NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Muzikale Kroniek. De Schat van den Eadjah. Donderdag 5 Maart 1891. No. 2353. ABONNEMENTSPRIJS: AD VERTEN-TIÉN: STADS!* t E EJIV S. Sc Jaargang. AARLEMS Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het, geheele Rijk, per 3 maanden 1,85. Afzonderlijke nummers. 0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau Klciuo Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar' plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnsmenten en Adverteutiên worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en couiantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEJ5B.EBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor hot Buitenland'. Compagnie 6énérale de Publiciii Ftrangère 6'. Z. JJAVBE ty Co., JOHN F. JONES, Snee., Parijx 31 bit Faubourg Montmartre. Haarlem 4 Maart 1891. Gedurende de maand Februari laatst ede a is net Museum van Kunstnij verheid alhier door 959 personen be- |zücht. De kapt. J. Meursingh, van den staf Idar genie alhier, wordt overgeplaatst bij I dien staf te Utrecht. 4e Conoert der Haarlemsehe Bachvereeniging. Het concert van gisterenavond had I even zoo goed den naam van soirée of I séance kunnen dragen. Immers, de pro- I gramma's der gewone kamermuziek-uit- I voeringen van de keeren Schlegel en I Steenman zijn niet anders samengesteld. Behalve de bovengenoemde heeren, had „Bach" zich van de taedewerkiDg van mevrouw en den heer Kildaeh uit Bar- llyn verzekerd. Dit echtpaar schijnt zich bizonder op de voordracht van liederen l te hebben toegelegd, wat dan ook bij hen goede handen is. Mevrouw Hildaeh [heeft een volle mezzo-sopraaDStem, waar- van de lage noten veel Orereenkomst hebben met een alt; de heer Hildaeh bezit een mannelijk en geschoold bary- |kc -geluid. Ernstig en waardig werd door hen //Still wie die Nacht", vaa Götze, voor gedragen; de beide lieve composities van f den heer Hildaeh, ,/Altdeutsches Liebos- reim" en /yIm blühenden Garten", wer den allerliefst gezongen bij aulk eene voordracht wordt zelfs de tekst aanschou- 1 welijk. Mevrouw Hildaeh zong verder het eerste gedeelte vier liederen z/Heimlieher Liebepeiu", ^Litthauieches Velkslied", //Waldesgespraeh" en //Fiüh- liaganacht", vaa Weber, Chopin en Sehu- mann. Vooral de lage noten in No. 1 en de voordracht der beide laatste liede ren bevielen mij zeer. De Sonate op. 47 van Beethoven was natuurlijk het hoofdwerk van dezen avond. Dit meesterwerk uit Beethovens tweede tijdvak (zie Haarlem's Dagblad van 27 Februari jl.) werd door de heeren Schlegel en Steeaaaan waardig voorgedragen vooral het groote talent van den heer Schlegel, als Baethoveaspeler, kwam hierin bizonder uit. Meesterlijk was zijne Ook Kreutzer-Sonate genoemddoor Beethovèn voor de» grooten violist Rodolphe Kreutzer van Versaillestusschen 1802 en 1804 gecomponeerd. vertolking, e» de voordracht der vierde variatie vooral zeer elegant. Van den j heer Steenman bevielen mij ia dit werk hét eerste allegro en de fisala het best. Da voordracht der viool-party ie de j tweede variatie voldeed toy daarom minder, omdat de tegenstelling niet eoherp genoeg was van de aïgestootea noten mot de gebonden. In de vierde variatie sto»d wel .is waar de uitvoering dor viool-partij niet op gelijke artistieke hoogte met die der piano-partij, maar dit is moor eeao opmerking, dan eone aanmerking. Men mag van den heer Steeamsn, dis neg jong is, niet de rijpheid verwachten, welke hot talent van den heer Scklugei zoo kenmerkt. De reprises in het middengedeelte werden tot mijn leedwezen aiet herhaald. De Romanze vaa Ries werd door den heer Steenmau meesterlijk voorgedragen, prachtig klonk zijn. instrument op de G en D snaren, en het kwam mij voor, dat dit werk geheel en al in Steeninana genre lag. In den //Dans" van Brahms liet de zuiverhsid ia dfc technische pas sages hier en daas wat te wenscheu over. Tot myn leedwezen was ik verhinderd het tweede gedeelte dezer uitvooricg by te wonen,dat voorzeker