BINNENLAND.
Brieven uit de hoofdstad.
meneer van Gilse, u niet van meening Wat de wetten op het middelbaar'
zijn dat het de plicht is van een ener- en houger onderwijs betrelt, merk ik
giek werkzaam Kamerlid, om zelf met op dat ik alleen handhaving wensch
voorstelen voor den dag te komen? van die wet, voof zoover betreft de
De heer Merens merkt op, dat verandering gemaakt in de wet op het
het hem heeft getroffen, dat meneer van lager onderwijs. Ik zou niet gaarne
Gilse geene reserves gemaakt heeft bij willen zeggen, dat er niets aan de wetten
de paragraaf over het vrijhandel-stelsel, op het middelbaar en hooger onderwijs
Ik wensch alleen te vragen, of meneer te verbeteren was.
van Gilse overtuigd is, dat in ons land1 Aan meneer Tuvtel wil ik antwoorden,
het vrijhandelstelsel bestaat. Ik doe die dat wat hij verwacht van het gesubsi-
vraag op dezen grond: ik heb voor dieerd bizonder middelbaar onderwijs,
mijne industrie een grondstof noodig,nu reeds geschiedt met het lager on-
die van buiten komen moet en die be-derwijs.
last wordt met 5 procent, maar hetAan meneer Merens antwoord ik, dat
fabrikaat Jat daarmee wordt gemaakt,1 ik niet in de illusie verkeerde, dat men
is niet belast. i hier geheel en al het vrijhandelstelsel
Dit is ook bij andere industrieën hethad. Verandering van het tarief is echter
geval. Ik wensch te vragen aan meneermogelijk. Ik geloof, dat inderdaad de
Van Gilse, om daarop de aandacht te onbillijkheden, waarop door u wordt
vestigen. j gedoeld, verdwijnen moeten.
De heer J. G. Tuijtel merkt op Ik vraag natuurlijk niet 1 dag in de
Men heeft gezegd, dat meneer Van14 dagen vrijaf als algemeenen regel.
Gilse veel eveneens gezegd heeft als - De wenschelijke toestand is éen dag
meneer Sanders. Het zal de vraag'in de week, 1 om de 14 dagen is wel
wezen welke antwoorden meneer van het minimum.
Gilse geeft. Ik zou willen vragen of hij j
het niet mogedjk acht, dat subsidie aan j p>00r antirev. kiesvereeniging
rooinsch katholieke hoogere burger- j Nederland en Oranje", te Haarlemmer-
ot burgem. van Baarn beide zijden bezet, in het midden juist
en van Eemnes jhr mr. B. Ph. de'genoeg ruimte overlatende om de rij-
Beaufort, secretaris van Eemnes.
Bij kon. besluit is met ingang van 1
Juni aan jhr. mr. T. A. J. van Asch
van Wijck op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend als burgem. van Amers
foort, met dankbetuiging voor de door
hem in die betrekking bewezen diens
ten.
Bij kon. besluit is met ingang van 1
tuigen te doen voorbijgaan.
Het „Welkom in de Hoofdstad!"
door tienduizenden van menschen het
jeugdig Hoofd van Staat en hare Door
luchtige Moeder gebracht, moge som
mige volksdrijvers hebben overtuigd, dat
de liefde voor het Oranjehuis nog lang
niet bij de Nederlanders is uitgedoofd,
niet alleen, maar dat de band steeds
Juni aan J. Rems, op zijn verzoek, j hechter en hechter wordt, die beiden
eervol ontslag verleend als burgemees-
ter van Broek in Waterland.
scholen eventueel gegeven, terecht kwam
bij de Kerk?
De heer G. E. L. Hijmans zegt dat
meneer Van Gilse zich niet moet laten
persuadeeren om zich terug te trekken.
Gij en niemand anders zijt de candidaat
van Vooruitgang.
Is het eene rechtvaardige en billijke
politiek, om wanneer voor geheel Indie
irrigatie noodig is, dat uit te stellen
over 10 jaar.
