Dl FI1STMAALTIJD.
Y A R I A.
Predikbeurten der Ned. Herv. Kerken.
HET GEHEIME LOGBOEK VAN
COLUMBUS.
Prof. dr. Adolf Brenneeke schreef on-
in de Frankfurter Zeiïtmg ongeveer
i vf volgende: De eultuurnaverseher, die
i ..irn.rkzaam de hand aan den pols
-..an onzen tijd legt, zal onder meer,
ware zocht naar jubileumfeesten
gedenkwaardige gebeurtenissen op-
rk-v. Hoe gewichtiger do mao en
««li, des te heogsr gaan de golven
viifi oMlïousiasiiBe. Hoe geheel anders
v(-W echter in dea zomer van 1892 de
i'. ft£vvinges z-ijn ingekleed., waarmede
volk aan deze en gene zijde van den
v, i'M» de uitvaart van Celunabtss zal
vi-TMi, Eofc ontdekking van den zeeweg
-;;ihr Iaëië en van het fabelachtige
goudland. Nergens, ia de geheale ge-
r-<ih toefen is, is eea feit aan t@ wyzen, va«
ze,,,--f-. l gewicht als da ontdekking van
rju-Tika. Aan do zijde van do eultuur-
ciatc-T> van Europa, van de eeuwen en
c. i: r/vr.gude staten van Azië, treedt thass
ti i«ieuwe wereld van Columbus.
bijna twee jaren scheiden ons
v«fi e, n 400jarigen terugkeer van dien
I 2.t> October, toen de opgaande zon,
'ij - cc groene wonden van Gnanihani
tan f.vttfd deed schitteren, de bemanning
v .r. do Fmta een juichend „Land,
JuotjGütlokse. Niettegenstaande dit zijn
to"!ï reeds lang vele pennen en beitels,
vvlo leekenstifteh en troffels in beweging,
tc-tnurd door de hand van hen, die in
in Palos of in Amerika aan de
v. rlv «rlijking van Coluoabaa in het ju-
l.in'innjaar 1832 willen medowe ken. Nu
ti-r.it schijnt de wereld de verdiensten
c .n den greoten Genuees volkomen te
■v^TdivronBeeldenzuilen, gedenktee-
t<;n leenstellingen, andere hulde
blijken werden voorbereid, om Let een
denkeu van den man te eeren, die op
Hemel vaartdag van het jaar 1508 in zeer
koawcervolle omstandigheden zyn kert
dadenrijk leven eindigde.
Nu reeds blijkt, dat men ook in
Duitschland dit gedenkfeest niet onher-
dacht zal laten voorbijgaan. Zoo werd
te I)u88eldorf door de firma Frans Ba-
gette en Zn. een boek„Het geheime
logboek van Ghristoph Columbus'' uit
gegeven. Het werk is door hemzelf
geschreven en van teekeningen en zee
kaarten voorzien. Het is bekend, dut
O'-'limbtts naast zijn logboek, dat elk
mocht lezen, nog een geheim logboek
IimiJ, waarin hij onbewimpeld zijn eigen
miming over de zaken gaf. Op zijn
imitreis in 1488 overviel hem een storm,
i r, daar Col urn bus vreesde, dat met zyn
icgbüek, de geheele ontdekking van
Amerika zou werden vorijsleld, pakte hij
dit benevens een sehrijven a&n koningin
I.iabetla is een kist, die hy aan de golven
toevertrouwde. Dit boek nu, moet in het.
jaar 1890 aan de ierscbe kust zijn op-
gevifcht.
{Vervolg.)
Wanneer men, als niet bizonder soli
de mensch, in eene kleine stad woont,
dan duurt het niet lang of ieder ingeze
tene weet precies, hoe het met zijn por-
temoDnaie geschapen staat en wacht zich
wel, hem vertrouwen te schenken. In dat
opzicht zijn de sleehte betalers in eene
groote stad er beter aan toe, want daar
jh gewoonlijk de coaourrentie tusschen
de ieveraiders grootor en dus ook de
lust om te verkoopen, terwijl daar r:iet
h lit rem weet van al zijne medeburgers,
Wi'.c ?.ijfk-ancisel geeprokeü, waard zijn.
