Meaico; R. C. Keno, to Bangkok, en
J. C. T. Reelfs, te Calcutta. Eenige
mededeelingen volgen dan over de 4
jonge mannen die, behoorende tot de
eigenlijke candidaten der Vereeniging,
in het afgeloopen jaor naar overzeasche
gewesten zijn vertrokken. Onder dezen
is éen, die voor de hem te Pecang toe
bedachte werkzaamheden ongeschikt ge
bleken en buiten madewerking der
Vereenigiog herwaarts teruggekeerd
is. Voorts is medewerking verleend aan
twee jonge mannen, die, evenzeer naar
den vreemde vertrokken, echter niet vol
komen tot de candidaten der VereeDi-
ging kunnen worden gerekend. Eén van
dezeD, die de Smyrna geheel zelfstandig
eene plaatsing had gekregen, heeft aan
bevelingen van het bestuur der Vereeni-
ging medegenomen en staat thans met
haar in blijvende relatie, „daar hijzegt
het verslag, „gaarne naar zijn vermogen
wilde werkzaam zijn in den geest van
ons programma". Ietwat uitvoeriger d»n
de voorgaande, zijn de thans in het
verslag volgende bizonderheden over de
categorie van candiaaien der Vereenigiog,
welke gevormd wordt door//oenige jonge
mannen, die onze medewerking genieten
voor plaatsing in overzeesche gewesten,
doch die, alvorens tot hunne eigenlijke
bestemming te kunnou komen, nog eene
speciale voorbereiding behoeven". Het
blijk dat er van zoodanige jongelieden
in het geheel 5 zijn, van wie de mees
ten op kantoren in Engeland geplaatst
zijn.
Het was voor het bestuur eene teleur
stelling dat het versehi'lende goede en
zelfs mooie gelegenheden tot plaatsing
van candidaten ongebruikt voorbij moest
laten gaan, eenvoodig omdat zich daar
voor geen geschikte jonge manner)
voordeden. //Zoo hadden wy zegt het
verslag, //een tweetal jonge mannen kunnen
gebruiken voor China, een of twee voor
Bangkok, twee of drie voor Meaieo, eD
voor aldaar ook eenige kundige admini
strateurs voor cultuur-ondernemingen.
Wij hadden ook nog eene aanvraag voor
Perzië en ook nog eene voor eene andere
plaats, terwijl voor weder andere plaat
singen ons althans vooruitzichten werden
geopend. Maar van dit alles kon niets
komen, daar wij geen aanbiedingen ont
vingen van personen, die voldeden aan
de eischeE welke .daarby gesteld waren.
De ondervinding in d©2e opgedaan,
inderdaad niet aangenaam. In de eerste
plaats toch derfden wij op die wijze
volkomen de vruchten van vele en ijverige
bemoeiiuge<n niet alleen van onszelven,
maar ook van hen die in den vreemde ons
wel iiunae medewerking hadden willen
verleenen. Voorts veroorzaakte het ons
ook verder neg veel arbeid, die ten slotte
geheel nutteloos bleek. Bij eene gelegen
heid was bet aantal der aanbiedingen, die
wij meonden in overweging te kunnen
nemen, en die dientengevolge tot talryke
besprekingen en veol correspondentie
aanleiding gaven, maar die ten slotte
toch afgewezen moesten worden, weder
niet minder dan een veertigtal. Maar
vooral was er dit, dat wij hierdoor ge
noodzaakt werden om op den aanvanke
lijk gevdgden weg niet door te gaan. Wij
moesten samelyk het opgeven, 0111 vooraf
gelegenheid tot plaatsing te zoeken, waar-
wij die gaarne gevonden zouden hebben.
Het gaat niet aan, aanzoeken uit te
lokken en dan, als die tot ons komen,
daaraan niet te kunnen voldoen. De vol
voering van onze taak wordt hierdoor
echter niet vergemakkelijkt".
Deze onder vinding leert, dat de Ver-
eeniging zich vooreerst er meer en meer
toe zal moeten bepalen, aan de plaatsing
in den vreemde eene speciale voorberei
dingsperiode te verbinden, welke bemoei
ingen zich slechts tot enkelen kunnen
uitstrekken. Niettemin blyf't bet bestuur
verwachten, dat reeds het bestaan der
Vereeniging op zich zelf «ene aansporing
zijn zal voor vale jonge mannen om zich
te bekwamen, ten einde voer plaatsingen
in den vreemde in aanmerking te kunnen
komen, daarheen hum streven te richten.