Wordt bij het toezicht op de opium
pacht wel voldoende toegezien op de
belangen van den inlander?
De voor Indie noodige wetten wor
den opgehouden
De heer P. Heijting zegt: Ik ben
alleen opgestaan, om meneer Van Gilse
te vragen geen antwoord te geven op
de vraag van meneer Macaré. hij is
tot candidaat gekozen in Vooruitgang
en onze gast, en ik vind het niet be
leefd, hem te vragen wat doe je hier.
(Applaus).
Meneer Macaré heeft hem zijdelings
beschuldigd verdeeldheid te zaaien,
maar ik vraag wie er verdeeldheid
zaaitde candidaat van de kiesvereeni
ging of degene, wiens candidatuur door
de minderheid npg wordt gehandhaafd
en bevorderd. (Luidaanhoudend
applaus.)
De heer F. W. MacdonUldBedoelt
meneer van Gilse dat 24 uren rust in
de 14 dagen voldoende zijn voor den
werkman
Ik zou wenschen dat meneer van
Gilse uitdrukkelijk zeide„Ik geloof
dat dit district beter zal worden ver
tegenwoordigd door mij,dan door meneer
Sanders."
De heer van Gilse antwoordtIk
heb den strijd niet gewild, maar ik
vind mij niet gerechtigd, mij terug te
trekken, waar een orgaan van de liberale
partij mij heeft geroepen.
Aan meneer Schram antwoord ik, dat
ik niet zou kunnen indienen voorstellen
tot afdoende regeling van het kiesrecht.
Daartoe zijn meer hulpbronnen noodig,
dan waarover een lid der Kamer be
schikken kan; wel kan hij door amen
dementen verandering brengen.
Op de details van koloniale politiek
zal ik meneer Hijmans niet antwoorden,
omdat ik daarin leek ben.
Maar meneer Macaré antwoord ik,
dat de mutatierechten progressief zijn
in de verkeerde richtingik kan niet
meegaan met de bewondering van me
neer Macaré voor de additioneele arti
kelen door meneer Sanders; als die er
niet geweest waren, is het zeer waar
schijnlijk, dat wij spoediger gekregen
zouden hebben een kieswet, die wel
meer, is tot candidaat gesteld voor de
Tweede Kamer dr. Th. C. L. Wijn
malen. directeur van de kon. bibliotheek
te 's Hage.
aan elkander bindt
De lezers en lezeressen hebben uit
dit blad de noodige bizonderheden aan-
Door den directeur-gen e-S^-'^de het bezoek der orstinnen kun
raai der Maatschappij tot exploitatie jnen vernemen, zoodat ik mijne taak
van staatsspoorwegen is bepaald, dat over deze aangelegenheid als afgedaan
ingeval van ziekte of verwonding van 1 beschouwen,
ambtenaren, beambten en werklieden, Leve Koningin Wilhelmina tot heil
die onder afstand der bekende rechten van -Nederland, blij ve steeds onze leuze,
van de voormalige Nederlandsche Rijn-i
spoorweg-mij. bij de Exploitatie-maat-'
zij overgegaan, zal rekening worden
gehouden met hun aantal dienstjaren
bij den Rijnspoorweg, bij de rekening
der toelage volgens de bij de Maat
schappij tot exploitatie van staatsspoor
De eerste openbare daad van onze
jeugdige Koningin in de hoofdstadwas
voor een werk der liefde de legging
van een gedenksteen voor het Wilhel-
biljetten zeggen, en het gebeurt dan
ook vaak genoeg, dat bij een druk
verkeer van rijtuigen de huizen zoo
sterk dreunen, dat niet zelden de pen
dules blijven stilstaan.
Intusschen, afgezien van alle per
soonlijk belang, ware het jammer, indien
een zoo uitmuntend samengesteld orkest
weder moest uiteengaan.
