nAfïRT. ATI
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Qtaxx&e£'$ g&xxxvetx\&.
8e Jaargang.
Dinsdag 12 Mei 185-/1.
No. 2409
A BOK E EMEE TSPEIJB
AMEETEfiTIÉfi:
S T A DSN! E li tl S.
DE „PHOENIX."
Hoofdagenten voor het Buitenland'. Compagnie Générale de PubliciU FJtr&ngère O. L. DATJBB Sf CoJOHN F, J0NF8, -Skcc., Paryi 31 bit Faubourg Montmartre
Voor iiaarlem per 3 maanden f 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dit blad verschijnt dageljjka, bohülve op Zon. en Feestdagen.
f Hnrenu Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Tciefoonnniumer 122.
v&n 15 regels 50 Centa; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naa? piaataroimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
AlonnemenÉen en Advertentïën worden aangenomen door
Oüke agenten en door alltgbuekbandelaren en conrantiers.
Directeuren-Uitgevers J. C. FEEREBOOM en J. B. AVIS.
Haarlem 11 Mei 1891.
By den heer P. van Santen Jr., juwelier,
Groote Houtstraat alhier, zijn thans op ver
zoek, in de vitrine de twee eadeaux ten
toongesteld, die den EdAchtb. he.ex* rar. E.
A. Jordens, tijdens zyn 25-jarig jubileum
als burgemeester dezer gemeente, zijn
aangeboden door de gemeente ambtenaren
en eenige politieagenten.
Zij zullen daar gedurende desa week
ter beziehtigiDg zijn.
Aangenomen het beroep bij de
berv. gem. te Ootmarsum (toez.) door
dr. J D. Bierens de Haan, cand. te
Haarlem, die voor Sassenheim heeft be
dankt.
Uitslag akte-examens voor onderwij
zer te Amsterdam, op 9 Mei. Geëxami
neerd 6 candidaten geslaagd 2, nl. de
heeren D. van Zomeren, alhier 6n F.
van Geelen, van Beverwijk.
De onderofficieren van het bier ter
stede in garnizoen liggend bataljon infan
terie, die dezen winter den cursus heb
ben gevolgd, om in tijd van oorlog een
initenantsplaats te vervullen, zijn allen
geslaagd. Aan dien cursus is deelgenomen
door de 'sergeantenP. J. Menningb,
D. Aienokkee, A. W. Brandt, A. G.
Geerts, J. N. Fraikin en M. Koopmana.
Aan den op 31 Mei a. s. alhier te
houden universiteits-roei wedstrijd zal wor
den deelgenomen in het hoofdnummer
vïoE) wnr flArsf ir. outriggad-
Mootcn geroeid voor Njord te Leiden door
de heeren Van Rhode van der Kloot,
van Schouwen, Do Leit, Broers, voor
Laga te Delft door de heereB James van
Royen, Boot, Boers, voor Triton te Utrecht
door de heeren von Faber, Borneman,
Stoop van Duyls, voor Nerem te Amster
dam door de heeren Nnyens, Lugard,
Mohr en Dijckmeester.
De sociëteit „de Phoenix" opende Zon
dagavond de reeks harer dezen zomer
te geven abonnements-concerten met een
concert door het Xederlandscke Opera
orkest, directeur C. v. d. Linden. Prachtig
weder begunstigde dezen avond, zoodat
het conoert in do open lucht kon plaats
hebben, en menigeen dan ook dit dubbele
genot smaakte.
De kapel van den heer van der Lin
den is een te goed bekende, dan dat het
nog noodig zou zijn, daarover breedvoerig
nit te weiden.
De verschillende nummers, meest alle
ontleend aan welbekende opera's, werden
schoon uitgevoerd. Wij noemen slechts
de ouverture „Di« lustigen Weiber",
door O. Nicolaï, en do ouverture „De
Stomme van Portici", van Auber, als
mede „Einleitung und Brautchor aus
„Lohengrin"" en het schoone slotnummer
Fantaisie „Les Huguenots", van Meyer
beer.
