NIEUWS- EN Me Jaargang. ABOENEMEN TSPPJJS Onze "Wedstrijd. ftiabetrachiiiig S T A I) S N 1 E U H' S. Muzikale Kroniek. gxatfyaxïna jj&eQxna. ADVERTENTIES: Vijf en twintii OuSilen, F E U I L L B T O N. vaa 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer lOCento. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren on c ooi-rij tiers. en J. B. AVIS. Voor Haarlem per 3 maandenj1,20. Franco door bet geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad „erscbynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hnrbau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. TelefooanDEiifler ÏE2. Directeurar.-Uitgevers J.'C. Hoofdagenten voor liet Buitenland-, Comr-agnie Générale de Publicity Etrangère G. L. PAVEE Co., JOHN I. JONES, Suce., Parijt 31s»'.< Faulovrg Montmurtre. fyiaïOTSSÖBJKSilSEfiaa «SdMJMW De voorwaarden van es nadere bizon- derhadon over onzen "W E B S T R I.S 1), waarbij wy uitloven een prijs van voor de beat geslaagde Schets of kleine Novelle, die voorwaarden eu bïzonderheden zul len worden bekend gemaakt in ons num mer van 2 Februari e. k.. dat Zaterdag avond wordt uitgegeven. Directeuren- Uitgevers. uit den G-emeenteraaci. XX. Wanneer wy niet in den Raad geduld werden op voorwaarde, dat wy als muisjes zoo stil zyn, dan eaudea wij zeker hebben meogeklapt, toen op initiatief vrb den heer Van de Poll, aan Burgemeester en Wethouders dauk werd betuigd voor de spoedige wegruiming der sneeuw. Wat echter de hand niet vermocht, worde thans verricht door de pen. Gelukkig vóórdat die sneeuw er lag, hadden B. en W. hunne jaarlijkeehe rondreis gemaakt door de instellingen van liefdadigheid en rapporteorde de burgemeester, dat daarover niets bizon- (iers aan deu Raad was iaee ie doelen. Tot die instellingen nu behoort ook het Stads-Armen en Ziekenhuis en dus ook daarover meende het Dagelijksch Bestuur geen nieuws te kunnen vertellen. Ik wil wel geloovec, dat er niets slechts van de inrichting ia te zeggen, dat wij niet al weten. Het zou onnoodig zijn, te herhalen dat het fceele gebouw niet deugt voor het doel waartoe men hot bezigt, maar ik zou eoo graag heb ben gehoord dat de burgemeester iets gezegd had als dit //Zooals u bekend is, Mijne Heeren, is het gebouw slecht en beantwoordt in vele opzichten zelfs niet aan bescheiden eischen. Wij hebben nog een rekest in portefeuille, waarin verbetering van den tee3tand wordt gevraagd en kunnen den Raad raededeelen, dat wij spoedig te dezer zake een advies hopen is te dienen. Maar helaas, we vernemen daarvan geen woord. Het rekest zal wel gauw gele randjes krijgen, en de rekestranten zullen gryze haren hebben vóór hun ver zoek is ingewilligd. Althans wanneer niet te avond of morgen met ongehoop- ten spoed een advies van B. en W. ons komt verrassen. Laat ons niet ongeduldig wezen men wacht zeker met het doen van kostbare voorstellen, tot men ook nieuwe inkomsten zal hebbers geschapen. I Welnu, er ia nu een Toorstel om de I gvïmeonte-reiniging productief te maken. Zou de opbrengst der faecaliën den grondslag leggen tot een nieuw of ver- 1 beterd Stads-Armen- en Ziekenhuis j De Raad heeft in den laatstee tijd zoo j nu en dan eens een kleine wisseling van j gedachten (dat is de parlementaire uit- i drukking) met Gedeputeerde S-atec. Pas j is do kwestie over het traktement der wethouders van de baan, of daaF komt een oud verschilpunt weer opdagen, de vraag n. 1., wat op de gemeente-begroo- ting mag worden geboekt op buitenge wone, wat op gewone uitgaven. Nu zeggen Ged. Staten, dat de Raad wel wat veel op buitengewone uitgaven brengt, terwijl de Raad va» oordeel is, dat hij volkomen correct te werk gaat. Wat nu is het verschil? De posten die op gewone uitgaven worden ge boekt, betaalt de gemeente uit de gewone ontvangsten. Het gewone onderhoud van publieke gebouwen b.v. wordt dus betaald uit de opbrengst door de dan levende belastingschuldigen. Moet echter een gebouw wegens