De P. C.-ers zouden ongetwijfeld
juichen, indien dé minister van Binnen-
landsche Zaken kon besluiten met meer
dan „bekwamen spoed" ten uitvoer te
leggen de wet tot onteigening van een
gedeelte Schapenburgerpad. Door de
belemmerende heining moeten de be
woners nu een omweg maken van on
geveer 5 minuten, wat voor velen zoo
niet alleen zeer onaangenaam m
heeten. Wij zijn in ons landje echter
niet verwend door spoedige uitvoering
van koninklijke besluiten en men moet
dus maar blijven berusten en kalm
afwachten de dingen, die komen zullen.
H. M. de Koningin-Regentes
heeft 50 toegezegd voor een aanmoe
digingsprijs op de te Kuilenburg te
houden landbouwtentoonstelling in
Augustus.
De Burgemeester van Rot
terdam heeft het volgende schrijven
ontvangen vanwege Hare Majesteit de
Koningin-regentes
*s- Graven hage, 1 Juni 1891,
Hoog Edel Gestrenge Heer
Ingevolge de bevelen van Hare Ma
jesteit de Koningin-regentes heb ik de
eer U Hoog Edele bijgaand te doen
toekomen een bedrag van f 2500 voor
de algemeene armen van Rotterdam,
en wel 1500 namens Hare Majesteit
de Koningin en 1000 namens Hare
Majesteit de Koningin-regentes.
Hare Majesteit de Koningin-regentes
draagt mij tevens op U Hoog Edel
Gestrenge schriftelijk Hoogstderzelver
dank te herhalen, voor de schitterende
ontvangst van Hare Majesteiten in uwe
stad. Hare Majesteit verzoekt U Hoog
Edel Gestrenge aan de ingezetenen van
Rotterdam te willen bekénd maken, dat
Hare Majesteit ten hoogste gevoelig is
aan alles wat Rotterdam heeft gedaan
om Hare Majesteiten te verwelkomen.
De tocht langs de Maas en de aankomst
te Rotterdam waren voor Hare Majes
teiten een éénig en onvergetelijk schouw
spel, de algemeene geestdrift en de
voorbeeldige orde in uwe stad hebben
Hare Majesteiten zeer getroffen.
Het is Hare Majesteit de Koningin
regentes bizonder aangenaam, dat de
naam der „Wilhelminakade" eene blij
vende herinnering zal zijn aan dezen voor
Hare Majesteiten gelukkigen dag.
De Particulier Secretaris van Hare
Majesteit de Koningin-regentes
S. M. S. DE Ranitz.
OmCltiELE BEillCHTEN.
Bij kon. besluit zijn benoemdtot
burgem. van Osch, mr. H. J. Fenseling
en tot burgem. van Standdaaarbuiten.
J. J. B de Kleyn.ot burgem. van
Stolwijk J. C. Kroon, secretaris dier
gemeentetot burgem. van Goes, mr.
J. G. de Witt Hamer, met machtiging
om nevens deze betrekking ook die
van procureur te bekleeden; van Ber
(Noordholland), J. van Reenen
wegen geldende voorschriften. (H. B.) mina-Gasthuis, waar de onvermogende
Door den heer A. van Peil,1 lijdende menschen zullen verpleegd
te Nijmegen, is vergunning gevraagdworden. Voorwaar een goed begin voor
tot het in exploitatie brengen van een1 de jeugdige vorstin!
