NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
gTarif3efs £&ume£ïi&.
8e Jaargang.
Maandag 18 Mei 1891.
No. *24 J 4.
A BON NEMEH TSPRIJS
AD V EB TEN TI ËK:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
STADSNIEUWS.
F V. II S L L E T O
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenIj20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,85.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad verschijnt dagelps, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bnrean Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cent».
Groote letters n&ar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Abonnementen en Adverfcentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantiers.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
voor het Buitenland'. Compagnie Générale de Fublicité Férmgère L. ÏÏAVBB Sr Cc»t JOHN F. JONE8, SuccF ar jp t Sl&is Faubourg Montmartre
EERRSTE BLAD.
Uithoofde van het Pink
sterfeest sal het eerstvolg end
nummer van dit Jila.il Dins
dagavond a. s. worden uitge
geven.
Haarlem ï6 Mei 1891.
Door de kiesvereeniging „Haarlem", is
de heer mr. A. JW. Farncombe Sanders
tot candidaat gesteld bij de aanstaande
verkiezing voor de Tweede Kamer, na
dat hij zich, in antwoord op een schrij
ven van het bestuur, voorstander had
verklaard van-onverwijlde invoering van
algemeen kiesrecht (met geheime stemm.)
zonder andere uitzonderingen 'dan in
de Grondwet zijn genoemd.
De D. R. C. meldt thans dat van
voorloopige candidaten voor de liberale
kiesvereeniging „Vooruitgang" alhier
geen andere namen telt dan die van
de heeren mrs. Farncombe Sanders en
J. A. van Gilse, De heer De Kanter
is niet, en de heer Kerdijk door een
onvoldoend aantal leden opgegeven.
Het magazijn «de Kindervriend", in
de Warmoesstraat, zendt ons eene aar
dige nieuwigheid ter bezichtiging. Het
zijn twee lijsten in schotel vorm, waarbij
eene collectie ongekleurde reliefplaatjes
zijn gevoegd. Die plaatjes, (boomen,
menschen, huisjes, rotsblokken enz.
voorstellende) moet men naar zijn eigen
smaak op het fond der sehotelvormige
omlijsting plakken en daarna kleuren.
Wie dat met wat "smaak en netheid
weet te doen, verkrijgt eene zeer aar
dige wandversiering.
Overigens zie men de annonce.
Vrijdagavond hebben de leerlingen
van het Gymnasium alhier hunnen con
rector, Dr. J. van der Vliet, te zijnen
huize, aan de Baan, eene serenade met
muziek en fakkellicht gebracht, ter ge
legenheid van zijne benoeming aan de
universiteit te Utrecht," waarvan wij in
ons vorig nummer melding maakten.
De heer Van der Vliet kwam buiten
en dankte de jongelui voor dit eigen-
i aardig huldebetoon en bleet zich in
hun vriendschap en belangstelling aan-
i bevelen.
Flet volgende biljet is hier ter stede
1 aan de ingezetene verzonden
Met hartelijken dank voor den zeer
j gewaardeerden steun, die Diakenen Der
I Ned. Herv. Gemeente het vorig jaar
j en in den afgeloopen strengen winter
!j van velen mochten ondervinden, nemen
'j wij de vrijheid bij de aanbieding dezer
i jaarlijksche inschrijving te wijzen op
de groote uitgaven, die onze admi
nistratie vordert en op de vele aan
vragen om hulp, die tot ons komen.
In het jaar 1890 werden cioor de
Hervormde Diaconie bedeeld 518 ge
zinnen, uitmakende 1334 personen, aan
wie werd uitgéreikt
3 i'96 TCilögram^Fijn l''afrwe1}rö'<fd,
6671 u Grof
16745 Roggebrood,
en aan geld een som van J 8996,13
Voor de bedeelden werden gereed
gemaakt 2860 door hh. geneeskundigen
voorgeschreven recepten
Gedurende den winter werden uitgedeeld:
28! wollen dekenswaarvan op
Nieuwjaarsdag 168.
51 groote bedden gevuld met zeegras.
t6 kleine bedden
7 peluwen
1286 stuks hemden,
en in 5 turfuitdeelingen een getal van
293,230 stuks korte turven.
Bij verschillende buitengewone uit-
deelingen werden afgegeven
37,28 hectoliter bruine boonen,
37,00 groene erwten,
22,20 capucijners, en
3763 kilogram gerookt spek.
Het behoeft voorzeker geen betoog,
dat ondanks buitengewone giften, een en
ander groote uitgaven van de Diaconie
heeft vereischt.
