NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 8e Jaargang*. Donderdag 2 April 1*891* No. 2376 ABOKNEMISTSPBIJS: ADYEETEKTIÊN: STADSNIEUWS. Hedda G&Mer. FEUILLETON. De Schat van den Badjak Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer Ï22. gSMMg? Ji'Vl'i' W'W van 15 regels 50 Cents; iedere regel mee» 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertenties worden aangenomen door 071,16 agenten en door alle boekhandelaren en courantier». Directeuren-Uitgevers J. c, PI'EB EB OOM en J. B. A-VIS. Hoofdagenten voor het Buitenland'. Compagnie Générale de TvMiciU Jtirar.gère G1. 2)AIJ E M §- CoJOHN I'. JONES, Succ., Farijs 31 bis Faubourg Montmartre. Haarlem 1 April J 891. j In do maand Maart jl. is het stedelijk i lünseuos van sckildorijen en oudheden i op bot Raadhuis bezocht door 378 per- soaen van wie 205 zonder betaling. Heden gedenkt de ambtenaar van het haven en kaaigeld J. Hahn den dag, waarop by vyf en twintig jarea in dienst •der gemeente is. Van 1 April 1866 1 Januari 1879 was hij als agent van! politie tweede klasse in betrekking. j Op de aardappelen- en botermarkten alhier zijn in de afgeloopen maand aangev. verk. laagste hoogste pr. Aardappn. 640 HL. 44-6 liL. f A.75 f 4.i Appelen 529 282 f 4.f 12.s Peren. 125 79 f 3.- f 7. - p. K.G. p. KG. Boter kil. 1048 874 kil. f 1.10 t 1-70 p. stuk. p. stuk. Biggen 544 stuks 485 stuks f 5.f. 25. - Slotnummer. NB. De tusïchenpauzen zullen worden aangevuld door muziek van het Gera. Muziekkorps, directeur de luit.-kapslm. C. P. W. Kriens. Ingevolge het besluit van den gemeente raad tot opheffing der gemeente gym nastiek- scherm- en dansschool, kon de G. V. //Kracht door Volharding'" hare oefeningen niet doen plaats hebben. Door j de gemeente werd een nieuw lokaal in gericht tot het doen geven der lessen aas de H. B. S. Op een verzoekschrift dit lokaal in huur af te staan aan particuliere gymnastiek- en sehermgezel schappen werd afwijzend beschikt. Te beginnen met April zal genoemde ver- eeniging nu hare oefeningen houden io het lokaal van den heer J. G. Martin Jr., Schaehelstraat No. 31. De gelegen heid tot inschrijving van nieuwe leden, zoowel der hoofd- als der adspiranten- afdeeling, is thans weder opengesteld. r Het Programma der feestelyke bijeen komst van do afdeeling Haarlem 8n Om atreken van den Volksbond, op den Ben April 1891, des avonds ten 7 ure,inde groote zaal der sociëteit „Vereenigiug" luidt als volgt: "Orcheat. 1. Kwartet „Loreley". a. Kla- renbeek. b. Wanderlied. 2. Het trio de Rocche. Mandolinisten der voornaamste theaters van Europa. 3. Jan van Vliet. Humoristische scène met coupletten door in heer Henry Strous. 4. Optreden van i Scherm- en Gymnastiek-Vereeniging „Ripperda". uur pauze. 5. Het trio de Roccho. Mandolinisten. 6. Kwartet „Lo reley". a. Heimwee, O wie wunder- schön, ena. 7. De Bedelaar. Humoristische scène met coupletten door den heer Henry Strous. 8. Optreden van de Scherm- en Gymnastiek-VereenigiDg „Ripperda". 9. Atbletische standen. Onderofi. Scherm en Gymnastiek-Vereeniging „Mars." 10. Hedenmiddag te twee uur werd in tegenwoordigheid van een aantal ge- noodigdeD, waaronder eenige directeuren van paarden-tramwegen in onB land, op de lijn van do Haariemsehe Tramway- saatsehappij een proef genomen met dsn toestel uitgevonden door den heer S. L. Huizer, oud-boofdingenieur van het stoomwezen in Ned.-Iadië, welke toestel, onder aan den tramwagen bevestigd, die nen moet om den paarden het zeo moei lijke aanzetten te besparen. Er werd een rit gemaakt v&n het Stationsplein naar den Hout en omgekeerd. Daarby bleek, dat de vinding in zoo verre voldoet, als de uitvinder er zich van heeft voorgesteld, nl. de arbeid dien het paard bij het aanzetten te verrichten heeft, wordt voor een groot deel door den toestel, die op «es samenstel van veeren berust, overgenomen. De heer Huizer, die zelf aanwezig was, gaf de noodige verklaringen, maar do juiste samenstelling van de trouwens niet ge compliceerde inrichting is een geheim. De kosten ervan bedragen voor iejeren wagen ongeveer ƒ150.