AART ilnilli NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. .Jaargang. Zaterdag 2 Mei 1891, No. 2402, A BON NEMEN TSPRIJS ADVERTENTIËN: Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Mr. E. L JORDENS, Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers. 0,05. Dit blad verschijnt dageljjkB, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel m»er 10Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen en Advertontiën worden aangenomen door onze agenten en doGr alle boekbandelaren en conrantiers. Directeuren -Uitgevers J. C. PEEREBOOM ert J. B. AVIS. voor het Buitenland: Compagnie Générale de BublieiU Bérangère G, Z. BAVBÏl CoJ O UB' F. J ONES, Stioc., Barijt Blbie Faubourg Montmartre Burgeniesster van Haarlem. öp den laten Mei 1866 trad ala bur gcmeester van Haarlem op, mr. Ernst Anton Jordens, destijds secretaris van de geuieonto Arnhem. Heden, Vrijdag 1 Mei 18'rfl, heeft hg dus dit gewichtig ambt 25 jaar lang vervuld. Een jubileum als dit is voorzeker merk waardig genoeg, om in den stroom das tyds, die ons met ontzaggelyke snelheid van den eenen dog op den anderen voert, daarbij even stil te staan. Merkwaardig, omdat de betrekking van burgemeester cene hoogst belangrijke is in elke ge meente, merkwaardig ook door de zeld zaamheid van een jubiié als dit, want uit den aard der zaak wordt men niet hoofd van eene gemeente als deze, vóór mon den rypen, mannelijken leeftijd heeft bereikt. Daarom is het voor Haarlem merkwaardig, een burgemeeeter te bezit ten, die na 25 jaar van ingespannen ar beid, zijn jubileum mag vieren in het vei ledig bezit van alle zyne phjrsieke en imelleetueelo krachten. ,Wjg zeidon daar: inruil Ljgc.ipas- ma arbeid. Voorzeker, niemand zal ont kennen, dat de taak van dezen burge meester niet gemakkelijk is geweest. Allen witön het, ook zy die vroegere toestanden uit van eigen aanschouwing hebben ge- knd, dat het oude Haarlem in den loop vn een kwarteeuw als hernieuwd, als brboren is gewordenhoe de gemeente tdens het bestuur van burgemeester êrdens in omvang, zoowel als in zielen- tl nagenoeg is verdubbeld.Ea wanneer wij dezen dag wilden beschrijven wat er randerd, verbeterd, vergroot is gewor- :n sedert onze burgemeester in 1866 jor de eerste maal plaats nam op den jfcel van het hoofd der gemeente; wan- &er wy wilden wijzen op al het nieuwe, fat in dit tijdsverloop is geschapen en arrezen, dan zeker zouden wij een boek cel noodig hebben, waar wij slechts over »ttel ruimte hebben te beschikken. Scholenbouw, uitbreiding der stad, par en-aanleg, verfraaiing, bestrating, ver- ichting en zoo tal van andere in eene ;emeente belangrijke zaken, zijn in dit jdperk van 25 jaar ontstaan, verbeterd uitgebreid. Het jaar 1866, waarin de burgomees- or zgn ambt aanvaardde, was het bekende holerajaar, waarvan zoovelen nog met mgst en afgrijzen terugdenken de vree- dyke ziekte toch heeft ook Haarlem *aar geteisterd. Er waren toen drie grachten in de stad, die ware centra van -,iekte moobten lieeten het waren de 3eek, de Raaks en de Achter Nieuwe- jracht (thans Parklaan). Reeds in 1867, aon jaar Da 's burgemeesters komst, wer den de beide eerstgenoemde wateren, een jaar daarna laatstgenoemde gracht ge dempt en aldus «en drietal gevaarlijke geleiders van ziekte en dood onschadelijk gemaakt. En wanneer de grijze jubilaris met zyn helder hoofd en scherp geheugen terug denkt aan den tijd die achter hem ligt, dan mag hrj zich gelukkig gevoelen in de gedachte, dat onder zijn bestuur veel goads tot stand is gekomen. Dan ook mag hg' zich overtuigd houden, dat de huldeblijken die hem dezen dag zijn aan geboden, en vooral de hulde die hem is gebracht bij monde van talrijke burgers van zijne gemeente, even wel gemeend als welverdiend mogen heeten. Elke ambtenaar (en vooral hg die hooggeplaatst is) ziet kritiek uitgeoefend op zijoe