ouderdom, geheel worden afgebroken en door een nieuw vervangen, dan rangschikt men de kos ten onder buitengewone nitgaveo, sluit eene leening voor het ben«odigde kapi taal en lost die volgens de gewone wijze (in hoogstens 50 jaarj af. Hierbij wordt dus een deel dier uitgaven ook betaald door het nageslacht, wat billijk is, daar dit er ook van profiteert. Nu zijn Ged. Staten meeniag, dat alle gedeeltelijke vernieuwing van een gebouw reparatie is, die tot gewoon onderhoud behoort. De Raad denkt da«r anders over en onderscheidt „herstel ling" en //Vernieuwing.'' Hij acht het inbrengen van een nieuwe balklaag boven de Statenzaal een buitengewone uitgave, maar zou het inbrengen van ééa nieuwen balk, als reparatie op gewone uitgaven hebben gebracht. Men begrijpt nu reeds, welke intermisabele kwesties kunnen voortspruiten uit dit verschil van meening. Om het nog eens op an dere wijze te zeggen ligt het gesehil hierin: Gij Raad van Haarlem", [zeggen Ged. Staten, „stelt te veel op rekening van het nageslacht." z/Ncen," zegt de Raad, „gij Gedepu teerde Staten wilt ons te veel zelf lateD betalen en het nageslacht vrij houden." En zoo nu en dan barst die kwestie eens uit. Eenige jaren geleden heeft zelfs de Koning moeten beslissen, toen vol gens Ged. Staten de begrooting niet behoorlijk onderscheid maakte tusschen gewone en bniteDgewoae uitgraven. Al de Raadsleden, althans voor zoo ver zij dezen Woensdag aanwezig wa ren, waren het eens, dat die balken leng veilig op buitengewone uitgaven bon worden geboekt. Alleen do heer Macaré was er 'tegï-n 'en meende, dat het recht was aa* de zijde van Ged. Staten. //Het geldt hier eene reparatie," zeide dit Raadslid, m. i. terecht, //en daarom moeten wijdie betalen, niet een deel van de kosten schuiven op hen, die na ons komen." Minder juist m. i. was 's heeren Macaré's beschouwing van de gemeente financiën, eene beschouwing die «Ie heer Stolp pessimistisch noemde. Uit het. feit, dat sedert 1865 het cijfer van onzo gemeeateschuid is toegenomen cset 200 pertent en dat van de gewone inkomsten met- slechts 130 pereent, meende de heer Macaré te kunnen con- aludeeren, /^dat er cp deze wijze voort gaande, een tijd zou kunnen komen, waarop het geheele bedrag van de ge wone inkomsten werd verslonden door de rente ei^aflossing van buitengewone uitgaven." N»g daarlatende, dat wij zoover nog riet zijn van de. gewone inkomsten wordt op dit ©ogenblik, besteed aan rente en aflossing van looningea), moet ik toch doen Opmerken, dat men de zaak ook ran dea anderen kant kan bekijken on zeggen dat -de toeneming van de gewone inkomsten- niet voldoende is. Waro die toename groot genoeg, dan zou het gevaar dat de heer Macaré vreest, geheel, en al worden verwijderd. Ik voor mij ben dit denkbeeld meer toegedaan en herhaal wat in dit blad reeds zoo dikwijlsis gezegd Onze tegenwoordige gemeentebelasting is do schuld, dat do gewone inkomsten niet hooger zij*. Zoodra die door een andere, billyker drukkend en meer opbrengend, zal zyn vervangen, zal men ook, meer op gowoee ea minder op buiteDgewona uitgaven kunnen boeksn. Wie bclpt ons aaa eene betere ge meentebelasting Haarlem 80 Januari 1891. Ter aanvulling van het bericht in ons vorig nummer over behandeling van lupuelijders alhier, diene dat de lijders waarvan de Burgemeester in den Raad sprak, reeds worden behandeld, terwijl bovendien nog eenige patiënten in het St. Elisabethsgasthuis zullen worden op genomen en volgens de kochsche methode verpleegd. Van de drie patiënten in het Diaco- nesseühuis staat éen onder behandeling van den heer Lodewijks, arts alhier en twee onder behandeling van dr. B. J. Kouwer. Zondag jl. werd door de jeugdige vereeciging „Amicitiae," bestaande uit eenige liefhebbers van zang, muziek en declamatie, een zeer geanimeerde soirée gehouden. Het eerste gedeelte van den avond was gewijd aan eesige zoowel ernstige als komische voordrachten. Verder