- De uitvinder is naar wy vernemen van plan, er octrooi voor aan te vragen. Na afloop van den gehoudeo proefrit werden de aanwezigen door den heer Beynes ia zyn fabriek, waarde toestel ia vervaardigd 9n aan den wagea waarmede de rit werd gedaan, aangebracht, eenige oogenblikken gerecipieerd. Dinsdagavond vergaderde de kiesver- eeniging Vooruitgang" in Weten en Werken. Tot leden van het beatuur in de plaats van de heeren D. de Clercq en Roelof Luijten, die bedankt hadden, werden gekozen de heeren H, L. Janssen van Raaij en A. Merens JCzn. De Commissie tot het nazien van de rekening van den penningmeester over 1890, braaht verslag uit en adviseerde tot goedkeuring. Aldus geschiedde. De rekening sluit met een nadeelig slot van f 380.13JÉ. Daarop werd door den heer J. W. Staffers ter sprake gebracht de royeering als lid van den heer A. Haartman door het bestuur. De heer Haartman n.l. is eenigen tyd geleden door het Bestuur geroyeerd, omdat hij had toegelaten dat men hem in eene courant aanbeval als candidaat voor het lidmaatschap van de Kamer van Koophandel, terwyl de Ver eeniging officieel een candidaat had ge steld (dan heer Kremer.) De zaak sehijnt zich aldus te hebben toegedragen. Toen *ijf leden der veree- nigïng indertijd den heer Ilaartamn in ;rie kies vereerd^--rig aanbevalen als candi- aaat, werd bij meerderheid van stemmen de heer A. F. Kremer als zoodanig j gesteld. De heer J. II. Krelage, vice- president van //Voornitgaög," verzocht na den vijf voorstellers van den heer B., dezen opmerkzaam te maken, dat hij nu zijne éandidatuur niet mocht handhaven of laten aanbevelen. Toen nu eenige dagen later in een courant tóch de heer Haartman werd aanbevolen en dc-ze de advertentie niet tegensprak, werd hem bericht, dat hij volgens het reglement van zijn lidmaat schap was ontzet. Wat was echter het geval? De bood schap van den heer Krelage was niet ter k«nnissö van don heer Haartman gekomen. Ovor dit geval ontspon zich een leven dige discussie, verschillende moties wer den voorgesteld, totdat ten slotte dozs motie met meerderheid van stemmen werd aangenomen //De vergadering gehoord da discussie, overtuigd dat d® ontzetting het gevolg is geweost van een misverstand aan de zijden van den heer Haartman, noodigt kefc Bestour uit op het sc brij van aan den heer Haartman terug te komen en die ont zetting ia te trekken." D©or de aanneming van deze motie is dus da heer A. Haartman wéér in zya lidmaatschap van //Vooruitgang" hersteld. Geen tooneelschrijver die in den laat ste» tijd meer besproken wordt, dan Hendrik Ibsen Bewonderaars en tegen standers zijn even heftig iD hunns uit drukkingen en waar de laatsten den Noorechen dramaturg verwijten dat hij zijne personen fantaseert, niet fotogra feert, dat de toestanden absurd en de ontknoopïngen gesocht - afschuwelijk zijn, daar roepen de bewonderaars, niet minder luid//Wat een reuzentalent, welk een waarheid in de teokening der karakters, welk eene vlijmende spot voor alle maatschappelijke conventies Daar zijn we er Dat is de oplossing van hot raadsel, waarom toch Ibsen zulk een breede rij van fanatieke bewonderaars heeft weten te scheppen. Wie het tegenwoordig waagt, een toonoelatuk te schrijven met een energiek man, met eene edele vrouw als hoofd persoon, wordt medelijdend aangekeken. //Man, wat ben je ouderwetschDat was goed voor het jaar veertig, maar in dezen tijd.... Ja, ja, we zijn vooruitgegaan sedert het jaar veertig. Die brave menschen in de literatuur, och dat waren maar stroopoppen. We weten het beter tegen woordig. We zijn nu gelukkig tot de conclusie gekomen, dat we een ande- ren kaat moeten uitkijken. Je hebt tegenwoordig van die zenuwlijders waar je van buiten niets aan kunt ziengut nee, ze dragen esn jas en een broek en een hoed als ieder ander, maar van binnen daar ziet het er zoo interessant uit. Den eenen dag willen ze, maar kunnen niet, den ande ren kunnen ze, maar willen niet, den derden willen ze niet en kunnen ze ook niet. Nu, die interessante per sonen moet je wit elkaar gaan halen, vezeltje voor vezeltje, en dan most je kijken met een loup, vooral met een sterke» loup