Aangezien deze inschrijving de voor
naamste steun der kas moet uitmaken,
vragen wij ook dit jaar wederom een
milde bijdrage, in het vertrouwe dat
menigeen zich opgewekt zal gevoelen
om door een ruimen gift ons in staat
te stellen met het liefdadigheidswerk
voort te gaan.
"Wat'gij in dezen zult doen, moge in
rijken zegen op U zeiven en de Uwen
terugkeeren.
Namens Diakenen Der Ned. Herv.
Gemeente
F. C. HOS, Diaken-Boekhouder
Kruisweg Do. 48.
H. J. BRONKHORST, Scriba.
BaardemMei 1891.
Mocht dit biljet Linnen enkele dagen
niet zijn teruggehaald, zoo wordt men
beleefd verzocht dit ingevuld te doen
bezorgen in de brievenbus der Diaconie
aan de Janskerk, No. 38 rood.
Heden (Zaterdag) had in hötel-Schol-
ten de 47e jaarlijksche algemeene ver
gadering van de gewestelijke vereeni-
ging Noord-Holland van het Nederl.
Onderwijzers Genootschap plaats.
Te kwartier voor elven werd de ver
gadering door den Voorzitter, den heer
H. Kroese, geopend en de vergadering
door den Voorz. der recipieerende af-
deeling Haarlem, den heer P. H. van
der Ley, welkom geheeten. Onder
de aanwezigen merkten wij op den
heer J C. Fabius, inspecteur van
het Lager Onderwijsden heer
Poutsma, district schoolopziener, en
dr. E van der Ven, schoolopziener
in het arrondissement Haarlem, den
voorzitter van de Comm. van Toezicht
op het Lagen Ov^e-irwijs j te Ijlaarlem,
mr.'' AT- A.vav< i'iëf tvlersélu Vertegen'
woordigd waren .22 afdeellngen. Het
aantal leden is met 83 toegenomen. De
herrezen afd. Broek in Waterland wordt
welkom geheeten.
Het volgende jaar bestaat de ge
westelijke vereeniging Noord-Holland
50 jaar, en zal men een boekwerk bij die
gelegenheid uitgeven, met eene geschie
denis van de vèreeniging door den heer
J. H. Swildens. Besloten wordt tot af
voering van de agenda van een het
vorig jaar geopperd idee, een bond op
te richten tot bevord-ring van de Nederl.
taal, daar hieromtrent geen bepaald
voorstel is ingekomen.
Rekening en verantwoording wordt
gedaan over het jaar 1890, dat sluit met
een nadeelig saldo van 21.95k
Tot afgevaardigde t-er algemeene ver
gadering wordt gekozen de heer H.
Kroese, voorzitter van de gewestelijke
vereeniging, die de benoeming aanneemt.
In hét volgend jaar zal de vergade
ring worden gehouden te Zaandam.
Na de gewone werkzaamheden erlangt
de heer F. J A. Paesi het woord, en
leidt het navolgende onderwerp in
Stellingen
A. De positie van den onderwijzer
is niet zoo als ze behoort.
B. Oorzaken hiervan zijn o. a.de
eigenaardigheden van zijn werkkring,
de gebreken van het onderwijssysteem
en van de schoolregeling, de onwel
willendheid van de maatschappij tegen
over den onderwijzer en de onvoldoende
bezoldiging.
C. Middelen tot verbetering zijn
o. a.omgang met beschaafde men-
schen, lectuur en deelneming aan het
maatschappelijk leven.
De onderwijzer vertoont dikwijls op
niet aantrekkelijke wijze het eigenaar
dige van zijn ambt, eensdeels door de
kleinigheden dié hij behandelen moet,
niet alleen in maar ook buiten de
school, door den strijd dien hij voort
durend moet voeren tegen onjuistheden.
Toch is er sedert 25 jaar veel ver
beterd. Wij moeten geen voedsel geven
aan veler meening, dat wij zoo wonder
knap en geleerd zijn. Klassikaal onder
wijs bij groote klassen bevordert het
onnatuurlijke in het onderwijs-geven.
Ook de leerstof is vaak niet voor kin
deren te omvatten, 0. a. bij het lees
onderwijs.
Groot is het gevaar voor den onder
wijzer om schoolmeesterachtig te worden.
Jongens van 14 jaar moeten zich reeds
bezighouden met paedogogiek en me
thodiek, waarvoor ze. nog niet rijp zijn.
Te wenschen ware het,dat de onderwijzer
niet reeds op zijn 18de jaar werd ge
roepen tot een taak, waarvoor hij zeer
zelden geheel bekwaam kan zijn. Beter
ware het, zoo bii na de lagöre, de mid-
de 1 bare schóól ê'n daarna' 'efneTfweèk-
school bezocht. Dan zou ook de kaste-
geest verminderen, en men behoefde
niet zoo spoedig te beslissen dat men
onderwijzer wilde worden.