den muzikalen toe hoorders niet minder genot verschaft zal hebben. Wij wensehen het bestuur van z/Bach" geluk met deze welgeslaagde proeve op dit gebied. Q Hedenmorgen is op de algemeene begraafplaats alhier teraardebesteld het stoflelijk overschot eener vrouw, die, al hoewel in eenvoud werkzaam, hare plaats onder Haarlems ingezetenen waardig heeft ingenomen, en door de klasse van mensehen waaronder zy voornamelijk werkzaam was, zeer gezocht werd. Wij bedoelen mej. M. E. Immer, wed. van den heer W. Hos. Na hare aanstelling tot verloskundige den llen November 1842, werd zij den 15en Januari 1848 benoemd tot verlos kundige bij de Doopsgezinde gemeente, den lOen Augustus 1853 tot gemeente- verloskundige, den 15en December 1857 tot verloskundige bij de Evang. Luth. gemeente, en den 3en September 1865, iu dezelfde betrekking bij het St. Eliza beth's gasthuis, uit welke laatste functie zij eervol werd ontslagen den len Sep tember 1873. In 1862 ontving zij eene benoeming tot het geven van onderwijs in de ver loskunde aan de klinische school, en bloef daaibij als zoodanig werkzaam, totdat die school is opgeheven. Gedurende den tijd harer verl«skundige practijk verleende zij hulp aan 11567 kraamvrouwen in Haarlem woonachtig, door wie hare hulp kraohtens hare ver schillende benoemingen werd ingeroepen aan 894 kraamvrouwen door wie zy ge roepen werd ter vervanging van collega's, terwijl zij bovendien aan 2558 kraam vrouwen in de om Haarlem liggende gemeenten hulp verleende. In hare 49jarige verloskundige practijk verleende zij dus in het geheel hulp a»n 15019 kraamvrouwen, waarvan in Haar lem in het eerste tiental jaren aan 830 tweede id. 2867 i, derde id. 2867 u i, vierde id. 3652 vyfde id. tot 8 Feb. 1891 aan 1351. Zg werd geboren den 30an December 1810 en bereikte den leeftijd van 80 jaren. Het grasgewas over 1891, van de ringdijken, bermen en po; :erkaden, be- hoorende tot den Haarlemmermeerpolder, heeft ten overstaan van dijkgraaf en heemraden in publieke verpachting op gedaan de som vac f 10972. Op de Dinsdag te Sloten gehouden paardenmarkt waren aaugevoerd 70 paarden; handel niet vlug prijzen van ƒ80 tot 275. Ds. L. Smit te Nieuw-Vennep heeft bedankt voor het beroep naar Breede- voort, Haarlo en Waterhoek. Beroepen thans naar Zandvoort en Weetmaas. Letteren en Kunst. Aan den gemeenteraad van 's-Hage is voorgesteld, de bespeling van dea Holl. Schouwburg gedurende het speel seizoen 1891/92 op den bestaanden voet wedor op te dragen aan de Koninklijke Veraeciging //Het Nederlandseh Tooneel" te Amsterdam. BINNENLAND. In den Raad van ministers is vastgesteld, dat de rekesten, tot nog toe //aan den Koning" gericht, in het vervolg moeten gericht worden „aan de Koningin" of //aan de Koningin-Weduwe, Regentes". Volgens mededeeling van den minister van Binnenlandsche Zaken, moet de naam van de gemeente Mook voortaan geschreven worden: Mook en Middelaar. D r. M. W. B e ij e r i n k te Delft zal 13 Maart in de vereenijing tot ontwikkeling van ie* landbouw in Hollands Noorderkwartier een voordracht houde i over nuttige en schadelijke Sacteriën in kaas. OFFICIEELE BERICHTEN. Bij kon. besluit van 17 Febr. is aan den heer P. N. Itié, geboren te Calmont (Frankrijk), toestemming verleend tot het aanvaarden van de kerkelijke bediening van predikant bij de waalsch-hervormde gemeente te Middelburg. Stsbl. no. 38 bevat de wet van den 20sten Febr. 1891, tot vaststelling van het vierde hoofdstuk der staafcsbegrooting voor bet dienstjaar 1891. De Stat. (no. 53) bevat de statuten der volgens de wet van 22 April 1855 {Stsbl. no 82) erkende vereeniging //Be waarschool-Vereeniging, te Oude water. De gewone audiëntie van den;minister van Fnanciën zal op Donderdag den 5n Maart a. s. niet plaats hebben. By ken. besuit van 23 Febr. is do heer R. A. I. Snetklage erkend en toegelaten als consul-generaal der Zuid- Afrikaasscho republiek te Amsterdam. Door de algemeene rekenkamer zijn benoemd tot ee ste-klerk H. C. Post, thsns