en dan gauw opteekenen wat je ziet. En als dat da» klaar is, dan werk j® daar wat emheeu, zoo'n paar menschen die de conventioDeele maatschappelijke begrippen vertegen woordigen, en je laat den held eindigen met zich te verdrinken of dood ie schie ten. Hij kan zich, desnoods, ook onder een spoortrein leggen, dat is ook bizon- der interessant Er ep je bosk zet j® //psychologische roman". Ik heb mij maar mooit kunnen begry- pen, wat men toch bedeelt aaet fde maatschappelijke conventies". Is alles cen- ventie, of is de helft van onze maat schappelijke instellingen eonventie, of een vierde deel En moet alles afgeschaft worden en vervangen en zoo niet, wolk deel daarvan daa En krijgen we daar daa wat voor in de plaats En wat dan En zal dat nieuwe ook weer niet „eoRveötie" gaan worden? Ik vat het niet. Maar ik bon op een zijpad geraakt, een heel eind van den hoofweg af. Over Hedda Gabler sprak ik. En waar ik vroeger in dit blad heb gesproken over Ibsens stuk //Spoken", daar moet ik con- stateeren dat er olimas: is in de manier van schrijven van dezen auteur. Tot dusverre had hij zich maar tevreden gesteld met ons ellendige zwakkelingen en karakterlaozen vaor te stellen, nu komt hij met een volslagen waanzinnige. Laat ik even met enkele trokken pro- beeren, Hedda Gablers portret te fceeke- nen. Zijj is de dochter van een onbemid- delden generaal, en trouwt, moegedanst, na zijn dood met een boekenwurm, Tesman. Ze verveelt zich gruwelijk en knoopt eene oude vriendschap met zekeren Brack weer aan. Hedda krijgt bezoek van Thea Elvsted, eene vroegere schoolkennis, die' zij haat (ze houdt trouwens van niemand). Deze schoolkennis is, waarom hoort men niet, van haar man wegge- loopen, (zie hierboven over maatschap pelijke conventies) wat men heel dood gewoon vindt. Deze weggeloopen vrouw heeft den onderwyzer harer stiefkinderen Lövborg, een gewezen losbol, weten te ïDspireeren tot het schrijven \an een ïsooi boek, en onder haren invloed is hij heeiemaal gebeterd. Hedda, jaloersch op dea invloed dien de jonge vrouw op hem uitoefent, weet hem te bewegen deel te nemen aan een drinkgelag. Hij raakt weer op den slechten weg, komt te land bij eene dame van verdacht allooi en verliest het handschrift van zijn nieuw boek, Tesaian vindt dat es vertrouwt het aan Hedda toe, die het verbrandt, candat het als het ware het kind is van Thea en Lövborg. Laatstgenoemde die zich na dien nacht van losbandigheid, verloren voelt, krijgt van haar een pistool om zich dood te schieten, maar vooral... //in schoonheid", dat wil zeggen door de slapen. Brack korat vertellen, dat Lövborg zich werkelijk vaa kant heeft gemaakt, in het boudoir van het zelfde verdachte vrouwspersoon,. maar dat hij zich door het onderlijf heeft ge schoten. //Dus niet in schoonheid", zegt Hedda en als Brack haar in zijn macht zoekt te krijgen door haar te dreigen dat hij openbaar zal naaken, dat zij, Hedda, Lövborg het pistool heelt ge geven, dan schiet Hedda zichzelve door het hoofd-" Ja, laten we eens even ademhalen. Men krijgt na het zien van dit stak een gevoel, alsof zijn hoofd scheaf' etaat, al thans minstens zijne pogen. Deze Hedda is niet recht wijs, ze behoorde in een gekkenhuis te zitten, of voor het minst in een koudwaterinrichting, in elk geval overal eerder dan op de planben. En dit is trouwens eene gewaarwording die xnen krijgt h'; het zien ven bjjna »l de stukken van Ibsen „Is hier geen douche in de buurt Al die menschen hebben warme hoof den en koude voeten. Hunne harten ko men minder voor hot front. En als Ibsen gedwoDgen is, dan iocn eens een braaf mensch te teekenen, dan doet hij dat zóo, dat geen sterveling dien sympa thiek vindt. Over dit //Hedda Gabler" zou nog veel te zeggen zijn, veel meer dan in een nummer van dit blad kon worden op genomen. Laat ik dus eindigen met een woord over de acteurs van het//Tivoli-theater", die gisterenavond in onzen schouwburg dit stuk vertolkten. Mo vrouw de la Mar speelde de titelrol, naar mij voorkwam met veel talent, evenais do heer de la Mar die van dee ongelooflijk overdreven bibliomaan, Jörgen Tesman. Maar die overdryving is zijn schuld niet, die staat zoo in het stuk. Thea (msvrouw van Ollefen) heeft Dog niet veel tooneelrouïine, maar wel aanleg en Lövborg (Morrïën) gedroeg zich, alsof hij hardop droomde onder de nachtmerrie van het akelige stuk. De schouwburg was slecht bezet, wat mij spy t voor den heer de la Mar, maar i r bet enqelech A. CONAN DOYLE. 