De directie der Paoenix heeft alle eer
van hare eerste keuze; moge het succes
van de volgende steeds „crescendo" gaan
De kiesvereeniging „Vooruitgang"
vergaderde Vrijdagavond ter. bespreking
vau een program, of beter gezegd van
oen leiddraad voor de eerstvolgende ver
kiezing voor de Tweede Kamer, welker
samenstelling door haar was opgedragen
aan de heeren P. Heijting, Mr. H. Ph.
de Kanter, G. E. L. Bijmans, Dr. H.
D. Tjeenk Willink en W. L. Schram.
Het ontwerp van die heeren luidt aldus
lo. Het kiesrecht. JDc Vereenigiag verlangt
uitbreiding van de kiesbevoegdheid zoo ver als
eene onbekrompen opvatting van het grondwet
tig "oorschrift toelaat, met toepassing van het
couloirstelsel. Eene herziening van de Kieswet
in dezen geest wordt door de VereenigÏDg als
een eisch. beschouwd, welk-, zoodra de omstan
digheden slechts eenigszins toelaten, behoort te
worden verwezenlijkt.
2o. Het Belastingstelsel. De Vereeniging wenscht
afschaffing van de accijnsen op de eerste levens
behoeften; afschaffing, althans diep ingrijpende
wijziging, van de patentbelasting; afschaffing
van de inntatierechten voor onroerende goederen
heffing van eene belasting op he'. roerend ver
mogen verruiming van het belastinggebied voor
de gemeenten, speciaal met het oog op het' af
zonderlijk treffen van uitwonende grondeigenaren.
80. De legerinrichting. De Vereeniging spreekt,
voor zooveel noodig den wensch uit, dat
eene legerinrichting tot stand koine, waarbij lier
stev.-.ii persoonlijken .Uensïpiio:.t '..l roil
ledige toepassing wordt gebracht.
4o. De Arbeidswetgeving. De Vereeniging ver
langt regeling van het arbeidscontractrooi'
zoover nog meerdere voorbereiding vau zoodanige
regeling noodig is, krachtige voortzetting van
het parlementair onderzoek, mede uit te strekken
tot den veldarbeid zoo noodig wettelijke orga
nisatie van organen, waardoor de arbeiders hunne
wenschen kunnen kenbaar maken.
5o. Het Onderwijs. De Vereeniging rekent in
's Lands belang krachtige handhaving van de
Openbare School, mede door scherpe controle
van ue wijze waarop de bestaande Wet op het
Lager Onderwijs wordt uitgevoerdleerplicht
met behoorlijke organisatie van het herhalings-
oudcrwijs ten dienste van, en ia aansluiting met
vak- en amhachtsouderwijs als overgang tot het
Middelbaar Ouderwijs; handhaving van de be-
staaade Wetten op het Middelbaar en Hooger
Onderwijs, opdat deze geeue wijzigingen onder
gaan als die laatstelijk op het stuk van het
Lager OnderwijB zijn tot stand gebracht.
6o. l)e Koloniën. De Vereeniging wenscht door
tastende administratieve en oeconotaische her
vormingen in OoBt- en Wost-Indië, waardoor
de waarborgen zullen worden verkregen, dat onze
Koloniën iu haar geheel en in hare onderdeden
met kennis van zaken zullen worden beheerd,
en waardoor de welvaart der bevolking duurzaam
zal worden verzekerd.
7o. De Vereeniging stelt den hoogsteu prijs
op krachtige handhaving van ons vrijhandel-
stelsel, cn hoopt dat de grondwettelijke bepaling,
die regeling der administratieve rechtspraak
voorschrijft, zoo spoedig mogelijk tot uitvoering
zal komen.
De fovmuleering van het bovenstaande had in
de Comauaaie plaats mot algemeeno stemmen,
behoudens de volgende uitzonderingen
I. Ken lid was teg \n de opneming van het
couloir-stelsel in de k' :v echtparagraaf.
II. Twee leden walen tegen de afschaffing der
mutatierechten, één lid tegen de uitbreiding van
het belastinggebied voor de gemeenten, inde be
las tingp aragraaf
III. ïweo leden waren er tegen, in dit program
te gewagen van de legerinrichting.
VI. Eén lid verklaarde zich tegen de formu
leering van de koloniale paragraat.
De heer Hijmans verklaart zich tegen
het couloirateisel ou zou de paragraaf
over het kiesrecht aangenomen willen
zien met verwijdering vau de woorden
daarover.