Uit het finaccieelo overzicht blijkt dat
de jaarrekening ever 1890 een sadeelig
saldo oplevert van 359.40.
Door de N. A. S. M. wordt op
1 A pril met het stoomschip Edam,
eene nieuwe lijn geopend naar Balti
more. Deze afvaart, alaruedo de 2de per
Schiedam op 29 April, hebben plaats
van Rotterdam, de derde op 27 Mei met
de Zaandam van Amsterdam, om dan
vervolgens elke 14 dagen zoo mogelijk
beurteling van Rotterdam en van Am
sterdam te vertrekken.
Op deze lyn worden alleen lste en 3de
passagiers vervoerd.
(N. R. Ot.)
De brand in de //brandvrije"
fabriek te Grouau is onder het werken
te zes uur des namiddags ontstaan hoe
is onbekend. De fabriek itotaal afge
brand. Er waren 55,000 spindels in
werking, met circa 240 arbeiders. Een
ze9tal personen zyn door hat omvallen
van muren verwond, ééu ernstig.
De andere fabrieken bleven behouden.
Te Borger is eene zilveren
munt van 1696 uitden gro*d gedolven, en
een fraaie steenes Nji, van zeer harde
stof.
Te Venloo zijn valsche twee-
markstukken in omloop en in de nabij
heid dier plaats heeft men een bank
biljet vau ƒ1000 in ontvangst genomen,
dat insgelijks valech was.
Kort yéor*jzyn dood raadde hij zijn
zoon Tengkoe Amin ca zijn dood de
wapenen neder te leggen, zich te Tfrou
Pedir te vestigen en zich daar aan
den dienst van Allah te wijden, dewijl
er voor hem geen kans zou bestaan om
het verzet tegen het goevernemen t met
sucoes voort te zetten.
Tengkoe di Tirou, wiens wezeniyke
naam Tengkoe Saraan was, is nu voor
goed van het wereldtooneel verdwenen.
Het mag aangenomen worden dat met
zijn dood de kraeht van het atjehsche
verzet gebroken is. Na Said Abdul Each-
man was er gee» Atjeher, die zulk een
grooten invloed op de inlandeehe bevol
king in dit gewest bezat als deze priester-
koning hij was feitelijk de éénige ziel
van de vijandige beweging, zoowel in
als buiten Groot Atjeh.-De ten strijd)
trekkende Atjehers bereidde hij, geltjiï
daat en stond op het punt van gedegra-'
deerd te worden. Wellicht om deze ver
nedering te ontgaan, verliet hij onze
zyde. Pogingen te zyner achterhaling
bleven vruchteloos.
Toekoe Bintara Paleuh is van Segli
hier aangekomen, ter bespreking van
pacificatie-aangelegenheden en openstel
ling van de noordkust te verkrygen,
dewijl aldaar nijpend gebrek aan de
eerste levensbehoeften bestaat. BUkkade
handhaven, als het u belieft
Te Ksmala, de residentie van aeB
pretendent-sultanheerseht thans de
chelera in hevige mate.
Toeankoe Pangeran Heesin is van
Kota-Kadja naar Segli vertrokken, van
waar hij na overleg van Toekoe Radja
Pakeh en wellicht met dezen naar
Keeaala denkt .te gaan, om Toeankoe
Daoed over de pacifiicatie te spreken.
De atjeheache hoofden in ons vyandig
het heette, tot d« opname in het paradys gezinde Sagi XXV zyn aan hot beraad-
Fmaneieel® mededeelingen.
Het Rotterdamseh Weekblad voor fondsen
die niet geregeld in ojficieele beursnotee-
ringen voorkomen(redacteur de heer John
M. Maury), bevat de volgende opgave
van fondsen, verüandeld in do week,
den 14eo Maart
925
100JS
102
Aand. Rotterd. Deli-Mij. a 160-161 pet.
Cert, van aand. Tab.-Mij.
„Arondsbhrg"
Oblig. Heinekens Bierbr.
Mpij. Ie Hyp.
Aand. Rott. Suikerraffin.
Aand. Coomans Café
Restaurant 1886.
Aand. Mpij. tot Verk. v.
Beb. Gr. op Feijenoord
Aand. Ned. Stoomb.-Mij.
Oblig. Passage-Maatseh.
Aand. Rott. Liquidatiek.
100-100',
19
59-60)4
101ü
111-113
V1SSCHERIJ.
