Meaico; R. C. Keno, to Bangkok, en J. C. T. Reelfs, te Calcutta. Eenige mededeelingen volgen dan over de 4 jonge mannen die, behoorende tot de eigenlijke candidaten der Vereeniging, in het afgeloopen jaor naar overzeasche gewesten zijn vertrokken. Onder dezen is éen, die voor de hem te Pecang toe bedachte werkzaamheden ongeschikt ge bleken en buiten madewerking der Vereenigiog herwaarts teruggekeerd is. Voorts is medewerking verleend aan twee jonge mannen, die, evenzeer naar den vreemde vertrokken, echter niet vol komen tot de candidaten der VereeDi- ging kunnen worden gerekend. Eén van dezeD, die de Smyrna geheel zelfstandig eene plaatsing had gekregen, heeft aan bevelingen van het bestuur der Vereeni- ging medegenomen en staat thans met haar in blijvende relatie, „daar hijzegt het verslag, „gaarne naar zijn vermogen wilde werkzaam zijn in den geest van ons programma". Ietwat uitvoeriger d»n de voorgaande, zijn de thans in het verslag volgende bizonderheden over de categorie van candiaaien der Vereenigiog, welke gevormd wordt door//oenige jonge mannen, die onze medewerking genieten voor plaatsing in overzeesche gewesten, doch die, alvorens tot hunne eigenlijke bestemming te kunnou komen, nog eene speciale voorbereiding behoeven". Het blijk dat er van zoodanige jongelieden in het geheel 5 zijn, van wie de mees ten op kantoren in Engeland geplaatst zijn. Het was voor het bestuur eene teleur stelling dat het versehi'lende goede en zelfs mooie gelegenheden tot plaatsing van candidaten ongebruikt voorbij moest laten gaan, eenvoodig omdat zich daar voor geen geschikte jonge manner) voordeden. //Zoo hadden wy zegt het verslag, //een tweetal jonge mannen kunnen gebruiken voor China, een of twee voor Bangkok, twee of drie voor Meaieo, eD voor aldaar ook eenige kundige admini strateurs voor cultuur-ondernemingen. Wij hadden ook nog eene aanvraag voor Perzië en ook nog eene voor eene andere plaats, terwijl voor weder andere plaat singen ons althans vooruitzichten werden geopend. Maar van dit alles kon niets komen, daar wij geen aanbiedingen ont vingen van personen, die voldeden aan de eischeE welke .daarby gesteld waren. De ondervinding in d©2e opgedaan, inderdaad niet aangenaam. In de eerste plaats toch derfden wij op die wijze volkomen de vruchten van vele en ijverige bemoeiiuge<n niet alleen van onszelven, maar ook van hen die in den vreemde ons wel iiunae medewerking hadden willen verleenen. Voorts veroorzaakte het ons ook verder neg veel arbeid, die ten slotte geheel nutteloos bleek. Bij eene gelegen heid was bet aantal der aanbiedingen, die wij meonden in overweging te kunnen nemen, en die dientengevolge tot talryke besprekingen en veol correspondentie aanleiding gaven, maar die ten slotte toch afgewezen moesten worden, weder niet minder dan een veertigtal. Maar vooral was er dit, dat wij hierdoor ge noodzaakt werden om op den aanvanke lijk gevdgden weg niet door te gaan. Wij moesten samelyk het opgeven, 0111 vooraf gelegenheid tot plaatsing te zoeken, waar- wij die gaarne gevonden zouden hebben. Het gaat niet aan, aanzoeken uit te lokken en dan, als die tot ons komen, daaraan niet te kunnen voldoen. De vol voering van onze taak wordt hierdoor echter niet vergemakkelijkt". Deze onder vinding leert, dat de Ver- eeniging zich vooreerst er meer en meer toe zal moeten bepalen, aan de plaatsing in den vreemde eene speciale voorberei dingsperiode te verbinden, welke bemoei ingen zich slechts tot enkelen kunnen uitstrekken. Niettemin blyf't bet bestuur verwachten, dat reeds het bestaan