NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
I
8e Jaargang.
Donderdag 4 Ju.
No. 2428.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
VOORUITGANG.
FEUILLETON
■vlyfabf
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
Hnreao Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. ïeissS'oouiiuHiaier 122.
ran 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren en courantiers.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM :n J. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het BuitenlandComvoqnie Générale de Fubliciii Etrangère GX. HAVBM Co., JOHÏi 1. JONHS, Snee., Farfi 9lis/ Faubovrg lüontniartre.
Haarlem 3 Juni 1891.
Door B. en W. is aan P. G. D.
Perrinoni vergunning verleend tol op
richting van eene bewaarplaats van roet
in het perceel aan de Korte Begijnen-
straat no. 29.
Naar wij vernemen zal van r. kath.
zijde hier ter stede geen eigen kandidaat
voor de Tweede Kamer worden gesteld,
maar zal de candidatuur Sanders krachtig
worden gesteund.
Dinsdag 2 Juni herdacht het bekende
kwartet „Lorelev," onder leiding van
den heer W. H. C. Schmölling, in ge-
zelligen kring zijn vijfjarig bestaan.
Uit de door den secretaris gehouden
notulen, gedurende dien tijd, bleek, dat
het kwartet op uitnoodiging van ver
schillende zijden twee en zestig maal
n het openbaar was opgetreden
Van het voornemen om een kwartet-
jwedstrijd bij deze gelegenheid te 01-
ganiseeren, werd om financieele redenen
afgezien ,doch besloten ter herdenking
van het feest, deel te nemen aan den
op 3 Juli a. s. te Groningen uitgeschre
ven wedstrijd voor kwartetten.
Mr. J. A. van Gilse, candidaat van
[de liberale kiesvereeniging „Vooruit-
lang" alhier, trad Dinsdagavond, in de
bovenzaal van de sociëteit „Vereeni-
ging" voor haar op. De zaal was flink
bezet.
De heer van Gilse deelde mede dat
door uitstedigheid de aan hem gerichte
[brief niet tijdig hem heeft bereikt,
't Doet mij genoegen dat mij nu de
gelegenheid is gegeven, mijne meening
over uw program te uiten en te hoo-
wat de meeningen van deze kie
zers zijn.
In het algemeen hecht ik mijn volle
sympathie aan dat program. Het ligt
voor de hand, dat wanneer in enkele
punten saamgevat wordt, wat in de
politiek aan de orde is, dit niet anders
kan dan beperkt en dat de denkbeelden
daardoor voor verschillenden uitleg vat
baar kunnen zijn.
Ik begin met de opmerking dat het
mij voorkomt dat de volgorde der ver
schillende punten niet beslist omtrent
de beteekenis door de ontwerpers daar
fan gehecht. Toch acht ik het een ge
[lukkig verschijnsel, dat in de eerste plaats
in het program het kiesrecht wordt ge
noemd. In dat opzicht ben ik volkomen
homogeen met de ontwerpers
Elders is gezegd en gebleken, dat bij
de liberale partij het denkbeeld voorzit,
dat hierop in de eerste plaats de aan
dacht der nieuwe Kamer gevestigd moet
worden, omdat die regeling is de na
koming van eene belofte, tijdens en na
de grondwetsherziening gedaan.
In die weinige woorden van het pro
gram over het kiesrecht, liggen opge
sloten verschillende denkbeelden en be
ginselenhet karakter der hervorming
van het kiesrecht en de prioriteit, daar
aan toe te kennen. Het zal voor velen
geen onbekende zaak zijn, dat ik sèdert
16 a 17 jaar gestreden heb voor de
invoering van algemeen kiesrecht. Toch
aarzel ik geen oogenblik, om onder de
tegenwoordige omstandigheden mijne
adhaesie te betuigen aan deze woojden
van het programuitbreiding van kies
recht, zoover de grondwet dat toelaat.
