NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Jaargang.
Donderdag 26 Maart 1891.
No. 23
Él#&rA'
ADVERTENTlEN:
S T A D S N I E U ff S.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Schat van den Hadjah.
SÈï'
•3Bs«5R«
A BON NEMEN TSPRIJ8
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- eti Feestdagen.
BureauKleiDo Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer Ï2£-
'A'V%^h -
*9) lAss-j-i
'dr^i
Dirsotem-eit-Uitgevers J. C. PEEKEEOOüü en J. B. AVIS.
van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cento*
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertenties worden aangenomen dof»?
onze agenten en door alle bcekhaiideis.re.a en courantietr.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Bublicite Mrangère Go L> DA.L'BJS if Co., JOHN F. JCNB8, Snee., Barijs Slbis
Montmartre.
cCM£3t£S'JUSiaSi^S5g»iJ«»
Haarlem 25 Msarfc 1.891.
Naar wij vernemen, i» op oano Dins-
agavoad iu „Café Nenf" alhisr gökou
buitengawone algemeeao vergaciaring
de vereenigiag van Industriealan en
oopliödes, feetreÜeaae bouwkunde en
anverwanta vakken, hot saodeelon-
apitaal, groot 50000, tot waarborg der
oor die vereeniging opgerichte afdee-
icg Verzekering tegen Invaliditeit en
ingelukken onder havo lecion, door 46
eelnemera geheel volteekend, terwyi
eorlospig reeds belangrykc toezeggingen
oor doorloopende veraekering zyn ge-
De heer W. Kayk, bloemist to Hille-
om, tosnt in een artikel over de jaeht-
et, opgenomen in Aviculiwabijvoegsel
an het weekblad Floralia, het oaaaege
aan eo vergoeding aan de paeh-
van grond toe te keaaea veer de
-hade, aan hun gewas teegebraokt doer
agers. Dat stelsel is oek in D«itseh-
and afgeschaft en daarvoor is iets ia
plaats gesteld, dat, mits eerlijk toe
gepast, siet kwaad is. A.le men er echter
ede doet als met art. 26 der jachtwet,
an geeft het weder niets.
Art. 13 van de jachtwet in Pruisen
1. zsgt nu/,H©t Staatstoezicht kan
bezitters van vruchten, druiven,
roentRE, bloem- en boomkweekeryen
.achtiging verleenea om vogels on wild,
ai in die kweekersen schade vereer-
aakt, door schietgeweer te doodea."
De rechthebbende op het jachtgebied
an eischen dat hem de gevelde dieren,
oor zoover ze tot zyn jachtreoht behoe-
tegen betaling van het sehietgeld
olgeas gewoonte werden overgeleverd,
schr. wil echter, dat het facultatie-
e der bepaling in eeae positieve bepa
ling wordt veranderd.
Ter voorkoming dat de wildstand
ordfc uitgeroeid, geeft bfj het denk-
eld aan om, evenals hoenders, haaen
te fokken, in ieder geval het »hadel$k
edierte te lecaliseeren.
De Swolsohe Cfi. waarschuwt tegen
verdoving in de beweging tegea de
'achtwet. Zoowel zy, die vóór als die
egen wijzigingen in die wet zyn, heb
ben zich nog al eens aan overdriving
huldig gemaakt en dit schaadt aJtyë
moer dan men dikwijl# denkt. De
Crt. gelooft dat deze conclusie ge-
rokken moet worden: de jachtwet is
«ene sleshte wet, welke dringend, aoo niet
"fsehaffssg dan toch wijziging behoeft,
[in den geest als de heer De Klastor
ngeeft. Of daar kans toe is, valt
te betwjgfelen. Vooreerst zal het nogal
wat geld kosten, om do heerlijke reeh-
ten af te koopea, want daartoe zal mem
took moete» geraken e» is het te vree-
zam dat de belangen va» de schatkist
hiermede niet te rijmen zullen boeten
tezija.Ec verder zyn ia ons parlesaent,
voornamelijk ia den senaat, jachtlief
hebbers zeer talrijk vertegsawoordigd en
zal het wel geene verwendering wek
ken, als b$ h«n de natnev boven de
leer zal blijkon te gaan. Wellicht dat
het goed ware, voer de aanstaande ver
kieziagen de meeeiug der verschillende
candidaten eens op dit punt in te win
ced 't eou voor de kiezers en later
voor de gekozenen eoa® kleine vinger
wijzing kunnen z^a.