meeningen en handelingen. Wijzelven (waarom het vandaag te ver bergen) hebben nu en dan bezwaren geopperd tegen de politiek v«n onzen burgemeester, waar wij meenden, dat het een of auder boter anders geregeld ware geworden, dan op zijn voorstel en initiatief geschiedde. Vaak hebben wij 'a burgemeesters meening boetreden over allerlei kweBties. Maar verschil van gevoelen, van opvatting zal er altijd zyn en wij vinden het daG ook geen tegen spraak met ons zeiven, wanneer wij he^ den, au Mr. E. A. Jor,dens zyn jubi leum viert, dien dag besohouwsn en beschrijven als een moment van groote beteekenis, zoowel voor den jubilaris zeiven, als voor de ingezetenen van zijne gemeente. Het groote publek komt met den per soon van een burgemeester betrekkelijk weinig ia aanraking. Wilde hot hoofd eener groote gemeente allen die iets te vragen, aan of op te merken hebben, zelf te woord staan, dan zou de dag niet lang genoeg zgn, al ware hij tweemaal zoolang als hg nu is. Maar waar ieder een den burgemeester in zyne kracht kan zien, dat is de vergadering van deo gemeenteraad. Daar, in de zitting die voor iedereen toegankelijk is, kan men bemerken, of de burgemeester is op de hoogte van de zaken, die hij moet be hartigen, kan men zijne scherpzinnigheid en gevatheid beoordeelen, met zjjn door zicht en redenaarstalent kennis maken. Het is niet eea van de geringste ver diensten van dezen burgemeester, dat hg in den volkomeneteo zin van het woord een uitnemend leider is van de belang rijke vergaderingen van het wetgevend College des gemeentebestuurs. Zie hem daar zitten, omhangen met deo ambts penning aan den zilveren keten, met iets gemoedelijks in z^jn voorkomen, maar loeti deftig en mer. Lu* vulie zynöi waardigheid. Hoor hoe duidelijk en klaar hij de voorstellen van Burgemeester en Wethouders toelicht en verklaart en gij zult erkennen, dat de moeilijke taak om eene talrgke vergadering te leiden, bestaande uit mannen van dikwijls zeer uiteenloopende opiniön en opvattingen, hem met gsrustheid mag worden toe vertrouwd. En waarlijk, het pad van den voor zitter des Gemeeteraads gaat niet altijd over rozen. SteedB moet hg gereed zijn, iedere zaak te verdedigen tegen alle aanvallen, hard of zacht, gemotiveerd of niet. Hem is de taak opgedragen, om te zorgen, dat men in zgne redevoerin gen fclijve bij de zaak, want in eene dissussie dwaalt men daar, o zoo ge- kkelijk van af. Dan is hei de burge meester, die, met eene enkele opmer king, de bespreking, van het kronkelende zijpad weer op den broeden hoofdweg helpt. Den Voorzitter is het gedemandeerd, ieder Raadslid die wil, gelegenheid te geven, zijne meeniag uit te spreken, maar tevens moet hij zorgdragen, dat de discus8iën niet eindeloos zgn, moet zorgen, dat hg juist op het oogenblik, waarop de quintessence is uitgeput en de bespre kingen gaan verwateren, met zekeren nadruk te zeggen, dat hg voorstelt om nu tot stemming over te gaan. Wie de zittingen enkele malen heeft bijgewoond, weet van hoeveel belang het is dat ze door een krachtige hand worden geleid en begrijpt licht, hoe weinig er verricht, hoe weinig er afgedaan wordt, wanneer de Voorzitter niet de beraadslagingen met tact weet te leiden. Wanneer een zaak, die dezen burge meester ernstig teE harte gaat, in den Raad scherp wordt bestredeD, zoodat het te voorzien is dat straks meer stemmen «tegen* dan «voor* zullen roepea, dan wordt kg gemoedelijk, en wanneer hij zijne argumonten met klem en kracht heeft ter tafel gevoerd, dan eindigt hij met zoo'n recht huiselijk«Ik zou den ken de heeren moesten het maar doen. 