Men weet wat er vast is aan eene
grondwetsherziening en daarom moet
men niet voor één speciaal doel die
willen veranderen
Ik ben het volkomen eens met wat
de heer Schaepman, die anders mijn
Mentor niet is, te Leeuwarden heeft
gezégd. „Men is niet geneigd het volk
voor de tweede maal binnen korten tijd
voor eene herziening te stellen omdat
die zoo moeilijk is. Een Grondwet moet
zoo breed mogelijk worden opgevat en
die van 87 is het bewijs, hoeveel zee
manschap er noodig is, om zulk eene
herziening tot stand te brengen".
Bij die woorden kan ieder zich neer
leggen.
Waar zóóveel voor het volk te doen
is..: is het daar .gfcreriht --J alleen
dat ideaal na te- streven
Door uitbreiding van kiesrecht voor
zoover de Grondwet toelaat, kan nage
noeg bereikt worden, mijn en mijner
geestverwanten ideaal.
In art. So der Grondwet staan zoo
veel lange zinnen, dat de grenzen zijn
uitgewischt en men zonder gewrongen
uitlegging daarvan, komen kan tot zeer
nabij het algemeen kiesrecht.
Spreker citeert hierover de opinie van
mr. Roëll en prof. Buijs.
Wanneer men, zooals de liberale Unie,
als eisch stelt het schriftelijk invullen
van het biljet, dan kan men dat op het
standpunt van prof. Buijs, aanmer
ken als een waarborgen van- geschikt
heid. Zij die aan den burger, als burger,
het kiesrecht willen toekennen, kunnen
zich daarmee vereenigen met het oog
op liet geheim der stemming.
Door alle richtingen is erkend, dat
het tegenwoordige kiesrecht niet voldoet
aan de eischen in de Grondwet gesteld.
De grieven tegen het vorige kiesrecht
gelden ook tegen deze regeling.
Spreker gaat deze bezwaren vrij breed
voerig na.
Men heeft gevraagd of het niet beter
is andere dingen eerst te behandelen,
waarover de communis opinio in de
liberale partij is gevestigd. Beter acht
ik evenwel de zaak onmiddellijk terhand
te nemen.
En acht men zich, als men aanneemt,
dat aan een breede zoom der burgerij
het kiesrecht ten onrechte wordt ont
houden, moreel verantwoord, als men
besluiten neemt, en daarin velen die
daarbij belang hebben niet betrekt
Geeft eerst den werkman het kiesrecht,
dan komen de hervormingen van zelf.
Van onderop moeten de hervormingen
komen, niet uit het studeervertrek. Het
is mogelijk, dat niet dat zelfde doel, als
door mij over -kiesrecht is aangegeven,
kan worden bereikt, maar iets dat
daar bijkomt.
Het komt mij voor, dat ook de an
deren punten op die manier moeten
worden beschouwd, dat m die richting
moet worden gewerkt, niet juist dat op
die manier de wetten moeten worden in
gericht. Tegenover de praktijk staande,
zou men wel iets kunnen moeten laten
vallen.
Wat de afschaffing der accijnsen be-
treft, waar vindt men een equivalent
voor de millioenen, die daardoor zouden
vervallen. De mutatierechten zijn vaak
onbillijk en drukkend. Afschaffing van
het patentrecht, maar daarvoor zou
men eene rijks inkomstenbelasting moe
ten maken.
Deze dubia leg ik in uw midden neer,
ik kan niet zeggen dat dit nu juist de
desiderata zijn voor de. eerste 4 jaar.
De liberale richting.' £*6 et zich onthou
den van de groote fout, juist die be
lastinghervorming te willen, die niet
werd voorgesteld. Men moet niet vra
gen „is dit eene ideaal-regelrag Men
moet niet beginnen met af te wijzen
het goede, dat geboden wordt.