der Vereeniging op zich zelf «ene aansporing zijn zal voor vale jonge mannen om zich te bekwamen, ten einde voer plaatsingen in den vreemde in aanmerking te kunnen komen, daarheen hum streven te richten. Uit het finaccieelo overzicht blijkt dat de jaarrekening ever 1890 een sadeelig saldo oplevert van 359.40. Door de N. A. S. M. wordt op 1 A pril met het stoomschip Edam, eene nieuwe lijn geopend naar Balti more. Deze afvaart, alaruedo de 2de per Schiedam op 29 April, hebben plaats van Rotterdam, de derde op 27 Mei met de Zaandam van Amsterdam, om dan vervolgens elke 14 dagen zoo mogelijk beurteling van Rotterdam en van Am sterdam te vertrekken. Op deze lyn worden alleen lste en 3de passagiers vervoerd. (N. R. Ot.) De brand in de //brandvrije" fabriek te Grouau is onder het werken te zes uur des namiddags ontstaan hoe is onbekend. De fabriek itotaal afge brand. Er waren 55,000 spindels in werking, met circa 240 arbeiders. Een ze9tal personen zyn door hat omvallen van muren verwond, ééu ernstig. De andere fabrieken bleven behouden. Te Borger is eene zilveren munt van 1696 uitden gro*d gedolven, en een fraaie steenes Nji, van zeer harde stof. Te Venloo zijn valsche twee- markstukken in omloop en in de nabij heid dier plaats heeft men een bank biljet vau ƒ1000 in ontvangst genomen, dat insgelijks valech was. Kort yéor*jzyn dood raadde hij zijn zoon Tengkoe Amin ca zijn dood de wapenen neder te leggen, zich te Tfrou Pedir te vestigen en zich daar aan den dienst van Allah te wijden, dewijl er voor hem geen kans zou bestaan om het verzet tegen het goevernemen t met sucoes voort te zetten. Tengkoe di Tirou, wiens wezeniyke naam Tengkoe Saraan was, is nu voor goed van het wereldtooneel verdwenen. Het mag aangenomen worden dat met zijn dood de kraeht van het atjehsche verzet gebroken is. Na Said Abdul Each- man was er gee» Atjeher, die zulk een grooten invloed op de inlandeehe bevol king in dit gewest bezat als deze priester- koning hij was feitelijk de éénige ziel van de vijandige beweging, zoowel in als buiten Groot Atjeh.-De ten strijd) trekkende Atjehers bereidde hij, geltjiï daat en stond op het punt van gedegra-' deerd te worden. Wellicht om deze ver nedering te ontgaan, verliet hij onze zyde. Pogingen te zyner achterhaling bleven vruchteloos. Toekoe Bintara Paleuh is van Segli hier aangekomen, ter bespreking van pacificatie-aangelegenheden en openstel ling van de noordkust te verkrygen, dewijl aldaar nijpend gebrek aan de eerste levensbehoeften bestaat. BUkkade handhaven, als het u belieft Te Ksmala, de residentie van aeB pretendent-sultanheerseht thans de chelera in hevige mate. Toeankoe Pangeran Heesin is van Kota-Kadja naar Segli vertrokken, van waar hij na overleg van Toekoe Radja Pakeh en wellicht met dezen naar Keeaala denkt .te gaan, om Toeankoe Daoed over de pacifiicatie te spreken. De atjeheache hoofden in ons vyandig het heette, tot d« opname in het paradys gezinde Sagi XXV zyn aan hot beraad- Fmaneieel® mededeelingen. Het Rotterdamseh Weekblad voor fondsen die niet geregeld in ojficieele beursnotee- ringen voorkomen(redacteur de heer John M. Maury), bevat de volgende opgave van fondsen, verüandeld in do week, den 14eo Maart 925 100JS 102 Aand. Rotterd. Deli-Mij. a 160-161 pet. Cert, van aand. Tab.-Mij. „Arondsbhrg" Oblig. Heinekens Bierbr. Mpij. Ie Hyp. Aand. Rott. Suikerraffin. Aand. Coomans Café Restaurant 1886. Aand. Mpij. tot Verk. v. Beb. Gr. op Feijenoord Aand. Ned. Stoomb.-Mij. Oblig. Passage-Maatseh. Aand. Rott. Liquidatiek. 