Nieuwediep, 12 Maart. Heden
kwam van de groota visscherij birtnen
de 6loep Admiraal van Kinsbergen (PR.
3), sch. Van Pelt, met 220 levende, 50
doode kabelj., 16 lev. lengen, 50 punt
rog, 3 ben vleet en 200 schel v., terwijl
door 7 korders 5 tot 10 mandjes kl.
scliol en 1 raaad schar, en door trekkers
150 tal haring werden aangeveerd lev.
kabelj. geld 2.20 k f 2.35, doode id.
ƒ1.35, leng ƒ2.65 per stuk, rog ƒ7.75
f 7.65 per punt, vleet 13.50 per ben,
schelv. 39 h*t bonderd, kl. schol f 4
4.25 per mandje, schar 2.50 per
and en haring 2.75 k f3 per tal.
KOISIUEH.
(Uit bataviasche bladen van 710
Februari.)
BATAVIA, 10 Februari.
Aaa de Atjeh-kroniek der Sumatra Ct,
loepende tot 31 Jannari, is het volgend©
ontleend
De belangrijkste gebeurtenis, ia de
laatste weken voorgevallen, is ongetwij
feld het overlijden van het priesterhootd
Tengkoe di Tirou te Anagaloeng op den
19en dezer. Reeds sedert geruimen tijd
had hy zich daar een versterkte woning
gebouwd en ook zijn hoofdkwartier op
geslagen. Twee dagen vóór zijn dood
vloeide hem bloed uit mond en ooren,
waaruit de Atjeher do gevolgtrekking
maakt, dat hy vergiftigd zou zijn. Op
het bericht van iyn verscheiden toog het
grootste gedeelte der bevolking buiten
de Linie naar Anagaloeng, om baar
geestelijk opperhoofd de laatste eer te
voor en hunne wepenen zegende hy
immer vóór het gevecht in. Voor zoover
bekend, is er niemand, die Tirou met
evenveel suoces als politiek raddraaier
zou kannen vervangen.
Twee dagen vóór Tirou's dood over
leed ook Toekoe Panglima Polim, alias
Radja Koeia te Lamsi, een man, die in
vorige jareu mode een groote rol op
staatkundig gebied speelde, dooh die in
den laatsten.^tijd wegens hoogen ouder
dom niet meer van zich deed hooren.
Deze man ia onder dezelfde ziektever
schijnselen als die, welke zich bij Tirou
voordeder;, bezweken, om welke reden
men ook hem als een slachtoffer van
vergiftiging beschouwde.
Als de belager van Tirou's en Polim's
leven wordt door den Atjeher genoemd
Toekoe Baid, die sedert de laatste jaren
zich buite» de linie metterwoon gev;
tigd heeft, zich weinig in ons middeo
liet zien en zijne landsbezoldiging als
hoeloebabaDg periodiek door een ge
machtigde te Kota-Radja liet ontvangen.
Voor het aan Baid ten laste gelegdt
bestaat echter nog geenerlei bewijshet.
zal derhalve wel eene ongegronde ver
dachtmaking zijn. Aan Baid is thans
evenwel te kennen gegeven, dat hij zelf
naar Kota-Radja moet komen, als hij
Ijne bezoldiging weneckt te ontvangen
gemachtigden voor de ontvangst daarvan
wil het bestuur niet langer erkennen.
Buiten de linie, en wel in de IV
Moekims, zijn mede in de laatste dagen
gestorven de vijandig gezinde hoofden
Tengkoe Lampaia, weleer oelama en
kadiï (schriftgeleerde en rechter) van
Atjeh'g sultau, en zijn broeder Tengkoe
Lamkroet. Zij bezweken tengevolge van
hoogen ouderdom.
Toekoe Imam Longbatta en Toekae
Oemar hebben onmiddellijk na Tirou's
dood zich candidaat gesteld als krijgs-
hoeloebalaug in de plaats van dezenzij
zonden brieven aan de atjehsche hoofden
zoowel in als buiten de linie, met ver
zoek hen als zoodanig aan te stellen en
hen dadelijk van geld en gewapend volk
te voorzien, ten einde den heiligen oor
log teger, de Qafira te kunnen voort
zetten. Toekoe Oeinar, die zich thans in
Rigas ter Westkust bevindt, heeft tevens
te kennen gegeven dat hij spoedig in
Groot-Atjeh zal terugkGtneD. De beschik
king op hun beider verzoek is nog niet
bekend.