Als voorzitter van het polderbestuur
vaa den Poelpolder onder Haa?lemiser-
liedt is gekozen de heer M. Engelen te
Haarlem.
Uit Beverwyk wordt gemeld:
De gedelegeerden van de katholieke
kiesvereenigiag ia dit distriet hebbes,
naar Het Centrum mededeelt, h esloten
aan de ledenvergadering niet voor te
stellen den heer Engelberts, burgemess
ter van Zandvoort, tot eandidaat voor de
Tweede Kamer aan te wijzen.
Aan de torpedo-insehistplaats in zy-
kacaal F, is de kanonneerboot no. XVII
aangekomen met een detachement tor-
pedisten onder bevel van den luit. t,z.
Ie hl. Kiayk.
Ia stryd met andere be-
riehten, die melden, dat van de aan
staande komst des duitsehen keizers hier
te lande nog niets bekend is, verklaart
het N. v. d. D., dat de geruchten //hoe
langer hoe meer stelligheid" verkrijgen.
z/Hefc is evenwel «eg aiet zeker of
Z. M. rechtstreeks ia de hoofdstad zal
aankomen of via Den Haag. Dit hangt
er van af of zyn komst samenvalt met
het verblijf van do heide Koninginnen
te Amsterdam in de laatste week van
Mei".
H. M. Koningin Wilhelmiaa
ontving Maandag wederom ten paleiae
een 12tal kinderen op een partijtje, dat
van 3 tot 5 «ren duurde.
Door De Standaard werd
vóór een paar dagen gezinspeeld ep een
gerucht, velgens hetwelk de miaister
Dyserinek den heer Land bi; dajengsto
beneemingen zou gepasseerd hebben
wegens andere redenen dan in de Eerste
en Tweede Kamer algemeen werd aan
genomen redenen, die de minister in
geev geval aan de Kamer had willen
mededeelen.
-
Da Middelburgsehe Ct. brengt in deze
geheimzinnige zaak eecig meerder licht.
In een //Brief uit de Hofstad" wordt
aan genoemd blad geschreven
//Er ia ees oud spreekwoord, dat zegt
z/Wie oen kuil voor een ander graaft,
vsdt ey wal eens zelf in". Zou dit toe
passelijk zijn op den minister Dy3eriDck,
die Donderdag een zoo ernstige neder
laag leed n ar aanleiding van zijn han-
dèlwyze tegenover het kamerlid-zeeoffi
cier ep non-activiteit Laad Uit da
houdieg van den minister zou ssen geneigd
zijn te gelooven, dat hij siet zoo erg
tegen zijn zin ia de kuil gevalles is,
maar dat hij integendeel in de gehoudea
interpellatie geschikto gelegenheid
zag om van zijn ministerie&lo portefeuille
bevrijd te worden, waartoe hij asder»
hoezeer hij er ook naar haakte
geen kans scheen te zien door den drang
van zya ambtgonooteD, om toch niei
moedwillig een bres ia het kabinet te
deen ontslaan. Het is wel watonbegry-
pelijk, dat een minister zulk ees nederlaag
als het ware sitlokt, snaar inderdaad
heeft d« beer Dyserinch dit Donderdag
gedaan. Had hy de eigeBlyhe reden vaa
het pasaeer&n van den h9er Land aan
ds kamer medegedeeld, hoogstwaarschijn
lijk zou deze den minister iu het gelijk
hebbeu gesteld, areaals tal van offi«iere«
doen, die met de ware toedracht der
zaak bekend zijn. Di» rede» moet niet
zoozeer gelegen ays in het sohryven door
den luitenant ter zee op non-activiteit,
van de bekende dagbladartikelen deze
ware» vaa dergelyfe«.3 inhoud, dat zjj,
volgens den galnieter, verkeerd konden
werken op de subordinatie der mindere
schepelingen, doch dit seheen de regeering
wel door de vingers te willen zien, omda6
zij zieh kan iod»Bken in de tneening
van den sthryver, dat publiceering van
mis8taBde& tot verbetering leiden kan.
