NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
8e Jaargang.
Maandag '25 Mei 1891
No. *>4JL
ABONNEMENTSPRIJS:
A D V E B T E IN
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
^STADSNIEUWS.
FEUILLETON,
gl'artBefs gbnmeZx\&.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het g-eheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behulve op Zon- en Feestdagen.
Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ËJN
van 15 regels 50 Cent»; iedere regel ineer 10 Cent».
Groote letters naar piaattsruimté.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Abonnementen en Advertentïën worden aangenomen door
onze agenten en doer slib boekhandelaren en conrantierfl.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de FubliciU Etrmngere G. i- BAXIBF Co., JOHN E. JONF&, Snee., Parvt 31hit Faubourg Monimarire
EERRSTE BLAD.
De afgifte van de Zes Platen wordt
MAANDAGAVOND gesloten. Wij ver
zoeken onzen Geabonneerde», die kun
Kou nog niet kekben ingewisseld, dit
Maandag a.s.,met betaling van 10 Cents,
teil onzen kantore alsnog te doen.
Tevens berickten wij, dat door de
tirma Wed. C. D. Fetter Zonen
Kruisstraat 34 alkier, deze Platen
worden geëncadreerd voor 11.per
stak.
Directeuren- Uitgevers.
Haarlem 23 Mei 1891.
Het Gemeentebestuur zal Woensdag
a. s. te Amsterdam aan de Koninginnen
zijne hulde betuigen.
Zondag 24 Mei is er gelegenheid op
het Museum van Kunstnijverheid
alhier, verschillende zeer merkwaardige
tentoonstellingen in oogenschouw te
nemen.
De verzameling van doozen, juweel
kistjes enz., is weder met eenige exem
plaren vermeerderd.
De decoratieve schilderstukken en de
iwonzeu figuren als lichtdragers, die de
muziekzaal van den heer J. T. Cremer
versierden, blijven dien dag nog ten
toongesteld- en de eigenaardige verza
meling der ingezonden reclamekaarten
voor de, door den heer Brandsma
uitgeschreven, prijsvraag, is dan in
het trapportaal tentoongesteld.
Zondags is de toegang vrij.
De adj. ond-offic. Noordijk van het
alhier in garnizoen liggend bataljon
inf. zal met pensioen de dienst verla
ten. In verband hiermede is door den
regt. comm. kolonel Vogel bepaald,
dat de Sergt. maj. Peter Mudde van
de 3 comp. mede van genoemd batalj.,
den dienst van adj. onderofficier zal
verrichten en dat 1 Juli a. s. verslag
wordt ingewacht van zijne geschiktheid
tot dien graad, om daartoe te worden
benoemd.
Heden werd de zilveren medaille voor
24 jarigen dienst uitgereikt door de
Serg. A. Jansen van genoemd bataljon.
Door de onderofficieren zal hem een
fraai geschenk worden aangeboden.
De leden van de afd Haarlem der
Holl. Maats. v. Landb. hebben, behalve
de zoo gewenschte naamlijst der leden,
ontvangen het plan eener bouwhoeve
van 60 hectaren.
Omtrent den aanstaanden universi-
teits wedstrijd, op 31 Mei alhier te
houden, kan nog worden gemeld dat
Delft alleen in vierriems gieken (junio
res en seniores) zal mededingen. Voor
Leiden komt uit in single sculling ont-
rigger de heer van Rhede van der
Kloot, als jonge vier de h'.h. Vervoort,
Fraser, Beekhuis, Wijbrands, jonge
twee de heeren Veivoort en Fraser.
Alle ploegen worden door den heer
André de la Porte gestuurd.
Het programma bestaat uit, oude,
vier, jonge twee, sculling, oude twee,
jonge vier, welke nummers in deze
volgorde zullen worden geroeid. De
afvaart heeft om 1 uur te Spaarndam
plaats.
Naar men verneemt zal Woensdag
a. s. een orgelconcert worden gegeven
in de Groote- of St. Bavokerk alhier,
door den heer A. Pomper, organist in
de Luthersche Kerk te Amsterdam, af
gewisseld door viool en zang.
Uit het tweede jaarverslag van den
isten Haarlemschen Kinderspeeltuin
blijkt, dat deze inrichting zich in een
bloeienden toestand bevindt en zich in
veler sympathie mag verheugen. De
rekening over 1890 sluit met een klein
batig saldo.
Maandag 25 Mei, dtw, namiddags half
5, wordt de speeltuin weder geopend.
Men verzoekt ons te berichten, dat
de tooneelclub „Multatuli", alhier, waar
schijnlijk voortaan hare uitvoeringen en
bijeenkomsten alleen in besloten kring,
nl. van de leden ondeiling, zal geven.