stoomvelocipède, systeem Serpollet, teEen paar „groote" lijders worden
Parijs, voor het traject St. Anna naar; dezer dagen druk besproken: het Paleis
Nijmegen, en tevens vrijdom van tol-1 voor Volksvlijt en het Concertgebouw,
recht voor dat vervoermiddel. j Eerstgenoemde inrichting heeft reeds
Men meldt uit Zuid-Beier- een tamelijk langdurige lijdensgeschie-
landj denis achter den rug en blijft nog
Maandagnacht zijn door eenige vis-'steeds sukkelen. Waren vroeger de con-
schers, van schokkers, groote baldadig- j certen zoo druk bezocht, dat de zaal
heden aan den Nieuwendijk gepleegdI tot achter bij het tooneel geheel gevuld
zij hebben aan verscheidene woningenwas, het is treurig te zien welken aan
ruiten stuk geslagen, pannen van de blik de zaal tegenwoordig oplevert,
daken gegooid en heiningen vernield. Bijna de helft is voor „tooneelzaal"
Eén van hen sloeg met een paal, onderingericht, en de andere helft, die nog
het uitbraken van de hevigste vloeken j voor concerten dienst doet, is dikwijls
en bedreigingen, bij vele ingezetenen nauwelijks voor een derde gedeelte
tegen de deuren en woningen, zoodat j bezet. Het slechte bezoek heeft er dan
deze hunne woningen niet durfden ver toe geleid, dat door aandeelhouders een
laten; iemand, die de deur opende,voorstel is gedaan, een andere wijze
kreeg een slag op den arm. van exploitatie ter hand te nemen, door
Eindelijk kwamen eenige ingezetenenb.v. het gebouw te verpachten, zooals
met stokkenen geweer gewapend, waarop ook reeds een paar jaren geleden het
de visschers de vlucht namen. Zij wer- j plan was, dan wel het Paleis eenvou-
den achtervolgd tot aan de Hitsersche j dig onder den hamer te brengen, even
kade, alwaar twee der visschers in eene j als met den Parkschouwburg indertijd
vergunning verborgen waren. Eenige j is geschied.
bleven aldaar de wacht houden, terwijl
anderen de hulp van den gem.-veld-
wachter gingen inroepen, welke beide
visschers in een kamertje, met klompen
aan, op bed vonden. Tegen hen is proces
verbaal opgemaakt.
Dinsdag voormiddag heeft de rijks
veldwachter van sP>;\rshil, met den gem.-
veldwachter, in loco onderzoek gedaan.
VII.
Eigenlijk moest deze brie! nummer
VIII zijn, ware het niet dat de redactie
door plaatsgebrek genoodzaakt is ge
weest mijn vorig schrijven ter zijde te
leggen.
Wat was natuurlijker, dan dat in de
afgeloopen week heel Amsterdam en
zelfs de omliggende gemeenten, vervuld
waren van het eerste bezoek door onze
jonge Koningin aan de hoofdstad ge
bracht
Een zoo talrijke menigte als Dinsdag
bij aankomst van Hare Majesteiten op
den Dam aanwezig was, behoort tot de
gei1 X
- secretaris dier gemeente, en tot burgem.
in overeenstemming was met de bepa- van Qraauw, P. Verhaegentot burgem.
li ngen van de grondwet. van zeihem, J. Gïjseweenink, secretaris
Uit goede bron verneemik dat de
heer Dellebarre, reeds vroeger korten
tijd directeur van het Paleis, onderhan
delingen met den raad van commissa
rissen heeft aangeknoopt over de pacht
van Sarphati's stichting. Het ware niet
kwaad, indien men eenvoudig het voor
beeld van de Gemeente volgde, die,
ziende dat de exploitatie in eigen be
heer van de veemarkt en het slachthuis
niet zoo vlot ging, als wel wenschelijk
ware, deze inrichting eenvoudig aan
derden verhuurde.
Het Concertgebouw had reeds vóór
de opening een lijdensgeschiedenis. Met
groote moeite was men er eindelijk in
geslaagd een inventaris bijeen te krij
gen, zoodat het gebouw kon worden
in gebruik gesteld, maar de inkomsten
wilden niet al te best vlotten, zoodat
zelfs niet eens de Maandag 11. verval
len coupon der hypothecaire leeninc
kon worden betaald.
Naast de vele reeds bestaande ver-
eenigingen werd daarom opgericht een
Vereeniging tot instandhouding van
het Concertgebouw, die een premielee-
ning van 500,000 tracht te sluiten.