Daarvoor is het intusschen voldoende,
wanneer de hoegere autoriteiten die
stukken lezen dat zij onder de oogen de*
minderen komeü, kan niet dan sehadolijk
zyn voor de diseipline, de tuoht. Daarom
ware het misschien beter geweest, wanneer
de heer Land den brochure-vorm had geko
zen. Doek ook het opnemen vaa die
stukken ia couranten wilde de regeering
niet zoo euvel duiden, omdat daaruit nog
niet de toeleg bleek om de mindere
sekopeliagen er van te doen kennis nemon.
Dien toeleg van den schrijver leidde men
eek tor af uit het feit, dat hy zich beyverde
om het door hem geschrevene door de
minderen te doen lezen; hy vergenoegde
zich niet met de mogelijkheid, dat de
nummers der couranten don matrozen
der marine in handen kwamen, maar hy
zorgde zelf voor de verspreiding daarvan
aan beord van de oorlogsschepen. De
bedoeling van den keer Laud was wellicht
zoo kwaad niet, maar de regeering zssr
in zijn handelwijze oen afkeurenswaardige
daad. Waarom do minister dit nu niet
mededeelde? Naar men zegt, om het
beginsel te handhaven, dat de Kamer
geen recht heeftde regeerieg tot
verantwoording te roepen over een zaak
als deze. Het is haast ongelooflijk, dat
«ren minister siehzelven opoffert tor wille
van een zoo valsch beginsel, waarvan
het verkeerde in de Kamer zelve door
verschillende ledee werd aangetoond.
Had de heer Dyseriuck een afkeuring
uitgesproken over de bedoelde handelwijze
va-3 den schrijver, daa hadden de vrienden
van dezen hem kunnen verdedigen, op
gronddat hij misschien iets zeer
geoorloofds daarmede op het oog had -
en dan ware het verschil van zienswijze
ia elk geval principieel beeproken en
opgelost of wel de Kamer had zich
bij de opvatting dor regeeriug neergelegd.
Dan zou de miaister aiet zedelijk tot
aftreden gedwongen zijn naar aanleiding
van een handeling, die misschien door
de Kamer zelve als zij de beweegredenen
gekend had zou zy i geedgekeurd.
Of de minister nu zal heengaan Het
schijnt nog niet beslist. Zyn ambtgenoot
van oorlog wil er niet van hooren, omdat
hij daardoor greot nadeel verwacht voor
zyn legerwet. Welke nieuwo titularis zal
zich zoo maar rant bet geheale wetsvoorstel
vereenigen Hier eu daar zal wijziging
worden geëischt, waardoor de zaak al
wordt men het ten slotte eens toch
altyd zeer zal worden opgehouden. Maar
wie zal nu dri® nuanden vóór de
verkiecingen i» dit kabinot willen zitting
nemen En toch gaat ket «iet wel, een
zoo belangrijke zaak als de legerwet af
te doen met een eaiuister van mariLe ad
interim, waartoe daa, uatuurlyk, de
generaal Bergansius zou moeten worden
aangewezen.