Wouter begreep dus, dat bij niet heel
gemakkelijk de benoodigdheden zou krij
gen. De bakker en de groentenman ga
ven gfcuii cent op rekeeing, den slag r
dien hij vooral noodig zou hebben, had
hij zich pas tot vijand gemaakt, do poe
lier dood alsof Wouter een pas gearri
veerde Hindoe was en de wijnkooperdi©
lid van den Raad was, had eens in eene
geheime zitting gezegd, dat zoo'n sujet
als Wouter de stad moest kunnen wor
den uitgezet.
Er zat dus niets anders op, dan hun
te beloven, dat hij zou betalen wanneer
het diner was afgeloopen en hy van den
penningmeester der veresniging geld
had gekregen, en de vier leveranciers,
niet ongeneigd Gin wat te verdienen,
daar het geld ioeli veilig wae, namen
eindelijk ds bestelling aan, zij het dan
ook niet zonder eeaige pourparlers. Maar
op deze wijze bepaald, kGn hun immers
het geld niet ontgaan!
Woensdagmorgen begon het koken en
stoven en bakken en braden al. Heer
lijke geuren woeien door de openstaan-
den keukenramen naar buiten, en nieuws
gierige, watertandende jongens zagen
waaneer bet fornuis werd geopend en
het vuur opgepookt, Wouter daar staan,
als er:r. transpirecrende Vulkaan, maar
in het wit en met een braadpas, inplaats
met een voorhamer. Juffrouw Willemse,
arme sloof, die behalve voor het afsche
pen van haar mans schuldeischers, ook
nog voor viar kleine kinderen te zorgen
had, die samen ternauwernood twaalf jaar
oud waren, juffrouw Willemse liep nu
hier- dan daarheen, om te zorgen voor
tafellakens, voor kleine kinderen, voor
koffie, on voor iedereen, behalve, zooals
het meer huismoeders gaat, voor zich
Het is in klein formaat gehouden. Op
blz. 46 wordt de aangroeiende storm be
schreven, de groote lotters, kris en kras
door elkaar, zyn ontstaan doer het slin
geren van het schip. D9 hoogste r.ood
spreekt uit de woorden //Zo© dicht hij
het doel. O, God, gij Gfraft mij streng
Alles is uit. Sedert dagen en nachtea
heb ik nog geen oog gesloten."
De inhoud van het boek is zeer boeiend.
Eerst stelt de schrijver zich voor, zooals
hij was, toon by »eg de universiteit be
zoekt. Dan zijn verlangen naar zee, bet
toestemmen vat? zys vader, zijn bemoei
ingen om gg»\ vaartuig te krygan, het
jarenlange aarzelen van koningin Isabella
van Castilië er. Leon, en eindelijk de
uitel*g van zijn streven.
Reeds het feit dat dit alles op 46
bladzyden is saamgevaf, zegt veel. To-
gelijkertijd bekaspt es toch in des* styl
van de 15e oeuw zijn de 18 pen teek e win-
gen, die stoer ongedwongen en natuurlijk
in den tekst zsjts iagevoegd. Ook de
uiterlijke bewerking is voor kenners veel
waard. De bedriegelijk ssagamaakt6 per
kamenten bladen, doar het zeewater raw
alle kleuren voorzien, de roode baad,
met zasd, schelpjes es mes bedekt, alles
geeft aan dit werk een stempel va»j
„echtheid".
Het boek zal ia het fransoa, engelseh,
iia!iaa»sch, gpaanech en portugeeaeh
werden vertaald. De ontwerper van het
plaa kan er trotsch op zija het zijne
te hebben bijgedragen tot dit groote ge
denkfeest.
Altijd gemoedelijk. Mijaheer komt
's nachts om twee uren thuis.
Mevrouw, erg zenuwachtig: „Twee
uren twee uren I Schaam je je da»
niet dat 't 000 laat is gewerden
Mijaheer, erg bedaard „Maar, vrouw
als ik was thms gebleven, was 't nu toeh
ook twee uren."
Een onzedelijk Boek.
Er zijn in den tegenwoordigen tijd een
aanzienlijk aantal vereenigicgen, klein
eti groot. Wilde men die naar hunnen
aard verdeelen, dan zou men een on
noembaar aantal klassen noodig hebben.