tweede-klerk; tot tweede-klerk J. H. Admiraal en P. J. Houtman, beiden te 's Hage. Ingevolge koninklijke machtiging is de heer W. J. van Neck erkend en toe gelaten als vice-eons.il van Groot-Brit- tannië en Ierland te Helder. Onlangs maakten wy mel ding van een artikel van den luitenant Schmid in het Militair Blad van 15 Februari, waarin gewezen werd op het gevaar waarmede de komkeeringen en ateunkaden onzer inundation worden bo. dreigdi door da groote uitwerking van de projectielen met brisante springladin gen. In het Militair Blad van 21 Februari geeft de kapitein-ingenieur Snijders toe dat deae zaak tot dusverre bij hem geen punt van ernstige overweging heeft uit gemaakt, en dat waarsthijnlyk wel, om dat hij de bedoelde handelwijze des aan vallers wel niet bepaald onmogelyk, maar dan toch in de hoogste mate onwaar schijnlijk acht. Dit gevoelen berust op de volgende gronden lo. De feitelijke mogelijkheid der be doelde handeling des aanvallers is slechts op enkele bepaalde gedeelten der linie aaewezig, zoedafc des verdedigers voor zorgen tegen en bestrijding van die han deling, zich slechts over beperkte ruimte zullen behoeven uit te strekken. 2o. De moeielijkheden aan de uitvoe ring der bedoelde handeling verbonden, zijn zoo verbazend groot, dat het zoo goed als ondenkbaar is, dat de vijand ooit daartoe zal «vergaan. 3o. De gevolgen van enkele gelukki ge treffers op de steunkaden zullen geens zins zoo geducht zijn, dat zy niet door dan verdediger met weinig moeite kun nen worden atgewend. 4o. De verdediger is tegenover de be doelde weinig waarschijnlijke handeling des vijands geenszins machteloos, maar integendeel in staat, haar krachtig te bestrijden en in hare gevolgen te kee ren. De kapt. Snijders meent dan ook op deze gronden, dat dit vraagstuk niet prealabel is aan onze fortenkwestie, maar dat het integendeel van onderge schikt belang is. De eerste industrieschool op Java. In het Tijdschrift der Nederl. Maatschappij ter bevordering van Ny- verheid wordt het volgende medege deeld. Ter opheffing van de ten gevolge der concurrentie met buitenlandeche produc ten kwijnende iulandsche industrie op Java, is het denkbeeid in overweging, aldaar eene school op te richten, waar ODderwys kan worden genoten in de vervaardiging van rottan-vlechtwerk. Als plaats van vestiging komt in aan merking Bandoeng, waar zich de school voor zonen van inlandsche hoofden be vindt. Daar in Iudië geen persoon te vinden is, die met de leiding der s hooi kan belast worden, zou uitzending noo- dig zyn uit Europa. Als voorwaarde van benoembaarheid wordt gesteld ken nis van ornamentatie, terwyl aan den- gene die reeds belast is met de leiding van een atelier, de voorkeur wordt ge geven. Aan dezen persoon zou een trak tement worden toegekend van 150 tot /300'8 maands, terwijl hij nog eenig aandeel zon ontvangen in d** opbrengst der te verkoopen artikelen. Deze school zal gesticht worden op het advies van den heer K. F. Holle, eerelid van de Ned. Maatschappij ter bevordering van nijverheid. Holland op z ij n smalst. Eenigen tijd geleden ontving de Regee ring de uitnoodiging, zich te doen ver tegenwoordigen op een te Buda-Pest te houden wetenschappelijk ornithologisch congres. De Regeering zag het belang daarvan in. Kennis van de vogelenwereld is van veel belang voor een landbouwenden Staat, die nuttige vogels hij de wet be schermt en schadelijke verdelgt. En zij noodigde dan ook de Kon. Academie van Wetenschappen uit, een tweetal deskundigen aan te wijzen, mits //buiten bezwaar van de schatkist De Academie noodigde de heeren Van Beramelen, directeur der Diergaarde te Rotterdam, an Buttikofer, conservator te Leiden, uit om als vertegenwoordigers onzer wetenschap op te treden. De heer Yan Bemmelen zond bericht, aan de uitnoodiging niet te kunnen voldoen z/waar de Regeering geen geld besohik- baar kon stellen om zich te doen ver FEUILLETON. Naar het engelsch A. CONAN DOYLE. 