Ook wy kunne», zegt De ïjfd, ons
allerminst begrype» wat, ingeval de zaak
in de Middelb. Ct. juist werd voorgesteld,
de» minister tot zyn hardnekkig stilzwijgen
kan bewogen hebben. Zelfs by de strengste
opvatting van de rechte» der uitvoerende
macht tegenover de Staten-Qeneraal
behoefde niets hem te weerhouden, de
door hem gewraakte haadelingeo openlijk
bekend te maken, hetgeen aeer zeker een
wyziging in de gezindheid van veel leden
zou hebben tewceggebpaoht. De veron
derstelling van den correspondent, dat
de minister na de verschillende zedelyke
nederlagen, vroeger reeds door hem
ondergaan, zelf naar een gelegenheid
zocht om zyn portefeuille te kunnen
nederkggeD, komt ons daarom niet on
waarschijnlijk voor."
In druk verschenen is het
//Eindrapport der commissie benoemd in
de 113e algemeene vergadering der Ne-
derlandsehe maatschappij ter bevordering
van Nijverheid, om het onderwerp eener
herziening van den werkkring der Maat-
'schappij in zijnen geheelou omvang in
rijpe overweging te nemen".
Dezer dagen heeft het Jour-
nal des Débats ten brief medegedeeld uit
Brazzaville, waarin weder ernstig ge
klaagd werd over de toestanden in den
vrijen Congostaaf, waar aanhoudend
conflieten ontstaan met de vertegenwoor
digers der handelshuizen, die in goed
vertrouwen op do berlijnsche Congo-
akte zieh daar gevestigd hebben, maar
door de ambtenaren van den staat in
hunnen handel belemmerd en tegenge
werkt word«n. Eón ergerlijk geval
(un fait odieiUBvan den chef van een
belgischen post deelt de correspondent
aan het blad mede, maar hoewel van
drie verschillende zijden bevestigd, wordt
dit feit door da Débats verzwegen //over
tuigd dat dit eene uitzondering vormt,
waarvoor de Congostaat niet verant
woordelijk zou kunnen worden ge
stald."
Het Journal de Bruxelles levert een
zeer lang betoog tegen de beschuldigin
gen van den //Correspondent van Braz
zaville", die men te Brussel zegt te
kennen. De Congo-staat is de eenige
afrikaansche staat, zegt het blad, die
krachtige en afdoende maatregelen neemt
tegen den slavenhandel, en daaronder
behoort het verbod van invoer van wa
penen en //schnick" aan den boven-
Congo. Voor «enigen tijd nu ïs het be
wijs geleverd, dat eene vreemde maat
schappij, de ,/N. Afrik. Handelsvennoot
schap", aan de Arabieren wapenen en
kruit verkocht heeft, waarvan dezen zich
bedienen om weerlooze negers tedooden
en op de troepen te vuren van den
Congo-8taat, dio den eerlijken hantlel
besehermen en den slavenhandel tegen
gaan. Om nu dit vervoer te beletten,
heeft de Congo-staat als politiemaatre
gel bepaald, dat allo ladingen met be
stemming naar den Boven-Congo onder
zocht moeten worden maar de heer
Greshoff, algemeen bewindvoerder van
het nedorlandsche hois aan den Boven-
Congo, stoorde zich daaraan niet en gaf
order, dat op zyoe stoombcoten geen
onderzoek zou worden toegelaten. De
ambtenaren hebben toen geweld moeten
bezigen, en de heer Greshoff, die in
openlyken opstand tegen de wetten ge
komen was, moest uit het gebied van
den staat verbannen worden. Hy ging
naar Brazzaville, en zou hy nu misschien
de schryver der brieven aan de Débats
zyn?