't Is wezenlijk goed voor de gemeente, zou ik denken.Is men het niet met hem eens en wordt het voorstel afge wezen, dan is geen sohijn of aehaduw van teem of teleurstelling op zijn ge zicht te lezen, evenmin als hij bg een behaalden triomf de minderheid zal kwet sen door eene uitdrukking, die vreugde t@ kennen geeft. Over het algemeen zgn de debatten in een Gemeenteraad niet zoo heel amusant: de onderwerpen ziju daar niet naar en de manier van bespreking maakt het vaak niet beter. Pan is het eene ware verlichting, een frissche luchtstroom in den ietwat bedompten atmosfeer van reglementen en voorstellen, wanne ;r de Burgemeester eens door een kleine aar digheid, een enkel schertsend woordje, van pas gezegd, de gelaatsspieren ont spant en de offieieele gezichten boven de 1 zwarte jassen, plooit tot een lach. Handig, gevat, helder en klaar in zijne explicatie, recht op den man af in zijne replieken, altyd kalm en meester van ziGhzelven, ook in kritieke oogenblikkxa, is Mr. Jordens als Voorzitter van hot heterogene bestuurscollege, dat Gemeente raad heet, b§ uitstek «the right man on the right place*. Die loftuiting wordt hem niet onthouden, ook niet door hen, die zich met zijne beginselen en met de uitvloeisels daarvan, zijne meeningeri over allerhande zaken, niet altgd geheel kunnen vereenigen. Ernst Anton Jordens is geboren te Deventer den Sisten December van het jaar 1821. Hij studeerde te Deventer aan het toenmaals daar bestaande Afche naeum, later aan de universiteit te Leiden en promoveerde aait laatstge noemde hoogeschool den 3den April 1843, met eene dissertatie over de bronnen van het overij8elach recht, ten titel voerende: «De juris provineialis transisalauiae fontibus.* Daarop vertrok Mr. Jordens naar Berlijn, om er de culieges van eenige uitstekende rechtsgeleerden te volgen en vestigde zioh in dat zelfde jaar (1843) in Arnhem, als advokaat, totdat hem in 1860 het ambt van ge meente-secretaris werd toevertrouwd, benevens de post vaa inspecteur lor jacht op viüijohorg. Désa betrekkiu^iij bekleedde Mr. Jordens zes jaar laog, tot 1866, als wanneer hem Z. M. de Koning de gewichtige betrekking van burge meester van onze sohoone Spaarnestad verleende. Dit weinige zy genoeg over den levensloop dee heeren Jordens véor zijne komst in Haarlem. Dezen morgen wapperden de vlaggen van openbare gebouwen en tallooze particuliere woningen. Do vlag op het Stadhuis had "/ditmaal gezelschap aan een wimpel, die den naam van de jubilaris en de jaar tallen 18661891 droeg. Vooral op den weg, dien de burgemeester gewoonlijk gaat naar het Stadhuis, Nieuwe Gracht, Kruisstraat, Barteljorisstraat, wapperde de driekleur huls aan huis. Nauwe lijks wa3 de jubilaris opgestaanof hem wachtte eeDe verrassingwaarop hij zeker niet had gorekend. Het Ge meentelijk Muziekkorps, onder directie van den luitenant-kapelmeester C. P. W. Kriens, dat zich te negen uur op den Doelen had vereenigd, verscheen plotseling voor de woning van den jubi laris op het Nassauplain en bracht hem eene aubade, aangeboden door het college van Commissarissen van het Muziek korps. Een vrij talryke monigto woonde de uitvoering bij. Het programma was klein, maar goed gekozen wij geven het hier terug: 1. Koraal, Een vaste burg is onze God 2. Ssiogers Grass, marsoh, van Latann; 8. Feesttoaan, opgedragen aan den jubilaris en gecomponeerd door den kapelmeester C. P. W. Kriens 4. Aubade Printanière van Laoomba en 5. Marsch en koor uit TaonhaUser, Wagner. Daarna werden da volksliederen en het «lang zal hg leven* gespeeld. De compositie van daa heer Kriena, getoonzet in eantafeevarm, beantwoordt volkomen aan haren titel, het zijn feest- tonen in den vollen zin des woords flink en breed doorgewerkt en geïnstru menteerd, paart zij zangerigheid aan for- sahen klank en werd zy door de muzi kanten verdienstelijk voorgedragen. Een door de firma Q. Oostenbroek en Zoon, traai gebonden exemplaar ervan in keurig notenschrift door een der leden van het Muziekkorps, D. Baodel, voorzien van •ene sierlyke calligrafiaoho opdracht werd den burgemeester na afloop der aubade