9) HOOFDSTUK IV. Het verhaal van den kaalhoofdige Ik zat nog steeds over deze zaak na te denken, toen ik op kijkende mijn bediende, Lal Chowdar, in de deur zag staan. Hij trad binnen en sloot de deur achter zich dicht. «Wees niet be vreesd, Sahib," zeide hij, //niemand behoeft het te weten, dat gij hem gedood hebt. Laten wij hem verbergen, dan zal niemand er iets van te weten komen." „Ik heb hem niet gedood," zeide ik. Lal Chowdar schudde het hoofd en glimlachte. „Ik heb alles gehoord, Sahib," zeide hij; „ik hoorde uw woordentwist en kort daarop een slag. Mijne lippen zijn echter verzegeld. Allen sla pen in het huis. Laten wij hem met ons beiden wegdragen." Dat was genoeg voor mij om tot een besluit te komen. Wan neer mijn eigen bediende niet aan mijn onschuld wilde gelooven, hoe kon ik mij dan i echt vaardigen voor twaalf domme mannen in een rechtbank Lal Chowdar en ik begroeven het lijk den zelfden nacht nog en een paar dagen later waren alle londensche nieuwsbladen vol van de geheimzinnige verdwijning van kapi tein Morstan. Uit hetgeen ik u hier vertel, zal u blijken, dat mijn gedrag in deze zaak niet is te laken. Mijn schuld ligt in het feit, dat wij niet alleen het lijk, maar ook den schat ver borgen hielden, en dat ik mij zoowel Morstans deel als mijn deel heb toegeëigend. Daarom wensch ik, dat gij het kwaad weer goed maakt. Komt met uwe ooren dichter bij mijn mond. De schat is verborgen in...." Op dat oogenblik kwam er een vreeselijke verandering in de uitdrukking van zijn gelaat; zijne oogen rolden wild in hunne kassen, zijne kaken waren verwrongen, en hij gilde met een stem, die ik nooit zal vergeten/Houdt hem wegOm Gods wil, houdt hem weg!" Wij keken beiden naar het raam, waarop zijn blik gevestigd was. Wij zagen daar in de duisternis het gelaat van iemand, die naar binnen keek. Hij had zijn neus tegen het glas gedrukt. Het was een gebaard gelaat met woeste, wreede oogen, en met een uitdrukking van diepen haat. Mijn broeder en ik snelden naar het venster, maar de man was ver dwenen. Toen wij naar mijn vader terugkeerden, was zijn hoofd op zijn borst gezonken en zijn pols had opgehouden te kloppen. Wij doorzochten dien nacht den tuin, maar vonden geen spoor van den inbreker, dan alleen éen voetspoor in het bloemperk onder het venster. Zonder dit voetspoor zouden wij echter heb ben kunnen meenen, dat dit woeste gelaat slechts in onze ver beelding had. bestaan. Weldra echter werd ons een meer tastbaar bewijs gegeven, dat wij door geheime machten waren omringd. Op zekeren morgen kwam men tot de ontdekking, clat het venster van mijn vaders kamer open stond; alle kasten en laden waren geplun derd, en op de tafel werd een stuk papier gevonden met de woorden„De hanateekening der vier" er op gekrab beld. Wat de zin beteekende, of wie die geheimzinnige bezoeker was, zijn wij nooit te weten gekomen. Voor zoover wij het kon den beoordeelen, was er niets van waarde ontvreemd, hoewel alles overhoop lag. Mijn broeder en ik brachten deze gebeurte nis natuurlijk in verband met de angsten, die mijn vader ge durende zijn leven had uitgestaan; het is voor ons echter steeds een geheim gebleven- Onze kleine gastheer zweeg een oogenblik, om zijn hookah weer aan te steken, en in gedachten verzonken, rookte hij een oogenblik onder een diep stilte. Wij allen hadden aandach tig naar zijn zonderling verhaal zitten luisteren. Bij het gedeelte van haars vaders doocL was miss Morstan doodsbleek geworden, en een oogenblik vreesde ik, dat zij een flauwte zou krijgen. Zij herstelde echter weer, nadat zij een glas water had gedronken, dat ik behoedzaam voor haar had ingeschonken uit een karaf van venetiaansch kristal, welke op een van de zijtafeltjes stond. Sherlock Holmes lag achterover in zijn stoel, met een peinzende uitdrukking op zijn gelaat en met bijna gesloten oogen. Terwijl ik mijn blik op hem gevestigd hield, kon ik mij niet begrijpen, dat hij denzelfden dag nog zoo bitter over de eentonigheid eiA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1