Laat ons ze dus verdoelen in slechts drie
klassen die, welke te weinig doen (dat
zijn er zeer veel; die welke presiea ge
noeg doen (dat zijn er miader) en die,
welke te veel doen, (dat zijn er weinige).
De laatste zijn de lastigste. Ze stooten
zich eü aan de regeering, dan aan par
ticuliere belangen en ovetsobrijden door
overmaat van ijver hunne bevoegdheid.
Vooral wanneer hunne statuten ietwat
vaag zijn in het omschrijven van hun
doel, gaan ze vaak wat to ver en ver-
zelve. Zelfs de oude schoonmaakster, dio
als noodhulp fungeerde, kreeg er een
straal van ijver doer in haar boenen,
tengevolge waarvan zy feeel spoedig over
een stoot viel en een uur lang stil moest
zitten, „vanwegens de fiamentige steker,
in der zij." Juffrouw Willemse liep er
nog maar wat harder om.
Hoe alles klaar kwam, was een won
der, maar dit het klaarkwam is zeker.
Toen vier groote rijtuigen de verwachte
gasten aanbrachten, stond de tafel gereed.
Wouter legde een oogenblik zyn voor
schoot weg en zijn muts afnemende,
kwam hij in de gelagkamer om zijne
gaston te begroeten. Hoeveel genoegen
liet bom ook deed, ze maar yjoed en wel
aangekomen te zien, zoo beving hem
toch een onaangenaam gevoel bij bel
aanschouwen van al die bekende ge
zichten, die hy nooit dan in onplezierige
omstandigheden had ontmoet. Daar was
Lampers, die hem eens vervolgd had
voor de huur; ginds Wigbert- die hem
tot gekwordens toe geplaagd had met
eene pretentie van den wijnkooper, daar
naast Harsman, die hem bijna eans had
gegijzelden zoo was er haast niet
een, met wien Wouter geene zaken had
gehad, waarbij bij altijd de onwillige
partij was geweest.
Nauwelijks hadden ze hem in 't oog
gekregen, of daar kwamen ze allen op
hem af, cn begroetten hem met groote
pret en onder het ophalen van vroegere
kennismakingen. „Zooveel van het vak
tegelijk lijn er toch nog nooit in je huis
geweest!" zei de een. „Voel je je niet als
Daniël in den leeuwenkuil vroeg de
ander. „We willen niet altijd baieD, we
komen nu eens brengen 1" verzekerde
een derde. En ten slotte werd het een alge
meen hoera voor den knappen koken Wou
ter dacht aan ontsnappen, toen de penning
meester bij hem kwam en verzocht om
wat spoed te maken. Juist had hy dit
beloofd en was weer naar de keuken
teruggekeerd, toen Lampers hem bij een
knoop van zijn jas greep en vertrouwelijk
zei (het gezelschap had al een paar uren
gefuifd)„Ja, zie je, Willemse, we zonwe
eerst in de stad gedineerd hebben en de
meesten wouwen daar liever, maar
Grashek, de penningmeester, stood er
op, dat we bij jou zouwen eten, en
omdat hij een oud en ijverig lid is van
de vereeniging, hebben we dat goedge
vonden. Maar de meesten hadden in de
stad gewild."
wekken slechts toorn en lachlust, waar
zij riur wilden stichten.
Zoo b.v. zijn er ie Duitschland ver-
eenigiogen tot bevordering dor zedelijk
heid, die zonder zich op te honden met
eeee goed afgebakende omschrijving van
wat zedelykheid is (een lang niet gemak
kelijke dwflnitie trouwens) met gevelde
lansen lostrekken op alles, wat in hunne
oogea daartegen zondigt.
Zoo hebben zij eenigen tijd geleden het
liederenboek van de duitsche studenten
voor OKzedelijk en afkeurenswaardig ver
klaard en een der humoristische duiteehe
bladen, don y ver der véreenigingen voort
zettende, komt op zijn beurt aandragen
reet ee« boek, dat eene verfoeilijke strek
king heeft. Daar men nooit zou raden,
welk boek dat is, zullen wil het roaar
dadelijk noemenhet is een boek,, dat
jongelui lezen en herlezen, waarover ze
studeeren, dat zij van buiten loeren,
bet is
Framek Taalboek van Fleets.