De club gelooft daardoor beter haar
doel, de geestelijke ontwikkeling hater
leden, te zullen bereiken, dan door het
geven van openbare voorstellingen.
In de maand December 1890 zijn
door de HaarlemZandvoort Spoor
weg-Maatschappij vervoerd
Reizigers 4639.
Opbrengst reizigers f 880.iï.
idem goederen 213.16.
idem diversen 8.75.
Te zamen 1102.02.
Per dag en per kilometer f 4.18.
VerpÉiig van Jooriitpi".
De kiesvereeniging „Vooruitgang,"
Vrijdagavond vergaderend, had een
candidaat te stellen voor het lidmaat
schap van de Tweede Kamer. Voor
gedragen waren mr. A. J. W. Farn-
cornbe Sanders door de heeren dr. H.
Brongersma, J. Sab'elis en mr. A. C.
Waller en mr. J. A. van Gilse van
Rotterdam, door de heeren D. André
de la Porte, W. Stolp en B. Tideman.
Aan beide heeren is toegezonden
het program in een vorige vergadering
besproken. Alleen de heer Sanders
he oft daarop geantwoord, de heer Van
Gilse niet. omdat blijkt, dat de brief
hem die uitlandig is geweest, niet is
geworden.
De heer Sanders laat zich o. a. over
het program aldus uit
„Ik deel de meening, dat de kieswet
moet worden herzie.n, zoodra de om
standigheden slechts eenigszins toelaten.
Tot verduidelijking zou kunnen gezegd
worden, dat die herziening moet worden
ter hand genomen, voordat eenige an
dere organieke wet worde aanhangig
gemaakt.
Ik heb geen bezwaar tegen punt 6
betreffende de Koloniën. Veel daarvan
zal buiten de bemoeiingen der Kamer
kunnen geschieden.
Minder noodig acht ik het om punt
3 over de legerwet in het program op
te nemen. Bij de meerderheid die per
soonlijke dienstplicht voor zich blijkt
te hebben, is nadruk daarop overbodig.
Op punt 4 arbeidswetgeving kan ik den
gedachtengang zeer goed beamen, om
dat geene wettelijke: regeling wordt ver
langd, maar misschien. gaat het program
niet ver genoeg ey .kor. blijken dat men
nog' verder moési ganii. De belastmg-
zinsnedê ware in meer algemeene be
woordingen te stellen. Evenwel acht de
heer S. noodigbeter en rechtvaardiger
verdeeling van lasten en voorziening in
de fïinancieele behoeften der gemeenten.
Wat administratieve rechtspraak, vrij
handelstelsel en onderwijs betreft, men
kon het eerste wel laten rusten omdat
die op de a. s. juristen vereeniging uit
voerig besproken zal worden.
Het vrijhandelstelsel loopt voorshands
geen gevaar, er is eene commissie be
noemd om te adviseeren over de door
ons land aan te nemen houding.
Ik zie geen reden, waarom de ver
eeniging een afzonderlijke paragraaf aan
hét onderwijs zou wijdennergens is
dat in het programma eener kiesver
eeniging opgenomen, ook niet in het
manifest der liberale Unie.
De Minister heeft getoond, dat volle
dige uitvoering der wet, ook voor open
bare scholen, hem ernst is.
Ik meen. dat het middelbaar en
hooger onderwijs meer toegankelijk
wezen moest voor begaafde minvermo
genden.
Ik geloof niet, dat er ingrijpende
verandering in de onderwijswet binnen
afzienbaren tijd zullen worden voorge
steld."
Thans vraagt de heer Reytijig het
woord. Het antwoord van meneer Van
Gilse, is dat hij geen bezwaar heeft,
ten volle aan het program zijne adhaesie
te schenken.
Verder schrijft de heer Van Gilse
Op gebied van sociale wetgeving sta
ik naast Kerdijkik ben vóór vrijhandel,
lid van den anti dienstvervangings bond
ik ga mee met het manifest der liberale
Unie, behalve met de zinsnede waarin
wordt opgemerkt, dat de schoolstrijd is
beëindigd.
Het gevaar voor het onderwijs is
volstrekt niet voorbij.
De heer mr. A. C. Waller zegtIk kan
kort zijn over iemand die 5 jaar lid der Ka
mer is geweest; als men nagaat wat de heer
S. in dien tijd geschreven en gesproken
heeft, moet men eerbied hebben voor
de grondige manier waarop hij alle
zaken van eenige beteekenis onderzoekt.
(Spreker recapituleert wat meneer San
ders schrijft.)