Ook op het laatste deel van het ar
tikel, belasting van uitwonende grond
eigenaren, is dit van toepassing. Eéne
moeilijkheid bij die belasting is het
maken van de repartitie bij hen, die
eigendommen hebben in 10 12 ge
meenten.
Ik wensch uitdrukkelijk te doen uit
komen, dat het uitspreken van een
dergelijken wensch nog verre is van
eene v rvulling
De derde paragraaf is over de leger-
regeling. Deze paragraaf heeft mijn volle
symphathie. Ik zou nooit mijn stem
kunnen geven aan eene wet, die geen
rekening hield met het beginsel van
volledigen persoonlijken dienstplicht.
De volgende paragraaf betreft de ar
beidswetgeving
Wanneer ik goed begrijp, dat de be-
doeling is dat ook het procesrecht worde
vereenvoudigd, en contractsgeschillen j
worden opgedragen aan de verzoenings-
raden, heeft dit attikel mijn volle
sympathie. Ik zou het betreuren, als
wanneer men komt tot leerplicht, er
niet gelijktijdig een verbod op kinder
arbeid werd gegeven, dat zich niet uit
strekte tot den veldarbeid. Wat de
kamers van arbeid betreft, ik geloof
niet dat dit het eerste is wat de arbeider
noodig heeft. De resultaten daarvan
zullen (de kamers van koophandel heb
ben het geleerd) niet veel effect uit
oefenen.
Den nadruk in de onderwijsparagraaf
zou ik willen leggen op de laatste
woorden „handhaving van de wetten
op het Middelbaar en Hooger Onder
wijs „Wij moeten strijden tot het uiterste,
dat het beginsel van subsidie uit de
staatskas aan het bizonder onderwijs
niet worde doorgezet, ook bij middel
baar en hooger onderwijs. Noodig is
eene scherpe contróle op de wijze,
waarop de wet wordt uitgevoerd.
Ik verheug er mij in, dat de paragraaf
omtrent de koloniën in zeer algemeene
termen is vervat, en beken gulweg dat ik
op dit terrein een leek ben.
Voorlichting van deskundigen, die ter
plaatse kennis hebben, is noodig. De
vraagstukken op het gebied van kolo
niale politiek zijn niet zoo eenvoudig,
dat men ze alleen aan dezen regel toet
sen kan.
Spreker verwijst naar de redevoerin
gen van de Kamerleden Cremer en
Levyssohn Norman.
Nu het laatste punt.
Voor ons Nederlanders is krachtige
handhaving van het vrij hand cl-stelsel
levensbehoefte. Wat de regeling der
administratieve rechtspraak betreft, ik
wensch daarover af te wachten het dub
bel praeadvies van prof. Buijs en mr.
van Houten.
Thans wordt gelegenheid gegeven tot
debat. Het woord wordt gevraagd door
den heer D. de Clercqdie o. a. zegt
Als wij candidaten hebben, die het
zelfde willen, begrijp ik niet waarom
meneer van Gilse zich stelt tegen meneer
Sanders.
(Rumoer in de vergadering). De voorz
vermaant den heer de Clercq in de orde
te blijven.
Thans erlangt het woord de heer
Macarê. Ik heb in de kiesvereeniging
gezegd, dat meneer van Gilse het ge-
heele program niet zou kunnen aanne
men, maar reserves zou moeten maken.
Ik heb niet misgetast, meneer van Gilse
heeft (ik breng hem daar hulde voor)
het niet aan reserves laten ontbreken.
Eene enkele vraag over het belasting
stelsel. Daaromtrent heeft meneer van
Gilse zich in de ruimte gehouden.
Omtrent de mutatie rechten heeft hij
iets gezegd, waartegen ik moet opko
men Hij heeft geen verschil gemaakt
tusschen gebouwd en ongebouwd, en
is van een eenzijdig standpunt uitgegaan.
Dikwijls is bij het overgaan van grond
een winnende hand aan den eenen kant.