Laat ons do vertaal oefeningen eens
nagaan en de voorstellingswereld beoor-
deelen, waariu zich dat ijselijke boek
beweegt, Sri de gedachten, die iaet in de
borst der jeug,d kan opwekken. Als wij
op goed geluk at het boek opslaan, vin
den wy reeds in de cerate lessen
„tloe heet gij, mijne kinderen vroeg
(passé défini) ik aan de twee jongens. „Ik
heet Karei," antwoordde de oudste „en mijn
broer heet Willem
Wij zie» hier een vader, die niet weet,
how zijne eigen kinderen heeten. Het is
duidelijk, (iat hij sich nog nooit om hen
heeft bekommerd. Van de moeder is
heeleaaaal geen sprake. Alle opvoeding
en orde schijnt in de familie te ontbre
ken. Wij zoeken naar een afkeurend
woord var. den schrijver van het boek,
maar wij zoeken te vergeefs. Voor Pioetz
is die gewetenlooze maa een normale
vader, die iu een leerboek wordt voor
gesteld als type! O gruwel!
Bij eene dergelyke opvoeding kan men
gemakkelijk voorzien, wat er van de
broeders Karei en Willem terecht koent.
Wij vernamen daarover in de zesde les
Laat wijn en glazen halen Gïstern
sijn wij te ses nar weggegaanmaar van
daag sullen wij te vijf uur reeds vertrek
ken Raai den dokter
Met andere woorden de broeders lei
den een kroegleven, zij bedrinken zich
zóódanig, dat te vijf uur 's morgens
cle dokter moet worden gehaald, om een
begin van delirium te bekampen.
Intuschen schijnt Pioetz. zich te hebbea
voorgenomen, om deze twee losbollen by
gelegenheid der vervoeging van „venir,
tenir" etc., het standpunt eens duidelyk te
Rsakeii «ie zedelijke kracht waarmede
dit geschiedt, entdekkeo wij in de ne-
g«nde les
Onthoudt van alle schadelijke genoe
gens Qij hebt u vergist, erken iet
Ik loochen niet, dat ik ongeluk heb gehad.
E«ti mooie zedelesBij het eerste
„Zoo, zoo zei zei Wouter, eigenlijk
zonder goed te luisteren, maar later be
greep hij de confidentie beter. Nu even
veel kwam hot er op aan, zoo gauw mo
gelijk te beginnou eu een kwartier iater
zat«« de gaston aan de lange tafel en
droeg Wouter mot hulp van zijne vrouw
de sofep op.
Juist wilde de president, die aan het
hoogereinde van de tafel zet, het teeken
geven tot beginnen, toen plotseling de
penningmeester Grashek luid en hard
met. zijn mes tegen zyn nog leeg glas
likte en onmiddellijk daarna opstond.
„Nog geen toosten, Grasriep een
hom toe.
Maar Grashek zotte volstrekt geen ge
zicht, aleof hij een toost wou uitspreken.
Woufer keek toevallig juist naar tiem en
bleef op dat strakke, ofiicieele gezicht
staren, alsof hij vermoedde dat de zaak
niet richtig was.
Eu ziet daar baalt plotseling de
deurwaarder een gezegeld papier uit den
zak. „In naaim der wet!" En daar leest
hij met onbewogen, duidelijke stern voor
de feCte van inbeslagneming van de som,
door de vereenigiDg van deurwaarders in
het arrondissement X, te betalen voor
een nog te genieten diner, ten voordeele
van den koopman in meubelea Willem
Fsederik Hilkenaar.
Toen zotte hij zich weer kalm en be
daard op zijn stoel, té midden van het
zwijgen der collega's, die op zoo iets Diet
voorbereid waren. Grashek knoopte be
daard zijn servet om en nam dea lepel
in de hand, maar gluurde toeh met een
oog naar rechts, waar Wouter stond.
Wouter had in het eerst niet begre
pen. Hij gevoelde wel, dat het hem
laakte, maar had de eerste oogeDblikken
geea besef van den juisten toestand der
zaak. Op qods stond het hem klaar en
duidelyk voor oogen; men had hem be
drogen, hy zou geen cent ontvangen, het
geld was weg, er was al beslag op
gelegd voordat het betaald was.
