegt, dat de waarde van den arbeid niet
door vraag en aanbod wordt geregeld,
maar reeds d« beroemde staatsman Cob-
den zeide „Twee werklieden achter èon
patroon is laag loon, twee patroons
achter eéu werkman is hoog looa.„ Als
vraag en aanbod de waarde van den
arbeid nist regelen, waardoor wordt die
dan wèl bepaald 1
Do heer ten Bokkel herinnert er aan
dat in «e gilden, die spreker zoo prijst,
groote twisten voorkwamen, zoo i». v.
de hoager-oproeren in do 18de eeuw
onder het zydewevers gild, waarby hon
derden in bloodige gevechten het leven
lieten.
Oh heer Van der Weideri is het niet
eens met den heer Prins, wat betreft de
kwestie van vraag en aanbod. De heer
Lieftinck vindt, dat men met het bad
water ook het kind heeft wegespoeld, d.
w. z. na opheffing van de gilden, niet3
in de plaats gegeven voor de artistieke
opleiding tijdens de gilden. De vrijheid
van arbeid werd vrijheid van knoeiwerk,
de opleiding voor verschillende ambach
ten is nog slechts sporadisch goed. De
toenmalige regeering had moeten inzien,
dat het noodig was goed vakonderwijs
bij het lager onderwijs te laten aansluiten.
Ik ook geloof dat de waarde vaa den
arbeid het gevolg is vraag en aanbod,
maar ik vind dat dit zoo aiet moet
van aanbod niet heeft voorgezeten. Da werk-
eok j lieden hebben 14 ets. per uur ontvangeD,
terwijl men ze ook voor 8 of 10 ets. had
kunnen krijgen. Wio bet als eene na
tuurwet beschouwt, dat de waarde van
dan arbeid afhangt van vraag en aanbod,
die begrijpt van het messchelijk leven
niets niemendal.
De heer Post acht coöperatie wel nut
tig, maar dikwijls gevaarlijk en verkeerd,
de heer Portegijs zegt, dat hot doode
kapitaal nadeelig is voor den arbeid en
de heer Misset, dat men moet knoeien
om do concurrentie en dat hot niet waar
is wat de hoer Lieftinck zegt, dat er
geen goed werk meer wordt geleverd.
De hear Lieftinck protesteert, hij heeft
dat niet gezegd, wel dat het moeilijk
is oïu voor goed geld an eontante be
taling, g©sd werk te krijgen.
De heer Pekelharing repliceert nog
aan do verschillende sprekers, waarna
do vergadering met dankzegging aan
den spreker, wordt geslotcD.
VOORDRACHTEN IiVTEYLËR.
De voordraoht in „Teyler" werd
Woensdag vervuld door prof. A. Pierson,
van Amsterdam. Spreker gat een zeer
boeiende en schoono verhandeling over
de plaats, welke de letterkunde in de
wetenschap inneemt, in zooverre de let
terkunde een afspiegeling is van het men-
sehelijk leven, waarin do liefde een ruime
plaats bekleedt. Evenzoo behandelt zij
het menschelyk lijden en dit was het
onderwerp dat hij had gekozen. Hoe af
getrokken dit onderwerp ook was, wist
do talentvolle spreker het nochthans
op eene wijze te ontvouwen, die zijn
auditorium als aan zijne lippen kluisterde.
Hij ging na hoe do letterkunde der ver
schillende volkeren ia vroeger en later
tijden zich van het lijden der menseh-
heid eene vorklarisg trachtte te geven.
Men heeft op twee wyzeu het lijden
zoeken te bekampen, lil. door betgeen
spreker noemde het vulgaire en het wijs-
geerige optimisme. Deze twee opvattin
gen zija zeer verschillend. Het vulgaire
optimisme stuit ons op den langen
duur tegen do borst, de menseh wordt
niet bevredigd door de luchthartige
opvatting van don tegenspoed, van het
lijden, dat hij ondervindt. Een scherpe
satyro daarop leverde Voliaire in zijce
„Candide", zyude do geschiedenis van
een jongmensch die door zya leermeester
in dit beginsel opgevoed, de zaken steeds
van de rooskleurige zijde bekijkt en ten
slotte doodarm en ongelukkig wordt. Het
blijven en dat de Staat daarop iets moet lijden wordt hoofdzakelijk daaruit
vinden. 'reu, dat het leven, dat de mensch moec
F E ÜILLËTÜN.
het engelsch
WALTER BESANT.