Dat menschen met energie terreinen
koopen en later met winst voor bouw
terrein verkoopen, is hun alleen moge
lijk door de bescherming van den Staat,
die daarvoor dan toch ook wel iets heb
ben mag.
Meneer van Gilse heeft even aange
raakt het middelbaar en hooger onder
wijs. In onze wetten daaromtrent zijn
veel dingen te verbeteren Als wij eene
liberale meerderheid hebben, zou ik
gaarne zien, dat die wetten terhand
werden genomen.
Meneer van Gilse heeft het bewijs
gegeven, een goed kenner van onze
constitutioneele geschiedenis te zijn,
hem kan het niet onbekend wezen hoe
groot het aandeel is geweest dat meneer
Famcombe Sanders daaraan heeft gehad.
Hem ook zijn de additioneele artikelen
in de kiesregeling te danken. Meneer
van Gilse zal ook weten, dat niet alleen
mr. van Houten en prof. Buijs over de
administratieve rechtspraak hun licht
hebben laten schijnen, maar dat er ook
eene nota over is van meneer Sanders,
en ik ben het eens met den heer de
Clercq, dat waar zoo weinig verschil
is tusschen de beide candidaten, ik de
candidatuur van den heer van Gilse
overbodig acht.
Ik wil meneer van Gilse vragenover
weeg in het binnenste van uw gemoed....
(Geschuifel, handgeklap in de verga
dering,) De beer Macaré moet zwijgen.
De Voorz. verzoekt om stilte en maant
den heer Macaré aan, in de orde te
blijven. De heer Macaré gaat voort
Ik ben in de orde, meneer de voorzitter.
Het is niet liberaal van deze vergade
ring iemand niet te veroorloven een
vraag te doen van man tot man. Ik wil
meneer van Gilse vragenoverweeg in
het binnenste van uw gemoed de vraag
of ge wèl doet, met in dit district ver-
deeldheid te brengen,
j (Rumoer in de vergadering, gebrom
en geschuifel.)
Het woord is aan den heer W. L.
Schram Ik mag als medeopsteller van
het program wel meneer van Gilse
1 dankzeggen voor zijne behandeling
daarvan.
Ik behoor ook tot de volkspartij,
j zooals meneer de Clercq, en ik moet
tegenspreken, wat meneer de Clercq
zegt, dat n.l. de volkspartij iets verwacht
van meneer Sanders. Van de volkspartij
'is candidaat meneer Gerhard. Meneer
Sanders heeft gezegd den 2911 April dat
j het zoo moeilijk was voor leden der
Kamer om met voorstellen voor den
I dag te komen.
Ik vraag aan den geachten spreker
Zou bij eventueele verkiezing van u,
41)
HOOFDSTUK XXVII.
En nu was dit oogenblik nabij en was haar hart van vrees j
vervuld. Bij haar laatste onderhoud met Dudley Carstairs, had
zij iets in zijne oogen gelezen, wat zij er nog nooit in had ge
zien een onheilspellenden glans, waarvan zij zich geen reken?-
schap kon geven, en zijn stem had hard en bevelend geklonken,
zoo geheel anders, als die welluidende, lieflijke stem, waarmee
hij haar hart had gewonnen en haar ziel had betooverd.
Met een huivering bedacht zij, hoe haar toestand zou zijn,
wanneer deze man het tegendeel was van den man zooals zij
hem zich had voorgesteld een in alle opzichten ridderlijk
beschaafd heer, die niet in staat was om een daad te verrichten,
welke niet strikt eerlijk was.