aangebeden. Het muziekkorps werd begeleid door drie der commissarissen, president, secre taris on thesaurier van dat college, de heeren mr. A. C. Waller, rar. W. Jager Gerlings en F. M. baron van Lfnden. Deze heeren werden door den jubilaris uitgenoodigd binnen te treden, na de uitvoering van 2fo. 3 van het programma ook de kapelmeester de heer KrieDS. De jubilaris dankte den heer Kriens voor zgne fraaie compositie en voor het vele, wat hg voor het muziekkorps had gedaan en gaf den wensch te kennen, dat de heer Kriens nog lang aan het hoofd van het korps zoude staan. Na afloop daarvan werd het muziek korps te 10 uur op het Nassauplein af gedankt. Te 9®-4 uur werd de Burgemeester in zijne woning gecomplimenteerd door de beide heeren Wethouders, dr. D. de Haan en mr. A. C. Waller, benevens door den gemoente-seeretaris mr. A. A. Land. Van halfeen tot half twee werd het carillon bespeeld. Tegen kwartier voor twaalven ver zamelden zich de Raadsleden in de zaal voor eene, op initiatief van de vijf oudste Raadsleden, door den Burgemeester be legde buitengewone raadsvergadering. Aan den voet der groote trap was eene deputatie uit het politiepersoneel ala eerewacht voor het hoofd der politie op gesteld, terwijl bij den ingang van het Stadhuis de jubilaris werd ontvangen door het oudste en het jonaste lid van den Raad, de heeren Van Dieren By voet en de Brenk. Voorafgegaan door de Stadsboden, betreedt de Burgemeester de Zaal. Het Stadhuis was uitwendig niet ver sierd, maar, door de zorgen van den Raad, inwendig des te meer. De kleine deur was gesloten; voor dit feest was de groote deur boven aen den hoo- geü sloep de eenige, die waardig gekeurd werd den jubilaris en zgne vrienden in te laten. De groote, holle Stateozaal was in een tuin herschapen. Een looper maakte het gaan aangenaam op de kille steenen; overal waar het oog zien wendde, ont moette het frisch groen, en de geur van tal van Flora's kinderen, smaakvol gear rangeerd aan de trouwbanken, maakte de illusie volkomen. Door eene allee van oraojeboomen, welke twee meter breed is, begaven zich de Burgemeester met de hem vergezellenden naar de trouwkamer 2de klasse. Daar blikte bovea aan de trap, vóór het borstbeeld van Jan de Lapper, den jubilaris zijn eigen welgelij kend portret tegen, gevat in deftig eiken houten lijst, geteekend in crayon als kniestuk in anderhalf maal de natuurlijke grootte, door den heer G. L. vau Len- nep en door dezen als geschenk voor den jubilaris bestemd een kostbaar gesohenk voorwaar, dat dan Burgemeester niet weinig genoegen zal hebben gedaan. De gang tusschen deze kamer en de Raadzaal was niet meer te herkennen. Mat draperiëo, groen en bloemen was die corridor als antichambre ingericht, de witte muur met rood laken afgezet, ea vormde een waardigen overgang tot de zaal, waar do feestelijkheden van de zen dag hoofdzakelijk zouden plaats hebben. De groene tafels, waarop wy zoo vaak hobbon gestaard, waren verdwenen. Bij den schoorsteen aan de overzijde van de zaal was 's burgemeesters zetel geplaatst. Daarnaast had men de witte muren acuter de pas wegge broken kasten een pittoresk aanzien ge geven door groen, spiegels en schilderijen. Naast den zetel van den burgemeester bevond zich die van zgn rechterhand in de volle beteekenis van het woord, Mr. A. A. Land, secretaris der gemeente. Tegenover den jubilaris bevond zich de groote schilderij, voorstellende het inte rieur der Groote Kerk. WaDnoer op dezen feestdag iets ge slaagd mag heeten, dan is het voorzeker de decoratie van het stadhuis. De anders zoo austere witte muren en steenen vloeren waren begraven onder groen en bloemen; sierlijke draperieën overal. Waarlyk, de heeren die zich daarmede hebben belast, verdienen een woord van lof voor hunne toewijding. Voor de bloemen zorgden de heeren J. H. Krelage, J. Ruysenaars, M. J. F. Bolderdyk