En daar op eens klonk uit de open
gesperde monden van de verbaasde
gasten een luid gelach, lang, voortdu
rend, zonder ophouden. De mannen van
het vak wisten den handiges zet te
waardeeron. Hun schateren, waarvan de
buiken schudden en de hoofden rood
werden, was als het handgeklap van
schouwburgbezoekers voor een schitte
renden aeteur. En te midden van die
lachende loftuiti agen, zat Grashek stil,
woord van iegenspraak herroept de op
voeder der jeugd zijne meering en gaat
naast Karei en Willem op het standpunt
der brasserij en der dronkenschap staan.
Geen wonder, dat een van de jongens,
denkelijk de oudste, al spoedig onder een
ontzaggelijken schuldenlast gebukt gaat.
Inplaats van hem nu zijn verdiende loon
te laten krijgen, komt die lichtzinnige
spraakkunst waarlijk nog met hulpmid
delen aan.
De hoop steunt den mensch in het on
geluk. Ik heb altijd gewemcht, dat gij
die betrekking zoudt krijgen. Dit, boek
bevat 200 bladzijde. Hamborg onderhoudt
een levendig verkeer met Engeland en
Amerika.
Achter deze schijnbaar onschuldige
volzinnen uit het leerboek verbergt zich
een duivelacho raad. Karei moet eene be
trekking in een bankierszaak aannemen.
Hot kasboek geelt hom op 200 pagina's
rijkelijk gelegenheid tot groote verval-
schingoo. Met de ontvreemde geldsom kan
hy over Hamburg naar Amerika vluchten.
Wij zien er van af de. historie van don jon
geren broeder Willem verder mede te ciee-
ien. Met zij genoeg te weten, dat Pioetz
hem (bij het uitkomen eene dergelijke
slechte zaak) der» onzedeliiken raad geeft
„Loop spoedig naar het spoorweg-sta
tion Wij meenen de strekking van
het boek in treffende voorbeelden ge
noegzaam te hebben geschetst. De quin-
tessens van dat taalboek is„Geniet-,
drink, bedrieg en als u het „ongeluk"
(do politie) op de hielen zit, zet dan
uw onregelmatig vervoegden levens
wandel in Engeland vt in Amerika
voort!"
Do taak der duitsche veFeenigingen
tot bevordering der zedelijkheid is het
om mót ons uit te roepen „Weg met
de fransfike grammatica van Pioetz
TE HAARLEM,
op ZONDAG 22 Febr. 1881.
Groo ie K.eric.
Voormiddag 10 ure, Moeton.
2e Lijdenstekst.
Nam. 2 ure, Barbas.
10e Lijdenstekst,
's Avonds 6 ure, Knottenbelt.
11e Lijdenstekst.
Nieuwe Kerk.
Voorin. 10 ure, lA.rbas.
9e Lijdenstekst.
Junt-Kerk.
Voorin. 10 ure, Hoog.
Woensdagavond 7 ure, Swaan.
12o Lijdenstekst.
Bnkenesser Kerk.
(Voor de K i nderen.)
Voorm. 10 ure, Hilbrander,
godsdienstonderwijzer,
Waalsohe Kerk.
Voorm. 10 ure, Uebry.
ChriitoLijk Gerejormeerde GnneanCc
Gedempte Oude GraeAt.
Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Mulder.
Woendagavond 8 ure, Mulder.
Kloiu Heiligland.
Voorm. 10 ure, 's Avonds 5 ure, Schotel.
Donderdagavond 7% ure, Schotel.
met een kleinen schaduw van een glim
lach op zijn gezicht, bescheiden, nederig,
ietwat zelfvoldaan niettemin.
Maar de schoonste oogenblikken duren
het kortst. Grashek sprong op van zijn
stoel, nu veeleer met vrees op zijn ge
zicht, want hij zag Wouters oogen, die
flikkerden en Wouter# neusvleugels die
trilden en Wouters mondhoeken, die op
en neer gicgeu, als bij iemaad die woe
dend is. Onmiddellijk daarna had Wou
ter de soepterrine die hij in de handen
had, neergesmeten op den grond in
vijftig scherven en liep met gebalde
vuisten om de tafel heen, naar Grashek
toe. Maar terwij al de gaaien van hunne
plaatsen opsprongen, den aanval van
den razeuden kastelein voorziende, had
reeds een hunner die een paar plaatsen
van Grashek af zat, Wouter over zijn
uitgestoken been met een zwaren bons
laten neersmakken op den grond.