100-100', 19 59-60)4 101ü 111-113 V1SSCHERIJ. Nieuwediep, 12 Maart. Heden kwam van de groota visscherij birtnen de 6loep Admiraal van Kinsbergen (PR. 3), sch. Van Pelt, met 220 levende, 50 doode kabelj., 16 lev. lengen, 50 punt rog, 3 ben vleet en 200 schel v., terwijl door 7 korders 5 tot 10 mandjes kl. scliol en 1 raaad schar, en door trekkers 150 tal haring werden aangeveerd lev. kabelj. geld 2.20 k f 2.35, doode id. ƒ1.35, leng ƒ2.65 per stuk, rog ƒ7.75 f 7.65 per punt, vleet 13.50 per ben, schelv. 39 h*t bonderd, kl. schol f 4 4.25 per mandje, schar 2.50 per and en haring 2.75 k f3 per tal. KOISIUEH. (Uit bataviasche bladen van 710 Februari.) BATAVIA, 10 Februari. Aaa de Atjeh-kroniek der Sumatra Ct, loepende tot 31 Jannari, is het volgend© ontleend De belangrijkste gebeurtenis, ia de laatste weken voorgevallen, is ongetwij feld het overlijden van het priesterhootd Tengkoe di Tirou te Anagaloeng op den 19en dezer. Reeds sedert geruimen tijd had hy zich daar een versterkte woning gebouwd en ook zijn hoofdkwartier op geslagen. Twee dagen vóór zijn dood vloeide hem bloed uit mond en ooren, waaruit de Atjeher do gevolgtrekking maakt, dat hy vergiftigd zou zijn. Op het bericht van iyn verscheiden toog het grootste gedeelte der bevolking buiten de Linie naar Anagaloeng, om baar geestelijk opperhoofd de laatste eer te voor en hunne wepenen zegende hy immer vóór het gevecht in. Voor zoover bekend, is er niemand, die Tirou met evenveel suoces als politiek raddraaier zou kannen vervangen. Twee dagen vóór Tirou's dood over leed ook Toekoe Panglima Polim, alias Radja Koeia te Lamsi, een man, die in vorige jareu mode een groote rol op staatkundig gebied speelde, dooh die in den laatsten.^tijd wegens hoogen ouder dom niet meer van zich deed hooren. Deze man ia onder dezelfde ziektever schijnselen als die, welke zich bij Tirou voordeder;, bezweken, om welke reden men ook hem als een slachtoffer van vergiftiging beschouwde. Als de belager van Tirou's en Polim's leven wordt door den Atjeher genoemd Toekoe Baid, die sedert de laatste jaren zich buite» de linie metterwoon gev; tigd heeft, zich weinig in ons middeo liet zien en zijne landsbezoldiging als hoeloebabaDg periodiek door een ge machtigde te Kota-Radja liet ontvangen. Voor het aan Baid ten laste gelegdt bestaat echter nog geenerlei bewijshet. zal derhalve wel eene ongegronde ver dachtmaking zijn. Aan Baid is thans evenwel te kennen gegeven, dat hij zelf naar Kota-Radja moet komen, als hij Ijne bezoldiging weneckt te ontvangen gemachtigden voor de ontvangst daarvan wil het bestuur niet langer erkennen. Buiten de linie, en wel in de IV Moekims, zijn mede in de laatste dagen gestorven de vijandig gezinde hoofden Tengkoe Lampaia, weleer oelama en kadiï (schriftgeleerde en rechter) van Atjeh'g sultau, en zijn broeder Tengkoe Lamkroet. Zij bezweken tengevolge van hoogen ouderdom. Toekoe Imam Longbatta en Toekae Oemar hebben onmiddellijk na Tirou's dood zich candidaat gesteld als krijgs- hoeloebalaug in de plaats van dezenzij zonden brieven aan de atjehsche hoofden zoowel in als buiten de linie, met ver zoek hen als zoodanig aan te stellen en hen dadelijk van geld en gewapend volk te voorzien, ten einde den heiligen oor log teger, de Qafira te kunnen voort zetten. Toekoe Oeinar, die zich thans in Rigas ter Westkust bevindt, heeft tevens te kennen gegeven dat hij spoedig in Groot-Atjeh zal terugkGtneD. De beschik king op hun beider verzoek is nog niet bekend. Nja Banta, de ons gezinde hoeloe- halang der XXVI Moekims, wijdt zich thans uitsluitend aan godsdienstige over