Men beschuldigt ons, dat wij een te
gemakkelijk leventje hebben, maar als
een onderwijzer 2 of 3 uur, soms voor
verschillende afdeelingen werkt, heeft hij
heel wat meer vermoeienis doorgestaan,
dan iemand die zich alleen met han
denarbeid bezighoudt. De school moet
meer gelegenheid geven tot uitspanning,
vooral voor de kinderen der armen, die
ais zij niet onder onze leiding zijn niet
worden verzorgd en nagegaan. Aan
groote scholen zou men een deel der
vacanties moeten vervangen door verlof
aan de onderwijzers, zóo ingericht dat
het onderwijs er kon doorgaan.
Wij moeten afrekenen nut den school
meester voor vóór honderd jaar, maar
ook niet den ernst als monopolie tot
ons nemen. Onderwijzers moeten zijn
beschaafde menschen, die men in de
oonversatie niet schuwt, maar hen er
gaarne in opneemt. Wij moeten omgaan
met menschen van allerlei slagbe
hoorden lid te zijn van een sociëteit,
een reisje kunnen maken of nu en dan
den schouwburg bezoeken. Lectuur is
het eenige middel, dat de onderwijzer
nu heeft tot zijne vorming, en ook dat
is in dorpen nog moeilijk. Ook kennen
wij te zelden vreemde talen, iu een
klein land zoo noodig.
De onderwijzer wordt over het alge-
meen geminacht, men is jegens hem
onwelwillend. Langzamerhand wordt in
j hoogere klassen de opinie over den
onderwijzer beter, in den Raad van
j Haarlem is dat onlangs gebleken, toen
j eenige leden waardeerende woorden
j over hen uitten, al werd toen een rekest
om salaris - verhooging afgewezen,-wegens
fïnancieele redenen.
De lage traktementen van onderwij
zers noodzaken hen vaak te verkeeren
in een kring, die voor hunne ontwik-
I keling niet dienstig is en zij kiumen geene
j huishouding oprichten, althans niet on-
derhouden zooals dat zou behooren.
I De slechte verhouding in vele steden
tusschen de traktementen van het hoofd
eener school en de eerste onderwijzers,
geven een verkeerd beeld van de taak
der onderwijzers en bevorderen het
aanzien van 'het vak niet.
Aan ons is het, door ons optreden in
de maatschappij eerbied af te dwingen
voor onzen werkkring. Samenwerking
behoort er te zijn tusschen ons, de
onderwijzers behooren een grooter aan
deel in de schoolregeling tc fiebDen.
Hiermede eindigt de inleider.
Voorgesteld wordt, wegens het reeds
j vergevorderde uur,, geen debat te hou-
j den, Na..eenigö -zeer.rumoerige-.Aogfc%<,
blikken wordt als amendement voorge
steld, het debat tot 11a de voordracht-
van den heer mr. H. Ph. de Kanter,
uit te stellen. Over dit voorstel staken
de stemmen, en wordt dus de beslissfng,
volgens het reglement, uitgesteld tot in
de December-vergadering
Eenige aanwezigen, vertoornd over
dezen uitslag, verlaten de vergadering
op eene manier, die er op wijst, dat er
zeker veel waars is in de inleiding zoo
even gehouden, dat althans de bescha
ving van sommige onderwijzers te weD-.
schen overlaat.
{Slot in ons volgend nummert)
Ten huize van den werkman v. L.,
woonachtig in de Rozenstraat, is een
paar dagen geleden diefstal gepleegd
van een zilveren horloge met gouden
ketting, drie gouden ringen en een
buckskin pak. Als de djuler hiervan
is Vrijdag te Zierikzee aangehouden
zijn 15-jarige broeder, die vroeger
reeds gevangenisstraf ter zake van ver
duistering heeft ondergaan.
27,
HOOFDSTUK XIX
//Wat moet dat beteekenen vroeg hij op angstigen toon.
z/Haa bedreigt toch zeker geen gevaar, Gleddow? want als gij
door het vervullen van uw plicht haar in ongelegenheid brengt,
dan is het met onze vriendschap uit, ofschoon wij den laatsten
tijd zoo vriendschappelijk met elkaar omgingen, maar die vrouw
maakt een deel van mijn bestaan uit, en voor haar wil ik mijn
leven opofferen. Zeg mij oprecht en rondborstig, hebt gij iets
kwaads met haar voor?