Toen Willemse weer was opgestaan,
werd hij door een aantal dor gaslen in
bedwan? gehoudeu. Hij raasde, tierde ea
vloekte zoodanig, dat Grashek het beter
vond maar niet in zijn gezicht te komen.
Alleen sprong hij op, toen hij Wouter
hoorde bulderen „Schavuiten, schelmen,
ik zal alles gaan bederven Jullie zult
tenminste den gebraaien haan niet uit
hangen van mijn geld 1"
„En je bewys dan riep Grashek.
Hij liet de door Wouter geioekende ver
klaring rondgaan en ten sl tte wilde da
president dat ook aan den nog altijd
worstelenden kastelein laten zien, toen
eea zachte bedroefde stem buiten den
kring zei„We doen wat wij beloven,
ook zonder bewijsjes."
Het was Wouters vrouw, die met
haar vervallen, bleek gezicht en de
oogen dik van ingehouden tranen, door
de mannen heen ging.
„Laat mijn man los, als 't u blieft,
zei ze toeD, op denzelfden droevigea
toon. „Hij zal niemand hinderen."
Wouter, losgelaten, stond een «ogen
blik rond te kyken, als wist hy niet
wat te doen en ging toen op een wenk
van aijne vroiw, mee naar de keuken.
Toen hy de zaal uit was, keerde zij
zich nog even om en zei„Er sal
dadelijk andere soep worden gebracht."
Toen sloot zy de deur.
De mannen gingen de een na den
ander weer zitten en keken elkèar aan,
alsof ze zich niet op hun gemak voelden
en die gewaarwording ook by hunne
Lathersehe Kerk.
Voorm. 10 ure, W. Bax, pred. t» Zaanluin
's Avoads 6 ure Poolmau.
Donderdagavond 8 ure, Mees.
Lijdenspredinit.
Kerk der Vereenig de Doogsgennia -
Veorm. 10 ure, Croandyk.
's Avonds 6 ure, Hesta.
Remonstrantsche Kerk.
Voorm. 10 ure. J. van Loenen Martinet.
Pred. te Sandpuurt.
Met medewerking van het Zangkoor.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, Weiss.
Donderdagavond 8 ure, Weiss.
NoordeAcerk Ridderstraat
Nederd. Geref. Gem. (doleeremla).
Voorm. 10 ure, 's Av. 0 ure, J. G. Do-nd
van Amsterdam.
Woensdagavond 8 ure, ds. J. Langhont.
Chr. bewaarschool Lange Beerenvesr.
Maandaga.ond 8 ure, Moetou. Bijbellezing.
Lucas 23 vv.
Lokaal in die Oranjestraat.
Dlnsdagav. 8 ure, Swaan. Bijbellezing.
Lokaal van de Jongelingsvereenl i >u/
(Lange Ann>straat.)
Donderdagavond 8 ure, Knottenbelt.. Bi;b z.
Nederd. Merv. fieri,
SSeoa wc 0mr©ek
Voorm. 10 ure, K. J. Bergamn.
pred. te Spaarndam.
ESeveirwfps»
Voorm. 10 ure. J. C. Boon.
DoopsbeY ming.
Evang. hiethsrsche Kerk.
Voorm. 10 ure, K. A. Goulag.
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 ure, J. Sepp.
BloemcnóaftL
Voorm. 10 ure, Dr. Muller,
Hooglecraar te Amsterdam.
Nam. 2 ure, geen dienst.
èaeeiaslede.
Voorm. 10 ure, J. Kuylman.
lllticaoni.
Voorm 10 ure, M. önchli l'eat.
Santpoort.
Voorm. IS ure, B. Tideman Jz.,
pred. te Haarlem.
Spaanadam.
Voorm. 10 ure, geen dienst.
's Avonds 7 ure. H. J. Bergsma.
Vctaot.
Voormiddag 10 ure, Snel,
Theologisch Candidaat.
Voorm. 9% nre, J. VT. Knottenbelt,
Pred. te Haarlem.
Huwelijksinzegening.