denkingen, leidt een kluizenaarsleven en tracht het geheim der onkwetsbaarheid van het Opperwezen te ontvangen, ten. einde de Kemala-partij met succes het hoofd te kunnen bieden. Toen dezer dagen het grootste gedeelte van den aanhang der Kemala-partij naar Anaga loeng was getogen ter bywoging van Tirou's begrafenis, had hij zeker met gemak zijn slag kunnen slaan. Deze gunstige gelegenheid heeft hij echter on benut doen voorbijgaan', naar beweerd wordt, op aanraden van zijn schoon vader Toekoe Neq. Te Kota-Pohama is een europeescho sergeant met ^medeneming van geweer en patronen, ten getale van p.m. 300 stuks, naar den vijand overgeloopen. De J deserteur was een slecht oppassend sol- slagen over de verheffing van Toekoo Radja Mohamad te Paaglima-Sagi, ter vervanging van Toekoe Setie Otlama van Paroi, die uit hoofde van hoogen ouderdom niet langer in staat is om de wapenen tcgeB ons te voeren. Gisterennamiddag heeft te Batavia op Pintoe Be6Ïe eone poging tot moord, gevolgd door zelfmoord, plaats gehad. Een twintigjarig jongmensen, zekere W., aldaar bij zyno grootvader inwo nende, had sedert eenigen tijd het oog laten vallen op eene mede in die bunrü wonende jonge dame, mej. B. Het jonge- mensch was zonder betrekking, zoodat van een huwelijk aanvankelijk niets kou komen. Hij hield echter bet meisje aan baar vroeger in eeu onbewaakt oogen- biik gegeven woord om hem en geen ander te zullen trouwen. En toen W. nu dezer dagen vernam, dat een ander het meisje het bof maak*e, schijnt hij het besluit te hebben genomen zich te wreken. Dat besluit is gisteren tot uit voering gekomen. Des morgens begaf hij zich naar Meester-Corcelis om daar eene revolver van zijnen oom te leeoen, waarin hij onder een of ander voorwendsel slaagde. Te huis teruggekomen, vroeg hij aan zijne grootmoeder om ƒ1.50, voorwen dende dit noodig te hebben om een zegel te koopen. Dit geld besteedde hij echter om patronen te koopen. Intusscheu was zij» oom van Meester- Cornelis overgekomen om zich omtrent de revolver te vergewissen. Hij ver trouwde blykbaar dit wapen den jongen W. niet toe. Herhaaldelijk vpceg hij het terug, totdat eindelijk W. het n:t zijnen broekzak te voorschyu haalde en zeide z/die mij aanraakt, schiet ik dood." On middellijk daarop verliet li ij het huis en begaf zich naar de woning van mt-j. B., welke op ongeveer 100 pas van do zijne ligt. Daar trof hij haar aan in tegen woordigheid van eene vriendin. Zonder een woord te zeggen, loste hij drie scho ten op het meisje twee veroorzaakten slechts onbeduidende kwetsuren, de derde kogel drong haar in de hand, welke vermoedelijk geamputeerd zal moeten worden. Toen hij het meisje zag vallen, liep hij, haar dood wanende, naar buiten en keerde het wapen tegen zichzelf. Een kogel van onder den mond binnen gedrongen, verbrijzelde do hersens. Bij goev. besluit is goedgevonden de formatie van het onderwijzend personeel aan de hoogere burgerschool te Samaran uit te Dreiden met twee leeraren, één i de moderne taleu en bare letterkunde en één in de wiskunde, ieder op eene bezoldiging van ƒ450 's maands, met drie vierjaarlijkse he verhoogingen van ƒ100 '8 maands. Men meldt ons dat de justitie bij haar onderzoek naar den postdiefstal van ƒ82,000 zoo ver is gevorderd, dat bij haar gegronde vermoedens gerezen zijn tegen een bepaalden persoon. Javabode In de Deli" Courant van 24 Januari wordt ernstig geklaagd over de kust verlichting van Deli. Het nieuwe gas lichtschip, dat 50 minuten sioomens van de kwala Deli in zee ligt, geeft geen licht, op de Twee Gebroeders