werden eenige nummers ten beste gageren op muzikaal gebiad, zoo wel vocaal als instrumentaal. Concert Louise Heymann. Op het conosrt, gisterenavond in de //Veroaniging" gegeven, door mejuffrouw Louise Heymann (zang) en den bij ons govierden violonoellist Henri Bosmans, hadden wij tevens het genoegen kennis te maken met het groote talent van raej. Johanna Heymann. Deze jongo pianiste is, om een ver slaggevers-uitdrukking te gebruiken, een toekomstige ster aan den hollandsehen kunsthemel. Zij opende het programma met de Prélude en Fuga in A-moll, voor orgel, van tóaeh, door Liszt, voor piano be werkt, gevolgd door het Spinnerlied, aus z/der fliegendo Hollander", van Wagner, eveneens een baworking van Liszt. In hot tweede gedeelte speelde zij de Noc turne in G., van Chopia, een Etude van Moszkowsky, „het Wiegelied", van Schu mann, en ten slotte //Elfenspiel", een compositie- vau haar onveigótelijken bree der Carl. Behalve haar krachtigen aanslag (vooral in de Prélude van Bach) en haar bijna onverbeterlijke techniek, (alleen het tvreede gedeelte der fuga hadden wy iets dui delijker gowen8cht), bezit zij een zeer 8cbooue voordracht, geheel geschikt om de bovengenoemde werken naar feeheoren, in den doGr de componisten verlangden stijl te vertolken. Op herhaald verlangen bisseerde zij nog een gedeelte van het //Elfenspiel". Haar zuster, Louise, wier talent ik roede voor eenigen tijd besprak, („Le Barbier de Seville", Haarlem's Dagblad van 21 Nov. j.l.) heeft ons gisterenavond minder voldaan. Was zij in «en andere stemming gebracht door de slechte op komst van het publiek (ongeveer 300 personen) of is haar genre meer de opera- da» wel de concertzacg...? Wij willen na den avond van gisteren ons oordeel hier over voorloopig bewaren. De moeilyke Grand-aria uit Lakmé vooral, liet bij de staccato's aan zuiverheid te wenscb8n over. Ze6r begrijpelijk is het, dat wan neer een zangeres gewoon is het vullonde accompagnement van een orkest te hoo- ren, zij in een bijna ledige zaal in een piano-begeleiding weinig steun vindt. Ook bii do vier liedoren //Groete", „Serenade", //Haidooiösleïti" en //Echolied" van Mawr., de Lange, Schubert en Eckert, miste zij de zoo noodige warmte. In de voordracht van Haidanrösleio, van Schu bert: „Rösleio spracb: ich stecho dich", deed zij ons mee? denken aan een woeste Italiaansche, dan aan een rozedoorntje. In de //Carnaval de Vénise" deed zij ons ten slotte haar buitengewoon groote begaafdheid al3 coloratuur-zangeres be wonderen. Meesterlik en met edele voordracht, zooals wy dit van hem gewoon zyn, speelde de heer Bosmans het eerste ge deelte van het //A-moll-concert", van Davidefï, terwijl hij in het tweede ge deelte de bekende Nocturne op dezelfde wijze gaf, gevolgd door //Reigen", van Popper, een stukje vau wiet groote mu zikale waarde, saaar waarin de flageolet- tonen stssr tot huu recht kwamen. Hot piano-acoompagnoiaent (de vlengel was ditmaal bizoude? soboon van toon en stemming) was toevertrouwd aan den heer Wijsman, die zieh goed en boschei- den van zijn taak kweet. Q Het programma van Toylers tweede genootschap te Haarlem, voor hot jaar 1891, luidt als volgt Sedert Pasteur bewees, dat do wijn- gisting steeds afhankelijk is van het lsvonspreces van zekere lagere micros copische zwammen (saccharomyceten) en daardoor aanleiding gaf-tot Lat vïi iBoeden, dat het dergelijke zwammen moesten zijn, dia te beschouwen waren als de dragers der eontagia vaD besmettelijke ziekten, trokken die lagero zwammen, maar meer bepaaldelijk de splijtzwammen (sehizomycoten, bacteriën), zoowel uit biologisch als uit geneeskundig oogpunt, meer en meer de aandacht. Vooral ia de laatste jaren hebben de door velen genome» reincultuur-proeveD, ondersteund door verbeterde lenzen-systemen en door de aanwending van asiliue-kleurstoffen, zoodanige uitkomsten geleverd, dat de bacteriologie thans met recht als een zelfstandig onderdeel der wetenschap mag worden beschouwd. Het tot dusverre bearbeide veld van onderzoek, hoe uitgebreid ook reeds, kan thans nog overzien worden. Stelt men dat overzicht uit, dan zal over een aan tal jaren het leveren daarvan een zeer moeielijk, zoo niet hopeloos work zijn. Naar het oordeel des Genootscbaps zou daarom een nuttig werk verricht worden, indien iemand op zieh nam een overzicht te bewerken van wat tot dusverre op het gebied der bacteriologie is verricht. Met het cog hierop vraagt het Ge nootschap „Eene verhandeling, waarin, met dui- iV n h r het e ti gelsch WALTER BESANT. 