Nja Banta, de ons gezinde hoeloe-
halang der XXVI Moekims, wijdt zich
thans uitsluitend aan godsdienstige over
denkingen, leidt een kluizenaarsleven en
tracht het geheim der onkwetsbaarheid
van het Opperwezen te ontvangen, ten.
einde de Kemala-partij met succes het
hoofd te kunnen bieden. Toen dezer
dagen het grootste gedeelte van den
aanhang der Kemala-partij naar Anaga
loeng was getogen ter bywoging van
Tirou's begrafenis, had hij zeker met
gemak zijn slag kunnen slaan. Deze
gunstige gelegenheid heeft hij echter on
benut doen voorbijgaan', naar beweerd
wordt, op aanraden van zijn schoon
vader Toekoe Neq.
Te Kota-Pohama is een europeescho
sergeant met ^medeneming van geweer
en patronen, ten getale van p.m. 300
stuks, naar den vijand overgeloopen. De
J deserteur was een slecht oppassend sol-
slagen over de verheffing van Toekoo
Radja Mohamad te Paaglima-Sagi, ter
vervanging van Toekoe Setie Otlama
van Paroi, die uit hoofde van hoogen
ouderdom niet langer in staat is om de
wapenen tcgeB ons te voeren.
Gisterennamiddag heeft te Batavia
op Pintoe Be6Ïe eone poging tot moord,
gevolgd door zelfmoord, plaats gehad.
Een twintigjarig jongmensen, zekere
W., aldaar bij zyno grootvader inwo
nende, had sedert eenigen tijd het oog
laten vallen op eene mede in die bunrü
wonende jonge dame, mej. B. Het jonge-
mensch was zonder betrekking, zoodat
van een huwelijk aanvankelijk niets kou
komen. Hij hield echter bet meisje aan
baar vroeger in eeu onbewaakt oogen-
biik gegeven woord om hem en geen
ander te zullen trouwen. En toen W.
nu dezer dagen vernam, dat een ander
het meisje het bof maak*e, schijnt hij
het besluit te hebben genomen zich te
wreken. Dat besluit is gisteren tot uit
voering gekomen.
Des morgens begaf hij zich naar
Meester-Corcelis om daar eene revolver
van zijnen oom te leeoen, waarin hij
onder een of ander voorwendsel slaagde.
Te huis teruggekomen, vroeg hij aan
zijne grootmoeder om ƒ1.50, voorwen
dende dit noodig te hebben om een zegel
te koopen. Dit geld besteedde hij echter
om patronen te koopen.
Intusscheu was zij» oom van Meester-
Cornelis overgekomen om zich omtrent
de revolver te vergewissen. Hij ver
trouwde blykbaar dit wapen den jongen
W. niet toe. Herhaaldelijk vpceg hij het
terug, totdat eindelijk W. het n:t zijnen
broekzak te voorschyu haalde en zeide
z/die mij aanraakt, schiet ik dood." On
middellijk daarop verliet li ij het huis en
begaf zich naar de woning van mt-j. B.,
welke op ongeveer 100 pas van do zijne
ligt. Daar trof hij haar aan in tegen
woordigheid van eene vriendin. Zonder
een woord te zeggen, loste hij drie scho
ten op het meisje twee veroorzaakten
slechts onbeduidende kwetsuren, de derde
kogel drong haar in de hand, welke
vermoedelijk geamputeerd zal moeten
worden. Toen hij het meisje zag vallen,
liep hij, haar dood wanende, naar buiten
en keerde het wapen tegen zichzelf.
Een kogel van onder den mond binnen
gedrongen, verbrijzelde do hersens.
Bij goev. besluit is goedgevonden de
formatie van het onderwijzend personeel
aan de hoogere burgerschool te Samaran
uit te Dreiden met twee leeraren, één i
de moderne taleu en bare letterkunde
en één in de wiskunde, ieder op eene
bezoldiging van ƒ450 's maands, met
drie vierjaarlijkse he verhoogingen van
ƒ100 '8 maands.
Men meldt ons dat de justitie bij
haar onderzoek naar den postdiefstal van
ƒ82,000 zoo ver is gevorderd, dat bij
haar gegronde vermoedens gerezen zijn
tegen een bepaalden persoon.