Vervolgens dacht zij aan haar vader en vroeg zich af, of zij
het zich niet te gemakkelijk had voorgesteld, dat zij slechts hare
armen om hem heen behoefde te slaan, en hem te zeggen, hoe
bitter berouw zij gevoelde over de daad van onbezonnenheid,
die zij had begaan om dadelijk zijn vergiffenis te verkrijgen
ïot op dezen dag had zij hieraan nog nooit getwijfeld. De ver
loren zoon, die diep gezonken was en zwijnenhoeder was gewor
den, had besloten om de liefde weef op te zoeken, die hij in
zijn onbezonnenheid had prijsgegeven, maar toen hij zijn schre
den huiswaarts wendde, waar alles nog geheel was als voorheen,
terwijl hij slechts was veranderd, wijfelde hij toen niet en be
kroop hem niet de vrees, dat het gelaat, waarin hij vroeger
slechts teedere liefde had gelezen, nu wreed en hardvochtig zou
zijn, en men hem de deur zou wijzen; misschien voor altijd,
helaasen hij het huis niet zou mogen binnentreden, waar hij
eens heer en meester was geweest totdat zijn ouderlijk huis
in het gezicht was, en hij reeds in de verte de bekende gestalte
zag, slechts iets meer door ouderdom gebogen, en deze op hem
toesnelde, hem om den hals viel en hem kuste? Ja, zoo zou
haar vader haar ook om den hals vallen en haar kussen hij zou
haar in tegenwoordigheid van allen verwelkomen alles ver
getende, dan alleen, dat zij zijn kind was. En terwijl zij zich huis
waarts begaf, bad zij tot den Vader v^an alle menschen, dat zij
voor die groote smart gevrijwaard mocht worden.
Zij hield Dudley's briefje in h&ar hand. Het was vreemd en
geheimzinnig, zooals hijzelf oolj altijd was geweest. Zij moest
niet dadelijk naar het huis van 'haar vader gaan. Van uit Coal-
slead moe t zij zelfs een grooten omweg maken, om hem dan
aan den anderen kant van de Dass te ontmoeten dicht bij
den oever, op dezelfde plek, waar hij' haar bij het gemurmel
van het water zijn liefde had bekend. Zij zouden elkaar daar
om tien uur ontmoeten, en zich dan over de haar zoo bekende
rivier laten overzetten nggj haar ouderlijk huis.
Eindelijk bereijrie zij Coalstead, en daar haar nog maar een
paar uur restten, begaf zij zich oogenblikkelijk op weg naar
Dene-on-Dass. Langs den kortsten weg was het reeds een wan
deling van verscheidene mijlen, en Claribel, zocwel gehoorgevende
aan het verzoek van haar echtgenoot als aan hare eigen wen-
schen (zij had besloten, dat zij niet naar haar vader en hare
kennissen zou terugkeeren, dan in gezelschap van haar echtge
noot) koos een langeren en minder bezochten weg, en stak de
ijzeren brug te Coalstead over om aan den anderen oever van
de rivier Dene on-Dass te bereiken. Het was echter een heldere,
stille winteravond, aan den wolkenloozen hemel vertoonde
zich de maan die een overvloedig licht wierp op de met rijm
bedekte heggen, boomen en daken van de weinige huizen, die
zij langs liep, nadat zij Coalstead achter den rug had. Zij stapte
dus moedig voort, en voelde dat hare wangen begonnen te
gloeien door den frisschen noordenwind, die haar tegemoet
woei.
Eindelijk bereikte een ververwij derd gemurmel haar oor, dat
steeds luider en duidelijker werd, terwijl zij haastig voortliep en
waaruit zij' begreep, dat zij nog maar slechts een mijl van Dene-
on-Dass was verwijderd.
Weldra bij het jaagpad splitste zich de weg in tweeën, en
toen zij den oever van de rivier had bereikt, onderscheidde zij
aan den tegenovergestel den oever de opeenbooping van daken
en spitse gevels van haar geboorteplaats, zwart afstekende tegen
den helderen hemel, terwijl zich hier en daar een alleenstaand
huis verhief, welks dak met rijm bedekt glinsterde in het volle
maanlicht.
1'Daar verhief zich de torenspits van de oude kerk ten heme