De heer Heijting merkt op, dai door
het couloirstelsei wordt voldaan aan den
eisch der Grondwet, dat de kiezer van
eenige bekwaamheid doe blijke. Hij moet
dan althans kunnen schrijven.
De heer Br. H. Brongersrna is teleur
gesteld, niet omdat de opstellers van het
program te weinig, maar omdat ze te
veel hebben gegevezj. Wel hoop ik, dat
men de paragraaf over de kiesbevoegd
heid zjii aannemen, hoewel ik twijfel aan
de uitvoerbaarheid van het couloirstelsei.
Mon zal daarbij n. 1. veel te lang aan
de stem bureaux moeten wachten.
De paragraaf over het belastingstelsel
zal voor velen ondiïidelijk zijn. Wat be
duiden d9 woorden, „voor zooveel noo
dig" in paragraaf 3
Tegen 4 heb ik een soortgelijk be
zwaar. Het uaïI - r-.ïair onderzoek is al
achter den rug. Wat paragraaf 5 betreft,
alle liberale kiesvereenigingen, zoowel
als de liberale Unie, zwijgen over het
ouderwijs. De schoolstrijd js afgeloopen.
Zouden wij nu de voor deze vereeniging
zoo teere kwestie weer oprakelen
Aan toezieM op het onderwijs kan een
lid d8r Tweede Kamer niets doen, dat
is de zaak der Regeering.
Wat Deteekent de uitdrukking „am
bachtsonder wijs als overgang tot middel
baar onderwijs Het ambachtsonder wijs
is altijd tot het middelbaar gerekend.
Met „handhaving van de bestaande wet
ten op het M. en H. O." stel ik mij
voor, dat bedoeld is do aubsidiën onver
anderd te laten. Maar ik voor mij zou
b. v. aan een R. K. hoogere burger
school gaarne subsidie zien toegekend.
Ontwikkeling is de hoofdzaak, onver
schillig welken godsdienst men belijdt.
Paragraaf 6 over de Koloniën had
precies zoo kunnen luiden voor Neder
land. Elk lid der Commissie had een
goed program kunnen maken, met hun
vijven konden zij 't niet. Ik stel voor,
om alleen de paragraaf van het kies
recht, in hoofdzaak, aan te nemen.
De heer J. H. Kr dage merkt op, dat
in dit ontwerp-program 24 vragen wor
den gesteld. Zal men ooit een afgevaar
digde vinden, die met ons op al die
punten eenstemmig denkt Neen, men
zal toch moeten firanaigeeren. Ieder zal
wel weten, wat hij voor zich het liefstin het
program had opgenomen -ezien. Ik b.v.zou
gaarne een plaatsje zien toegofeend aan
de jachtwet, aan tuinbouwonderwijs,
landbouw en wijziging van de wet op de
gymnasiën.
Dit program zal gelden voor 4 jaar
en als onze afgevaardigde het nakomt,
zal hij 24 watten moeten helpen maken,
waarvan 2 zijn voorbereid. Dat is eene
onmogelijkhe d. Ala onze afgevaardigde
geen program van ons krijgt, is hy ver
antwoordelijk, anders zijn wij het. En
over verschillende punten heb ik geen
opinie. Mocht de vergadering dus beslui
ten een prinsipe aan te nemen, dat ik
niet onderschrijven kan, dan stoot men
mij uit de vereeniging.
Ik zou mij willen bepalen tot het
kiesrecht en tot de motie-Schram van de
vorige vergadering. Hot couloirstelsel
zou ik alleen mogelijk achten, wanneer
de verkiezingen cp Zondag zijn en iedere
kiezer den lijd heeft. Daar dit niet
denkbaar is, zou ook ik de bepaling
over het couloirstelsei willen uitlichten.
De heer jhr. nar. A. J. Betham Ma-
earè geeft in overweging, eerst de alge-
meene strekking, dan d8 parografen
afzonderlijk te bespreken.
De heer De Kanter doet opmerken,
dat de sprekers die het woord hebben
gevoerd, by na allen tegenstanders van
een program waren. Meneer Maearë
zegt: „v/aarom een ;oo zelfstandig stuk
maar het bevat niets anders dan het ma
nifest van do liberale Unie, alleen heb
ben wij een afzonderlijke paragraaf
gewijd aan hot onderwija. Het zou
dwaasheid zyu, (dit aan den heer Kre-
lage) om van onzen volgenden afgevaar
digde te vergen, dat hij al die 24 wet
ten zou gaan maken. Land- en tuinbouw
zijn toch ambachts- of vakonderwijs
Het spijt mij, dat meneer Krelage van
uitstooten heeft gesproken. Men moet in
zulke kwesties geen persoonlijk over
wicht doen gelden.