Wanneer wij dus zien in onzen af
gevaardigde die ons zoolang vertegen
woordigde, iemand die in de hoofd
punten volkomen met ons medegaat,
dan vind ik nadere aanbeveling over
bodig.
De heer V Hooft merkt op Ik was
verbaasd dat men den heer Sanders uit
den zadel wou lichten, en toen ik zag
wie dat wou nog meer; niet omdat ik
meneer van Gilse niet respecteer, maar
omdat hij zich teruggetrokken heeft te
Rotterdam, voor een niéuw man, Van
Karnebeek, die in het ministerie-Heems
kerk heeft helpen voorstellen de ver
andering in art. 194, terwijl meneer van
Gilse geen bezwaar maakt om te staan
tegen meneer Sanders. Mijn verbazing
steeg ten top, toen ik zag wie meneer
van Gitee voorstelden. Ik heb hier een
oud strooibiljet, geteekend o. a. door de
heeren André de la Porte en W. Stolp,
ter aanbeveling van meneer Sanders*
(de heer 't Hooft leest dit voor.) Ik
dicht ik ben benieuwd de zonden te
liooren, die onze volksvertegenwoordi
ger heeft begaan om zoo uit den zadel
te worden gelicht.
De heer D. Andrc de la Porte ant
woordt.
Het is heel iets anders, om in eene
kiesvereeniging waar men zeil lid is,
te weigeren tegen een gestelden can
didaat te staandan in eene vereeni
ging waar men geen lid van is, en
die nog geen candidaat heeft gesteld.
Dat strooibiljet heb ik zelf niet ge
steld, dat is van 1888. Ik zal de
laatste zijn, om te ontkennen de
groote bekwaamheden en de werkkracht
van meneer Farncombe Sanders, maar
ook andere vragen mag men stellen
bij het stellen der candidatuur van een
volksvertegenwoordiger.
Talloos velen hebben mij gevraagd
is er geen andere candidaat dan Farn
combe Sanders waaruit mij bleek, dat
velen hem niet wenschten. Zeer veel
moeite heeft hij zich gegeven, om met
Haarlem en de Haarlemmers bekend
te wordendat hij evenwel niet popu
lair is géworden daar zijn redenen voor,
zoo 0. a. de zonderlinge houding van
meneer Sanders bij de Legerwet, waar
hij met de katholieken alleen gestemd
heeft voor de verzending naar de af-
deelingenen daardoor een zeker
obstructionisme heeft gevolgd.
Een andere reden is zijne houding
tegenover de onderwijswet. Ware het
waar, dat die wet alle gemoederen be
vredigd heeft, dan zou ik zeggen
waarom die op te warmen De libera
len zullen den schoolstrijd niet opwar
men, maar wij weten wel wie dat zullen
doen, als er kans bestaat voor hen
eene overwinning te behalen.
Meneer Sanders ziet in verren tijd
geen gevaar voor het onderwijs, maar
de coryplieën onder onze afgevaar
digden denken daar anders over. Zoo
schrijft Rutgers van Rozenburg aan
Burgerplicht„Op onderwijs - gebied
wachte men zich voor inslapen".
Paragraaf 4 van het program der
anti-revolutionairen bewijst dat zij vrij
making van hooger en middelbaar on
derwijs willen.
De vrees voor het entameeren der
wet op raiddelbaa.r en hooger onderwijs
in dien geest, is dus wel degelijk ge
wettigd. Toen onlangs aan meneer San
ders is gevraagd, of de consequentie
van zijne houding bij het lager onder
wijs niet zou meebrengen, dat hij ook
meeging met eene herziening van het
middelbaar en hooger onderwijs, heeft
hij evasief geantwoord. Ik meen dat
zijn stelsel meebrengt, dat hij daar dan
ook voor zou zijn.
Ik geloof dat velen hem daarom niet
willen afvaardigen. Meneer van Gilse
is een zeer ernstig, bekwaam en oprecht
man, hij is lid van de Redactie der
N. R. Clredacteur van het Volksblad
en schoolopziener in het arrondissement
Rotterdam. Hij staat bekend als een
man die niet eigen eer zoekt, maar be
ginselen voorstaat; die nooit ter rechter
noch ter linkerzijde zal afwijken als hij
strijden moet voor een beginsel. Een
orateur is hij niet, hij kan niet een
geheelen avond lang stroomen van
woorden uitgieten, zonder dat men weet
wat hij eigenlijk zegt. Als hij spreekt
is hij duidelijk en logisch en treft de
gloed van zijne innige overtuiging.