30) HOOFDSTUK XI. De groote Agra-schat. Zij wierp een blik op het ijzeren kistje. //Is dat de schat?" vroeg zij op een veel te koelen toon. z/Ja, dit is de groote Agra-schat. De helft daarvan komt -u n de andere helft komt Thaddeus Sholto toe. Bedenk eens, dat is voor ieder tweehonderd duizend pond! Eenjaarlijkschin komen van tienduizend pond. Er zullen in Engeland niet veel meisjes zoo rijk zijn. Is dat niet heerlijk?" Ik geloof, dat ik wel wat overdreef in mijne vreugdébetuigin- gen, en dat zij een hollen klank in mijne gelukwenschen ont dekte, want ik zag, dat zij hare wenkbrauwen een weinig op. lichtte en mij verwonderd aankeek. //Wanneer ik dat alles nu bezit," zeide zij, wdan ben ik het toch aan u verschuldigd." z/Neen, neen," antwoordde ik, //niet aan mij, maar aan mijn vriend, Sherlock Holmes. Met den besten wil der wereld zou ik nooit een geheim hebben kunnen ontsluieren, dat zelfs dezen talentvollen man veel moeite heeft gekost. Ja, op het laatste oogenblik is de schat ons zelfs bijna nog ontglipt." „Ga, als 'tu blieft, zitten, dokter Watson, en vertel mij alles." Ik vertelde haar in korte woorden wat er gebenrd was, sedert ik haar de laatste maal had gesproken. Holmes' nieuwe methode om de vluchtelingen op te sporen, de ontdekking van de //Au rora", het verschijnen van Athelney Jones, onzen tocht van dien avond en de wilde jacht op de Theems. Zij luisterde met open mond en glinsterende oogen naar mijn verhaal. Toen ik sprak van den pijl, die ons bijna had getroffen, werd zij zoo bleek, dat ik bang was, dat zij een flauwte zou krijgen. „Het is niets," zeide zij, terwijl ik in allerijl een glas water voor haai- inschonk. „Ik ben al weer beter. Ik ontstelde toen ik hoorde, dat mijne vrienden zich voor mij aan zulk een groot gevaar hadden blootgesteld." „Dat is nu voorbij," autwoordde ik. „Ik zal u geen schok kende bizonderheden meer vertellen. Laten wij nu iets vroolij- kers behaadelen. Ziehier de schat. Wat kan u nog vroolijker maken. Ik heb het kistje oogenblikkelijk hierheen gebracht, meenende, dat gij er wel belang in zoudt stellen om de eerste te zijn, die den schat mag zien." „Ik stel er zeer veel belang in," zeide zij. Haar stem klonk echter volstrekt niet opgewekt. Zij was ongetwijfeld van mee ning, dat zij ondankbaar zou schijnen door van haar kant blij ken van onverschilligheid te geven voor een prijs, dien wij met zooveel moeite hadden gewonnen. „Wat een aardig kistje!" zeide zij en boog er met het boven lijf over. „Het is zeker in Indië gemaakt?" „Ja, het schijnt uit Benares afkomstig te zijn." „En wat zwaarriep zij uit en trachtte het op te tillen. „Het kistje alleen moet reeds veel geld waard zijn. Waar is de sleutel „Small heeft dien in de Theems geworpen," antwoordde ik „De pook van mevrouw Forrester zal hier moeten dieDst doen." Op den voorkant bevond zich een breede, stevige knip, in den vorm van een neergehurkten Boeddha. Het uiteinde van den pook stak ik onder den knip en gebruikte dit instrument ver volgens als een hefboom. Met een luiden knap sprong de knip los. Met bevende vingers tilde ik het deksel in de hoogte. Wij staarden beide met de grootste verbazing in het kistje. Het was leeg! Het was niet te verwonderen, dat het zoo zwaar was. Het ijzer was overal meer dan twee derde duim dik. De wanden waren massief, keurig afgewerkt en stevig, en het kistje was blijkbaar vervaardigd, met het doel, om er kostbaarheden in te bewaren; geen enkel stukje metaal of juweel lag er echter in. Het was geheel leeg. „De schat is weg," zeide miss Morstan op kalmen toon. Toen ik haar deze woorden hoorde uitspreken en begreep wat zij beteekenden, scheen een zware steen mij van het har

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1