bij de kwala Assaban is het donker, en ds-arom zou het wensehelijk zijn op het eiland Salahnama een vuur te hebben, dat eren. zeer noodig is op het eiland Varolla,op. de hoogte dan de kwala Bedagei. Wat het eerste punt betreft, het ver beteren van den toegang tot de Belawan daarin zal spoedig voorzien wordeD. Gas- lichtschepen als men daar een heeft ge legd ter vervanging van het oude lekke lichtschip, waarop altyd beri beri heerschte en dat zsep duur was voldoen in Europa zeer gred en ver- meedelyk is er dna aan het hier be» doelde, het eerste in Indië, het een of ander gebrek dat verholpen kan worden. Om dat te onderzoeken, is de inspecteur Van Drooge naar Deli vertrokken, ter wijl tijdelijk het oude lichtsehip weer in dienst as gesteld. Het licht aan den ingang der kwala Asaakan is werkelijk slecht en m»et ver beterd worden; de Twee Gebroeders zou men bij dik regenachtig weer toch niet kunnen zien, ook al waren er kleine lichten op, ea van groote kan geea sprake zijn. En het eiland Varella lig; f.o hocg voor een gewoon licht, en een licht van do le of 2e orde is het nog niet waard geoordeeld. ■m -IsffiUS (Jawabode.) De russische grootvorst-troonopvol ger heeft verzocht hem bij zijn komst hier te lande niet met ceremoo jëel af le halen of te ontvangen en hem dadelijk n?.ar de Preanger te laten doorreizen. Vau feestelijkheden hier ter stede zal dus wel niets komen. Misschien hebben zijne neven, die on langs hier waren, den prins wel gera den, liever eeu deel van Java's binnen land te gaan zieu dan zijnon tyd te Ba tavia door te brengen. Dat hij trouwens niet op eene plech tige ontvangst is gesteld, leert ons het verhaal van zijn komst te Bombay. Naar aanleiding van het feit, dat, bij gelegenheid dat het viv ros -transport van Wa Do naar Ekofeto op Zuid- Flores door de RokkaDtezen werd over vallen, niet alleen de luitenant Diémoot, fuseliers, dwangarbeiders en vrouwen, maar ook kinderen zijn gedood, is door deu chef van den ger.eralen staf aaa de verschillende korpscommandanten gelast voor te waken, dat in het vervolg geene kinderen naar het oorlogsveld worden meegenomen, maar dat deze o;i- der militair toezicht in de vredesgarni- zoenen achterblijven, ook al wordt bet de moeders vergund hare mannen te volgen. CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend Een tweej. verl. naar Nederl.,. wegens ziekte, aan den logen, le kl. bij het mijnwezen J. A. Schuurman i een twecj. verlof naar Europa, wegens ziekte, aan de onderwijzeres 2e kl. B. S. A. Gastrcann. MILITAIR DEPARTEMENT. Verleénd ten tweej. verl. naar Neder land, wegens twaalf jarigen onafgebroken dienst, aaa den kapt. dei' inl'. D. A. Okhuijzon. Geboorte- en Doodberichten. (Uit de ind. bladen van 7 tot 14Febr.) GEBOORTEN M C. Hoorn- Granpré Molière d. S. DavidsonW. J. Jaquet d.P. F. SlaudacherOost hoek z.P. R. Bell d. Z. Gabriel— Wolter d.E. A. Onneuv. d. B rg z. allen te Batavia. - A. Webor -Rijnen berg d. Paleinbaug. J. C. Keutelde Pinóda z. Sirgkawang (Borneo). - J.P. H. Schotman - De Ltssasie z.eöhtgen» van De Prefer z.echtgon. van Zegers z. allen fe Padang. - W. Freericks Kessens z. Batang-Baros. - F. Lora- v. d. Berg d. Kspabiang. - C. Smits Esche d. Djomb/ing. - S. Schwartz Sikman d. Riouw. - Jordaan— Simon d. Cheribon. - H. J. M. TiemersmaBize- laar d. Tangerang. - De Leeuw z. Joana. - Eektgen. van F. Ondaatjo d. Buiten zorg. - Cruys Henn d. Medao. - Pryce Margadant d. HaagIdzardi d.Ch. M. LngtenDe Bovy d. allen te Batavia. - L. Sametfeini z. Blitar. - M. Bout Baesjou z.W. Hoekstrad 'Graaffz. heid op