Ik geloof, dat een man van karakter
als van Gilse, gesteund door zijn ken
nis, een aanwinst zou zijn en voor de
kamerzittingen goed zou doen, Ik heb
van Gilse helpen voorstellen in de over-
32)
HOOFDSTUK XXI.
„Vier shilling" was het alleruiterst», waarin juffrouw Hawkins
zwijgend toestemde, en het pakje werd vastgemaakt met een
aantal spelden en daarna met zooveel behendigheid op een plank
geworpen, alsof het reeds zijn plaats kende, terwijl juffrouw
Hawkins zich gelijktijdig verwijderde in het gelukkig bezit van
vier shillings en een nieuw ontvangbewijs om weldra de „Whist
ling Pig" binnen te treden, om daar in gezelschap van hare
trouwe zielsvriendinnen hare zwakke zenuwen te sterken door
het eene glas voor, het andere na te ledigen.
De man in de hemdsmouwen die er^zich steeds op beroemde
met de vrouwelijke sekse op zulk een goeden voet te staan,
wendde zich nu tot Claribel, en vroeg op een toon even olie
achtig als zijn haarolie
„En wat kan ik voor u doen, lieveling?"
Zij antwoordde kalm „Ik kom hier voor zaken, en niet om
naar onbeschaamde woorden te luisteren Wanneer gij die twee
dingen niet van elkaar kunt scheiden, dan zou het wellicht beter
zijn, dat ik mij ergens anders heen begaf."
De jonge man werd rood tot onder zijn met olie bestreken
haren en mompelde eene verontschuldiging, want hij zag wel
dat de bezoekster niet gewoon was aan zulke schertsende woor
den, en ze ook niet duldde.
„Ik wilde eenig geld op deze juweelen hebben," zeide Cla
ribel en haalde haar horloge en hare sieraden te voorschijn.
„Hoeveel?"
„Zooveel als gij er mij voor kunt geven," gaf Claribel ten
antwoord, waarop de jongeling op vragenden toon zeide
„Tien pond?"
„Zij zijn zestig pond waard, maar tien is genoeg," antwoordde
Claribel uiterst koel.
Het kleine pakje werd zorgvuldig ingepakt, en volgde toen
de kleeren van juffrouw Hawkins. Daarna vroeg de bediende?
„Hebt gij een halven stuiver vcor mij
„Neen, ik heb zelfs geen shilling, ik heb niets dan goud,"
zeide Claribel.
De man in de hemdsmouwen had den uitroepHmreeds
op de lippen, maar hij bemerkte in het kleine beursje van Cla
ribel glinsterende soevereins en banknoten, zoodat hij zijn uit
roep van twijfel nog bijtijds binnenhield.
„Het is reeds in orde mevrouw," antwoordde hij met meer
eerbied dan hij gewoonlijk voor de bezoekers aan den dag legde,
„hier is het geld negen, negentien en elf en een half. Uw briefje
is in een oogenblik gereed
Claribel wachtte met ongeduld, daar zij weer naar lrissche lucht
snakte. Toen zij een stap zijwaarts deed, trad een armoedig ge
kleed meisje met een scherpgeteekend, bleek gelaat en holle
oogen op de toonbank toe.
Er sprak zulk een hevig lijden uit de trekken van haar gelaat,
dat Claribel er door werd getroffen, en haar hart met deernis
was bewogen. Hoeveel levensdramas werden, zoo dacht zij, in
dit rumoerig, klein verblijf afgespeeld. Toen zij het meisje op
nieuw gadesloeg, zag zij dat hare oogen rood en nog vochtig
waren van het schreien.
Met veel moeite tilde zij een kistje op en zette het op de
toonbank neer.... het hield een naaimachine in, haar middel van
bestaan.
„Geef mij hiervoor, als 't u blieft, een soeverein, mijnheer,"
zeide zij.
De man in de hemdsmouwen was weer even verwaand en
onbeschaamd als voorheen, toen hij op die wijze werd aange
sproken.
„Twaalf shilling," zeide hij 11a een blik op de naaimachine
te hebben geworpen. Hij zou tien shilling gezegd hebben, wan
neer zij hem niet „mijnheer" had genoemd.
„O, geef mij een soeverein," smeekte zij, en hare tranen be
gonnen weer overvloedig te vloeien. „Ik heb het noodig voor
de begrafenis van mijn hfind.
„Ja, zaken zijn zaken, en onze zaak heeft niets te maken met
begrafenissen"! was het besliste antwoord.
En met een zucht, die Claribel door het hart sneed, tilde zij
haar zwaren last weer. op, om elders haar geluk te beproeven.
Een zachte hand werd echter op haarjjschouder gelegd, en een-
lieflijke stem zeide
Wordt vervolgd