Javabode
In de Deli" Courant van 24 Januari
wordt ernstig geklaagd over de kust
verlichting van Deli. Het nieuwe gas
lichtschip, dat 50 minuten sioomens van
de kwala Deli in zee ligt, geeft geen
licht, op de Twee Gebroeders bij de
kwala Assaban is het donker, en ds-arom
zou het wensehelijk zijn op het eiland
Salahnama een vuur te hebben, dat eren.
zeer noodig is op het eiland Varolla,op.
de hoogte dan de kwala Bedagei.
Wat het eerste punt betreft, het ver
beteren van den toegang tot de Belawan
daarin zal spoedig voorzien wordeD. Gas-
lichtschepen als men daar een heeft ge
legd ter vervanging van het oude
lekke lichtschip, waarop altyd beri
beri heerschte en dat zsep duur was
voldoen in Europa zeer gred en ver-
meedelyk is er dna aan het hier be»
doelde, het eerste in Indië, het een of
ander gebrek dat verholpen kan worden.
Om dat te onderzoeken, is de inspecteur
Van Drooge naar Deli vertrokken, ter
wijl tijdelijk het oude lichtsehip weer in
dienst as gesteld.
Het licht aan den ingang der kwala
Asaakan is werkelijk slecht en m»et ver
beterd worden; de Twee Gebroeders zou
men bij dik regenachtig weer toch niet
kunnen zien, ook al waren er kleine
lichten op, ea van groote kan geea
sprake zijn. En het eiland Varella lig;
f.o hocg voor een gewoon licht, en een
licht van do le of 2e orde is het nog
niet waard geoordeeld.
■m -IsffiUS (Jawabode.)
De russische grootvorst-troonopvol
ger heeft verzocht hem bij zijn komst hier
te lande niet met ceremoo jëel af le halen
of te ontvangen en hem dadelijk n?.ar
de Preanger te laten doorreizen. Vau
feestelijkheden hier ter stede zal dus wel
niets komen.
Misschien hebben zijne neven, die on
langs hier waren, den prins wel gera
den, liever eeu deel van Java's binnen
land te gaan zieu dan zijnon tyd te Ba
tavia door te brengen.
Dat hij trouwens niet op eene plech
tige ontvangst is gesteld, leert ons het
verhaal van zijn komst te Bombay.
Naar aanleiding van het feit, dat,
bij gelegenheid dat het viv ros -transport
van Wa Do naar Ekofeto op Zuid-
Flores door de RokkaDtezen werd over
vallen, niet alleen de luitenant Diémoot,
fuseliers, dwangarbeiders en vrouwen,
maar ook kinderen zijn gedood, is door
deu chef van den ger.eralen staf aaa de
verschillende korpscommandanten gelast
voor te waken, dat in het vervolg
geene kinderen naar het oorlogsveld
worden meegenomen, maar dat deze o;i-
der militair toezicht in de vredesgarni-
zoenen achterblijven, ook al wordt bet
de moeders vergund hare mannen
te volgen.
CIVIEL DEPARTEMENT.
Verleend Een tweej. verl. naar Nederl.,.
wegens ziekte, aan den logen, le kl. bij
het mijnwezen J. A. Schuurman i een
twecj. verlof naar Europa, wegens ziekte,
aan de onderwijzeres 2e kl. B. S. A.
Gastrcann.
MILITAIR DEPARTEMENT.
Verleénd ten tweej. verl. naar Neder
land, wegens twaalf jarigen onafgebroken
dienst, aaa den kapt. dei' inl'. D. A.
Okhuijzon.
Geboorte- en Doodberichten.
(Uit de ind. bladen van 7 tot 14Febr.)
GEBOORTEN M C. Hoorn-
Granpré Molière d. S. DavidsonW.
J. Jaquet d.P. F. SlaudacherOost
hoek z.P. R. Bell d. Z. Gabriel—
Wolter d.E. A. Onneuv. d. B rg
z. allen te Batavia. - A. Webor -Rijnen
berg d. Paleinbaug. J. C. Keutelde
Pinóda z. Sirgkawang (Borneo). - J.P.
H. Schotman - De Ltssasie z.eöhtgen»
van De Prefer z.echtgon. van Zegers
z. allen fe Padang. - W. Freericks
Kessens z. Batang-Baros. - F. Lora-
v. d. Berg d. Kspabiang. - C. Smits
Esche d. Djomb/ing. - S. Schwartz
Sikman d. Riouw. - Jordaan— Simon d.
Cheribon. - H. J. M. TiemersmaBize-
laar d. Tangerang. - De Leeuw z. Joana.
- Eektgen. van F. Ondaatjo d. Buiten
zorg. - Cruys Henn d. Medao. - Pryce
Margadant d. HaagIdzardi d.Ch.