en F. Bugs Gzn.; de heer J. Keyzer voor de draperieën, de heer J. Boeree bracht het monogram aan, dat prijkte boven de deur van de Raadzaal. De heer Lefh, onze gemeente-architect, is het, die van de geheele decoratie da ziel en de leider is geweest. Maar wat de zaal niet het minst ver sierde, dat was de aanwezigheid van een vyftal dames. Het waren mevroHW Mr. B. A. Jordens en mej. Jordens, mevrouw Dr. D. de Haan, mevrouw Mr. A. C. Waller en mevrouw Mr. A. A. Land, die aldus, wellicht voor de eersto maal, eene raadsvergadering kwamen bij wonen. Om zooveel mogelyk te proflteoren van de geringe ruimte, in de zaal beschik baar on ook nog ruimte ov8r te houden om althans een kloin deel van het publiek toe te kunnen laten, hadden de leden van den Raad in hoefijzervorm plaats geno men. Naast hen zaten de genoodigde dames. De verslaggevers hadden hun gewone plaats, maar zeer ingekrompen, behouden. Toen de Burgemeester binnentrad, ver hieven al de aanwezigen ziGh van hunne zetels. Onmiddollgk achter hen sloten zich de verslaggevers aan, en daarachter ver drong zich de menigte, die natuurlijk slechts voor een zeer klein deel oen plaatsje in de niet ruime zaal kon mach tig worden. De Burgemeester opende op de ge bruikelijke wgze de vergadering. De heer jhr. J. W. M. van de Poll, het oudste Lid van den Raad, nam daarop het woord en zeido het navolgende Hoog Oeaohte Voorzitter Het is voor mg een groote eer, namens den Raad, een woord tot u te mogen richten, op dezen feestdag voor u en. voor de burgerij, die wij de eor hebhou ie vertegenwoordigen. Ontvang onzen dank, dat u gehoor hebt willen geven aan ons verzoek om deze buitengewone Raadszitting te doen plaats hebben, om op dezsa dag u geluk te wenschen, dat het u gegeven is, ge durende 25 jaren aan het hoofd te staan van het bestuur dor Gememte. Toen heden vóór 25 jaren door den heer Travaglino, als oudste Wethouder, in deze zaal den wensch werd geuit, dat Haarlem ook onder uw bestuur in bloei en welvaart mocht toenemen, werd door u in uw antwoord gezegd «Mijn stre- «ven zal steeds zgn, al mijne krachten «aan de belangen van Haarlem te wijden.* Wij brengen u hulde en dank toe voor de wijze, waarop u gedurende een kwar6 eeuw uwe moeielijke en werkzame taak hebt vervuld. Het is ons eene behoefte, dezen dag, die een feestdag voor u en voor de burgerij is, niet onopgemerkt te laten voorbijgaan. Met voldoening, mijnheer de "Voorzitter, kunt u terugzien op hetgeen gedurende het tijdvak, dat u aan het hoofd der Gemeente hebt gestaau, is tot stand ge komen getuigen de vele inrichtingen op het gebied van onderwgs, industrie en philantropie. O hebt het voorrecht gehad de bevol king te zien toenemen van 29000 tot ruim 52000 zielen; eene vermeerdering, ontstaan door het vestigen van nijvere burgers en van velen, die de schoono stad Haarlem tot hunne woonplaats hebben gekozen en het hunne bgbrengen tot meerder vertier en welvaart» Gedurende de vervulling van uwo betrekking aajn er velen heengegaan, met wie gy hebt samengewerkt in het belang der Gameeate. Zij ook zouden zich hebben verheagd in het feest van heden en met ons getuigen, dat gy al uwen tijd, alle uwe gaven, al uwe toewijding ten besto gaaft voor het welzijn onzer stad. Hebt u, Mijnheer de Voorzitter, dagen beleefd van vreugde, ook beproevingen zgn in ruime mate uw deel geweest. Niettemin hebt u ook toen kracht ge vonden om uwe betrekking met ijveren toewijding to vervullen. Het is den Loden vau den Raad hoogst aangenaam, uwe hooggeëerde echtgenooto en kindoren hier te zien, om getuigen te zgn van de hulde, die u wordt toe gebracht. Aan u, mevrouw Jordens, brengen wij onze welgemeende gelukwensohen op dezen dag. De wijze waarop u, Mijnheer de Voor zitter, de behandeling der zaken en bo-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1