Het zou voor het personeel, dat aan
het „Gebouw" werkzaam is, zeker te
betreuren zijn, indien de zaak geen stand
Ook in een andere zaak, die wel niet
van algemeen belang is, maar toch velen
bezighoudt, is men benieuwd naar den
afloop. Het hier ter stede bestaande
Genootschap Liefdadigheid naar Ver
mogen (naar de beginletters meestal
Larie Nergens Voor genoemd) heelt
nl. een openbaar debat geopend met
dr. Hendrik de Vries over 't al of niet
hulpbehoevende van een gezin. De
meesten zijn op de hand van dr De
Vries, omdat het vrij algemeen bekend
is, dat het onderzoek van L. A. V,
meestal niet veel beteekent, daar de
verklaringen gewoonlijk van de buren
komen, en dezen eenvoudig geloofd
worden.
Armenzorg is te veelbeteekend, dan
dat deze voor het grootste deel aan
eenige jongelui zonder ervaring kan
worden overgelaten. Prof. N. G. Pierson
heeft trouwens in een vergadering der
Vereeniging voor Statistiek een lesje
gegeven, hoe deze belangrijke zaak moet
worden geregeld.
In de volgende maand zal de Hoofd
stad bezocht worden door HH. MM.
den keizer en de keizerin van Duitscli-
land. Veel is er nog niet van bekend
of het hooge gezelschap per spoor ol
boot zal aankomen, doch met zeker
heid kan ik berichten, dat de koninklijke
sloep, aan 's lands werf in orde wordt
gebracht, en dat LH. MM. bij Hd
vertrek, dat in elk geval te water plaat?
heeft, door een of meer rijks stoom
schepen tot den Hoek van Holland
zullen worden begeleid.
Ook worden reeds voorbereidende
maatregelen genomen voor de feestelijke
ontvangst der gekroonde hoofden.
zeldzaamheden. Den ganschen dag, ja,
een gedeelte van den nacht, stond een i kon houden,
dichte drom voor het Paleis, hoewel er. Wie er echter niet om zouden rou-
niet veel anders te zien was dan de wen zijn ongetwijfeld de bewoners der
vensters. Was echter vooraf het uur
bekend gemaakt waarop de koninginnen
zouden uitrijden, dan waren de straten
waarlangs de vorstinnen zich zouden
begeven, reeds uren van te voren aan
P. C., zooals de lange en langedeunige
Pieter Corneliszoon Hooftstraat gewoon
lijk genoemd wordt. De huizen in deze
straat zijn nl. niet alle „hecht, sterk en
weldoortimmerd", zooals de veiling-
In mijn jongsten brief belpofde ik weer
over tooneel een en andér mede te
deelen.
De gastvoorstellingen van 't gezel
De Vos en Van Korlaar in het Grand
Theatre zijn afgeloopen. Zij hebben
menigen genotvollen avond geschonken
voor elks smaak.
Niet zoo algemeen is dé bijval voor
het met ophef aangeprezen „muziek
drama" zonder woorden De Verloren
ZoonHet „groot succes", zooals de bil
jetten luiden, wordt slechts door een
klein publiek bezocht Het stuk
eigenaardig zonder meer, de muziek
trekt het meest de aandachtzij past
volkomen bij de handeling en doet in
de verte denken aan Wagner's richtin
in het klein.
Dergelijke „muziek-drama's" zullen
hier wel nooit burgerrecht verkrijgen
't Is maar goed ook
De schilder Jan Van Essen en de
n wier schaduw haar moeder rustte, en daar dicht bij den
oever van de rivier stond het kleine huisje, waarin Claribel was
geboren.
Zij betrad langs een laag trapje de kleine landingsplaats,
welke tegenover de landingsplaats lag aan den anderen kant,
dicht bij het huis haars vaders. Wanneer zijn boot daar had
gelegen, dan gevoelde zij, zou zij evenals vroeger zoo dikwijls
was gebeurd, dé riemen ter hand hebben genomen, om zelf naar
den anderen kant te roeien.
Zij was bijna thuis!