De heer mr. A. C. Waller is teleur
gesteld, dat er geen punten zijn gekomen
die aan den afgevaardigde kuanen wor
den voorgelegd, maar een lijst van vra
gen, die aan ons oordeel wordt onder
worpen. Verschilt dit programma zoo
einig van dat der liberale Unie, dan
kunnen wy zeer practisch doen, door
aan het bestuur op te dragen, onzen
candidaten te verzoekenschriftelijk
hunne meening te uiten over het pro
gram der liberale Unie.
De heer Heijting merkt op, dat de
heer Krelage zeer Ran begrijpen, dat aan
de candidaten een programma wordt
voorgelegd en dat, na hun antwoord
daarop, zal worden besloten of men hen
zal stellen óf niet. Een voorstel als dat
van meneer Waller is nu niet aan do
orde, dat had in de vorige vergadering
kunnen gedaan worden.
De heer Waller repliceert. Er is voor
deze verkiezing geen tijd meer, om het
over een program eens te worden.
Dan kunnen we ook niet beslissen over
het program der liberale Unie, dat we
niet eens voor ons hebben, zegt de heer
de Kanter.
De heer Macatré gaat met bet voorstel
van den heer Waller urne. Deze vorga-
dering kan zoo maar niet over al deze
punten beslissen, over mutatiorechten
b. v. is zij zeker onbevöegd te oordcelen.
Waar de vijf heeren der Commissie
het zelf oneens ^-arsn op verschillende
punten, hoe sullen wij het daar met oüb
vijftigen eens worden
De heer Hymans doet opmerken, dat
de commissie niet zoo heel heterogeen
was. Spreker representeerde meestal de
minderheid.
Do heer Krelage repliceert aan do
heeren de Kan ter en Heijting.
De heer Schram doet opmerken, dat
herhaaldelijk de kwestie van de onbe
voegdheid dezer vergadering is gesteld,
naar zijne meening ten onrechte. De
punten, in het program opgenomen, zijn
reeds sedert jaren in.brochures, couran
ten en tijdschriften besproken en ieder
weet er dus van. Zeker kan niet ieder
kritiek op alle punten oefenen, maar dan
kan hij meegaan met vrat, ten opzichte
van dat punt, bekwamereii dan hy ervan
denken.
De heer Wallet' dient nu zijn v'oorstol
iD, luidende aldus„De vergadering
noodigt het bestuur uit, vbd de even-
tueele candidaten dia aan het bestuur
worden opgegeven, hunne schriftelijke
meeting te vragen over het manifest der
liberalo Unie."
De heer de Kantor merkt op, dat dit
voorstel zeer' goed kan worden behan
deld, nadat het voorstel der Commissie
zal zijn afgehandeld, het staat daarnaast.
De heer Macaró stelt als amendement
voor, de woorden „het manilest dor
liberale Unie" in 's heeren Wallers
voorstel te vervangen door de woorden
„het program der vijf heeren."
De beer de Kanter kan zich hiermee
vereenigen. Het is meteen een bewys,
dat het voorgestelde program principieel
niet verschilt van het manifest der liberalo
Unie.
De heer Waller merkt op, dat in don
aanhef der paragrafen de woordon„do
Vereeniging wenscht," moeten worden
vervangen door: „de Commissie wenscht."
De heer Brongersma vindt er groot
bezwaar id. Men vordert dus van den
FEUILLETON.
22)
HOOFDSTUK XV.
Toen de schavuit deze laatste woorden had uitgesproken,
keerde de majoor zich om, keek hem aan, met een gevaarlijken
blik in zijne oogen, en zeide
„Dudley Carstairs ik ben een schavuit ik zou niet niet
u verbonden zijn. wanneer ik dat niet was. De dame, die zoo
ongeinkvig is uw echtgenoote te zijn, is een rechtschapen vrouw, en
wanneer gij geen eerbied, voor haar hebt, wil dan bedenken, dat
ik het wel heb Hoor eens," voegde hij er hartstochtelijk bij,
„dit is de gemeenste zaak, waarbij ik nog ooit betrokken ben
geweest en bij God, ik wenschte, dat ik mij er buiten had
gehouden."