non-activiteit met een pijnlijke Achillespees een wande ling van zes mijlen gaat mak^." z/Maar de bondgenoot, niet Jonathan, heeft de misdaad begaan." „Juist. En zeer tot Jonathans misnoegen, te oordeelen naar de wijze, waarop hij met zijn voet stampte bij het binnentreden der kamer. Hij koesterde geen wrok tegen Bartholomew Sholto en had liever gewild, dat men dezen slechts gebonden en het schreeuwen belet had. Hij wilde liever geen moord op zijn ge weten hebben. Er was echter niets aan te doende wilde natuurdriften van zijn metgezel waren in hem ontwaakt, en het vergift had zijn uitwerking reeds verricht: Jonathan Small legde nu het bewuste stuk papier neer, liet hét kistje, met behulp van een touw, naar beneden zakken en volgde daarna. Dit is het verloop der gebeurtenissen, voor zoover ik ze kan ontcijferen. Te oordeelen naar zijn uiterlijk, moet hij van middelbaren leef tijd zijn, en natuurlijk is zijn gelaat door de zon verbrand, daar hij zoo langen tijd in de gloeiende atmosfeer van de Andaman- eilanden heeft doorgebracht Zijn lengte kunnen wij ongevee* berekenen naar de lengte van zijne voetstappen, bovendien weten wij, dat hij een baard droeg. Zijn baardig gelaat was het eerige wat Thaddeus Sholto achter het venster van hem had gezien. Ik geloof niet, dat er nog iets anders was." //Zijn metgezel echter?" i/O, dat ia geen geheim meer voor mij. Gij zult evenwel spoedig genoeg alles weten. Wat een heerlijke, frissche morgen Zie eens, die kleine, drijvende wolkjeshoezeer gelijken zij op de 'veeren van een reusachtigen flamingo. -Die roode rand van de opgaande zon vertoont zich achter de londensche nevelen. Die zon werpt hare stralen op millioenen menschem, maai: ik durf wedden, dat geen hunner op zulk een zonderling avontuur uit is als gij en ik. Hoe klein gevoelen wij ons, met onze nie tige eerzucht in tegenwoordigheid van deze groote natuur krachten. Zijt gij nog al bekend met Jean Paul?" //Tamelijk. Ik heb het tot Carlyle gebracht." „Hij maakt een zeer eigenaaidige, maar diepzinnige opmer king, namelijk dezeHet ware bewijs van de grootheid van den mensch is zijn bewustzijn van zijn eigen nietigheid. Voedsel tot denken vindt m»n in overvloed in Richter. Hebt gij ook een pistool bij u?" „Ik heb mijn wandelstok." „Het is best mogelijk, dat wij een wapen noodig hebben, wanneer wij om in hun hol wagen. Jonathan laat ik aan u over, maar wanneer de ander grappen begint te verkoopen, dan schiet ik hem dood." Na dit gezegd te hebben, haalde hij zijn pistool te voorschijn, ^aadde twee der kamers en stak het vervolgens in den linker borstzak ran zijn jas. Wij hadden al dien tijd onder leiding van Tcby het spoor gevolgd in de richting van de wereldstad, knge half landelijke villa's. Wij bevonden ons echter weldra i* meer dicht bewoonde gedeelta der stad, waar werklieden en dokwerkers zich reeds op straat bevonden en naar hun werk gingen, terwijl slordig gekleede vrouwen, bezig waren de luiken weg te halen en de drempels te vegen. De tapperijen op de hoeken der straten waren juist geopend, en mannen met ruwe gelaatstrekken kwa« men er uit te voorschijn, terwijl zij met hunne mouw hun mond afveegden, na hun mosgenslokje te hebben genomen. Allerlei honden kwamen wij tegen en zij staarden ons verwonderd aan, wanneer wij hen voorbijgingen, maar onze Toby keek rechts noch links en liep steeds voort met zijn neus dicht bij den grond, terwijl hij nu en dan huilde, ten teeken, dat hij wee* versche sporen had ontdekt. Wordt vervolgd f)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 2