Die brieven overigens zyn niets dan
laster en ingegeven door den kleingees-
tigsten naijverde VryS-Ccngostaat
integendeel is een model van eerlijkheid
en geede trouw en verdient niets dan
lof wegens hetgeen zyne ambtenaren in
Afrika verriehten. Het Journal de Bru-
Naar het eng elteh
A. CONAN DOYLE
26)
HOOFDSTUK IX.
en kink in den kabel.
alk gelooi, dat het voor mijn vriend hier een aangename taak
«al zijn, om den schat Mar de jonge dame te brengen, aan wie
de helft van rechtswege toekomt. Laat aij de eerste zijn, die
den schat ziet. Wal zegt gij daarvan, Watson?*
wHet zou mij hoogst aangenaam zijn.*
„Dat wordt niet bij de wet veroorloofd,* zeide Jones, hoofd
schuddend. //Hel is evenwel een geheel bizondere zaak, zoodat
wij, dunkt mij, over dat bezwaar maar moesten heenstappen. De
schat moet daarna aan de autoriteiten worden overhandigd, tot
dat de zaak beëindigd is.*
//Zeker, dat zal ook geen bezwaren opleveren. Maar nog wat
anders. Ik zou gaarne eenige bizonderheden over deee zaak
vernemen van de lippen van Jonathan Small. Gij weet, dat ik
gaarne dergelijke zaken tot in de bizonderheden wil uitwerken.
Zonder eenig bezwaar kan ik toch zeker wel een niet officieel
gesprek met hem voeren, hier op mijne kamers of ergens anders,
gedurende den tijd, dat hij in voorioopig arrest is?"
z/Gij zijt natuurhjk meester van den toestand. Ik heb tot dus
verre nog geen enkel bewijs gehad van het bestaan vaa dien
Jonathan Small. Wanneer gij hem echter in uw macht kunt
krijgen, dan zie ik niet in, waarom ik u dit onderhoud met
hem zou weigeren."
z/Dat is dus afgesproken
//Zeker. Is e* nog iets anders?"
//Alleen zou ik nog gaarne willen, dat gij met ons bleeft
dineeren. Over een half uur zal het diner gereed zyn. Ik heb
oesters, een paar heerlijke korhoenea en eenige merken witten
wijn. Ja, Watson, gij hebt nog nooit mijne verdiensten als
gastheer kunnen erkennen."
HOOFDSTUK X.
Het uiteinde van den eilandbewoner.
Wij hadden een vroolijk middagmaal. Holmes kon zeer gezeb
lig praten, wanneer hij in een goede stemming was, en dien
avond was hij m een goede stemming.
Hij scheen in een toestand van zenuwachtige opwinding te
verkeeren. Ik had hem nog nooit zoo vroolijk gezien. Hij spiak
achtereenvolgens over verschillende onderwerpen over too-
verspelen, over het pottenbakken in de middeneeuwen, oyer
Stradivariusviolea, over het boeddhisme op Ceylon en over de
oorlogsschepen de* toekomst en het scheen alsof hy van
iede* onderwerp in het bizonder zijn studie had gemaakt.
Z$n opgewektheid was de reactie van zijne sombere moede
loosheid van de vorige dagen. Wij kwamen tot de ontdekking,
dat Alhelney Jones, wanneer hij niet in dienst was, een zeer
gezellig man kon zijn, en met de manieren van een bon
vivant deed hij het middagmaal alle eer aan. Ik zelf ver
heugde my bij de gedachte, dat wy het einde van onze teak
nabij waren, zoodat ik iets van Holmes' opgewektheid overnam.
Geen onzer zinspeelde gedurende het diner, op de zaak, die ons
by elkaflr had gebracht.
Toe» de tafel werd afgenomen, keek Holmes op zijn horloge
en vulde de drie glazen met port.
,Laten wy ons boordevol glas ledigen," zeide hij, //op den
goeden uitslag van ons tochtje. Eo nu is het hoog tijd om Ie
vertrekken. Hebt gij een pistool, Watson?"
«Mijn oude revolver uit de* dienst ligt nog in mijn lessenaar.*
«Dan zoudt gij verstandig doen met hem mee te nemen. Wij
moeten op alles voorbereid zijn. Het rij tuig staat reeds voor de
deur. Ik heb het voor half zeven besteld."
Het was een paar minuten over zeven, toen wij de West
minster-werf bereikten, waar de stoomboot reeds op ons lag-