43) HOOFDSTUK XV. Verblijdende tijding. //Gij zoudt op het tooneel een zeer goed figuur maken, me vrouw Rolfe," zeide sir Henry. //Drommels ja, dat zoudt gij zeker." „O, Surennery, daarvoor is mijn stem volstrekt niet mooi genoeg antwoordde zij. n Gij zingt tienmaal beter dan de meesten. En gij ziet er twin tigmaal mooier uit," voegde hij er op zachten toon bij. iiO, Surennery 1" Zij keek in de richting van haar echtgenoot, die in het vuur zat te staren met een somberen trek op zijn gelaat. „Dat is weer een van uwe vleierijen." //Toch niet, mevrouw Rolfe het is de waarheid. Er is geen actrice, die zulk een stem en zulk een uiterlijk bezit als gij. Gij hadt werkelijk uw roeping voor het tooneel moeten volgen; verscheidene dames verbinden zich tegenwoordig aan het tooneel." Daarna zette hij zich voor de piano en zong zelf een paar fransche liederen, er van overtuigd, dat niemand de woor den zou kunnen verstaan. //Mij dunkt, Jem," zeide zij, toen hare gasten vertrokken waren, „dat, wanneer gij uwe vrienden hier uitnoodigt, gij toch wel wat beters kunt doen, dan in een hoek te gaan zitten zon der een woord te spreken en zoo somber te kijken als een aanspreker op zijn eigen begrafenis. Of hadt gij misschien wat te veel wijn gedronken „Ja?" antwoordde haar echtgenoot, „alles is nu weer voorbij, mijn kind. Nu kunnen wij ons heerlijk leven van vroeger weer hervatten." „Wat bedoelt gij daarmee?" vroeg zij op slaperigen toon. „Nu kunnen wij weer naar Stockwell terugkeeren, zoo gij dat wilt." „Wat wilt gij daarmee toch zeggen, Jem?" Zij was nu klaar wakker. „En naar de vroolijke dagen van vroeger, toen wij voortdu rend met den huisheer overhoop lagen." „Jem," zij werd zeer bleek, want het gelaat van haar echtge noot stond zeer ernstig. „Jemom 's hemelswil, wat is er ge beurd? Is er een testament gevonden?" „Nog veel erger." „Hebt gij uw geld met wedden verloren?" „Nog erger dan dat, Harriet „Wat nog erger?" „Ja, het allerergstehet rampzaligste wat ons kon treffen. Harriet, hij is niet dood." „Niet dood Tom niet dood Zij hield zich met beide handen aan de leuning van een stoel vast. „Niet dood?" „Tom is weer teruggekeerd, niets minder dan dat. De Arabie ren hebben hem slechts gevangen gehouden en hij is gezond en wel teruggekeerd Ik weet niet hoe lang de reis van Soeakim naar Londen duurt, maar wij kunnen er van overtuigd zijn, dat hij die in den kortst mogelijken tijd zal afleggen." „O Deze uitroep was oprecht en kwam uit het diepst van haar gemoed. Innige smart, diepe wanhoop, de bitterste hulpe loosheid dat alles lag in dezen uitroep opgesloten. „Ja, Harriet," vervolgde haar echtgenoot, „het helpt ons niet of wij de oogen al sluiten. Weggejaagd zullen w;ij worden. Wij behoeven echter nog niet dadelijk te gaan; wanneer Tom thuis komt, dan hebben wij voor hem het huis warm gehouden, om dat wij geen huisbewaarder konden vinden; en wat betreft het geen wij reeds verteerd hebben, geloof mij, dat ik een flinke onkostenrekening zal opmaken en hem zand in de oogen zal trachten te strooien." „Jem, gij zijt gek." „Waarom, mijn kind „Wat gaat ons het verleden aan? Het is de toekomst o, mijn God het is de toekomst. Wat moeten wij doen Jem, die in de kamer had heen en weer geloopen, ging zitten en staarde haar verbijsterd aan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1