„Wees nu niet dwaas, Punt," gaf Carstairs ten antwoord;
„hqpr een voetstap ik zal mij achter dit gordijn verber
gen wanneer zij het is, verwijder u dan zoo spoedig mogelijk."
Het was werkelijk Claribel, die binnentrad.
,Zijt gij reeds teruggekeerd, majoor?" vroeg zij.
„Ja, zooals gij ziet."
Zij trad op hem toe.
^reep zijn hand en zeide„O
gij zijt
niet zoc slecht, als gij mij hebt willen doen gelooven. Hoor
eens, majoor, in den eersten tijd, dat ik u leerde kennen, hield
ik niet van u, maar in mijne droeve dagen heb ik u leeren
kennen als.... een trouwhartig man. Gij wilt het mij wel ver
geven, nietwaar, majoor?"
Ieder woord, dat zij uitsprak, drong hem als een dolksteek
in het hart, en met de gedachte, hoe jammer het was, fiat
Dudley niet, zooals zijn vrouw geloofde, dood was, drukte^de
majoor haar de hand, stamelde haastig een verontschuldiging,
dat hij nog eenige papieren in zijn kamer moest zoeken, en liet
Claribel zooals zij meende alleen
Alleendit was de gedachte, die haar het meest drukte. Het
leven, dat haar een oogenblik zoo gelukkig had toegeschenen,
was voor haar een ramp. Voor den diep getroffene is het wel
licht de grootste smart, dat, ofschoon men weet, dat de tijd de
wond, door dit groote verlies toegebracht, zal heelen, en men
weer andere vreugde zal kunnen smaken, het geluk om die ééne
hand aan te raken, dat gelaat voor zich. te zien, de muziek van
die ééne stem te hooren, voor altijd verdwenen is. Andere han
den zullen de onze drukken, andere oogen zullen ons tegen
lachen, maar die ééne hand is .koud, die oogen zijn gesloten,
die stem is voor altijd van de aarde verdwenen
„Goddank!" zuchtte Claribel, „morgen is clie vervelende zaak
afgeloopen. Ik .zal dan naar mijn vader terugkeeren. Wat het
geld betreft, dat Dudley mij in de voorzorg zijner liefde heeft
verschaft, ik zal het zoo goed mogelijk aanwenden om er den
nood van anderen mee te lenigen. Ja, met ons beiden zouden
wij naar mijn vader terugkeeren. En nu moei ik terugkeeren
alieen
weer sneller te vloeien, cn al snik-
Hare tranen begonnen
kende vervolgde zij
„Nooit meer zijn gelaat te zien nooit meer zijn slem te.
hooren
„Claribel I"
Zij ontstelde met een halt onderdrukten kreet.
„O God droom ik
Zij keerde zich om en zag de gestalte van haar echtgenoot
achter zich. Hevig ontsteld zonk zij op hare knieën, en
stamelde
„Dudley mijn echtgenoot! Is het dan waar, dat de geesten
onzer afgestorvenen in onze nabijheid zijn. God in den hemel,
sta mij bij Dudley, mijn innig geliefde doode!"
Zij voelde zich echter door sterke armen opgevangen en
warme lappen overdekten hare wangen met kussen. Zich over
de half bewustelooze gestalte heenbuigend, riep Dudley Car
stairs uit
„Neen Claribel, geen doode het is geen geest, die u om
helst, ik ben het, uw echtgenoot in levenden lijve. Mijn hart
klopt nog steeds van liefde voor u 1"
Een doffe kreet ontsnapte haar, en hare oogen waren half
gesloten.
„Het was slechts een vreeselijke vergissing, Claribel," zeide
hij op haastigen toon, terwijl hij hare handen wreef, „Een andere
man, die zeer toevallig denzelfden naam droeg als ik, stierf te
Nizza. Door een samenloop van omstandigheden was het mij
onmogelijk tot u terug te keerenik zal u alles wel verklaren."
Roerloos, alsof het leven haar lichaam was ontvloden, lag zij