42}
HOOFDSTUK XV.
Verblijdende tijding.
Er waren geen dames aanwezig, maar tot dusverre had Har-
riet het gezelschap van dames nog geen ©ogenblik verlangd.
Haar eigen zusters, nichten, tantes en vroegere vriendinnen,
konden dat begreep zij zeer goed niet in gezelschap
komen met heeren, en bovendien wilde zij het eenige voorwei p
van hunne bewondering zijn. Zij was het zich bewust, cat wei
nig vrouwen zich van de onverdeelde bewondering der heeren
voortdurend verzekerd kunnen houden. In haar rood fluweelen
jacket met armbanden en een halsketting van dof goud. met
haar slanke en welgevormde gestalte en welgevulde wangen, zag
z:j er inderdaad betooverend uit. James sloeg haar met licht
vergeeflijken truts gade.
Er waren vier gasten eon hunner was een baronet, met wien
Jarr.es kennis had gemaakt in een biljardzaal, waar deze dikwijls
kwam, en door den markeur en de gewone bezoekers Surennery
werd genoemd, dan mag men zich ongetwijfeld in het bezit van
een tiiel verheugen. Hij was een knap man, nog jong, ongeveer
vijf en dertig jaar oud, met wel wat vrouwelijke trekken. Maar
zijne oogen waren doordringend, ongeveer als die van een
jachthond.
Men vertelde, dat hij geen geld bezat, en zijne vijanden be
weerden, dat hij leefde van de winst met het biljardspel. Hij
was ongetwijfeld een goede speler, en speelde ook zeer dikwijls
waarschijnlijk ten behoeve van de kunst, en om zijn bedreven
heid in het edele spel niet te verliezen. Hij bewoog zich hoofd
zakelijk in het gezelschap van acteurs en actrices, welke niet in
de aanzienlijke kringen worden toegelaten. De eenige bezigheid,
die hij had uitgezonderd, het biljardspelen, waarvoor de natuur
hem de noodige geschiktheid had verleend, was het vervullen van
de betrekking van een netten winkelbediende.
Er waren bovendien drie oude kennissen uit de biljardzaal
en uit de renbaan uitgenoodigd, want zij moesten er zich eens
met eigen oogen van overtuigen, hoe weelderig hun vroegere
makker leefde, terwijl hij voorheen steeds geldgebrek had Ner
gens zouden deze heeren ongetwijfeld op zulken bizonder ouden
port, zulken heerlijken sherry en ch&teau lafitte onthaald wor
den. De kelder van com Joseph was er namelijk nog een van
her goede, oude soort, zooals zij .tegenwoordig nog maar zelden
gevonden worden, waar de wijn in zulk een overvloed voorhan
den is, alsof de eigenaar gemeend heeft tweemaal zoo lang te
leven als een ander mensch.
De luister was »oo groot en de indruk, dien het roodfluweel
maakte, zoo overweldigend, dat het gesprek, gedurende het
diner, niet best wilde vlotten. Er was slechts éen onderwerp
waarover sir Henry kon spreken, en hij wist niet of het daar
voor hier wel de geschikte plaats was namelijk over de nieuw
tjes van de acteurs en uit de kleedkamer.
Toen mevrouw Rolfe opstond, lieten de gasten de wijnflesch
wat sneller rondgaan. Maar de stemming bleef gedrukt en stil,
niemand zeide iets, waarin de anderen belang konden stellen.
Eindelijk maakte sir Henry een opmerking, die, ofschoon het
volstrekt niet in zijn bedoeling lag als een bom in huis vielen
dit verwoestte.
„Ik heb zooeven een officier gesproken, die mij vertelde, dat
er een telegram was ontvangen over die twee mannen, welke
men dood waande."
„Welke twee mannen?" vroeg James en keek haastig op.
„Kapitein Mc. Lnuchlin en die krijgscorrespondent. Zij waren
klaarblijkelijk gevangen genomen, totdat zij in de gelegenheid zijn
gekomen om te ontvluchten. Morgen zal het wel in de couran
ten vermeld worden
Jem schonk zich een glas portwijn in en dronk het leeg.
Daarna vulde hij het weer opnieuw zijn gelaat was doods
bleek en zijne handen beefden. Zijne drie oude vrienden, die
wisten, hoe hij aan zijn geld was gekomen zeiden niets :.>aar
keken elkaar met een veelbeteekenenden blik aan. Daarna alsof
zij eenparig besloten om gebruik te maken van een gelegenheid,