MKTȃf?H,UTEW.
A MOT KB DAM 21 Pebr.
De prijzen dor Aardappelen waren a.s vovt:
Fr. Dokk. Jammen f3.50 a 4.50, id. Frauek<tr
f3.50 a 4.—, Geld. Blauwe f4.50 a 0.- dito
Kralea f 0.0.Pruis. Hamburgers f4.50
a 4.75, Katwijker Zand t 0.-- a 0.--, Hillegota
mer Zaad fö. aO. Haarlemmer Zand t 0.
a 0.—, Audijker Muisjes 0.a 0- Zcouw-
nch Spniacbe Jammen f 5.a 6. idem Plak-
lieesehe Jammen f 0.a 0.idem Blauwe
0.a 0.aften p»' doe»,.
Leibbn, 80 Febr. Do aanvoer ea prijzen ter
Veemarkt van heden warea als volgt: 13 Btiaren
75 a 248, 35 vette Ossen en Koeien f 14 a
236 of f 0,5? a 0,70 per Kg., 72 Var- id. f 100
f 282, 0 Graskalvoreu f 1 a 24 otce id.
f48 a 70 cf f 0,75 a 0,95 por Kg., auciuere
id. f 5,50 a 14,- 36 totte Schapen f 3 a 2-1,
of f 0,45 a 0,50 per Kg., 45 weide do. 13,--
a 20,0 Lammeren f 0,a
mager» Varkeus f 17 a 29, 170 Biggcu f -i.-- a
15,- -, 2 Paarden f 2(1 36, 110 Kalf-en
Melkkoeien f112 a 270.
collega's hadden willen ontdekken, tii qs"
hek «elf roeide zich ni«t plezierig. lioD
gesprek woa niet vlotten, de president
truchtt© een paar die als grappeoaitiK -r*
bekend etonien, aau het praten t» krij
gen, zaaar vergeefs. Ia de keuken bootMe
men een© woordenwisseling,
scheen hol daJ iemand het hui% uitging
en spoadig daarna kwam ae bi*<-ke
vrouw weer t« voorschyn met de soep.
Zij bediende haodig en vlug, zonder een
woord te zeggen.
Men at de soep onder eene diepe
stilte. Het was sells, of de gasten bet
tikkwn van de lepel# tegen de borde i
zooveel mogelijk vermeden. Na de soep
kvra» de croquette. Er werd wijn i>-
goschonkoi» ea de president keek hoopvol
de tafel roud, tneuaeudu dat h>-.i drui
vensap da vroolyhheid wnl «oa brengen.
Werkelijk omstond hier en daar het
begia vaa eea gesprek, ietwat kunstma
tig begoane» wel is waar, maar dat wel
licht algemeen eu ongedwongen had
kunaen wordan, waro dio bleek» vrouw
er ni»t geweest. Maar zoodra zy weer
bisteakwam en, zonder een woord van
verwijt, do gerechten ronddiende, dan
raakte da vro&lykkeid weer weg de luide
lach gi«g over in eea glioilaeh, het ge
sprok werd fluisterend voortgezet of hokte
heslemaak, naea voelde zich als schuldig,
men voelde zich als menschen, die de
bezittiag van een armeu man opeten.
Terwijl die magere vrouw, die zorgen
en verdriet op het gelaat stonden gedrukt,
daar «aast hunne stoelen kwam staan,
in de oedordaaige gebukte houding van
hst preoenteeren, ree# in sommiger hart
een toorn op tegen de handigheid van
hun collega Grashek.
Langzaam ging de maalitjd vooiby, er
ra&kte» meer flesschen leeg, maar de
tongen raakten er niet door los Het was
alsof de meeaten zich niet meer van de
schotels wilde® bedienen, dan voor den
hoDger koognood g was. De meeste scho
tels waren nog verre van leeg, wanneer
de vrouw van Wouter ze weer naar de
keuken terugbracht. De gesprekken ble
ven herten en stooten, hier een brok,
daar een brok. Er wa6 er een die eene
prijzende opmerking maakte over de kip,
maar de vrouw z«i or niets op en hy zweeg
bot stil, landerig denkende dat zy zijne
goede bedoeling bad kunnen beschouwen
als eene bespotting van haar leed.
L. M.
Slot volgt).