Vijftig meters verder stortte zich het water brullend naar be
neden, schuimende van woede, in een kokende zee van schuim,
steeds draaiende en draaiende, de golven elkaar aanvallende en
met elkaar worstelende, om een eind verder weer kalm voort
te stroomen. Hoe bedaard, zoo dacht Claribel, stroomde het
water voort als slapende in het zilveren maanlicht, om dan steeds
sneller en sneller zijn weg te vervolgen en eindelijk te ontwaken
bij een dood en verderf aanbrengenden waterval hoe volko
men haar eigen levensloop gelijk!
Het was tien uur en nauwelijks had de klok van den
dorpstoren een slag gegeven of Dudley' Carstairs stond voor
haar
Zij ontstelde en zou gevallen zijn, wanneer hij haar niet in
zijne armen had opgevangen. Zij had verscheidene mijlen te
voet afgelegd om hem te ontmoeten, en reeds weken lang had
zij vurig naar zijn terugkomst verlangd, maar nu hij daar zoo
eensklaps uit de schaduw van de knotwilligen te voorschijn trad,
beving haar een plotselinge schrik, en scheen zij een angstig
voorgevoel te hebben van een haar bedreigend gevaar.
En in zijn gelaat noch in zijn stem toonde hij zich den lief
hebbenden echtgenoot van voorheen; er lag een metaalklank
in zijn stem, terwijl een sombere glans zich in zijne oogen
vertoonde.
„Gij zijt juist op tijd," zeide hij, „dat is goed, Claribel, wij
hebben geen tijd te verliezen."
„Ja, wij zullen nu dadelijk naar mijn vader gaan, Dudley," ant
woordde zij met een beving in haar stem.
„Hoe hebt gij gereisd alleen?" vroeg hij op norschen,
argwanenden toon.
Was deze man dezelfde Dudley, dien zij had gekend, zoo be«
leefd, zoo moedig, zoo edel; deze man met de stem van een
toornigen dwingeland, met een glans in zijne oogen als van een in
het nauw gebrachten tijger
„Ja, Dudley," antwoordde zij, „geheel alleen. Een vervelende
reis, de laatste, God geve het, die ik zonder u zal maken
„Ja," zeide hij, terwijl hij toestemmend knikte,,Ja, dat hoop ik
ongetwijfeld wel de laatste."
Hij had haar geen kus gegeven, en zonderling genoeg, zij
verlangde er ook volstrekt niet naar; voor het eerst begon z>j
de koude van den winternacht te gevoelen.
„Dudley, zijt gij vertoornd?" vroeg zij.
Hij vermijdde het antwoord op deze vraag door een weder
vraag.
„Hebt gij het geld meegebracht?"
„Ja," antwoordde zij, „de bankbiljetten heb ik in mijn
portefeuille."
„Zoo, geef ze mij dan."
„Mijn mantel is dicht. Kunt gij niet wachten totdat wij thuis
zijn? Zal ik roepen, Dudley?"
„Wanneer gij dat durft!" siste hij tusschen zijne op elkaar
geklemde tanden.
Zij zag hem doordringend aan, sprakeloos van verbazin
en angst.
„Dudleyriep zij uit.
„Vergeef het mij. Claribel!" zeide hij haastig, „Ik versprak
mij. Mijne gedachten zijn verward. Ik ken mijzelf niet meer
Daarna vervolgde hij op een"geheel anderen toon
„Hebt gij het bevroren schuim langs den oever wel gezien
welke grillige vormen heeft het aangenomen veeren, bloemen
en allerlei gedaanten? Ga eens hier aan den kant staan, dan
kunt gij het zien." Hij ging op de landingsplaats staan, en legde
zijn hand op haar middel.
„Neen, dat kunnen wij morgen wel gaan zien," antwoordde
zij, terwijl zij zich over zijn zonderlinge handelwijze verbaasde
maar met ijzeren greep hield hij haar bij haar middel vast.
„Claribel, geef mij het geld, alvorens wij ons laten over
zetten."
Zij trachtte haar mantel los te maken, maar hare vingers wa
ren verstijfd door de koude. Ongeduldig rukte hij hare armen
weg, scheurde haar mantel open en omklemde haar in zijn
ijzeren greep.
Wordt vervolgd.)