«Op mijn woord van eer, Dick, hetgeen ik beoog kan slechts
tot haar geluk leiden," antwoordde Gleddow met nadruk. «Ik
wil u volstrekt niet misleiden. Ik ben iemand op het spoor, die
van Claribel, zouder dat zij het zich bewust is, zijn werktuig
heeft gemaakt, in een van, naar ik geloof, de grootste schur
kerijen. In plaats van haar te schaden, zal ik haar een dienst
bewijzen, wanneer ik slaag."
«Weet zij er iets van?" vroeg Dick.
«Volstrekt niets," was het antwoord, «en voor het oogenblik
moet zij het ook nog niet weten. Misschien zal ik over een
paar uur den voomaamsten schuldige achter slot en grendel
hebben gebracht, en dan mag zij alles weten om uwentwil zal
ikhaar onschuld bewijzen, maar om den hoofdschuldige in
hechtenis te kunnen nemen en zijn schuld te bewijzen, is het
noodzakelijk, dat mevrouw Carstairs goed in het oog wordt ge
houden. Maar Dick," en de inspecteur liet zijn haastigen toon
tot een vriendelijken, deelnemenaen toon afdalen, «ik geloof
dat uw liefde nog even vurig is als op het tijdstip, dat zij met
dien schavuit ontvluchtte."
«Dat is zeker waar," antwoordde Dick op beslisten toon.
«En ongetwijfeld hebt gij reeds mooie luchtkasteelen gebouwd."
«Ja, beste vriend, en Claribel is daarbij de hoofdpersoon
«Arme Dick!"
«Wat beduidt dat alles?" riep Dick ongeduldig uit. «Eerst
vertelt gij mij, dat gij aan haar onschuld geiooft, maar dat booze
machten haar beheerschen, en wanneer ik u vertel, dat ik het
voornemen heb opgevat om haar uit die ellende te verlossen,
antwoordt gij mij in duistere toespelingen
«Dick," gaf de ander ten antwoord, «ik geloof evenals gij,
dat mevrouw Carstairs alleszins een rechtschapen vrouw is, en
ik durf dit beweren na een nauwkeurig onderzoek. Ik ben, gij
kunt mij gelooven of'niet, uw vriend, want ik ben aan u meer
gehecht dan aan ieder ander, maar ik spreek aldus tot u omdat
mij iets bekend is, dat gij nog niet weet. Wanneer gij in uw hart
de hoop voedt om haar tot uw wettige vrouw te kunnen maken,
en van een gelukkige toekomst droomt, laat die hoop dan varen,
en ontwaak uit uw droom. Dick, mijn jongen, het kan niet zijn."
Het hart van Dick kromp ineen bij deze woorden, en hij ant
woordde op hartstochtelijken toon «Ik wil geen afstand doen
van die hoop, zij is een deel van mijn leven, en verlaat mij
geen enkel oogenblik, overdag noch des nachts. Al moet ik ook
jaren wachten, totdat haar smart over den schurk, die haar ont
roofde, door den tijd zal verdwijnen, ik zal echter wachten en
hopen en voor haar werken totdat, hoever ook in het verschiet,
eenmaal de dag zal komen, dat zij mijn vrouw wordt!"
De detective bewaarde een oogenblik het stilzwijgen, en zeide
I toen, terwijl hij nog steeds op dezelfde plek bleef staan«Ik
mag den uitgang van het hotel niet uit het oog verliezen. Waar
gaat gij heen Dick
i «Ik ga naar huis terug," was het antwoord van Dick. «Ver-
j leden week heb ik mijn woonplaats bezocht, en Claribels vader
vermoedde, dat ik haar had gezien. Het gaat niet goed met hem,
Gleddow, hij kwijnt weg van smart over haar verlies. De oude
man is echter nog: fier. Hij heeft mij niet willen verzoeken om
haar terug te brengen, of zelfs haar te vragen naar hem terug
te keeren, maar er lag een stille wensch in de uitdrukking van
zijne oogen, die mijn hart trof, en ik zeide bij mijzelf, ik zal
terwille van hem en van mij, haar gaan opsporen en haar ver
zoeken om terug te keeren. Ik heb haar gesproken, en ofschoon
ik kan getuigen, dat haar het hart brak bij de gedachte dat haar
vader ziek lag, treurende over haar verlies, kon zij, zonderling
genoeg, onmogelijk naar hem terugkeeren, ondanks al mijne
smeekingen; zij verzocht mij echter om mij onmiddellijk naar
Dene-on-Dass te begeven en haar vader te zeggen, dat zij spoe
dig tot hem zou komen."
Wordt vervolgd