M. LngtenDe Bovy d. allen te Batavia.
- L. Sametfeini z. Blitar. - M. Bout
Baesjou z.W. Hoekstrad 'Graaffz.
heid op non-activiteit met een pijnlijke Achillespees een wande
ling van zes mijlen gaat mak^."
z/Maar de bondgenoot, niet Jonathan, heeft de misdaad
begaan."
„Juist. En zeer tot Jonathans misnoegen, te oordeelen naar
de wijze, waarop hij met zijn voet stampte bij het binnentreden
der kamer. Hij koesterde geen wrok tegen Bartholomew Sholto
en had liever gewild, dat men dezen slechts gebonden en het
schreeuwen belet had. Hij wilde liever geen moord op zijn ge
weten hebben. Er was echter niets aan te doende wilde
natuurdriften van zijn metgezel waren in hem ontwaakt, en het
vergift had zijn uitwerking reeds verricht: Jonathan Small legde
nu het bewuste stuk papier neer, liet hét kistje, met behulp van
een touw, naar beneden zakken en volgde daarna. Dit is het
verloop der gebeurtenissen, voor zoover ik ze kan ontcijferen.
Te oordeelen naar zijn uiterlijk, moet hij van middelbaren leef
tijd zijn, en natuurlijk is zijn gelaat door de zon verbrand, daar
hij zoo langen tijd in de gloeiende atmosfeer van de Andaman-
eilanden heeft doorgebracht Zijn lengte kunnen wij ongevee*
berekenen naar de lengte van zijne voetstappen, bovendien weten
wij, dat hij een baard droeg. Zijn baardig gelaat was het eerige
wat Thaddeus Sholto achter het venster van hem had gezien.
Ik geloof niet, dat er nog iets anders was."
//Zijn metgezel echter?"
i/O, dat ia geen geheim meer voor mij. Gij zult evenwel
spoedig genoeg alles weten. Wat een heerlijke, frissche morgen
Zie eens, die kleine, drijvende wolkjeshoezeer gelijken zij op
de 'veeren van een reusachtigen flamingo. -Die roode rand van
de opgaande zon vertoont zich achter de londensche nevelen.
Die zon werpt hare stralen op millioenen menschem, maai: ik
durf wedden, dat geen hunner op zulk een zonderling avontuur
uit is als gij en ik. Hoe klein gevoelen wij ons, met onze nie
tige eerzucht in tegenwoordigheid van deze groote natuur
krachten. Zijt gij nog al bekend met Jean Paul?"
//Tamelijk. Ik heb het tot Carlyle gebracht."
„Hij maakt een zeer eigenaaidige, maar diepzinnige opmer
king, namelijk dezeHet ware bewijs van de grootheid van den
mensch is zijn bewustzijn van zijn eigen nietigheid. Voedsel tot
denken vindt m»n in overvloed in Richter. Hebt gij ook een
pistool bij u?"
„Ik heb mijn wandelstok."
„Het is best mogelijk, dat wij een wapen noodig hebben,
wanneer wij om in hun hol wagen. Jonathan laat ik aan u over,
maar wanneer de ander grappen begint te verkoopen, dan schiet
ik hem dood."
Na dit gezegd te hebben, haalde hij zijn pistool te voorschijn,
^aadde twee der kamers en stak het vervolgens in den linker
borstzak ran zijn jas.
Wij hadden al dien tijd onder leiding van Tcby het spoor
gevolgd in de richting van de wereldstad, knge half landelijke
villa's. Wij bevonden ons echter weldra i* meer dicht bewoonde
gedeelta der stad, waar werklieden en dokwerkers zich reeds
op straat bevonden en naar hun werk gingen, terwijl slordig
gekleede vrouwen, bezig waren de luiken weg te halen en de
drempels te vegen. De tapperijen op de hoeken der straten
waren juist geopend, en mannen met ruwe gelaatstrekken kwa«
men er uit te voorschijn, terwijl zij met hunne mouw hun mond
afveegden, na hun mosgenslokje te hebben genomen. Allerlei
honden kwamen wij tegen en zij staarden ons verwonderd aan,
wanneer wij hen voorbijgingen, maar onze Toby keek rechts
noch links en liep steeds voort met zijn neus dicht bij den
grond, terwijl hij nu en dan huilde, ten teeken, dat hij wee*
versche sporen had ontdekt.
Wordt vervolgd f)